KAPUCIJNEN AALMOEZENIERS EN BRANCARDIERS 1914-1918

KAPUCIJNEN AALMOEZENIERS EN BRANCARDIERS 1914-1918
1. FIERENS Joseph Jean M.C. (Cyrillus)
Geboren te Antwerpen op 8 oktober 1873
Wijding op op 27 mei 1899
Overleden te Brugge 31 mei 1959
Bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog kreeg p. Cyriel van zijn oversten de toelating om
zich als vrijwilliger te melden bij het leger. Generaal de Moranville een oude kennis ontving hem
met open armen en onmiddellijk werd hij aangeworven als hulpaalmoezenier van het 2de regiment Lansiers. Einde september 1914 vervoegde P.Cyriel zijn eenheid te Werchter. Over hem
zijn twee getuigenissen bewaard: een rapport van 16 september 1916 en een brief van van E.H.
Hannart, hoofdaalmoezenier van de 3de L.A. van 7 februari 1919 bij zijn definitieve demobilisatie
op 25 januari 1919. Hij werd kwistig met decoraties bedacht. Het Belgisch Oorlogskruis met
Palmen en Leeuwen werd hem op het slagveld eigenhandig opgespeld door generaal De Wit. Na
de inname van Roeselare (1918) verleende generaal Massenet hem het 'Croix de guerre française'.
Waar, wanneer en om welke prestatie hij het Ridderkruis van St. Stanislas van Rusland kreeg, is
ons niet bekend. Buiten genoemde onderscheidingen was p. Cyriel nog drager van het Kruis van
Oorlogsvrijwilliger, het Kruis van de IJzer, het Vuurkruis, de Zege- en Herinneringsmedaille
(1914-19), en het Ridderschap in de Kroonorde met Zwaarden, eerste en tweede bevordering (21
juli 1949). Bij deze onderscheidingen dienen nog gevoegd: een vermelding op de dagorder van
het leger en een tweede op de dagorder van de 3de divisie.
Vox Minorum, 13(1959)179-189. (Overlijdensbericht)
2. DECOSTER Jules (Bertinus)
Geboren te Poperinge 31 mei 1876
Wijding op 1 juni 1901
Overleden te De Panne 16 januari 1919
Onder de oorlog was hij aalmoezenier aan het stedelijk gasthuis te Poperinge. Bleef op post tijdens het vreselijk bombardement op Poperinge op 25 april 1916.
Onderscheidingen: Ridder in de Leopoldsorde. Kruis van het Erelegioen. Officier in de Leopoldsorde.
Overlijdensbericht.
3. BERTELS Josephus (Florentinus)
Geboren te Geel 12 oktober 1883
Wijding op op 21 december 1907
Overleden te Lommel-Werkplaatsen op 4 april 1953
Bij het uitbreken van de oorlog werd p. Florentien gemobiliseerd als brancardier bij de 2de Legerafdeling van het 15de Linieregiment en naar het front gezonden (1 augustus 1914). Op 1 februari
1915 werd hij door de militaire overheid naar Clermont-Ferrand (Puy-de-Dôme) overgeschakeld,
als aalmoezenier van de Belgische uitwijkelingen, waar hij werkzaam bleef tot op het einde van
de oorlog (30 juni 1919).
Drie militaire onderscheidingen: de Médaille Commémorative, de Médaille de la Victoire, de
Médaille de l'Yser. Een burgerlijk ereteken voor zijn verdiensten als aalmoezenier van de vluchtelingen in Frankrijk.
Vox Minorum 7(1953)107-10. (Overlijdensbericht)
4. VAN DER SCHELDEN Edmond (Bertrandus)
Geboren te Rumbeke 7 maart 1884
Wijding op 21 december 1907
Overleden te Gent op 3 februari 1964
In 1914 week p. Bertrand uit naar het niet-bezette gedeelte van België en nam hij dienst als aalmoezenier in het Engels-Belgisch Hospitaal te Poperinge. Begin februari 1917 werd hij opgeroepen voor de legerdienst en naar het instructiekamp van Auvours gestuurd. Na vier weken opleiding kreeg hij het diploma van brancardier-ziekenverpleger en werd hij overgeplaatst naar het
hospitaal van Cabour, in de duinen van Adinkerke. Daar werd hij ontdekt door Professor Van der
Essen van de Leuvense Universiteit, die er in slaagde hem naar Le Havre te laten overkomen. Zo
kwam p. Bertrand op het Belgisch Documentatiebureau terecht, waaraan hij verbonden is gebleven tot 31 mei 1919.
