INSCHRIJFORMULIER

Parkeergarage Jeka-terrein Amphia ziekenhuis
Berekening deel A
Project
Bijlage 24 van
besluit
2014/0337-V01
Berekening deel A
Algemene gegevens en overzicht belastingen
5 februari 2014
code: 11714k
datum: 5 februari 2014
referentie: htj
code: 11714k
blad: 2/19
Projectgegevens
project
Parkeergarage Jeka-terrein Amphia-ziekenhuis Breda
onderdeel
Algemene gegevens en overzicht belastingen
code
11714k
berekening deel
A
tekeningen
C3-11_-1, C3_01_00, 01, 03 en 04, C3_03_00 en C3_4_00
datum
5 februari 2014
samengesteld door
projectleider
raadgevend ingenieur
ir. J.W. ten Have
ir. J.W. ten Have
ing. J.A.M. van Vliet
opdrachtgever
architect
projectmanagement
gegevens
Amphia ziekenhuis
Wiegerinck Architecten
PTG-advies
gegevens architect
eindverantwoording
ABT bv
Arnhemsestraatweg 358 Velp
Postbus 82 6800 AB ARNHEM
geautoriseerd door
ing. J.A.M. van Vliet
datum
versie
05-02-2013
1.0
opgesteld
htj
verificatie
vvl
P:\117\11714\Documenten\Rapporten\Parkeergarage\ber deel A incl dak.docx
autorisatie
vvl
datum: 5 februari 2014
referentie: htj
code: 11714k
P:\117\11714\Documenten\Rapporten\Parkeergarage\ber deel A incl dak.docx
blad: 3/19
datum: 5 februari 2014
referentie: htj
code: 11714k
blad: 4/19
Inhoudsopgave
1.
1.1.
1.2.
1.3.
Beschrijving van het project
Inleiding
Plattegrond
Algemene beschrijving
6
6
6
7
2.
2.1.
2.2.
2.3.
2.4.
2.5.
opzet constructie
Ontwerpaspecten
Hoofdopzet constructie
Dilataties
Stabiliteit
Uitbreidingsmogelijkheden constructie
8
8
8
8
8
8
3.
3.1.
3.2.
3.3.
3.4.
3.5.
3.6.
Omgeving, terrein en fundering
Terreingegevens
Grondonderzoek en funderings- en bemalingsadvies
Bouwput en bemaling
Fundering
Omgevingsfactoren
Bouwplaatsinrichting
9
9
9
9
9
10
10
4.
4.1.
4.2.
4.3.
4.4.
4.5.
Materialen en duurzaam bouwen
Materialen en kwaliteiten
Vervaardigingsklasse en productcategorie
Conservering
Aangehouden gewicht van constructieonderdelen
Duurzaamheid
11
11
11
11
11
12
5.
5.1.
5.2.
5.3.
5.4.
5.5.
5.6.
5.7.
Belastingen en vervormingen
Classificatie, veiligheidsfactoren en combinaties
Overzicht opgelegde belastingen
Blijvende belastingen
Windbelastingen
Overige belastingen
Tweede draagweg en veiligheidsfilosofie
Vervormingen
13
13
13
14
14
14
15
15
6.
6.1.
6.2.
Brandwerendheid
Eisen
Specificatie eisen per onderdeel
15
15
16
7.
Geluideisen
16
8.
Risicoanalyse en V & G Plan
16
Bijlage 1
Bijlage 2
Eisen brandwerendheid bouwconstructie (nieuwbouw)
Opbouw dak- en vloerbelastingen
17
18
P:\117\11714\Documenten\Rapporten\Parkeergarage\ber deel A incl dak.docx
datum: 5 februari 2014
referentie: htj
code: 11714k
blad: 6/19
1.
Beschrijving van het project
1.1.
Inleiding
Dit rapport behandelt het constructieve ontwerp van de parkeergarage van het Amphia ziekenhuis
op het voormalig Jekaterrein in Breda.
Uitgangspunt voor het constructieve ontwerp is het bouwkundige ontwerp van Wiegerinck
Architecten uit Arnhem.
In dit rapport worden naast een algemene beschrijving van de constructieve hoofdopzet en de
ontwerpoverwegingen ook de uitgangspunten vastgelegd met betrekking tot het terrein, de
fundering, de materialen, belastingen, brandwerendheid, geluid en de berekeningsgrondslagen.
De constructieve hoofdopzet is vastgelegd in de tekeningen van ABT.
Dit berekeningsdeel behandelt de algemene uitgangspunten ten aanzien van de constructie van dit
project. Achtereenvolgens worden, na de beschrijving van het project, de uitgangspunten gegeven
van het terrein, de fundering, de materialen, belastingen, brandwerendheid, geluid en de
berekeningsgrondslagen.
Dit deel dient als basis voor de te maken berekeningen door de aannemer en de onderaannemers
1.2.
Plattegrond
Op onderstaande foto is de situatie in het terrein weergegeven en daaronder de indeling van de
garage.
datum: 5 februari 2014
1.3.
referentie: htj
code: 11714k
Algemene beschrijving
De parkeergarage bestaat uit een begane grondlaag, vier verdiepingen en stalen dak.
