specifieke toelatingseisen

Centrum voor Bewegingsstudies | Hogeschool Utrecht |
Opleiding master Fysiotherapie
Specialisme Kinderfysiotherapie
Onderwerp: Werkervaringsplek Kinderfysiotherapie
Datum: juni 2014
Van: Jacqueline Nuysink, hoofd specialisatie Kinderfysiotherapie, opleiding master Fysiotherapie
Toelatingseisen opleiding master Fysiotherapie
Om ingeschreven te kunnen worden bij de opleiding master Fysiotherapie van de HU gelden de
volgende toelatingseisen:
1. De bacheloropleiding Fysiotherapie is afgerond en er is minimaal een bewijs van
afstuderen beschikbaar.
2. De student dient minimaal 0,3 fte (1,5 dag) werkzaam te zijn binnen het vakgebied van de
gekozen specialisatie. De student is hier zelf verantwoordelijk voor. De werkgever van de
student dient hieromtrent een verklaring af te leggen.
Op de naleving van deze eisen wordt nauwlettend toegezien, opdat bij de start van de opleiding
de inbedding van het onderwijs in de praktijk voor de student gegarandeerd is en de student
werkervaring kan opdoen en de onderwijsopdrachten kan maken.
Werkeis specialisatie kinderfysiotherapie
Binnen het domein kinderfysiotherapie worden kinderen doorgaans door geregistreerde
kinderfysiotherapeuten behandeld. Daarom kan het voor aanstaande studenten
Kinderfysiotherapie moeilijk zijn aan deze toelatingseis te voldoen. Bij voorkeur werken
masterstudenten in een setting waar al een of meer geregistreerde kinderfysiotherapeuten
werken, die supervisie kunnen geven. De geregistreerde kinderfysiotherapeut op de eigen
werkplek die bereid is supervisie te geven, dient het inschrijfformulier mede te ondertekenen. Het
opbouwen van het specialisme kinderfysiotherapie binnen een eerstelijnspraktijk waar nog geen
kinderfysiotherapie aanwezig is, geldt niet als een werkervaringsplek. Ter compensatie hiervan
wordt een zogenaamde werkervaringsplek onder supervisie van een geregistreerde
kinderfysiotherapeut geaccepteerd.
Werkervaringsplek
Een voorwaarde voor acceptatie van de aanmelding is, dat de student een werkervaringsplek
heeft die uiterlijk ingaat in de maand waarin de opleiding start. Deze werkervaringsplek moet
buiten de eigen werksetting zijn. De student moet zelf zorg dragen voor het tijdig vinden van deze
werkervaringsplek. De supervisor op de werkervaringsplek dient het werkeis-formulier mede te
ondertekenen.
Een werkervaringsplek is een praktijk of instelling waar kinderen behandeld worden door een
geregistreerde kinderfysiotherapeut. De student loopt in principe boventallig mee, tenzij de
supervisor een arbeids- of waarneemcontract aanbiedt. De student maakt met de supervisor
afspraken over de omvang en de duur van de werkervaringsperiode. Leidraad hierin is, dat
gedurende de gehele opleiding het werkervaringstraject gegarandeerd moet zijn. Indien de
praktijk de werkervaringsplek voor beperkte duur aanbiedt, of indien de praktijk de
werkervaringsplek tussentijds wil beëindigen, dient de student zelf zorg te dragen voor het tijdig
vinden van een andere werkervaringsplek. Wanneer dit niet of onvoldoende lukt, loopt de student
risico op studievertraging. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de student.
Supervisie geven
Het is de bedoeling dat de student onder supervisie de gelegenheid krijgt zelf ervaring op te doen
met die aspecten van het werk waarmee hij op de opleiding bezig is. Het is uitdrukkelijk niet de
bedoeling dat de student alleen maar mag meekijken. De supervisor bewaakt het therapeutisch
proces. De rol van opleider ligt in principe bij de opleiding. Wel kan de supervisor klankbord zijn
Versie mrt 2012/JN
Centrum voor Bewegingsstudies | Hogeschool Utrecht |
Opleiding master Fysiotherapie
Specialisme Kinderfysiotherapie
voor de leervragen van de student. We raden aan de samenwerking zo te organiseren dat beide
partijen bij de overeenkomst winnen.
Deze supervisie geldt NIET als opleidingsstage, omdat het geen onderdeel vormt van het
curriculum. Dit betekent dan ook, dat de HU geen stageverklaring kan afgeven voor
accreditatiepunten voor het KNGF-kwaliteitsregister.
Supervisie krijgen
De student is zelf verantwoordelijk voor het eigen leerproces, ook binnen de supervisie. Die
verantwoordelijkheid geeft hij vorm door het stellen van eigen leerdoelen. Die leerdoelen worden
regelmatig aangepast aan de hand van de voortgang van de opleiding en afstemming hierover
met de supervisor. De student deelt met de supervisor de onderwerpen die aan bod komen in het
curriculum.
Samenwerking met de HU
De student en de supervisor maken onderlinge werkafspraken. De HU is niet verantwoordelijk
voor deze werkafspraken. De opleiding geeft de supervisoren echter graag iets terug voor hun
inzet. Ook stelt de opleiding regelmatig contact op prijs. Het is bovendien in ieders belang dat
supervisoren op de hoogte zijn van actuele ontwikkelingen in het vak. Wanneer de opleiding
relevante symposia of workshops organiseert, zullen de supervisoren daarom via de studenten
uitgenodigd worden.
Heeft u nog vragen over het invullen van de supervisie? Dan kunt u contact opnemen met Mw.
Dr. Jacqueline Nuysink: [email protected]; T: 088-4815124
Versie mrt 2012/JN