Vox Minorum 18(1964)114-117. (Overlijdensbericht)
5. KESTENS Joseph Polydore (Arnulfus)
Geboren te Denderwindeke 13 maart 1884
Wijding op op 13 oktober 1907
Overleden te Brussel op 15 maart 1959
In augustus 1914 werd p. Arnulf opgeroepen als brancardier, maar hij maakte de oorlog mee als
aalmoezenier (1 september 1914 - juli 1919). Over zijn aalmoezeniersschap is betrekkelijk weinig bekend. Aanvankelijk was hij als leger-aalmoezenier verbonden aan de "Ambulance Belge"
te Kales. Nadien werd hij naar het front gezonden. Aan het front werd hij in 1916 aangeschoten
in de enkel en bracht hij een tijd door in het hospitaal als patiënt. Vermoedelijk was p. Arnulf
drager van verschillende militaire onderscheidingen, maar hieraan heeft hij zelf nooit veel belang
gehecht.
Vox Minorum 13(1959)97-101 (Overlijdensbericht)
6. VISSERS Edmund (Daniël)
Geboren te Herentals op 21 maart 1885
Wijding op 5 juni 1909
Overleden te Lommel-Werkplaatsen op 2 juli 1962
Op 1 augustus 1914 werd p. Daniël gemobiliseerd en als ziekenverpleger ingelijfd bij de Colonne
d'Ambulance van de 2de Legerdivisie. Hij maakte de slag om de IJzer mee als brancardier en
werd op 11 maart 1915 ziek van het slagveld weggevoerd. In mei 1915 werd hij door generaal de
Grunne ontslagen uit militaire dienst. Werd daarna aalmoezenier van de Belgische vluchtelingen
tot 30 april 1919.
Onderscheidingen: Oorlogskruis 1914-18, De Herinneringsmedaille 1914-18, de Gedenkmedaille
van de Zegepraal, de Militaire Medaille 2de klas, de Erkentelijkheidsmedaille van de stad Luik en
de Medaille van de IJzer.
Vox Minorum 17(1963)47-55. (Overlijdensbericht)
7. VANBEVEREN Aegidius (Anselmus)
Geboren te Eggewaartskapelle op 9 december 1887
Wijding op 17 mei 1913
Overleden te Izegem op 5 januari 1954
Op 1 augustus 1914 vervoegde p. Anselm, in hoedanigheid van brancardier, de Ambulantiecolonne der 2de Legerdivisie van de sector Antwerpen. Op 24 september werd hij bevorderd tot legeraalmoezenier (juister: hulpaalmoezenier, met de graad van adjudant) bij het 26e Linieregiment. Naderhand was hij achtereenvolgens gehecht aan het 6de Linieregiment (14 oktober 1914 24 december 1916), - tijdens deze periode werd hij vermoedelijk tot lager officier bevorderd - het
16de Linieregiment (25 december 1916 - 31 oktober 1918) en het 14de Bataljon van de Genie (1
november - 11 november 1918). Samen met de legereenheden waaraan hij verbonden was heeft
p. Anselm zo wat in alle sectoren gelegen tussen Ieper en de Noordzee. Tot driemaal toe kreeg hij
een vermelding op de dagorde: 19 maart 1916; 10 juli 1916 en ?.
Onderscheidingen: oorlogskruis met twee gouden strepen en met palm, Het IJzerkruis, de Medaille der Zegepraal, De Herinneringsmedaille, Het Vuurkruis, het Ridderschap in deLeopoldsorde met zwaarden en het Ridderschap in de Kroonorde eveneens met zwaarden.
Vox Minorum 8(1954)36-38. (Overlijdensbericht)
8. HOET Albert Théophile (Ireneus)
Geboren te Roeselare op 18 januari 1888
Wijding op 6 juni 1914
Overleden te Roeselare op 11 juni 1962
Op 1 augustus 1914 werd p. Ireneus gemobiliseerd. Hij maakte de eerste wereldoorlog mee als
legeraalmoezenier bij de 4de Divisie, vertoefde vier jaar aan het front en nam deel aan het bevrijdingsoffensief en de bezetting van Duitsland.
