De Nieuwe Doelen Het onderwijs past me goed, maar hiernaast

De Nieuwe Doelen
Het onderwijs past me goed, maar hiernaast trekt ook de horeca me. Ik ben
— dan — negentien, heb mijn eerste studiejaar afgerond en een lange zomervakantie voor de boeg. Het op kamers wonen bevalt me uitstekend, met
alles wat daarbij hoort. Wel merk ik dat mijn uitgavenpatroon niet overeenkomt met mijn inkomsten.
Daarom word ik kamermeisje in Hotel De Nieuwe Doelen. Ik zie nog steeds
de 26 verschillende kamers voor me, ieder met hun eigen inrichting en
charme. Het hotel, van oudsher een pakhuis, gelegen aan de Loskade van
Middelburg, ademt sfeer en een rijke historie uit. Geen zakelijke setting,
maar een persoonlijke benadering en aanpak door de eigenaren: meneer,
mevrouw, hun zoon. Alle drie horecamensen, ondernemers pur sang.
Al snel mag ik na het in gereedheid brengen van de kamers helpen bij de
voorbereiding van het diner. Zij laten mij — letterlijk en figuurlijk — een
kijkje in de keuken nemen. Mevrouw is kok. Zij doet dat met een bezieling
die bewonderenswaardig is. Meneer is een fantastische gastheer die daadwerkelijk weet wat een stijlvol welkom betekent en tevens bijdraagt aan
een prettig verblijf. Mijn werktijd en taken worden uitgebreid, ik mag ook
gasten ontvangen. Zij leren mij hoe het kamers verhuren in zijn werk gaat.
En ik? Ik heb het naar mijn zin. Ik vraag me intussen af wat voor leven de
gasten tijdens en na hun verblijf in het hotel leiden. Ik ken ze niet, maak
wel hun kamers schoon, ruim het ontbijt af, ontvang ze met een drankje bij
terugkomst van hun dagje strand, bedien ze bij het diner. En probeer me
daarbij een voorstelling van hen als persoon en van hun leven te maken.
Hiernaast gebeurt er nog iets. Ik ben zeer gedreven, geniet van de dynamiek
in het hotel, ervaar de voldoening van het harde en lange werken; en ga zo
bij de werk- en leefwereld van mevrouw en meneer horen. Ik begin me zelfs
vragen te stellen over mijn keuze voor het onderwijs: heb ik me toch niet
teveel laten leiden door het laag uitgevallen cijfer voor handelswetenschappen op mijn examenlijst? De weg naar de Hogere Hotelschool leek me
daarom niet aangewezen.
Mevrouw en meneer spreken regelmatig hun waardering uit, benoemen mijn
kwaliteiten, hebben het werkelijk goede met me voor. Door het fijne contact ontstaat er een bepaalde vanzelfsprekendheid: veel met elkaar overleggen, samen koffie drinken, aan het einde van een lange dag een heerlijk
glas wijn. ’s Avonds laat brengen ze me, in hun mooie blauwe Jaguar, naar
mijn kamer in de binnenstad van Middelburg.
Mijn zelfvertrouwen groeit door de verantwoordelijkheden die zij me geven.
Zo vertrouwen zij mij in het naseizoen op zondag het hotel toe — na een
periode van veel en lang werken hun enige vrije dag in de week. Dit alles
maakt nog meer dat ik mij op mijn beroepskeuze bezin.
Bij toeval kwam ik vorig jaar in Domburg de zoon van mevrouw en meneer
tegen. Ondanks dat we twintig jaar verder zijn, herkenden we elkaar meteen. Hij vertelde dat zij al jaren in Frankrijk wonen.
Mijn studie heb ik met succes afgerond. Ik ben volop bezig met vervolgopleidingen en werk nog steeds met veel plezier en enthousiasme in het onderwijs. Het zijn — besef ik nu meer dan ooit — mevrouw en meneer geweest die mijn drive, plichtsbesef en zin in hard werken hebben aangewakkerd, mij op de juiste momenten hebben aangemoedigd. Met warme gevoelens denk ik aan hen terug. Zij zijn van grote betekenis geweest in een belangrijke periode van mijn leven. Een van mijn ‘nieuwe doelen’ is dan ook
om ze dat op korte termijn te laten weten.
Maartje van Kerckhoven