2014-2015 Klipperstraat 2-4 1503 AM Zaandam 075-6163929 [email protected] www.loopplank.nl 1 1. Een woord vooraf Met deze schoolgids willen wij u een zo goed mogelijk beeld geven van onze school. U vindt hierin de informatie, die nodig is om een eerste indruk te krijgen. U leest hoe wij denken over goed onderwijs, over opvoeden, over omgaan met kinderen en over onze identiteit. Ook geven wij een beeld van de manier waarop wij onze visie in praktijk brengen in het alledaagse schoolleven. Wat verwachten wij van ouders? Wij vinden de rol van de ouders belangrijk in de ontwikkeling van de kinderen. Dit komt uitgebreid aan bod in het gesprek met de directeur. Wij praten over verwachtingen die u als ouders heeft van de school, maar ook over wat wij van u verwachten. In het kort gezegd vragen wij van ouders dat zij staan achter onze identiteit, zoals beschreven in deze gids, onze visie op onderwijs onderschrijven en zich in het belang van de kinderen inzetten voor een goede samenwerking met de school. Inschrijving en kennismaking op de Loopplank Meer informatie nodig? Wij zijn trots op onze school en vertellen er graag over. Alle ouders die interesse hebben in onze school nodigen wij uit voor een uitgebreide kennismaking. Deze bestaat uit een gesprek met de directie en een kennismaking met enkele leerkrachten. Een rondleiding biedt de mogelijkheid om de goede sfeer op onze school te proeven. Wij verzoeken u bij de inschrijving een kopie van uw hoogst behaalde diploma mee te brengen. Wanneer u uw kleuter bij onze school heeft aangemeld, krijgt uw kind vooraf de gelegenheid om te 'wennen'. 'De stap' naar de basisschool, die voor uw kind (en voor de ouders) heel belangrijk is, kan zo vloeiend verlopen. De schoolgids is een eerste presentatie, waarvan wij hopen dat u hiermee een voldoende indruk van onze school krijgt. Actuele informatie vindt u in de weekbrief en op onze website www.loopplank.nl. We gaan er vanuit dat de aangeboden informatie vragen wegneemt, maar ook vragen kan oproepen. De vragen, die u na het lezen nog heeft, beantwoorden wij graag. 2 2. De school Het schoolgebouw en het plein Het gebouw is 32 jaar oud. De ruime lokalen zijn rondom een patio gebouwd. In het hart van het gebouw bevindt zich “de kuip”, waarin centrale programma's, vieringen en “kuipshows” plaatsvinden. We beschikken over 2 schoolpleinen: een kleuterplein en een plein voor de grotere kinderen. Verder is er een groot veld naast het gymlokaal waar kinderen kunnen spelen. Op de pleinen en het (gras)veld staan diverse speeltoestellen, die we jaarlijks op veiligheid laten controleren. In 2010 is er op het kleuterplein een nieuw speeltoestel en een nieuwe zandbak geplaatst. Het gymlokaal bij onze school wordt beheerd door de gemeente Zaanstad. Ook groepen van andere scholen maken hiervan gebruik. Onze school staat naast de flat Brandaris aan de Watering. Ons adres is: CBS de Loopplank Klipperstraat 2-4 1503AM Zaandam Tel: 075-6163929 Fax:075-6147635 Mail: [email protected] Website: www.loopplank.nl Huisvesting/omgeving/parkeren Onze school staat aan de rand van de wijk Peldersveld, tussen de wijken Peldersveld en Poelenburg, en is omgeven door veel groen. Sinds augustus 2011 zitten we in één gebouw. De directe omgeving van de school valt op door een veelheid aan culturele achtergronden. Deze veelkleurigheid is dan ook een vertrouwd kenmerk van de school geworden. De school ligt aan drukke uitvalswegen. Tijdens het brengen en halen van de kinderen zien wij graag dat auto’s worden geparkeerd op de daarvoor bestemde parkeerplaatsen. In verband met de veiligheid van onze kinderen is het verboden op de stoep te parkeren. De kinderen die op de fiets komen kunnen de fiets neerzetten op de bestemde fietsenstalling. Dit is naast de school of naast de kerk. Laat uw kind zijn fiets altijd op slot zetten! Grootte We zijn inmiddels een middelgrote school met ongeveer 145 leerlingen. Teamleden en kinderen kennen elkaar. Wij vinden het contact tussen kinderen en leerkrachten erg belangrijk en we investeren hierin. Onze school heeft middelgrote groepen. Gemiddeld bestaan de groepen uit 26 kinderen. Vanwege de organisatie van de groepen moet er