Deel 2 - Careyn

4
deVerdieping
DINSDAG 18 NOVEMBER 2014
Meneer Van Berkel (rolstoel,
afasie) eet pap voor zijn ontbijt, die zuster Christien voor
hem in de magnetron zet. “Hij
moet de pap er zelf weer uithalen”, zegt Christien. “Dat is
#"%$!
een stukje eigen regie.” Ook
begeleidt ze hem bij het zelf
wassen van zijn gezicht en ‘zijn
voorkantje’, al kost dat “eigenlijk meer tijd dan als ik het zelf
even zou doen”.
De Verhuizing
Honderden verzorgingshuizen in Nederland
gaan dicht. Trouw volgt zes bewoners van één
zo’n huis: De Marckenburgh in Spijkenisse. Zij
verhuizen binnenkort naar een gloednieuw
pand, waar ze ook een ander type zorg krijgen:
de zusters stoppen met pamperen, bewoners
moeten voortaan zelf de dokter bellen. Lukt
dat? Deel 2 van een serie: Mevrouw Zijlstra
gaat weer zelf koken, voor gasten.
REPORTAGE
Alwin Kuiken en Iris Pronk
FOTO’S
Mark Kohn
Mevrouw
Zijlstra pakt
de regie weer
oe vervoer je een stofzuiger
per rollator? Annie Zijlstra
(79) lag er wakker van. Ze
heeft een aanbieding gezien
bij de Blokker: nog geen zestig euro voor een mooi rood
apparaat. Die winkel kan ze
goed bereiken: eerst een taxiritje, dan een paar
honderd meter schuifelen door voetgangersgebied. Maar hoe versleept ze haar aanwinst
weer terug naar de taxistandplaats?
Na wat denkwerk pakt ze thuis een flinke
doos. Even sjorren en ja hoor: op de juiste wijze gekanteld past de doos op het onderste rekje
van haar rollator. Touw erom en klaar. Dankzij
deze oefening durft mevrouw Zijlstra de excursie wel te maken. “Ik noem dat: vooruitwerken.”
Eenmaal in de Blokker koerst ze meteen af
op de stofzuigers, rechts achterin; mevrouw
Zijlstra deed ook ‘vooronderzoek’ ter plaatse.
Helaas zijn de rode op en moet ze genoegen
nemen met een zwarte, maar het aangeschafte
apparaat past wel keurig op het rekje. Onderweg naar de kassa scoort ze ook saladebakjes,
likeurglaasjes en gebloemde servetten.
Daar staat ze met haar volgepakte rollator.
Mevrouw Zijlstra zou hét gezicht kunnen zijn
van een overheidscampagne over zelfredzaamheid, een sleutelbegrip in het ouderenbeleid.
Staatssecretaris voor volksgezondheid Martin
van Rijn wil dat ouderen zo lang mogelijk thuis
blijven wonen; daarom verhoogde hij de drempel voor het verzorgingshuis. Met haar zorg-
H
zwaartepakket 3 (zie kader) kwam mevrouw
Zijlstra er nu niet eens meer in.
Maar dat zijn nieuwe regels; volgens de oude
belandde ze vijf jaar geleden gewoon in het
verzorgingshuis, in het kielzog van haar inmiddels overleden man. Nu kijkt ze uit naar het
nieuwe, zelfstandige appartement dat ze binnenkort betrekt, met open keuken en een glanzende inductieplaat. Voor het eerst in vijf jaar
gaat mevrouw Zijlstra weer zelf koken, voor
gasten: salade, paella, koffie met likeurtje toe.
Knoeit ze, en welke kok doet dat niet, dan
hoeft ze straks haar zwarte stofzuiger maar te
pakken.
Betutteling
Autonoom, ondernemend, niet bang voor iets
nieuws. Mevrouw Zijlstra is een uitzondering
in De Marckenburgh, een ouderwets verzorgingshuis met veel gehospitaliseerde bewoners. “Ik zit in de zorg, dus nou moeten jullie
het maar voor me doen”, zo typeert het management hun houding. Zelf een boterham
smeren? Het komt niet meer in ze op, gewend
als ze zijn aan de betutteling van goedbedoelende zusters. Sommige bewoners zetten wel
koffie voor hun bezoek, maar lopen met hun
eigen kopje naar de gang: waar blijft de vrijwilligster met de thermoskan?
Die passiviteit is regiomanager Trix van Os,
verantwoordelijk voor De Marckenburgh bij
zorgorganisatie Careyn, een doorn in het oog.