"Als milicien van de klas van 1908 ben ik naar Namen opgetrokken den 1 augustus 1914. Daar
was ik als brancardier van het veldleger, bij de colonne van het Rood Kruis der vierde legerafdeling. Den 23 augustus moesten wij den aftocht meemaken, Frankrijk in, waar wij te Hirson per
trein vervoerd werden langs Soissons, Laon, Parijs, Rouen, Le Havre. Daar scheepten wij in begin september en ontscheepten te Oostende, om verder door te reizen naar St.-Niklaas. Op 25
september 1914 werd ik aalmoezenier benoemd bij de tweede groep veldgeschut der vierde afdeling Ik ben er heel de tijd bij gebleven, tot ik het leger mocht verlaten op 16 juli 1919. Begin oktober 1914 volgden wij het leger in de aftocht van Antwerpen naar de IJzer.Vier jaar ben ik gebleven tussen Nieuwpoort en Ieper. Onder het laatste dubbel offensief van september en oktober
1918 kwamen wij vooruitt tot tegen Gent, totdat de wapenstilstand getekend was. Na de wapenstilstand trokken wij door België en de 2de december 1918 zetten wij voet op Duitse bodem. We
verbleven langs de Rijn tot het midden van maart. Dan kwamen we terug naar België en ik verbleef dan nog vier maanden rond en in Arlon, totdat ik de 16de juli vrij kwam. Te Arlon was ik
niet alleen aalmoezenier van mijn groep, maar ook nog van twee groepen van het regiment verspreid in en rond Arlon."
P. Ireneus kreeg een vermelding op het dagorder van de 4de Divisie (17 april 1918) voor zijn
moedig gedrag gedurende de aanval van de Duitsers op Langemark. Na de oorlog werd hij onderscheiden met het Oorlogskruis.
Vox Minorum 16(1962)177-183 (Overlijdensbericht)
9. VANDERSTEENEN Georges Henri A.G. (Piatus)
Geboren te Braine-le-Comte op 12 februari 1888
Wijding op 6 juni 1914
Overleden te Airifagne (Pepinster) op 16 april 1964
Werd in 1958 lid van de Waalse provincie.
10. TINEL Pierre Auguste F. (Dominicus)
Geboren te St-Gillis-Brussel op 1 februari 1889
Wijding op 6 juni 1914
Overleden te Brussel op 20 juni 1943
Daags na de oorlogsverklaring werd hij door de militaire overheid als brancardier opgeroepen.
Uit het getuigschrift van E.H. Dugardyn: 'Mr Tinel n'était pas seulement aumônier attaché à une
unité déterminée, mais encore chef de service d'aumônerie pour tous les groupes d'artillerie
lourde de la Position Fortifiée de Liège et de l'Armée d'Occupation'.
Overlijdensbericht
11. Mgr. CATRY Hector (Hector)
Geboren te Ledegem op 27 oct 1889
Wijding op 6 juni 1914
Overleden te Izegem op 18 maart 1972
Op 1 augustus 1914 werd hij opgeroepen door het leger en als brancardier ingelijfd bij de ruiterij
van de 6de Legerdivisie, 1ste Gidsen, te Etterbeek. Een paar dagen later vertrok deze ruiterij per
fiets (!) via Gembloers-Waremme naar St-Truiden en van daar naar Kortenaken. Op 12 augustus
nam zij deel aan de beroemde slag van Halen, die naderhand bekend bleef als "De slag der Zilveren Helmen". Te Waanrode, waar de kavallerie haar intrek had genomen in een verlaten kasteel,
kregen de Gidsen bevel zich terug te trekken op Mechelen. Ingevolge een misverstand bleef de
ambulantiewagen met het bedienend personeel ter plaatse. Op 19 augustus werden deze brancardiers door de oprukkende Duitse kavallerie gevangen genomen en naar Leuven gevoerd. Te Leuven kreeg hij, samen met andere priesters de toelating om als aalmoezenier de zieken en gewonden bij te staan in het militaire hospitaal. (20 augustus 1914 - 10 januari 1915). Daarna mocht hij
zijn intrek nemen in het klooster. Op 3 mei 1915 verhuisde hij naar Aalst tot december 1918. Op
12 december kreeg hij bevel zich te melden in de kazerne van de Karabiniers te Brussel (Daillyplaats) en vertoefde achtereenvolgens op de burelen van de C.d.R. te Etterbeek, op de C.T.A.M.
te Leysele (1 februari 1919), in de C.I.B.I. te Veurne (3 februari), in de Algemene Magazijnen
van de Hospitalen te Vilvoorde (6 februari) en in het krijgsgasthuis te Luik, waar een 700 -tal
zieken en gewonden waren ondergebracht. Hij voltooide zijn diensttijd als secretaris van de kolonel.
Vox Minorum 26(1972)88-98. (Overlijdensbericht).
12. DUPAN Medard Emile Alidor (Donatianus)
Geboren te Brugge op 18 februari 1890
Wijding op 6 juni 1914
Overleden te Herentals op 5 januari 1951
In het leger was hij eerst brancardier (3 augustus 1915) en later aalmoezenier (15 april 1917).