Totaal dus vijf lagen waarop geparkeerd wordt.
De garage komt te liggen tegen over het nieuw te bouwen ziekenhuis.
Kengetallen van het gebouw:
Gebouwafmetingen:
lengte
breedte
hoogte
Bruto vloeroppervlak circa:
Gebouw inhoud circa:
86m
60m
15m
25500m²
77000m³
blad: 7/19
datum: 5 februari 2014
referentie: htj
code: 11714k
blad: 8/19
2.
opzet constructie
2.1.
Ontwerpaspecten
Ontwerpen is een integraal proces van het afwegen van keuzes. De keuzes worden gemaakt in
onderling overleg tussen de disciplines en worden teruggekoppeld naar het projectmanagement en
de opdrachtgever. Door relevante aspecten inzichtelijk te maken en te voorzien van wegingsfactoren
kan een zorgvuldige keuze worden gemaakt. Tijdens het ontwerpproces hebben de volgende
aspecten een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van het constructief ontwerp:
 Logica constructie: er is uitgegaan van een zeer regelmatig stramienplan en patroon van
ondersteuningen.
 Bouwkosten: het budget is beperkt. Daarom is gekozen voor een economische opzet van de
constructie, bestaande uit kanaalplaten met druklaag, gedragen door stalen SFB-liggers. Hierdoor
ontstaat en vlakke onderkant , waardoor de benodigde verdiepingshoogte beperkt is.
 Brandwerendheid: Door de stalen kolommen te vullen met beton en wapening is deze
gewaarborgd. Voor deze oplossing is gekozen omdat die geen onderhoud vergt, dit in tegenstelling
te brandwerend schilderwerk
De gekozen constructie zal nader worden toegelicht.
2.2.
Hoofdopzet constructie
De constructie bestaat uit kanaalplaten met een gewapende gevlinderde druklaag met een
overspanning van 14,7m. De platen worden gedragen door SFB-liggers en staalbetonkolommen, in
een ritme van 5.4m. Het dak is opgebouwd uit stalen liggers h.o.h. 5.4m welke 14.7m overspannen,
voorzien van een stalen dakplaat.
Voor de trappenhuizen zijn kleinere stalen kolommen toegepast. Deze worden brandwerend bekleed
of geverfd.
2.3.
Dilataties
De gebouwlengte in combinatie met de plaats van de stabiliteitsvoorzieningen is zodanig dat in
verband met werking door krimp en temperatuur geen dilatatie wordt toegepast.
2.4.
Stabiliteit
Alle daken en vloeren worden uitgevoerd als stijve schijven die de krachten uit wind en scheefstand
over de stabiliteitselementen kunnen verdelen. Dit wordt bereikt door kanaalplaten voorzien van een
gewapende druklaag op schijfwerking te berekenen. Het bovenste dakvlak wordt voorzien van stalen
verbanden.
De verticale stabiliteits-elementen bestaan uit stalen verbanden (kruis of K-verbanden). Op as B
tussen de stramienen 2 en 3 kan op de begane grond geen kolom geplaatst worden. De vloeren
worden hier opgehangen in het verband. Op de begane grond hier neemt het gedeelte tussen de
assen 3 en 4 de stabiliteitskracht op.
2.5.
Uitbreidingsmogelijkheden constructie
Bij het ontwerp is geen rekening gehouden met uitbreidingsmogelijkheden van de garage.
datum: 5 februari 2014
referentie: htj
3.
Omgeving, terrein en fundering
3.1.
Terreingegevens
bouwpeil
peil*
code: 11714k
=
blad: 9/19
+3,10meter ten opzichte van NAP
*Peil is gelijk aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de begane grond.
Terreinhoogten
• Gemiddelde hoogte bestaand maaiveld =
• Gemiddelde hoogte nieuw maaiveld
=
Grondwaterstanden
• Freatisch grondwater
- gemeten in boorgat tijdens sonderen
- hoogste waterstand (= HW)
- laagste waterstand (= LH)
• Diepe grondwater
- maximale stijghoogte
+3,00meter t.o.v. NAP
+3,00meter t.o.v. NAP
=
=
=
+1,26meter t.o.v. NAP
+2,30meter t.o.v. NAP
+0,50meter t.o.v. NAP
=
-- meter t.o.v. NAP
De freatische grondwaterstand kan fluctuaties vertonen, afhankelijk van aspecten als
neerslagoverschot, bodemopbouw en afstand tot open water.
3.2.
Grondonderzoek en funderings- en bemalingsadvies
Voor de resultaten van het beschikbare grondonderzoek wordt verwezen naar het betreffende
rapport. Dit rapport is opgenomen in het onderstaande rapport van ABT.
 Opsteller Mos grondmechanica
 Nummer R1302690-RH_1
 Datum
8 oktober 2013
Er is een funderingsrapport uitgebracht. Hierin wordt het gekozen funderingsysteem gemotiveerd en
het ontwerp van de bouwput en de bemaling toegelicht.