wel eens een uitzondering gemaakt worden. Dit wordt dan teambreed besproken. De groepen zijn verdeeld over 6 lokalen. Daarnaast is een leslokaal gereserveerd voor peuterspeelzaal “Het Touwladdertje” (zie: voorzieningen). Identiteit De Loopplank is een Christelijke Ontmoetingsschool. Dat wil zeggen dat we met elkaar om willen gaan volgens de Bijbelse waarden en tevens aandacht hebben voor en ruimte geven aan andere godsdiensten. Op onze school zijn veel kinderen met een andere religieuze achtergrond dan de christelijke. Wij geven deze verschillende achtergronden een plek in ons onderwijs en willen in elk geval in gesprek met ieder geloof dat wij in de school ontmoeten. Wij gaan daarbij op zoek naar dat wat ons bindt. 3 Van ouders verwachten wij dat zij de Christelijk grondslag van de Stichting Agora, waarvan onze school deel uitmaakt, respecteren. ieder tot zijn of haar recht te laten komen met respect voor het anders-zijn. Lees elkaars boeken Binnen alle godsdiensten spelen verhalen een grote rol om mensen duidelijk te maken wat de bedoeling van God is met deze wereld. Een jongetje vertelde ons het volgende verhaal, dit verhaal had hij gehoord van de Imam: “Heel lang geleden keek God naar de mensen en zag dat zij niet goed met elkaar leefden. God gaf hen de Thora zodat de mensen wisten hoe zij moesten leven. Identiteit in de praktijk Door met ouders en kinderen te praten en na te denken over Bijbelse thema's als liefde, trouw, recht en onrecht hopen wij, dat kinderen van jongs af aan leren zin en betekenis aan hun leven te geven. Wij vinden dat het ook belangrijk is dat kinderen de Bijbelverhalen kennen. Regelmatig zullen verhalen verteld worden. De keus van de verhalen is afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Sinds het schooljaar 2006 – 2007 werken wij met de methode Trefwoord. Deze verbindt Bijbelverhalen aan het dagelijks leven van kinderen en betrekt andere godsdiensten dan de christelijke hierbij. Jaren later zag God dat de mensen niet leefden naar het boek. Toen stuurde God de Bijbel naar de mensen. Helaas, de mensen bleven de verkeerde dingen doen. Weer veel later stuurde God de Koran naar de mensen. Helaas: ook nu leefden de mensen niet naar wat er geschreven stond. Toen zei God: ”Nu wordt het tijd dat jullie in elkaars boeken gaan lezen want dan pas zal het met de mensen beter gaan”. Wij vieren de christelijke feesten met alle kinderen. Verder is er ook aandacht voor andere feesten, bijvoorbeeld het suikerfeest en offerfeest. Levensbeschouwelijke vragen kunnen op onze school heel breed besproken worden, dankzij de inbreng van de kinderen en ouders. Ieder jaar geven gastdocenten in de groepen 7 en 8 les over o.a. het Hindoeïsme, Jodendom en Humanisme. Het feit dat kinderen uit verschillende culturen en godsdiensten op onze school samenkomen, ervaren wij als een verrijking. Wij staan open voor andere geloofs– en levensovertuigingen naast de protestants- christelijke en streven ernaar 4 Identiteit en onderwijs deze gekoppeld aan de schoolmissie en schoolregels. De klassenmissie en regels kunt u terugvinden in de groepen. Nauw verbonden met onze identiteit is onze missie/visie op onderwijs. Uitgangspunt van ons onderwijs is het individuele kind met zijn of haar mogelijkheden en moeilijkheden. Een kind kan pas groeien en zich ontwikkelen als het zich gekend en gerespecteerd weet. Wij werken aan een veilige en stimulerende omgeving voor de kinderen. In samenwerking met de ouders willen wij de talenten van kinderen ontwikkelen. Ons gezamenlijk doel is dat de kinderen zullen opgroeien tot harmonieuze mensen. Identiteit en de wereld De kansen van een kind worden voor een groot deel bepaald door de plek waar het geboren wordt. In veel landen zijn die kansen minimaal. SOS-Kinderdorpen is een organisatie die actief is in 131 landen en 430 kinderdorpen, waarin aan veel kinderen een goede opvang wordt geboden. Een kinderdorp bestaat uit veilige gezinshuizen, geschikt voor 8 tot 10 personen. Een “eigen” SOS-moeder verzorgt de kinderen, samen met broertjes en zusjes. Binnen het dorp staan scholen en medische en sociale voorzieningen, die ook toegankelijk zijn voor kinderen en volwassenen