Net als staatssecretaris Van Rijn gelooft ze in
een zo groot mogelijke zelfstandigheid, in ou-
derenzorg die draait om ‘eigen regie’. Alleen
als ouderen autonoom zijn, behouden ze hun
gevoel van eigenwaarde en blijven ze ertoe
doen. “Mensen die volwaardige mensen blijven
tot het eind, ook als ze van alles niet meer kunnen”, zo formuleert Van Os haar ideaal. “Je
moet ze blijven vragen: Wat wilt u? Wat kunt
u nog wél? Wat kunt u met uw mantelzorgers
regelen? En pas daarna: wat kunnen wij voor
u betekenen?”
Binnenkort gaat De Marckenburgh dicht, het
gebouw uit 1970 is niet meer van deze tijd. Als
het aan Van Os ligt, gaan de zusters in de
nieuwbouw ook op een nieuwe manier werken. Niet langer pamperen, niet langer alles
voor hen doen, maar de bewoners stimuleren
om zo zelfredzaam mogelijk te opereren. Zorgmanager Sylvia Koek geeft een voorbeeld van
gewenst gedrag: voor een zieke mevrouw belde
de zuster vroeger direct de huisarts, zonder
overleg met de patiënt. Nu vraagt ze idealiter:
‘Wilt u zelf de huisarts bellen? Kunt u dat, lukt
dat?’ “Zo kan deze mevrouw de doktersafspraak zelf plannen op een tijdstip dat haar
schikt”, zegt Koek. “Waar je naartoe wilt, is dat
bewoners de zuster niet eens meer vrágen om
te bellen, omdat ze zelf het contact met hun
huisarts onderhouden.”
Maar dat is een verre horizon, vooralsnog
stuit het streven naar een grotere zelfstandigheid op weerstand. Bij de zusters bijvoorbeeld,
die van nature graag helpen en zorgen: precies
dáárom kozen ze dit beroep. Wat is er mis met
het vertroetelen van 90-plussers? “Deze men-
sen hebben hun hele leven keihard gewerkt,
ze hebben Nederland opgebouwd”, zo vertolkt
een zuster de stemming onder een deel van het
personeel. “En nu moeten zij ineens alles zelf
doen? Onze ouderen hebben recht op rust en
verzorging.”
Het koffie-experiment
Dat vinden veel bewoners zelf ook. Neem meneer Metlaar (67) van de tweede verdieping: hij
zit vanwege een chronische longziekte in een
scootmobiel, maar zou best zijn eigen koffie
kunnen zetten. Alleen: dat weigert hij. Eigen
regie? Hou op, schei uit. “Ik heb er toch voor
betaald?!”
Meneer Metlaar ontpopte zich tot een geducht tegenstander van het Marckenburghmanagement tijdens het koffie-experiment in
de aanloop naar de verhuizing. Daarbij werden
bewoners van de tweede etage niet langer door
de kar bediend. Het zou ze klaarstomen voor
een zelfstandiger leven en ook hun eigen
smaak weer prikkelen. Cappuccino, espresso,
Senseo en Nespresso, er zijn zoveel soorten
koffie die je op een moment naar keuze kunt
drinken. Waarom zou je dan wachten tot een
vrijwilligster een slap bakkie serveert terwijl
je nét op de wc zit?
Ganggenoten van meneer Metlaar protesteerden niet: mevrouw Laven-van Dijk stapte over
op Nescafé Dolce Gusto. “Hartstikke goeie koffie hoor, maar duur.” Mevrouw Mol behelpt
zich met oploskoffie. “Jammer, maar niet onoverkomelijk”, zegt ze. Familieleden klaagden
#"%$!
deVerdieping
DINSDAG 18 NOVEMBER 2014
Het eten in De Marckenburgh?
‘Varkensvoer’ volgens mevrouw Kervezee! Wat zal ze blij
zijn als ze daar na de verhuizing van is verlost. Echt uitgebreid koken gaat ze niet – ‘te-
Met de koffie,
ingeschonken door
een vrijwilligster,
kreeg meneer Metlaar
ook een zeldzaam
praatje; nu mist hij
alle aanspraak
wél en zeiden: “Moeten we eens een Senseoapparaat aanschaffen? Dat zal wel een bezuiniging zijn.” Maar dat klopt niet volgens zorgmanager Koek. “Het gaat ons erom dat de bewoners weer zélf keuzes maken en geen genoegen nemen met de standaardkoffie waar de
melk en suiker al in zit.”
Aan dergelijke principiële afwegingen had
meneer Metlaar, voormalig vrachtwagenchauffeur, geen boodschap. Hij heeft geen familie en
nauwelijks contact met de andere bewoners,
die gemiddeld genomen decennia ouder zijn
dan hij. Met de koffie, ingeschonken door een
vrijwilligster, kreeg hij ook een zeldzaam
veel gedoe’ – maar een witlofsalade is gauw gemaakt. Ze
lepelt ook graag een potje
groente van Hak leeg. Hoe dan
ook verzorgt ze straks haar eigen eten, net als slechts één
praatje; nu mist hij alle aanspraak. Het experiment maakte hem woedend: “Stelletje halve
zolen. Asociale krengen. Ik zeg: ‘Iedereen koffie of niemand koffie’. Niet alleen de mensen
op de tweede verdieping pakken. Wat ben je
dan voor instelling?”