 Opsteller ABT
 Nummer Funderingsadvies parkeergarage Jeka-terrein
 Datum
13 december 2013
3.3.
Bouwput en bemaling
Gezien het aanlegniveau van de fundering is geen bemaling en bouwput benodigd.
3.4.
Fundering
Er wordt uitgegaan van de toepassing van:
 Geprefabriceerde betonpalen
Het paalpuntniveau varieert van -4,0 tot -2,0 m t.o.v. NAP.
 Geprefabriceerde betonpalen
Het paalpuntniveau varieert van -7,0 tot - 6,0 m t.o.v. NAP.
schacht  220mm
schacht  320mm
De vastgestelde rekenwaarden van de paalbelastingen en de aan te houden paalafmetingen kunnen
in principe als volgt worden samengevat:
Rekenwaarde paaldraagkracht
Fr;max;;d
[kN]
Paalafmeting
druk
trek
 220
250
nvt
 320
960
nvt
datum: 5 februari 2014
referentie: htj
code: 11714k
blad: 10/19
3.5.
Omgevingsfactoren
De locatie bevindt zich in een gebied met een ziekenhuis en scholen. Aanvoerroutes etc. in overleg
met Amphia-ziekenhuis en gemeente.
3.6.
Bouwplaatsinrichting
Op te stellen in overleg met Amphia-ziekenhuis.
datum: 5 februari 2014
referentie: htj
4.
Materialen en duurzaam bouwen
4.1.
Materialen en kwaliteiten
 Geprefabriceerde betonnen heipalen
 Ter plaatse gestort beton, vochtig, buiten
 Ter plaatse gestort beton, o.i.v. dooizouten
op basis van samenstelling
 Beton druklagen o.b.v. samenstelling
 Prefab beton, vochtig, buiten
 Prefab beton, o.i.v. dooizouten
 Betonvulling staalbetonkolommen
code: 11714k
blad: 11/19
C45/55
C30/37
C30/37
C30/37
C30/37
C45/55
C45/55
C30/45
milieuklasse XA2
milieuklasse XF3
milieuklasse XF4
milieuklasse XF4
milieuklasse XF4
milieuklasse XF3
milieuklasse XF4
milieuklasse XF3
Voegmortel
 Voegen staalkolommen, vullingsgraad 90%
Voegmortel aanbrengen door middel van aangieten
Wapeningsstaal
 Algemeen
 Voorspanstaal kanaalplaten
Constructiestaal
 Walsprofiel, algemeen
 Rond buisprofiel, algemeen
 Staalbetonkolommen
 Vierkant buisprofiel, algemeen
 Buisprofiel, waar aangegeven
 Bouten, algemeen
 Moeren, algemeen
 Fundatie-einden, algemeen
 Fundatie-einden, waar aangegeven (niet aan buigen en/of lassen)
K70
: B 500 B
kwaliteit : FeP 1860
S355J2
S355J2H
S235JRH
S355J2H
S355J2H
sterkteklasse 8.8
sterkteklasse 8
S235JR
sterkteklasse 8.8
4.2.
Vervaardigingsklasse en productcategorie
De gebruikscategorie volgens NEN-EN 1090 is vastgesteld op SC1, de productcategorie van het staal
is PC2. In combinatie met de gevolgklasse als gedefinieerd in paragraaf 6.1 is de
vervaardigingsklasse EXC2.
4.3.
Conservering
Voor de conservering van de staalconstructie geldt het volgende:
 Staal in spouw, niet in contact met buitenblad: verzinkt.
 Staal in de spouw, in contact met buitenblad: rvs 316/verzinken en verfsysteem.
 staal buiten: verzinkt en verfsysteem/verfsysteem.
4.4.
Aangehouden gewicht van constructieonderdelen
 Aangehouden gewicht per volume
 Aarde, klei en leem (nat)
 Grindbeton
 Wapeningsstaal
 Staalconstructies
 Gewicht per lengte volgens tabellenboek
 Zandcementmortel
 Glas
Vloeren
 Zandcementdekvloer (gewapend) 70 mm incl tegels
 Licht systeemplafond incl. rails, armaturen, roosters, leidingen
Daken
 Isolatie + dakbedekking
 Stalen geprofileerde dakplaat
 Prefab betonplaat, trapbordes (d=250mm)
20,0
24,0
78,5
78,5
kN/m³
kN/m³
kN/m³
kN/m³
20,0 kN/m³
25,0 kN/m³
1,5 kN/m²
0,2 kN/m²
0,15 kN/m²
0,10 kN/m²
6,25 kN/m²
datum: 5 februari 2014
referentie: htj
Wanden en gevels
 Metselwerk
 Halfsteens, schoon werk (18,0 x 0,11 =)
 Metalen gevelscherm
 Gevelpuien
4.5.
code: 11714k
blad: 12/19
2,0 kN/m²
0,5 kN/m²
0,5 kN/m²
Duurzaamheid
ABT adviseert haar projecten vanuit de volgende bureaubrede visie op duurzaamheid:
 Duurzaamheid moet in ontwerp-, realisatie- en gebruiksfase van gebouwen even vanzelfsprekend
zijn als functionaliteit, veiligheid en kostenefficiency.