uit de omgeving. Zo groeit het kind op tot een kansrijk en sociaal medemens. De missie van onze school: Het team heeft met elkaar gesproken over de missie van de Loopplank. Onze missie is: Wij, het team van Christelijke ontmoetingsschool De loopplank, verzorgen goed en stimulerend onderwijs, waarbij wij kinderen begeleiden tot zelfstandig wereldburger! Om aan deze missie te kunnen werken zijn er regels opgesteld waar iedereen zich aan dient te houden. SOS-kinderdorpen is niet overheidsgebonden en kan haar prachtige werk doen dankzij de financiële steun en inzet van donateurs en vrijwilligers. Wij staan achter de uitgangspunten van SOS-Kinderdorpen en willen bijdragen om ook deze kinderen tot hun recht te laten komen. Wij vinden het belangrijk dat ieder kind de kans krijgt zich optimaal te ontwikkelen ondanks de plek waar het geboren is. Daarom steunen wij deze organisatie middels donaties. Kinderen kunnen de hele week geld meenemen en aan de groepsleerkracht geven. Dat geld word opgehaald en gestort voor SOSkinderdorpen. Schoolregels/groepsafspraken *Wij zorgen ervoor dat iedereen zich prettig en veilig voelt *Wij zorgen voor een veilige en nette leeromgeving *Wij werken samen en helpen elkaar als dat nodig is *Wij tonen respect en accepteren elkaar *Wij houden ons aan gemaakte afspraken Naast de schoolmissie en schoolregels heeft iedere groep een klassenmissie en klassenregels opgesteld. Uiteraard zijn 5 Voor de Nederlands sprekende kinderen betekent dit, dat de groepsleerkracht meer tijd en aandacht kan geven aan de ontwikkeling van de Nederlandse taal. Daarnaast is het zeer gunstig dat, behalve de leerkracht, een ander vertrouwd persoon die van alles op de hoogte is, in de groep werkt. 3. Het schoolteam Wie werken er op de Loopplank? 1 directeur 10 groepsleerkrachten 1 intern begeleider 1 motorisch remedial teacher 2 bouwcoördinatoren 1 mediatheekleerkracht 3 assistenten 1 ICT/Arbo -coördinator Al deze mensen staan met een foto in de jaarlijks verschijnende kalender. De primaire taak van onderwijsassistenten ligt op onderwijskundig gebied. Door de aanwezigheid van assistenten in de groepen kunnen wij de kinderen meer aandacht en begeleiding te geven. De directie De directie wordt gevormd door de directeur. Zij wordt ondersteund door de IB’er en de bouwcoördinatoren. De onderwijsassistenten In de kleutergroepen werken onderwijsassistenten. Zij helpen de leerkracht bij het werk in de groepen en in de schoolorganisatie als geheel. Onderwijsassistenten hebben voor hun werk een opleiding gevolgd. In de groepen 1/2 werken bij ons tweetalige onderwijsassistenten (Nederlands–Turks). Voor deze tweetaligheid is indertijd gekozen omdat er veel kinderen van Turkse afkomst op school zaten. Voor veel jonge kinderen is het nog moeilijk om zich in het Nederlands uit te drukken. De tweetalige assistenten kunnen bruggen slaan tussen de kinderen en de leerkrachten. Ook kunnen zij de kinderen spelenderwijs stimuleren tot het aanleren van de Nederlandse woorden. 6 Stagiaires De Loopplank biedt elk jaar de mogelijkheid aan studenten om stage te lopen. Wij vinden het belangrijk te zorgen dat er ook in de toekomst goed onderwijzend personeel wordt opgeleid. Zowel de studenten als de school hebben hier profijt van. De stagiaires kunnen veel leren op onze school en het team blijft zo op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen op onderwijskundig gebied. Als een student in zijn of haar laatste studiejaar zit, kan hij/zij een 'LIO-stage' krijgen. Een LIO-er (Leerkracht in Opleiding) zal meer verantwoordelijkheid dragen dan een stagiaire. Ook zullen zij wel eens alleen voor de groep staan. Naast stagiaires van de PABO hebben wij ook regelmatig stagiaires van een SPWopleiding. Zij lopen stage om een diploma onderwijsassistente te behalen. Van studenten krijgen wij vaak te horen dat zij de werksfeer op school als erg prettig ervaren. Procedure bij ziekte van de groepsleerkracht Dag 1: De groep wordt opgevangen door een invaller of verdeeld over de andere groepen. Dag 2. Als er geen invaller is, sturen wij de groep naar huis Langer ziek? Andere groepsleerkrachten nemen bij toerbeurt de vervanging op zich. Dit