Organische chemie Hoofdstuk 7 Alkanolen

Organische chemie Hoofdstuk 7 Alkanolen
antwoorden opgaven
1
1-butanol
5-chloor-2-pentanol
2-propeen-1-ol
primair
cis-2-methylcyclopentanol secundair
secundair 2-methyl-2-butanol
tertiair
primair
1,5-pentaandiol
primair
slecht  a b c d  goed
6
oplopend goed mengbaar met water:
8
oplopend kookpunt: laag  b a c d  hoog
9
oplopend kookpunt:
laag  c b a d hoog
15 a
b
c
5 C2H5OH + 2 MnO4- + 6 H3O+ → 5 C2H4O + 2 Mn2+ + 14 H2O
5 CH3CHOHCH2CH3 + 2 MnO4- + 6 H3O+ → 5 CH3COCH2CH3 + 2 Mn2+ + 14 H2O
5 CH2OH + 2 MnO4- + 6 H3O+ → 5 CH2O + 2 Mn2+ + 14 H2O
16 a
b
c
5 C2H5OH + 4 MnO4- + 12 H3O+ → 5 CH3COOH + 4 Mn2+ + 23 H2O
5 CH3CHOHCH2CH3 + 2 MnO4- + 6 H3O+ → 5 CH3COCH2CH3 + 2 Mn2+ + 14 H2O
5 CH3OH + 6 MnO4- + 18 H3O+ → 5 CO2 + 6 Mn2+ + 37 H2O
Of met de “Lucas-test”: zinkchloride-opl. Geeft met een tertiaire alkanol meteen een troebeling
van het alkylchloride, een secundaire alkanol doet dit langzaam, een primaire doet dit niet.
21 laag kookpunt a – c – d – b – e hoog kookpunt
23 a
b
CH3OH + Cr2O72- + 8 H3O+ → CO2 + 2 Cr3+ + 14 H2O
3 C4H9OH + 2 Cr2O72- + 16 H3O+ →
3 C3H7COOH + 4 Cr3+ + 27 H2O
c
3 CH3CHOHCH2CH3 + Cr2O72- + 8 H3O+ → 3 CH3COCH2CH3 + 2 Cr3+ + 15 H2O
28
a
b
29
cyclohexeen:
cyclohexanol:
1-methylhexanol:
2-pentanol:
1-pentanol:
ontkleurt broomwater
is oxideerbaar (kaliumpermanganaat)
niet oxideerbaar met kaliumpermanganaat
oxideerbaar met milde oxidator (kaliumpermanganaat)
oxideerbaar met milde oxidator (kaliumpermanganaat), er
ontstaat een zuur
2-methyl-2-butanol: niet oxideerbaar met milde oxidator (kaliumpermanganaat)
In een scheitrechter: ether en een NaOH-oplossing in water. Schudden: het fenolaat zit
voornamelijk in de NaOH-waterlaag, cyclohexanol in de ether. Na scheiding de fenoloplossing weer aanzuren en je hebt de oorspronkelijke stof weer terug.

Download Report