Differentiaalrekening Differentiaalrekening 3-0 Differentiaalrekening Inhoud Motivatie • Verloop van functies 1. Afgeleide en afgeleide functie • Definities en meetkundige betekenis • Hogere orde afgeleiden (min/max, stijgen/dalen) • Optimalisatieproblemen 2. Rekenregels voor afgeleiden • Veranderingsprocessen • Som, verschil, product en quotient ¨ • Kettingregel ⇒ ’fysica’: snelheid, versnelling, enz. 3. Middelwaardestellingen 4. Verloop van functies ⇒ ’populatiedynamica’: aangroeisnelheid, enz. ⇒ ’signaal- en beeld-verwerking’: veranderingen in signalen, modulaties, enz. ⇒ ’economie’: Differentiaalrekening vermogen, inflatie, enz. Differentiaalrekening 3-2 Differentiequotient ¨ Meetkundige interpretatie • Differentiequotient ¨ (of Newton-quotient) ¨ f (x1) − f (x0) x1 − x 0 • Gemiddelde verandering van f als x verandert van x0 naar x1 • Bv. als s de afgelegde weg is en t de tijd s(t1) − s(t0) t1 − t 0 is de gemiddelde snelheid over het tijdsinterval [t0, t1 ]. • De rechte door twee punten (x0, f (x0)) en (x1, f (x1)) van de grafiek heeft vergelijking y = f (x0) + f (x1) − f (x0) (x − x0) x1 − x 0 • De richtingscoeffici ¨ ent ¨ is f (x1) − f (x0) x1 − x 0 Differentiaalrekening Differentiaalrekening 3-4 Afleidbaarheid • Continu¨ıteit wil zeggen: Als x niet veel verandert, dan verandert f (x) ook niet veel. • Neem limiet x → x0 van het differentiequotient. ¨ Als de limiet f (x0 + h) − f (x0) f (x) − f (x0) = lim lim x→x0 x − x0 h h→0 bestaat, dan is f afleidbaar of differentieerbaar in het punt x0. De waarde van de limiet is de afgeleide van f in x0 en wordt genoteerd als df df 0 (x ) of (Df )(x0) f (x0) of of dx x0 dx 0 • De afgeleide geeft de ogenblikkelijke verandering van f in x0. Differentiaalrekening Voorbeeld de gemiddelde snelheid over het interval [t0, t0 +h]. s0(t0) is de (ogenblikkelijke) snelheid op tijdstip t0. de gemiddelde snelheidsverandering (= gemiddelde versnelling) over het tijdsinterval [t0, t0 + h]. v 0(t0) is de (ogenblikkelijke) versnelling a(t0) op tijdstip t0. • Dus ∆f = ≈ = • De afgeleide geeft aan hoe f verandert ten opzichte van een verandering in x. df ∆f = f 0(x0) = lim dx ∆x→0 ∆x • f (x0 + h) − f (x0) is de richtingscoeffici ¨ ent ¨ van de h rechte door de twee punten van de grafiek (x0, f (x0 )) en (x0 + h, f (x0 + h)). • Voor h → 0 gaat de rechte over in de raaklijn aan de grafiek. • Dus f (x0 + h) − f (x0) h h→0 f 0(x0) = lim ¨ ¨ is de richtingscoeffici ent van de raaklijn aan de grafiek in het punt (x0, f (x0 )). • De vergelijking van de raaklijn is s0(t) = v(t), f (x) − f (x0) f 0(x0)(x − x0) f 0(x0)∆x. Meetkundige betekenis • Als v de snelheid is v(t0 + h) − v(t0) h • • Als f afleidbaar is in x0, en de verandering in x, ∆x = x − x0 is klein, dan zal Differentiaalrekening 3-6 • Als s de afgelegde weg is, dan is s(t0 + h) − s(t0) h • • De afgeleide geeft een kwantitatieve