Over hem is een brief bewaard van E.H. Bert, divisie-aalmoezenier geschreven op 16 juli 1919
die getuigenis aflegt van zijn werk onder de soldaten en officieren. Ook werd hij tijdens en na de
oorlog met verschillende militaire onderscheidingen vereerd.
Vox Minorum 5(1951)38-41 (overlijdensbericht)
13. VAN ACKERE Arthur (Guido)
Geboren te Egem op 21 februari 1890
Wijding op 2 mei 1915
Overleden te Sialkot (Pakistan) op 23 juni 1980
Op 31 juli 1914 trok hij op naar het leger maar werd reeds de volgende dag gedemobiliseerd.
Vox Minorum 34(1980)152-153. (Overlijdensbericht)
14. TINEL Henricus (Balduinus)
Geboren te St-Gillis-Brussel op 17 februari 1892
Wijding op 25 april 1915
Overleden te Lahore (Pakistan) op 25 april 1942
Tijdens de oorlog 1914-18 nam hij de zielzorg waar van de Belgen te Hazebroek. Zijn bescheidenheid is oorzaak dat we weinig kunnen meedelen over zijn werkzaamheid bij de vluchtelingen.
Overlijdensbericht
15. DE DONCKER Jean Baptiste (Odulfus)
Geboren te Meerbeke op 17 april 1892
Wijding op 25 april 1915
Overleden te Molegbe op 29 augustus 1919
P. Odulfus was oorlogsvrijwilliger. In de maand juli 1915 vertrok hij van Maastricht naar
Folkestone en vandaar naar Kales, waar hij drie weken verbleef. Eind augustus 1915 werd hij gezonden naar Auvours bij Le Mans, waar hij opgeleid werd tot militair brancardier. Nog voor de
winter ging hij naar het front, waar hij gedurende twee jaar gewetensvol zijn plicht volbracht.
Doch, vernomen hebbende dat de mogelijkheid bestond naar de kolonie te vertrekken, deed hij
zonder aarzelen de aanvraag om als missionaris naar Congo te mogen gaan. Op aandringen van
de heer Renkin, minister van koloniën, gaf de minister van oorlog bereidwillig de toestemming
om het leger te verlaten, zoals blijkt uit het dagorder van het regiment van 4 oktober 1917.
(Necrologium 29 augustus).
16. SYMOENS Pierre Nestor (Nestor)
Geboren te Gooik 19 juli 1891
Wijding op 25 april 1915
Overleden te Gent op 20 juli 1969
Behoorde tot de groep van 15 die in 1915 zich vrijwillig meldden. Na de opleiding te Auvours
werd hij als brancardier geplaatst bij het 2de Regiment Jagers te Voet, 6de Compagnie. Op voordracht van de Minister van oorlog de Broqueville werd hij op 15 oktober 1916 benoemd tot
'aumônier adjoint de 2e classe' bij zijn regiment (Le Havre 22 oktober 1916). Het jaar daarop
deed zich de mogelijkheid voor om naar de kolonie te gaan en zonder aarzelen diende hij een
aanvraag in om als missionaris te mogen vertrekken. Op 2 november 1917 werd zijn aanvraag
ingewilligd. Op 8 december kreeg hij het laissez-assez om naar Congo af te reizen.
Vox Minorum 23(1969)264-75. (Overlijdensbericht).
17. DE KEYZER Bauduoin Julien (Natanaël)
Geboren te Berchem op 25 september 1891
Wijding op 25 mei 1915
Uittrede op 21 november 1920
18. REUMONT Henri Edouard M.J. (Damianus)
Geboren te Mons op 6 januari 1892
Wijding op 25 april 1915
Overleden te Mons op 27 augustus 1965
Werd lid van de Waalse provincie in 1958.
19. HOET Carolus (Paulinus)
Geboren te Roeselare op 21 juli 1889
Wijding op 2 mei 1915
Overleden te Ardooie op 5 november 1918
Op 1 augustus 1914 werd hij door het Ministerie van Landsverdediging opgeroepen en vertrok
met zeven andere medebroeders uit Izegem naar het leger. Na een paar weken werd hij gevangen
genomen te Namen; doch daar hij brancardier was, liet de Duitse militaire overheid hem vrij. Hij
keerde naar Izegem terug.
Overlijdensbericht.
20. LUYTEN Henri (Hugolinus)
Geboren te Grobbendonk op 20 september 1890
Wijding op 17 juni 1916
Overleden te Lahore (Pakistan) op 21 juni 1939
Vanaf 1915 deed hij dienst in het Belgisch leger als brancardier.