 Duurzame gebouwen vragen om een integraal ontwerpproces, waarbij vanuit verschillende
invalshoeken oplossingen worden bedacht: een werkwijze die past bij ABT.
 Naarmate gebouwen steeds meer energieneutraal of energieleverend worden, zal onze focus zich
meer richten op materiaalbesparing en gebruik van duurzame materialen.
 Door gebruik te maken van geavanceerde rekenmethoden en slim te ontwerpen is
materiaalbesparing mogelijk, met lagere bouwkosten en een hogere duurzaamheid als gevolg.
Voor de draagconstructie van dit gebouw betekent dit dat de volgende aspecten in het ontwerp zijn
opgenomen:
 Minimaal materiaalgebruik: De draagconstructie van een gebouw bepaalt voor ongeveer 50–60%
(inclusief de gevel 80%) het totale materiaalgebruik voor een gebouw. In dit geval zal dit
percentage nog veel hoger liggen.
 Materiaalbesparing voor de constructie levert een belangrijke bijdrage aan een duurzaam
geconstrueerd gebouw. In dit gebouw wordt dit gerealiseerd door te kiezen niet te grote
kolomafstanden, intelligent gebruik van materialen, stabiliteit uit schoorwerking
 Gebruik van duurzame materialen: Voor de draagconstructie van het gebouw moeten zoveel
mogelijk vernieuwbare materialen worden toegepast en materialen met een beperkte emissie van
schadelijke stoffen (zoals radon). In het algemeen geldt dat voor de constructie een materiaal of
combinatie van materialen moet worden gekozen die het meest geschikt is. Voor de
draagconstructie van dit gebouw worden de materialen beton en staal toegepast:
– Staal is minder duurzaam, omdat de productie veel energie kost en gepaard gaat met een grote
CO² uitstoot. Staal is wel 100 % recyclebaar; gebruikt staal kan weer gebruikt worden voor de
productie van nieuw staal, zelfs van een betere kwaliteit (upcycling): stalen balken worden op dit
moment al voor 50% hergebruikt voor nieuwe toepassingen als stalen balk. De grondstof
ijzererts is eindig. Voor de conservering van staal geldt: bij voorkeur geen thermisch verzinkt
staal toepassen, en staal in binnenmilieu niet conserveren. Zie voor een nadere specificatie
paragraaf 5.3.
– Beton is minder duurzaam, omdat de productie van cement veel energie kost en gepaard gaat
met een grote CO² uitstoot. De duurzaamheid van (gewapend) beton wordt in dit project
verhoogd door het nemen van de volgende maatregelen:
 Beperking van de hoeveelheid cement, omdat bij de productie van 1 ton cement 1 ton CO²
vrijkomt.
 Toevoeging van vliegas aan betonmengsels.
 Door grotere grindkorrels toe te passen kan bespaard worden op de hoeveelheid cement per
m³ beton: een verhoging van 10 volumeprocent grind leidt tot een reductie van 10% in het
zandcement gehalte.
 Hoogovencement (HC) en geen Portlandcement (PC) toepassen, omdat HC veel minder klinker
bevat dan PC (bij de productie van klinker komt CO² vrij) en hoogovenslakken kunnen worden
hergebruikt als afvalproduct.
 Vervanging van grind door bij sloop van betonconstructies beschikbaar komend betonpuin als
grof toeslagmateriaal in de nieuwe betonconstructie toe te passen. Volgens CUR Aanbeveling
112 is tot 50 volumeprocent betonpuingranulaat inzetbaar. Voor funderingen wordt uitgegaan
van 40%, voor de bovenbouw van 15%.
 Gebruikmaken van het feit dat de samenstelling van het betonmengsel grotendeels bepaald
wordt door de milieuklasse, waardoor een hogere betonsterkte wordt gerealiseerd.
 Uitgaan van een benodigde betonsterkte na 90 dagen in plaats van 28 dagen, zodat een
mengsel kan worden toegepast met een langere periode van sterkteontwikkeling.
datum: 5 februari 2014
referentie: htj
code: 11714k
blad: 13/19
5.
Belastingen en vervormingen
5.1.
Classificatie, veiligheidsfactoren en combinaties
De constructie van dit gebouw moet worden berekend volgens gevolgklasse CC2 als beschreven in
NEN-EN 1990 Tabel B1.
De bijbehorende betrouwbaarheidsklasse is: RC2.
De bijbehorende indicatieve ontwerplevensduurklasse bedraagt 3.
De daarbij behorende ontwerplevensduur bedraagt: 50jaar.
De bijbehorende Kfi-factor volgens tabel B3 uit NEN-EN 1990 bedraagt 1,0. (CC2)
Veiligheidsfactoren uiterste grenstoestand:
 Blijvende belasting g = 0,9/1,2 of 1,35
 Veranderlijke belasting g = 1,5
Volgens de eurocode moeten diverse ontwerpsituaties worden beschouwd. De aan te houden
veiligheidsfactoren zijn afhankelijk van de te beschouwen uiterste grenstoestand en combinatie.
