Woordenschat thema 9: De weg kwijt Woordcluster A: Verdwalen: verdwalen betekent: de weg kwijtraken. Als je verdwaalt bent, weet je niet meer waar je bent en waar je heen moet. De weg kwijt zijn: Als je de weg kwijt bent, weet je niet meer waar je bent. De omgeving: De omgeving van iets is het gebied eromheen. Dit huis staat in een bosrijke omgeving. Woordcluster B: Het warenhuis: Een warenhuis is een grote winkel. Je kunt er van alles kopen. Vaak hebben warenhuizen veel verdiepingen. De verdieping: Een verdieping is een etage. Dat is een laag van een huis of een ander gebouw. Tussen verdiepingen zijn trappen en liften. De roltrap: Een roltrap is een trap met treden die omhoog en omlaag gaan. Je hoeft dus niet zelf te lopen. In grote winkels en op stations zijn vaak roltrappen. De lift: Een lift in een gebouw is een hokje dat mensen of dingen naar boven en naar beneden brengt. Met de lift kun je op een andere verdieping van het gebouw komen zonder trappen te lopen. Woordcluster C: De routebeschrijving: Als je iemand een routebeschrijving geeft, vertel je hoe hij moet lopen of rijden om op een bepaalde plek te komen. De plattegrond: Een tekening of kaart waarop meestal straten en gebouwen staan. Als je op een plattegrond kijkt, kun je zien hoe je ergens moet komen. Op een plattegrond kan ook de indeling van een huis of gebouw zijn getekend. Woordcluster D: Dwalen: Als je dwaalt, loop je zomaar rond. Je weet niet waarheen. Zwerven: Iemand die zwerft, heeft geen huis. Hij slaapt steeds op en andere plek. Dolen: Dolen is hetzelfde als rondzwerven. Het betekent dat je ergens loopt zonder bepaald doel. De doolhof: Een doolhof is een tuin met veel weggetjes en heggen. In een doolhof kun je makkelijk verdwalen. Woordcluster E: Het adres: Je adres, dat is de straat, het huisnummer en de plaats waar je woont. Als je een brief stuurt, schrijf je er een adres op. De postcode: Een postcode is een rijtje van cijfers en letters. Aan de postcode kan een postbode zien welke plaats en welke straat bedoeld wordt. Bijvoorbeeld: 1058 CK is de postcode van een bepaalde straat in Amsterdam. De woonplaats: Een woonplaats is de stad of dorp waar je woont. Tijdelijk: Iets is tijdelijk als het niet voor altijd is. Verdwalen De weg kwijtraken. Je weet niet meer waar je heen moet. De weg kwijt zijn Als je de weg kwijt bent, weet je niet meer waar je bent. De omgeving Het gebied ergens omheen. Bijvoorbeeld: Dit huis staat in een bosrijke omgeving. . Het warenhuis Een grote winkel. Je kunt er van alles kopen. Vaak hebben ze veel verdiepingen. De verdieping Een etage. Dat is een laag van een huis of een ander gebouw. Tussen de lagen zijn liften of trappen. De roltrap Een trap met treden die omhoog en omlaag gaan. Je hoeft dus niet zelf te lopen. In grote winkels en op stations zijn vaak roltrappen. De lift De routebeschrijving De plattegrond Een hokje dat mensen of dingen naar boven en naar beneden brengt. Je kunt ermee op een andere verdieping van het gebouw komen zonder trappen te lopen. Hierop staat hoe iemand moet lopen of rijden om op een bepaalde plek te komen. Of je vertelt hoe iemand moet lopen of rijden om op een bepaalde plek te komen. Een tekening of kaart waarop meestal straten en gebouwen staan. Je kunt hierop zien hoe je ergens moet komen. Er kan ook de indeling van een huis of gebouw zijn getekend. Dwalen Zwerven Dolen Je loopt zomaar rond. Je weet niet waarheen. Iemand die zwerft, heeft geen huis. Hij slaapt steeds op en andere plek. Dit betekent hetzelfde als rondzwerven. Het betekent dat je ergens loopt zonder bepaald doel. De doolhof Een tuin met veel weggetjes en heggen. Je kunt hier gemakkelijk verdwalen. Het adres De straat, het huisnummer en de plaats waar je woont. Als je een brief stuurt, schrijf je dit erop. De postcode Een rijtje van cijfers en letters. Hieraan kan een postbode zien welke plaats en welke straat bedoeld wordt. Bijvoorbeeld: 1058 CK is van een bepaalde straat in Amsterdam. De woonplaats Tijdelijk De stad of dorp waar je woont. Het is niet voor altijd.
© Copyright 2024 ExpyDoc