Overlijdensbericht
21. SEGERS Josephus (Ladislas)
Geboren te Zondereigen op 2 oktober 1890
Wijding op 1 augustus 1920
Overleden te Blenheim (Canada) op 19 augustus 1961
P. Ladislas werd opgeroepen op 1 augustus 1914 en op 14 september, na de aftocht uit Namen,
toegevoegd aan de 5de Compagnie van het 13de Linieregiment, waarvan hij gedurende vier jaar al
de lotgevallen heeft gedeeld. Hij nam actief deel aan het groot bevrijdingsoffensief en bezette
naderhand met zijn legerafdeling Duitsland (Aken). Op 29 januari 1919 werd hij ingeschreven bij
de hogeschoolkompagnie te Gent en op 15 augustus met onbepaald verlof naar huis gezonden.
Zijn militaire diensstaat vermeldt de benoeming tot korporaal-brancardier in oktober 1915 en tot
sergeant-brancardier op 30 januari 1919. Koning Albert overhandigde hem persoonlijk de Militaire Medaille van 2de klas 'pour sa conduite courageuse lors de l'assaut sur la ferme 'La Violette'
dans la nuit du 9 au 10 mai 1915' en voor deze moedige daad werd hem naderhand ook het Oorlogskruis verleend. Verder was hij houder van het Kruis van de Ijzer, de Medaille van de Zegepraal en de Medaille der Verbondenen. Vermoedelijk werd hij eveneens onderscheiden met de
Orde van Leopold.
Vox Minorum 15(1961)252-259. (Overlijdensbericht)
22. VAN AERT Cornelius (Leander)
Geboren te Meer op 7 februari 1891
Wijding op 1 augustus 1920
Overleden te Boechout op 28 oktober 1965
Opgeroepen 1 augustus 1914. Beland te Nieuwpoort 18 december. Van 20 januari 1915 tot 12
januari 1916 sector Diksmuide, fort van Knokke. Daarna sector van Steenstraat tot begin januari
1917. Op 1 oktober 1917 verplaatst naar het veldgeschut 8° regiment. Op 18 december naar
Ramskapelle. Begin mei 1918 sector St Juliaan bij Ieper tot Langemark. Op 1 februari 1919 voorlopig vrijgesteld, volledige vrijstelling op 15 augustus 1919.
Vermeld op de regimentsdagorde van de 2de Divisie 6de Linie van 8 september 1916 (Nr 39). Onderscheiden met het Oorlogskruis, het Kruis van de Ijzer, de Medaille der Zegepraal en de Medaille der Verbondenen.
Vox Minorum 20(1966)17-23. (Overlijdensbericht).
23. THYS Georges Leonard (Octavius)
Geboren te Herentals op 13 maart 1891
Wijding op 21 mei 1916
Overleden te Herentals op 23 augustus 1964
Eind juli 1915 kregen alle studenten van p. Evarist, minister-provinciaal, bevel zich als vrijwilligers te melden bij het Belgisch leger. Samen met 15 medebroeders werd p. Octaaf van uit
Breust-Eysden, via Engeland naar Calais gestuurd. Hij bracht zijn wachttijd door in het Hôpital
Lamarck te Calais en werd toen gedetacheerd bij de zgn. 'Trains Sanitaires'. In april 1917 bracht
hij een achttal dagen door in het kamp van Auvours en bij de 4de Divisie. Na enkele dagen bij de
Colonne d'Ambulance te hebben doorgebracht, werd hij ingelijfd bij het 13de Linie, 2de Bataljon,
7de Compagnie. Hij bleef aan deze legereenheid verbonden tot 6 oktober 1918, d.is. tot na het
eerste offensief. Op 6 oktober werd hij bevorderd tot aalmoezenier en hij bleef deze functie vervullen tot 31 december 1918. Hij werd gedemobiliseerd op 10 januari 1919.
Vox Minorum 18(1964)228-230 (Overlijdensbericht)
24. STRUBBE Joseph Gustave P. (Silvanus)
Geboren te Brugge op 11 februari 1892
Wijding op 23 december 1916
Overleden te Brugge op 16 maart 1953
Op 31 juli 1915 werd p. Silvaan als brancardier gemobiliseerd. Hij ontving van de Belgische consul in Breda zijn reispas en scheepte in te Vlissingen op 3 augustus met bestemming Tilbury.