Hieronder zijn de belangrijkste combinaties waarop de betreffende constructies getoetst zullen
worden weergegeven:
1
1,35 G + 1,5 ψ0 Q + 1,5 ψ0 Qd
2
1,2 G + 1,5 Q + 1,5 ψ0Qd
3
1,2 G + 1,5 ψ0Q + 1,5 ψ0 Qd + 1,5 W
4
1,35 G + 1,5 ψ0 Q + 1,5 ψ0 Qd + 1,5 ψ0 W
5
0,9 G - 1,5 W
Tabel:
G
Q
Qd
W
5.2.
=
=
=
=
belangrijkste belastingcombinaties CC2
blijvende belasting
overheersende veranderlijke belasting
overige veranderlijke belastingen
wind
Overzicht opgelegde belastingen
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de opgelegde belastingen. Uiteraard blijft het gestelde
in NEN-EN 1991-1-1 onverkort van kracht. Opgelegde belastingen in kN/m², kN/m1 en kN.
De aangehouden codering van belastingen is conform NEN-EN 1991-1-1
Ruimten
Belastingen
Qk
0
1
qk
2
opm
Vloeren
Parkeergarages
Vloeren F (voertuigen<25 kN)
2,0
10,0
0,7
0,7
0,6
Ontsluitingswegen / trappen
Kantoren (klasse B)
3,0
3,0
0,5
0,5
0,3
Balustraden
Overige klassen
0,8
1/0,5
Daken op trappenhuizen/lift
Personen en materiaal
1,0
1,5 /
2
Regenwaterbelasting
Sneeuwbelasting
Opmerkingen: zie volgende blz.
1
1,00
0,56
0
2
3
0
0
0
4
0
0
0
0,2
0
0
5
6
datum: 5 februari 2014
1.
2.
3.
4.
5.
6.
referentie: htj
code: 11714k
blad: 14/19
De geconcentreerde last werkt over een oppervlakte van 0,10 x 0,10 meter (alle klassen).
Bij voertuigen met een massa tot 25 kN rekenen met een remkracht van 10 kN.
Zie tabel 6.12 voor de verschillende klassen en tabel NB.6 voor de invulling parameters. De
lijnlast grijpt aan boven het vloerniveau zoals vastgelegd in het Bouwbesluit (meestal 1m) en
werkt in horizontale richting, loodrecht op de balustrade. De geconcentreerde belasting kan op
alle onderdelen van de balustrade aangrijpen, zie NEN-EN-1991-1-1 NB tabel NB.6. Reken ook
een praktische, verticale puntlast. 0,3 bij klasse A geldt voor de niet-gemeenschappelijke
ruimten.
De gelijkmatige belasting werkt over een oppervlakte van maximaal 10 m². De puntlast van 2
kN werkt direct op de onder het dakbeschot of dakplaten gelegen gording, spanten of liggers.
De puntlast van 1,5 kN werkt op een afgewerkt dak op een oppervlak van 0,1*0,1 m2. Zie
NEN-EN-1991-1-1 NB tabel NB.4.
Door toepassen van voldoende afschot en noodoverlaten is dit de gemiddelde belasting door
regenwater op dit dak.
Plaatselijk kan deze belasting oplopen door sneeuwophoping.
Vrije lijnlast voor de klasse A t/m D:
Bij vrije randen rekenen op een lijnlast van 5 kN/m1 met een lengte van 1 m, niet meer dan 0,1 m
vanaf de vrije rand.
Bij belasting op meer dan twee vloeren moet de extreme waarde van de opgelegde belasting in
rekening zijn gebracht voor de twee vloeren met het grootste belastingseffect. Voor de overige
vloeren mag een reductiefactor ψ0 volgens tabel A1.1 van NEN-EN 1990 in rekening zijn gebracht,
met uitzondering van de vloeren met ontsluitingswegen van ruimten waar zich grote mensenmassa’s
kunnen bevinden (klasse C5). Indien de opgelegde belasting niet de overheersende belasting is,
wordt de vloerbelasting van elke vloer met de bijbehorende ψ0 vermenigvuldigd.
5.3.
5.4.
Blijvende belastingen
Ten aanzien van de blijvende belastingen worden voor de hieronder genoemde onderdelen de
volgende uitgangspunten gehanteerd:
Ruimte
Uitgangspunt
Belasting
Afwerkvloeren
beheerdersruimte
70 mm zandcement en tegelvloer
1,50 kN/m2
Windbelastingen
Bepaling volgens NEN-EN 1991-1-4. De windkracht is conform 5.3 als volgt te bepalen:
Fw = cs cd * cf * qp * Aref




Windgebied volgens 4.2 figuur NB 1:
Omgeving:
Hoogte boven maaiveld:
Stuwdruk qp volgens 4.5 tabel NB.5:
III
bebouwd
16,0 m
0,68 kN/m²
Windvormfactoren cf te bepalen volgens NEN-EN 1991-1-4 hfst 7. Het gebrek aan correlatie van de
winddrukken tussen de windzijde en de lijzijde mag in rekening zijn gebracht door de resulterende
kracht met een factor 0,85 te vermenigvuldigen.
