telling WBC op CSV Sysmex Usermeeting

Telling en differentiatie van witte bloedcellen in
cerebrospinaal vocht met Sysmex XE-5000
Dr. Bruno Van Herendael
Dr. Kristien Ver Elst
Dr. Sigrid Vermeiren
Dr. Steven Weekx
Telling van witte bloedcellen in
cerebrospinaal vocht
 Microscopische telling in telkamer (bv. Neubauer improved telkamer) en
differentiatie op cytospin preparaten
 Gouden standaard
o Grote imprecisie (Salinas 1997, De Jonge 2004, Aulesa 2003)
o Arbeidsintensief
o Lange ‘turn-around-time’
o Gespecialiseerd personeel (ook na 17u)
Telling van witte bloedcellen in
cerebrospinaal vocht: Automatisatie
 Oplossing: Automatisatie
 Sysmex XE-5000: ‘Body Fluid Mode’
o Detectielimiet tot 1 WBC/µl door ‘extended cell counting’
o Enkel ‘Diff-kanaal’ en ‘RBC-kanaal’
o Exclusie van HF-cellen (mesotheelcellen en macrofagen) bij telling
WBC
o Background Check
Sysmex XE-5000
Body Fluid Mode XE-5000:
Literatuurgegevens
 De Jonge et al. Evaluation of the new body fluid mode on the Sysmex XE5000 for counting leukocytes and erythrocytes in cerebrospinal fluid and
other body fluids. Clin Chem Lab Med 2010;48(5)
 Boer et al. Evaluation of the XE-5000 for the automated analysis of blood
cells in cerebrospinal fluid. Clinical biochemistry 2009;42:684-691
 Sandhaus et al. Automated Cerebrospinal fluid cell counts using Sysmex
XE-5000. Is it time for new reference ranges? Am J Clin Pathol
2010;134:734-738
 Paris et al. Performance evaluation of the body fluid mode on the platform
Sysmex XE-5000 series automated haematology analyze. Int J Lab Hem.
2010:32;539-547
De Jonge, Clin Chem Lab Med 2010
Witte bloedcellen
 CSV (n=69)
 Zeer goede correlatie
 Cave positieve bias in de lage waarden
voor PMN en beperkt voor WBC
 Functionele detectielimiet 10 WBC/µl
Mononucleairen
Polymorfonucleairen
Telling van witte bloedcellen in
cerebrospinaal vocht: validatie
 Juistheid
o Externe QC
 Intra-run precisie (Reproduceerbaarheid)
 Inter-run precisie (Herhaalbaarheid)
 Correlatie met alternatieve methode (microscopie)
o 40 consecutieve klinische stalen
o Telling WBC en RBC met telkamer (Neubauer Improved) en
differentiatie op cytospin-preparaten
o Telling en differentiatie WBC, PMN, MN en RBC met XE-5000
o Bepaling correlatie met Spearman rank
o Opsporen klinisch relevante outliers door indeling in categorieën
(rekening houdend met klinische cut-off)
Telling van witte bloedcellen in
cerebrospinaal vocht: Juistheid
 Juistheid:
o Externe QC
o DGKL-RFB: Deutsche Vereinte Gesellschaft für Klinische Chemie
und Laboratoriumsmedizin-Referenzinstitut für Bioanalytik
o 2 monsters, 2x/jaar
o http://www.dgkl-rfb.de
Staal
XE-5000
Gemiddelde
Groep
% afwijk
ZL2/10A
97
89
8,99
ZL2/10B
9
9
0
Telling van witte bloedcellen in
cerebrospinaal vocht
 Intra-run precisie (reproduceerbaarheid)
o 2cc Cellpack (Sysmex) geïnoculeerd met WBC EDTA-tube tot 21
WBC/µl
o 10 metingen
o Cv: 12.34%, gemiddelde: 22,3 WBC/µl, SD van 2.75
o Manuele telling: Inter-individuele Cv van 37% bij laatste EKA
 Inter-run precisie (Herhaalbaarheid)
o Cfr Echeck-controles (Sysmex)
o WBC niet representatief voor CSV (laagste 2 700 WBC/µl)
WBC in Cerebrospinaal vocht:
Correlatie XE-5000 versus telkamer
 40 consecutieve
klinische stalen
 Spearman Rank
 Sterke correlatie
(P<0,001 en
Spearman's
correlatiecoëfficient
0,895)
WBC Sysmex XE-5000
10000
1000
100
10
1
1
10
100
WBC Telkamer
1000
10000
Opsporen relevante outliers: WBC
Aantal WBC/µl
Aantal stalen
Outliers
0-5
15
WBC/µl
6-10
9
11-20
6
21-30
0
31-300
7
>300
3
Manueel
Sysmex
0
44
14
23
12
10
 Zelfde categorie: 32/40
 1 categorie verschil: 7/40
 >1 categorie verschil: 1/40
10
12
8
11
8
12
 Klinisch 1 belangrijke outlier:
Geen duidelijke verklaring
voor de discordantie
8
5
297
441
Mononucleairen in CSV:
Correlatie XE-5000 versus cytospin
1000
Mononucleairen XE 5000
 40 consecutieve
klinische stalen
 Exclusie 16 stalen
(geen WBC)
 Spearman Rank
 Sterke correlatie
(P<0,001 en
Spearman's
correlatiecoëfficient
0,949)
100
10
1
1
10
100
Mononucleairen Manueel
1000
Opsporen relevante outliers: MN
Aantal mn/µl
Aantal stalen
0-5
5
6-10
3
11-20
6
21-30
2
31-300
6
>300
2
 Zelfde categorie: 19/24
 1 categorie verschil: 4/24
 >1 categorie verschil: 1/24
Outliers
MN/µl
Manueel
Sysmex
11
55
13
10
3
6
10
8
12
9
 Staal met 189 WBC
o XE-5000 71% PMN en 29%MN
o Manueel 94% PMN en 6% MN
o Leukocytose met overwegend polymorfonucleaire formule.
Polymorfonucleairen in CSV:
Correlatie XE-5000 versus cytospin
10000
Polymorfonucleairen XE 5000
 Exclusie 16 stalen
(geen WBC)
 Spearman Rank
 Aanvaardbare
correlatie (P<0,001 en
Spearman's
correlatiecoëfficient
0,762)
 Positieve bias in lage
waarden
1000
100
10
1
1
10
100
1000
Polymorfonucleairen Manueel
10000
Opsporen relevante outliers: PMN
Aantal mn/µl
Aantal stalen
Outliers
0-5
15
PMN/µl
6-10
1
11-20
1
21-30
0
31-300
4
>300
3




Manueel
Sysmex
0
22
13
37
1
7
6
5
Zelfde categorie: 20/24
1 categorie verschil: 2/24
>1 categorie verschil: 2/24
Staal 1: Op totaal 441 WBC
o Leukocytose met mononucleaire formule
 Staal 2: Op totaal van 89 WBC
o Manueel: Leukocytose met overwegend mononucleaire formule
o XE-5000: Gemengde formule met overwicht mononucleairen
 Staal 3: Op totaal van 90 WBC
Telling van witte bloedcellen in
cerebrospinaal vocht: Besluit
 Vergelijkbaar met literatuurgegevens:
o Goede correlatie voor telling WBC, PMN en mononucleairen
o Zwakkere correlatie voor telling PMN in lage range
o Positieve bias in lage range voor PMN (echter zonder verschil in
klinische interpretatie aangezien allen stalen met hoog aantal WBC
en mononucleaire formule)
o Bij de telling WBC toch 1 klinisch relevante outlier
o Zeer krachtige methode mits enkele aandachtspunten