Daags na zijn aankomst in Engeland vertrok hij met een ander schip uit Folkestone naar Kales,
waar hij in 'subsistance' bleef tot 25 augustus, om dan te vertrekken naar het kamp van Auvours
voor de militaire training. Op 17 januari vertrok hij met p. Ivo naar het front en werd priester gewijd te Boulogne-sur-Mer op 23 december 1916. Hij werd gedemobiliseerd op 31 december
1918.
Tijdens de oorlogsjaren verwierf p. Silvaan zich de reputatie van een dapper brancardier: niet om
het blote feit dat hij behoorde tot het 13de linie, dat bekend stond als het 'regiment der dapperen'
maar te persoonlijken titel. Al op de tweede dag na zijn aankomst te Alveringem (22 januari
1916) maakte p. Silvaan kennis met de gevaarlijkste zone van het front: de sector van Diksmuide.
Op 25 meiwerd hij overgeplaatst naar de overstroomde sector van Ramskapelle. Omstreeks 21
november kreeg hij de sector Lizerne-Steenstraete-Bikschote toegewezen. Na zijn priesterWijding op bleef p. Silvaan brancardier. Van 6 mei tot 20 juni 1917 diende hij in de sector van Boezinge. Daarna was hij in Frans-Vlaanderen tot 21 november 1917. Rond deze datum ging hij met
zijn regiment naar Merkem, waar de Duitsers einde november (28-30) een aanval hadden ingezet.
Deze sector bleef zijn aandeel tot in 1918 en hij heeft er al de gevaarlijke voorposten gedaan van
Ashoop, Jezuïetengoed en Kloostermolen. P. Silvaan werd nooit op de dagorde vermeld, hoewel
hij dit ruimschoots verdiende. Toen op 17 april de zwaarste Duitse aanval werd ingezet op het
front van Merkem, vertoefde hij op de voorposten. Rond 26 april 1918 werd hij aalmoezenier benoemd.
Vox Minorum 7(1953)68-72 (Overlijdensbericht)
25. LAMS Marcellus (Michaël)
Geboren te Brugge op 24 november 1892
Wijding op 21 mei 1916
Overleden te Mons op 8 november 1956
Einde juli 1915 bracht p. Evarist, minister-provinciaal een bezoek aan de priester-studenten te
Breust (Nederland) om hen aan te sporen zich op het Belgisch consulaat aan te bieden om hun
dienstplicht te beginnen: anders zouden ze gevaar lopen als vaandelvluchtigen te worden beschouwd. 15 studenten werden goedgekeurd voor de legerdienst en vertrokken op 4 augustus, via
Engeland, naar Frankrijk om het Belgisch leger te vervoegen. Ze bleven enkele weken samente
Kales in een zgn 'centre de triage'. Na een paar weken werden de paters Dominicus, Balduinus,
Octavius, Michaël en Landoald aangewezen om de sanitaire treinen te begeleiden. Octavius en
Michaël bleven samen van augustus 1915 tot begin 1917 en studeerden theologie in hun vrije
tijd. Ze werden op 16 mei 1916 priester gewijd te Boulogne aan zee. P. Michaël werd in 1917
gedemobiliseerd en stelde zich ter beschikking van de vluchtelingen in de sector van Kales tot St.
Omaars.
Onderscheidingen: De Franse Republiek kende hem het Ridderkruis van het Erelegioen toe (19
november 1921)
Vox Minorum 11(1957)15-19. (Overlijdensbericht)
26. FAES Henricus (Rufinus)
Geboren te Meerle op 2 februari 1892
Wijding op 1 augustus 1920
Overleden te Antwerpen op 25 dec 1967
Hij behoorde tot de groep van 15 studenten die op 1 augustus 1915 via Engeland naar Frankrijk
trokken. P. Rufien maakte de oorlog mee als brancardier, maar nadere bijzonderheden over zijn
dienst ontbreken in het archief. Op 17 april 1918 werd hij te Merkem door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt en vertoefde hij achtereenvolgens in de kampen van Dülmenn Sennelager en
Münster. Na de wapenstilstand werd hij vrijgelaten.
Vox Minorum 22(1968)53-57. (Overlijdensbericht).
27. NUYTTEN Remigius (Godfridus)
Geboren te Beitem op 7 november 1892
Wijding op 19 februari 1921
Overleden te Izegem op 7 februari 1966
Op 6 augustus 1915 werd hij als brancardier gemobiliseerd en in deze hoedanigheid maakte hij
de oorlog mee achter de IJzer. (Dagboeknotities in VM 20(1966)137-149).