Factor cs cd te bepalen volgens NEN-EN 1991-1-4 hfst 6 en bijlage D.
5.5.
Overige belastingen
 Explosiebelastingen volgens NEN-EN 1991-1-7 bijlage D.2 :
N.v.t.
 Aan versnellingen en trillingen worden de volgende eisen gesteld:
N.v.t.
 Dynamische belastingen
De vloerbelastingen worden beschouwd als quasi statische belastingen. Als de belastingen zodanig
zijn dat er geen gevaar voor resonantie is, dan hoeft geen dynamische berekening te worden
gemaakt.
 Voor aanrijdbelastingen gelden de eisen volgens NEN-EN 1991 1-7, tabel NB.1-4.1
datum: 5 februari 2014
referentie: htj
Wegsoort
Voertuig
Binnenplaatsen en
parkeergarages
P=personenauto
P
Hoogte
boven
rijvlak
[m]
1,2
code: 11714k
Botskracht
[kN]
Evenwijdig aan
rijrichting
100
Botskracht
[kN]
Haaks op
rijrichting
50
blad: 15/19
Remweg
db
4
De krachten mogen gereduceerd worden met de remweg volgens de formule (1-d/db)
 Voor belastingen vanuit temperatuurverschillen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
N.v.t.
5.6.
Tweede draagweg en veiligheidsfilosofie
Conform bouwbesluit 2012 paragraaf 2.1.1 artikel 2.3 hoeven alleen gekende buitengewone
belastingen in rekening gebracht te worden en is een algemene tweede draagweg niet vereist.
Het gebouw is ingedeeld in gevolgklasse 2b conform tabel A.1 NEN-EN 1991-1-7. Voor dit gebouw
zijn voorzieningen getroffen die voorzien in een tweede draagweg voor de constructie.
De voorzieningen worden getroffen in de vorm van trekbanden (stalen liggers) in de vloeren die bij
het wegvallen van kolommen worden belast. De belasting op de trekbanden is bepaald volgens
bijlage A NEN-EN-1991-1-7:2006. (gevolgklasse 2a). Tevens zijn verticale trekbanden opgenomen
in de vorm van de stalen mantel van de staalbetonkolommen . (gevolgklasse 2b)
Eventueel kunnen de voorzieningen bestaan uit het benoemen van zogenaamde kritische elementen.
Hierdoor is een alternatieve tweede draagweg voorzien. Deze elementen dienen berekend te zijn op
een belasting van 34 kN/m² volgens de NEN-EN-1-1-7 artikel A.8.
5.7.
Vervormingen
Voor de vervorming van de diverse constructie-onderdelen zullen de volgende grenswaarden
gehanteerd worden ( NEN-EN 1990 Bijlage A1.4.3):
 Bijkomende doorbuiging van vloerconstructies: ubij≤ 0,003lrep
 lrep is de lengte van de overspanning of twee maal de uitkraging
 Bijkomende doorbuiging voor vloeren die weinig vervormbare (bijvoorbeeld steenachtige)
scheidingswanden dragen: ubij≤ 0,002lrep
 Bijkomende doorbuiging van daken: ubij≤ 0,004lrep
 Einddoorbuiging van vloeren: ueind≤ 0,004lrep
 Einddoorbuiging van daken: ueind≤ 0,004lrep
 Horizontale doorbuiging:
– meer dan 1 bouwlaag: u ≤ h/300 per bouwlaag en u ≤ h/500 voor het gehele gebouw
(h is de kleinste gevelhoogte of kleinste bouwlaaghoogte).
Indien nodig worden de einddoorbuigingen beperkt door het toepassen van een zeeg/toog.
6.
Brandwerendheid
6.1.
Eisen
In bijlage 1 worden eisen genoemd ten aanzien van de brandwerendheid conform het Bouwbesluit
2012. Voor de bouwconstructie geldt een basiseis van 90 minuten brandwerendheid met een
reductie van 30 minuten vanwege het toepassen van een sprinkler. Bij het toepassen van een
sprinklerinstallatie wordt gebruik gemaakt van het gelijkwaardigheidsprincipe. Er dient overleg
plaats te vinden met instanties om overeenstemming over de te volgen aanpak te bereiken
In bijlage 1 worden eisen genoemd ten aanzien van de brandwerendheid conform het Bouwbesluit
2012. Voor de bouwconstructie geldt een basiseis van 90 minuten brandwerendheid met een totale
reductie van 30 minuten vanwege een permanente vuurbelasting lager dan 500 MJ/m² en het
toepassen van een sprinkler.
Afwijkingen/aanvullingen op de bijlage
 Indien bezwijken leidt tot onbruikbaar worden van een vluchtroute geldt een eis van 30 minuten.