Onlangs is het koffie-experiment beëindigd;
er is van geleerd. De koffiekar blijft ook in de
nieuwbouw rijden, maar niet meer automatisch voor iedereen. Bewoners krijgen de keuze: zelf koffie zetten, alleen of met hulp van
een vrijwilliger? Of toch een bakkie van de koffiekar? Meneer Metlaar legde een gevoelig punt
bloot, erkent Koek: zijn behoefte betreft niet
de koffie, maar de aanspraak. “Die moet je dan
organiseren”, vindt ze. “Je moet heel goed kijken naar het individu: wil hij het liefst kletsen
met een zuster of een vrijwilligster? ’s Ochtends of ’s avonds? Is één keer per dag genoeg?”
Zelf koken
De ouderenzorg zo fijnzinnig afstemmen op de
mogelijkheden en behoeften van het individu,
iedereen eigen keuzes laten maken: het is een
enorme, tijdrovende klus. Terwijl de zorg – eerlijk is eerlijk – óók nog goedkoper moet. Het
Van Os-team zet stapje voor stapje, glijdt soms
uit (met de koffie), boekte ook successen. Zo
vertelt zuster Elza Alexandridis hoe zij én drie
zelfredzame bewoners zijn veranderd: “Driekwart jaar geleden deden we nog alles voor ze:
douchen, aankleden, steunkousen aandoen, tafeldekken. Toen hebben we gezegd: ‘Dat kun-
5
andere bewoner. Het maakt
mevrouw Kervezee tot de
meest eigenwijze persoon van
dit verzorgingshuis. Vermoedelijk ook van Spijkenisse en
verre omstreken.
nen jullie ook best zelf.’ Dat wilden ze absoluut
niet. Ze zeiden: ‘Het is toch een kleine moeite
voor jullie? Jullie worden d’r toch voor betaald?’ Nu doen ze het toch, en gaat het heel
goed.”
Met het eten maakte het management nog
geen grote klapper. Hoewel bewoners in de
nieuwbouw een mooie keuken krijgen – een
flink contrast met de huidige fopkeukentjes –
gaan slechts twee mensen zelf koken. Nog eens
68 zouden daar ook toe in staat zijn, maar zij
blijven bij het vertrouwde Marckenburghmenu (Hollandse pot) dat ook op de nieuwe
locatie in het appartement of restaurant wordt
geserveerd. “De mensen koken al jaren niet
meer”, verklaart de coördinator Welzijn, Peter
Zoon. “Ze hebben al hun spullen weggedaan.”
Verschil met vroeger: nu kíezen ze voor het
verzorgingshuisvoedsel en is er een alternatief.
Ook mevrouw Zijlstra blijft in het verzorgingshuisrestaurant eten: dat vindt ze wel zo
gezellig. Maar niet elke avond, vanwege de
etentjes die ze zelf gaat geven, ook eentje voor
managers Koek en Van Os: “Die meiden werken zó hard, die hebben echt een lekkere maaltijd verdiend.” Ze hebben haar invitatie al
dankbaar geaccepteerd.
Over hun streven naar ‘eigen regie’ is mevrouw Zijlstra, anders dan veel anderen, wel
enthousiast. “Er zijn mensen die de hele dag
op hun kamer zitten te wachten”, zegt ze. Dat
is toch jammer en ongezond? Zij niet hoor, zij
trekt er altijd graag op uit. Haar eerstvolgende
doelwit is een paellaschaal.
Wie ‘mag’ er naar
een verzorgingshuis
en wie niet?
Wie in aanmerking komt voor een
plek in een verzorgingshuis, en
wie niet, dat hangt af van het
zogeheten zorgzwaartepakket
(zzp). Dat wordt vastgesteld door
het Centrum Indicatiestelling
Zorg (CIZ). De meest gezonde
ouderen (zzp1 en 2) krijgen sinds
2013 geen indicatie meer voor
het verzorgingshuis. Sinds dit
jaar geldt dat ook voor zzp3, een
veel grotere groep. Zij blijven
langer thuis wonen met hulp van
thuiszorg en mantelzorgers. Het
betreft vrijwel alleen mensen met
lichamelijke klachten. Het voornemen om per 2015 ook een deel
van de ouderen met zzp4 thuis te
houden is onder druk van de
Tweede Kamer voorlopig afgeblazen. De hogere zorgzwaartepaketten (zzp4 en hoger) kunnen
met en zonder behandeling en
verpleging worden afgegeven.
Het rijksbeleid om langer thuis te
moeten blijven wonen, geldt hier
niet.