28. PYFFEROEN Cyriel (Landoald)
Geboren te Wingene op 3 februari 1893
Wijding op 1 augustus 1920
Overleden te Brugge op 4 april 1974
P. Landoald behoorde tot de groep van 15 studenten die op 1 augustus 1915 via Engeland naar
Frankrijk trokken. Hij werd ingezet op de zgn. Trains sanitaires, die een pendeldienst onderhielden tussen het front en de achterlinie om de zieken en gewonden op te halen. Drie jaar heeft hij
dienst gedaan op deze treinen. De dienst was niet erg zwaar - de treinen werden nauwelijks een
drietal keren per maand ingezet - en de brancardiers hadden meestal weinig om handen. Hij werd
gedemobiliseerd op 15 augustus 1919.
Onderscheidingen: Medaille van de Overwinning en de Medaille van de Geallieerden.
Vox Minorum 28(1974)132-141. (Overlijdensbericht)
29. STYNEN Jozef (Hubertinus)
Geboren te Antwerpen op 20 mei 1892
Wijding op 19 februari 1921
Overleden te Antwerpen op 9 april 1986
Hij was brancardier tijdens de wereldoorlog 1914-1918.
Vox Minorum 40(1986)71-73. (Overlijdensbericht).
30. KYNDT Ludovicus (Tarcitius)
Geboren te Oostende op 8 juli 1892
Overleden te Langemark op 20 april 1918
Hij vertrok begin augustus 1915 naar Kales en werd in januari 1916 naar het front gestuurd. Op
20 april 1918 sneuvelde hij te Langemark.
Overlijdensbericht
31. MAHIEU Achilles (Ivo)
Geboren te Oostkamp op 13 december 1892
Wijding op 19 februari 1921
Overleden te Brugge op 21 september 1958
P. Ivo behoorde tot de groep van 15 studenten die op 1 augustus 1915 zich aanboden. Na zijn opleiding in het kamp van Auvours werd hij als brancardier toegewezen aan de 4de Legerafdeling
samen met p. Silvaan (17 januari 1916). Deze divisie bezette de sector Diksmuide en zo werd hij
te Alveringem ingelijfd bij het 13de Linieregiment, derde bataljon, vierde compagnie. In mei 1917
werden zes divisies ontdubbeld en ging hij over naar het 19de Linieregiment, 9de compagnie, in de
sektor van Boezinge. In oktober 1918 maakte hij het tweede groot offensief mee te Kortemark.
Na dit offensief krijgt hij buikloop en wordt geëvacueerd naar het hospitaal van Kales (23 oktober). Op 3 november 1918 wordt hij genezen verklaard en op 11 november kwam de wapenstilstand. Op 27 november wordt hij ingelijfd bij een Colonne d'Ambulance die bestemd is voor
Duitsland. Na een tijdje rondzwerven, vestigt deze colonne zich te Krefeld en krijgt hij er de zorg
voor een ziekenzaal. Hij werd definitief gedemobiliseerd op 15 augustus 1919.
Onderscheidingen: Zege- en Herinneringsmedaille, het Oorlogs- en het Vuurkruis, Ridderschap
in de Orde van Leopold II met Zwaarden (21 juli 1945) en Ridderschap in de Kroonorde met
Zwaarden (21 juli 1954).
Vox Minorum 12(1958)216-220. (Overlijdensbericht)
32. CLAEYS Josephus (Fridolinus)
Geboren te Brugge op 18 januari 1893
Wijding op 19 februari 1921
Overleden te Libenge (Congo) op 4 maart 1942
P. Fridolien werd als brancardier bij het zesde Jagers ingelijfd. Hij werd gedemobiliseerd in
1919.
Overlijdensbericht.
33. VERMANG Joris (Matthias)
Geboren te Gent 08 jul 1893
Wijding op 19 februari 1921
Overleden te Brussel op 18 februari 1975
Behoorde tot de groep van 15 studenten. Op 17 december 1915 vertrok hij naar het front om het
13de Linieregiment in de sector van Diksmuide te gaan vervoegen. Op 20 januari 1916 werd hij
overgeplaatst naar een andere infanterie-compagnie, waaraan ook de fraters Ladislas en Tarcis
verbonden waren. In de loop van 1916 en 1917 bezette het regiment de sectoren van Ramskapelle, Pervijze, Steenstraete-Boezinge. Op 10 november 1917 loste het regiment de Franse troepen
af in de sector van Merkem. Hij maakte de slag van Merkem mee waar fr. Tarcis dodelijk gewond werd (april 1918). Eind juni 1918 werd het regiment opnieuw ingezet in de sector Diksmuide-Stuivekenskerke. Op 28 augustus 1918 nam hij deel aan het groot eindoffensief en volgde
het regiment de Belgische troepen op hun overwinningstocht. In december 1918 werd hij uit zijn
compagnie (5de van het 13de) overgeplaatst naar de Ambulantiekolom en ging daarmee naar
Duitsland. Na enkele dagen werd hij naar Veurne gestuurd en op 22 januari 1919 naar de Universiteits-compagnie van Gent. Op 15 augustus 1919 werd hij definitief gedemobiliseerd.