Dit geldt voor het deel van de vluchtroute buiten het subbrandcompartiment.
datum: 5 februari 2014
referentie: htj
code: 11714k
blad: 16/19
 In verband met brandoverslag/branddoorslag geldt mogelijk een eis van 30 of 60 minuten voor
wanden, vloeren, daken en/of gevels.
 Bij de aanwezigheid van brandcompartimenten in een gebouw dienen bij bezwijken van één
compartiment de overige bouwdelen te blijven staan. Dit geldt ook voor het dak van deze
compartimenten.
6.2.
Specificatie eisen per onderdeel
Voor dit project behoren de volgende onderdelen voldoende weerstand te hebben tegen brand:
 De gehele draagconstructie; vloeren, liggers en kolommen.
De volgende onderdelen van de draagconstructie dienen in verband met het bezwijken van een
rookvrije vluchtroute een brandwerendheid te hebben van 30 minuten:
 Draagconstructie van het trappenhuizen
De volgende onderdelen van de draagconstructie dienen in verband met
brandoverslag/branddoorslag een brandwerendheid te krijgen van 60 minuten:
 Scheidingswanden rondom de trappenhuizen
Constructieve maatregelen
De brandwerendheidseis van de draagconstructie wordt voor dit project op de volgende wijze
gerealiseerd:
Beton
 Voor ter plaatse gestort beton geldt dat er in de betreffende norm (NEN_EN 1992-2) eisen worden
gesteld aan de minimale dikte en afmetingen van kolommen, balken, wanden en vloeren. Verder
wordt aan de eisen voldaan, indien de vereiste minimum dekking op de hoofdwapening in acht
wordt genomen. Globaal kan gesteld worden dat bij een brandwerendheidseis van 60 minuten
deze eisen overeen komen met de eisen ten aanzien van sterkte en stijfheid.
 Voor prefab beton, zoals bekistingplaten en kanaalplaten, gelden in principe de eisen en
maatregelen zoals omschreven bij ter plaatse gestort beton. Voor de kanaalplaten moet worden
aangetoond dat bij een brandwerendheidseis van 60 minuten of meer er geen dwarskrachtbreuk
optreedt. Tevens wordt op de volgende manier rekening gehouden met de bijbehorende
detailleringsregels: druklaag in het midden van de overspanning is minder dan 50mm.
Staal
 Bekleden van staalprofielen.
 Buisprofielen vullen met gewapend beton. Meer dan 60 minuten brandwerendheid zonder extra
bekleding is echter hiermee moeilijk te realiseren, bovendien alleen voor grotere diameters en/of
een lage belastinggraad. De afmetingen zijn zodanig gekozen en gedimensioneerd dat dit mogelijk
is.
 Toepassen van brandwerende verf. Een brandwerendheid van 60 tot 90 minuten is hiermee te
realiseren. Bij 120 minuten dient tevens rekening te worden gehouden met een noodzakelijke
vermindering van de belastinggraad. Bij een keuze voor brandwerende verf blijkt in de praktijk
overleg met de brandweer nog steeds noodzakelijk. Om duurzaamheid te garanderen worden
soms aanvullende eisen (inspecties, onderhoudscontracten) gesteld.
Kalkzandsteen
 100 mm kalkzandsteen heeft, bij een wand tot 3 meter hoogte, een brandwerendheid van 90
minuten, bij 120 mm is dit 120 minuten. Over het algemeen zullen de gekozen wanddiktes
daarom voldoende zijn voor de geëiste brandwerendheid.
7.
Geluideisen
Aan de constructie worden geen massa-eisen ten behoeve van de geluidsisolatie gesteld.
8.
Risicoanalyse en V & G Plan
Het beheersen van risico’s is een belangrijk onderdeel van het ontwerp- en bouwproces. Om risico’s
te kunnen beheersen moeten ze benoemd worden. Voor dit plan zijn er geen speciale aspecten. De
normale bouwrisico’s zijn van toepassing.
datum: 5 februari 2014
Bijlage 1
referentie: htj
code: 11714k
blad: 17/19
Eisen brandwerendheid bouwconstructie (nieuwbouw)
Uitgangspunten:
 Uitwerking bouwbesluit 2012, nieuwbouw tot 70 meter hoogte;
 Reductie van 30 minuten op basis van geringe aanwezige permanente vuurbelasting (<500
MJ/m²).