versie hiervan. v 0(t) = a(t) y = f (x0) + f 0(x0)(x − x0) Differentiaalrekening Differentiaalrekening 3-8 Linker- en rechterafgeleide De linkerafgeleide van f in x0 is f (x0 + h) − f (x0) h h→0− lim Afgeleide als functie Als f afleidbaar is in elk punt van een verzameling A ⊂ R, dan bestaat f 0(x) voor elke x ∈ A, en we kunnen een functie definieren: ¨ f 0 : A → R : x 7→ f 0(x). en de rechterafgeleide is f (x0 + h) − f (x0) h h→0+ • f is afleidbaar in x0 als en slechts als de linker- en rechterafgeleiden in x0 bestaan en aan elkaar gelijk lim Dit is de afgeleide functie. • Andere notatie: df , fx of Df. dx zijn. Opmerkingen: • f heet afleidbaar of differentieerbaar indien f afleidbaar is in elk punt van het domein. Differentiaalrekening Differentialen De notatie Differentiaalrekening 3-10 Voorbeeld: df vormt e´ en ´ geheel dx • Soms wordt het behandeld als quotient ¨ van differentialen df en dx. • Dit zijn infinitesimale grootheden, m.a.w. oneindig kleine veranderingen in x of f . • Voor een afleidbare functie f geldt dat df = f 0(x)dx de afgeleide van f (x) = xn met n ∈ N • Vanwege het binomium van Newton geldt n n−2 2 (x + h)n = xn + nxn−1h + x h +··· 2 n n−2 2 n n n−1 (x + h) − x = nx h+ x h +··· 2 • Als we delen door h valt een factor h weg in elke term: (x + h)n − xn n n−2 n−1 = nx + x h + ··· h 2 • Als h → 0 blijft alleen de eerste term over. Dus (x + h)n − xn lim = nxn−1. h h→0 Conclusie: f (x) = xn is afleidbaar met afgeleide f 0(x) = nxn−1. Differentiaalrekening Differentiaalrekening 3-12 f (x) = |x| in x = 0 |h| − |0| h • Voor h > 0 is = =1 h h ⇒ de rechterafgeleide is 1. |h| − |0| −h = = −1. • Voor h < 0 is h h ⇒ de linkerafgeleide is −1. Voorbeeld: Afleidbaarheid en continu¨ıteit Als f afleidbaar is in x0 dan is f continu in x0. • Het omgekeerde geldt niet. (zie de absolute waarde) • De absolute waarde functie is niet afleidbaar in 0. f (x) = |x| is continu maar niet afleidbaar in x = 0 Differentiaalrekening Differentiaalrekening 3-14 Hogere orde afgeleiden • Indien de afgeleide functie f 0 ook weer afleidbaar is, dan spreken we van de tweede (orde) afgeleide van f • Notatie: f 00(x) of d2f (x) of D 2f (x) dx2 dnf (x) • Analoog: f (n)(x) of of D nf (x) is dxn de n-de afgeleide van f . 3.2 Rekenregels voor afgeleiden Neem aan dat f en g afleidbaaar zijn in x. Dan geldt + g , f − g en f g afleidbaar zijn dat de functies λf , f in x met afgeleiden 1. (λf )0 (x) = λf 0(x), 2. (f + g)0(x) = f 0(x) + g 0(x), 3. (f − g)0(x) = f 0(x) − g 0(x), 4. productregel: 0 (f g) (x) = f 0(x)g(x) + f (x)g 0(x) Als tevens g(x) 6= 0, dan is ook f /g afleidbaar in x en ¨ 5. quotientregel: 0 f g (x) = f 0(x)g(x) − f (x)g 0(x) [g(x)]2 Differentiaalrekening Differentiaalrekening 3-16 Productregel Gevolgen We zullen de productregel aantonen. • Vorm het differentiequotient ¨ voor f g (f g)(x + h) − (f g)(x) f (x + h)g(x + h) − f (x)g(x) = . h h • Voeg termen toe aan de teller en splits: f (x + h)g(x + h) − f (x)g(x + h) + f (x)g(x + h) − f (x)g(x) h f (x + h) − f (x) g(x + h) − g(x) = g(x + h) + f (x) h h • Voor h → 0 convergeert dit naar f 0(x)g(x) + f (x)g 0(x) omdat f en g afleidbaar zijn in x en omdat g continu • Veeltermen en rationale functies zijn afleidbaar 0 f0 1 =− 2 • f f Voorbeeld: Als n is d dx 1 xn d xn nxn−1 dx = − n 2 = − 2n = −nx−n−1. (x ) x Conclusie: Voor elke n ∈ Z is f (x) = xn afleidbaar met afgeleide is in x. f 0(x) = nxn−1. Differentiaalrekening Opgave: ∈ N, dan x−n = x1n en de afgeleide stel f (x) = ⇒ Differentiaalrekening 3-18 x2 + 1 3x4 − 2x df (x) = ? dx Opgave: ⇒ stel f (x) = x2 + 1 3x4 − 2x df (x) 2x(3x4 − 2x) − (12x3 − 2)(x2 + 1) = dx (3x4 − 2x)2 = = 6x5 − 4x2 − 12x5 − 12x3 + 2x2 + 2 (3x4 − 2x)2 −6x5 − 12x3 − 2x2 + 2 (3x4 − 2x)2 Differentiaalrekening Kettingregel Differentiaalrekening 3-19 A f y x f afleidbaar is in x en g afleidbaar in f (x) dan is de samengestelde functie g ◦ f afleidbaar in x en er geldt dat Als (g ◦ f )0(x) = g 0(f (x))f 0(x) = (g 0 ◦ f )(x)f 0(x). Bewijs: • We moeten bewijzen (g ◦ f )(x + h) − (g ◦ f )(x) lim = g 0(f (x))f 0(x) h h→0 B C g g(y) y+k x+h g(y+k) g f • Stel y = f (x) en k = f (x + h) − f (x). • Herschrijf het differentiequotient ¨ (g ◦ f )(x + h) − (g ◦ f )(x) g(y + k) − g(y) = h h g(y + k) − g(y) k = × k h g(y + k) − g(y) f (x + h) − f (x) = × k h ¨ • Als h → 0 dan ook k → 0 en het differentiequotient heeft de limiet g 0(y)f 0(x) = g 0(f (x))f 0(x). Differentiaalrekening Differentiaalrekening 3-21 Opgave: Opmerkingen: stel h(x) = (2x2 + 3)20 h is de samenstelling g ◦ f met • met notatie y = f (x) en z = g(y) kan de ketting- f (x) = 2x2 + 3 regel geschreven worden als: dz dz dy = dx dy dx g(x) = x20. Omdat f 0(x) = 4x g 0(x) = 20x19 is vanwege de kettingregel Opgave: 2 20 stel h(x) = (2x + 3) ⇒ dh(x) =? dx h0(x) = g 0(f (x))f 0(x) = 20(2x2 + 3)19 × (4x) = 80x(2x2 + 3)19. Differentiaalrekening Differentiaalrekening 3-23 Afgeleide van inverse en er geldt f −1 0 Notatie Als f injectief is op op A en afleidbaar in het inwendige punt x met f 0(x) 6= 0, dan is f −1 afleidbaar in f (x) 1 (f (x)) = 0 f (x) • We geven het bewijs onder de aanname dat f −1 afleidbaar is. • Met de notatie y = f (x) en x = f −1(y) : dx 1 = dy dy dx dy kan hier als breuk behandeld dx dy worden, maar let op dat dx uitgerekend wordt in x en dx dy in y = f (x)! • Het symbool • Omdat x = (f −1 ◦ f )(x) geldt vanwege de kettingregel 0 1 = f −1 (f (x))f 0(x) en dus inderdaad 0 −1 f (f (x)) = 1 . f 0(x) Differentiaalrekening Voorbeeld 3-25 • Neen y = xn met x > 0. De inverse is x = y 1/n. • Dan d dx 1 1 1 y 1/n = = dy = n−1 = x1−n dy dy n nx dx • We willen dit liever uitdrukken in y . Dus d 1 1/n1−n 1 1/n−1 1/n y = y = y . dy n n In feite geldt voor elke p ∈R d p x = pxp−1. dx
© Copyright 2024 ExpyDoc