Onderscheidingen: Schouderkoord van het Ridderschap in de Leopoldsorde, Oorlogskruis met
Palm (1920), de Overwinningsmedaille (1920), de Herinneringsmedaille (1920), het Kruis van
Officiezr in de Kroonorde met Zwaarden (1963) en de Herinneringsmedaille van de Regering van
Zijne Majesteit Albert I (1963).
Vox Minorum 29(1975)147®161. (Overlijdensbericht)
34. ALGOET Medard (Silvester)
Geboren te Jabbeke op 1 augustus 1893
Wijding op 19 februari 1921
Overleden te Izegem op 24 februari 1977
Behoorde tot de groep van 15 studenten. Op 1 november 1915 brancardier bij het zware geschut
van het Belgisch leger. Kwam op 3 november toe te Adinkerke en op 4 november te Reninge. Hij
werd driemaal vermeld op de dagorde van het leger: 7 november 1917 (3de Batterie 4de groep 1
R.Z. Geschut); 23 januari 1918; 9 maart 1918. Op 5 december 1918 overgeplaatst naar de C.I.B.I.
te Veurne, viel echter ziek en werd overgebracht naar het hospitaal. Verbleef tot 23 januari 1919
in het hospitaal bij de Benedictijnen te Loppem. Hij werd op 23 januari 1919 ingelijfd in de Hogeschoolkompagnie. Gedemobiliseerd op 15 augustus 1919.
Vox Minorum 32(1978)31-37. (Overlijdensbericht).
35. ISSELEE Renatus (Idesbald)
Geboren te Brugge op 21 augustus 1893
Wijding op 1 augustus 1920
Overleden te Izegem op 11 juni 1962
Hij maakte de oorlog mee in hoedanigheid van brancardier (juni 1916-15 augustus 1919). VM
16(1962)152-158) met verslag van zijn belevenissen.
36. DE KLERCK Richardus (Joachim)
Geboren te Brugge op 17 augustus 1893
Wijding op 19 februari 1921
Overleden te Izegem op 28 mei 1957
Werd in juli 1915 gemobiliseerd en maakte de oorlog mee als brancardier aan het front.
Onderscheidingen: Medaille van de Zegepraal, de Medaille van de Verbondenen en het Burgerlijk Ereteken.
Vox Minorum 11(1957)131-133. (Overlijdensbericht)
37. BULTIAUW Petrus (Diëgo)
Geboren te Lissewege 28 juli 1894
Wijding op 12 februari 1922
Overleden te Brugge op 13 april 1928
Op 2 augustus 1915 reisde hij naar Engeland en verder naar Kales. Op 25 augustus 1915 werd hij
naar het kamp van Auvours overgebracht om er zijn militaire opleiding te ontvangen. Vijf maanden later (17 januari 1916) vertrok hij naar de vuurlinie tot 10 november 1918. Van november
1917 tot october 1918 was hij ingelijfd in het 13de Linie. Op 6 februari 1919 werd hij in de hogeschoolcompagnie geplaatst tot aan zijn demobilisatie op 15 augustus 1919.
Overlijdensbericht.
38. WUYTS Gaudentius (Gaudentius)
Geboren te Wezemaal 15 dec 1894
Wijding op 12 februari 1922
Overleden te Gemena (Zaïre) op 13 februari 1964
Gedurende de eerste wereldoorlog deed p. Gaudens dienst als brancardier-verpleger aan het front.
Vox Minorum 18(1964)117-120. (Overlijdensbericht)
39. TILLIEUX Emile Joseph Jules (Exuperius)
Geboren te Kortrijk 24 september 1860
Wijding op 19 december 1884
Overleden te Ieper op 4 december 1943
Van 1914 tot 1918 was hij legeraalmoezenier als priester van het bisdom Brugge. In 1915 en
1916 verloor hij achtereenvolgens zijn vader en moeder en besloot van toen af aan kapucijn te
worden. Hij werd aanvaard door de kapucijnen van de provincie van Parijs op 31 oktober 1918.
In april 1940 werd hij lid van de Belgische provincie.
Overlijdensbericht.