Gebouwen met woonfunctie (woningen, woongebouwen, woonwagen)
Hoogste verblijfsgebied
basiseis
reductie
h7m
60 minuten
30 minuten
<7
m
<13
7 m < h  13 m
90 minuten
---
>13
h > 13 m
120 minuten
---
Gebouwen met gebruiksfunctie (overige gebouwen)
Gebouwen met logiesfunctie (ziekenhuizen/hotels/gevangenissen/
kinderopvang)
<13
<5
Hoogste verblijfsgebied
basiseis
reductie
h5m
60 minuten
30 minuten
5 m < h  13 m
90 minuten
30 minuten
>13
h > 13 m
120 minuten
30 minuten
Gebouwen zonder logiesfunctie (kantoren/scholen/winkels/bedrijfsgebouwen/sporthal/
schouwburg/station)
<5
Situatie die van toepassing
Hoogste verblijfsgebied
basiseis
reductie
>5
is: tekst in bovenstaande figuur vet maken
h5m
h>5m
geen eis
90 minuten
--totaal 30 min
datum: 5 februari 2014
Bijlage 2
referentie: htj
code: 11714k
blad: 18/19
Opbouw dak- en vloerbelastingen
1
dak
•
dakbedekking+isolatie
2
0.20 kN/m
gg:
0.90
pd;min:
2
0.68 kN/m
•
harde laag en dakplaat
2
0.20 kN/m
gg:
1.20 pd[6.10a]:
2
2.51 kN/m
•
staalconstr
2
0.25 kN/m
gg:
1.35 pd[6.10b]:
2
2.40 kN/m
installaties
2
gq:
1.50
y0:
1.00
•
0.10 kN/m
grep:
2
0.75 kN/m
opgelegde belasting
qrep:
2
1.00 kN/m
totale representatieve belasting
prep:
2
1.75 kN/m
blijvende belasting
2
dak trappenhuizen en liften
•
dakbedekking+isolatie
2
0.20 kN/m
gg:
0.90
pd;min:
2
0.81 kN/m
•
harde laag en dakplaat
2
0.20 kN/m
gg:
1.20 pd[6.10a]:
2
2.72 kN/m
2
2
2.58 kN/m
•
staalconstr
0.25 kN/m
gg:
1.35 pd[6.10b]:
•
plafond en leidingen
2
0.25 kN/m
gq:
1.50
y0:
1.00
2
4.50 kN/m
gg:
0.90
pd;min:
2
5.58 kN/m
2
blijvende belasting
grep:
2
0.90 kN/m
opgelegde belasting
qrep:
2
1.00 kN/m
totale representatieve belasting
prep:
2
1.90 kN/m
3
parkeerdek
•
kanaalplaat d=320
•
druklaagh 50-70 (gem 60mm)
1.40 kN/m
gg:
1.20 pd[6.10a]:
2
11.37 kN/m
•
staalconstructie
2
0.20 kN/m
gg:
1.35 pd[6.10b]:
2
10.44 kN/m
•
installaties
2
0.10 kN/m
gq:
1.50
y0:
1.00
grep:
2
6.20 kN/m
opgelegde belasting
qrep:
2
2.00 kN/m
totale representatieve belasting
prep:
2
8.20 kN/m
blijvende belasting
4
hellingbaan
•
kanaalplaat d=200
2
3.00 kN/m
gg:
0.90
pd;min:
2
4.23 kN/m
•
druklaagh 50-70 (gem 60mm)
2
1.40 kN/m
gg:
1.20 pd[6.10a]:
2
9.35 kN/m
•
staalconstructie
2
0.20 kN/m
gg:
1.35 pd[6.10b]:
2
8.64 kN/m
2
gq:
1.50
y0:
1.00
•
installaties
blijvende belasting
0.10 kN/m
grep:
2
4.70 kN/m
datum: 5 februari 2014
referentie: htj
code: 11714k
opgelegde belasting
qrep:
2
2.00 kN/m
totale representatieve belasting
prep:
2
6.70 kN/m
5
blad: 19/19
overgang hellingbaan-garage
•
breedplaat d=270mm
2
6.50 kN/m
gg:
0.90
pd;min:
2
6.12 kN/m
•
staalconstructie
2
0.20 kN/m
gg:
1.20 pd[6.10a]:
2
12.18 kN/m
•
installaties
2
0.10 kN/m
gg:
1.35 pd[6.10b]:
2
11.16 kN/m
kN/m2
gq:
1.50
y0:
1.00
•
grep:
2
6.80 kN/m
opgelegde belasting
qrep:
2
2.00 kN/m
totale representatieve belasting
prep:
2
8.80 kN/m
blijvende belasting
6
trappen en bordessen
•
prefab d=250
2
6.25 kN/m
gg:
0.90
pd;min:
2
6.25 kN/m
•
staalconstructie
2
0.50 kN/m
gg:
1.20 pd[6.10a]:
2
12.40 kN/m
•
plafond en installaties
2
0.20 kN/m
gg:
1.35 pd[6.10b]:
2
11.35 kN/m
2
gq:
1.50
y0:
1.00
2
4.80 kN/m
gg:
0.90
pd;min:
2
4.32 kN/m
•
kN/m2
gg:
1.20 pd[6.10a]:
2
9.48 kN/m
•
2
kN/m
gg:
1.35 pd[6.10b]:
2
8.76 kN/m
•
kN/m2
gq:
1.50
y0:
1.00
kN/m
•
grep:
2
7.00 kN/m
opgelegde belasting
qrep:
2
2.00 kN/m
totale representatieve belasting
prep:
2
9.00 kN/m
blijvende belasting
7
begane grondvloer
•
tpg vloer d=200
blijvende belasting
grep:
2
4.80 kN/m
opgelegde belasting
qrep:
2
2.00 kN/m
totale representatieve belasting
prep:
2
6.80 kN/m