houdt in dat andere groepen dan naar huis gestuurd worden Deze procedure zal gevolgd worden totdat er een structurele oplossing is gevonden. Indien u geen opvang kunt regelen, dan kan uw kind op school worden opgevangen. Vervanging bij ziekte In het basisonderwijs is een tekort aan invalleerkrachten. Het lukt ons daarom niet altijd om bij ziekte invallers te vinden. Onderstaande procedure hebben wij intern afgesproken, om het onderwijs in geval van ziekte van één van de leerkrachten toch zoveel mogelijk door te laten gaan. U zult begrijpen dat genoemde afspraken betreffende de vervanging bij ziekte een enorme druk geeft op de schoolorganisatie. Voor kinderen, ouders en leerkrachten is de procedure niet ideaal te noemen. 7 4. Ons onderwijs Uitgangspunten Kinderen verschillen erg van elkaar in aanleg, vaardigheden, karakter, intelligentie en sociaal functioneren. Ons onderwijs is er op gericht om aan te sluiten bij de capaciteiten van het individuele kind. We stimuleren een kind in datgene waarin het goed is. Hierdoor kan het groeien en zelfvertrouwen ontwikkelen. De dingen die voor een kind moeilijk zijn worden extra begeleid op een wijze en op een niveau dat past bij het kind. Werken op het eigen niveau Kinderen uit een zelfde groep krijgen in de klas niet allemaal dezelfde opdracht. Op onze school kunnen kinderen met leerproblemen en begaafde kinderen zich, in principe, in dezelfde groep ontwikkelen. Het welbevinden van uw kind staat voorop. De kinderen krijgen opdrachten die passen bij het eigen denkniveau en bij de kennis en vaardigheden waar het kind aan toe is. Het aanbieden van de leerstof gebeurt regelmatig in kleine groepjes. Vaak ondersteunt een onderwijsassistent de leerkracht hierin. Wij wijzen uw kind naar welk doel hij/zij toe gaat werken. Pedagogisch klimaat De sfeer waarin een kind opgroeit, speelt een grote rol in zijn of haar ontwikkeling op weg naar de volwassenheid. Wij vinden daarom een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat heel belangrijk. Pas als een kind zich veilig voelt, kan het zich ontwikkelen. Binnen onze school kennen we duidelijke omgangsregels. U vindt de belangrijkste regels op de informatiekalender die u jaarlijks aan het begin van het jaar ontvangt. Daarnaast bepalen de leerkracht en de kinderen jaarlijks de regels in de klas. Door dit samen te bespreken staat het dicht bij de kinderen en weet iedereen waar hij/zij zich aan moet houden. Interesse van de kinderen en de onderwijsdoelen van de leerkracht Persoonlijke aandacht van de leerkracht, stimulering en complimenten zorgen ervoor dat een kind zich veilig en geaccepteerd voelt. En dat is een basisvoorwaarde voor groei, ontwikkeling en zelfvertrouwen. Het is onze ervaring, dat deze positieve benadering door de leerkracht ook de samenwerking in de groep op een positieve manier beïnvloedt. Binnen alle groepen wordt er ruim aandacht gegeven aan de sociaalemotionele ontwikkeling. Kinderen die gerespecteerd worden en die precies weten wat er van ze verwacht wordt, zullen zich harmonieus kunnen ontwikkelen. In de lessen wordt aangesloten bij zaken, die de interesse van kinderen wekken. Een kind dat graag voetbalt, maar veel moeite heeft met schrijven, wordt meer uitgedaagd als het mag schrijven over een voetbalwedstrijd. Een verkeersles op je fiets door de wijk is interessanter dan het leren van voorrangsregels uit een boekje. Je leert spelenderwijs over bloemen en zaden als je in en om de school je eigen schooltuin mag aanleggen. Het zelf ervaren is voor leren erg belangrijk. De kinderen hebben regelmatig excursies of educatieve uitstapjes. 8 De leerkrachten weten wat de kinderen in een groep in een jaar moeten leren. De uitdaging voor de leerkracht is om aan te sluiten bij de interesse van de kinderen, maar daarnaast het onderwijs zo in te richten, dat de onderwijsdoelen worden gehaald. taalgebruik. Voor de kinderen uit de midden- en bovenbouw verschuift het accent van spel naar onderzoeksactiviteiten. In school is een mediatheek aanwezig, die hierin een belangrijke rol speelt. Toetsen Voor rekenen, aanvankelijk lezen, taal, spelling en begrijpend lezen zijn er gedurende het jaar vaste toetsmomenten (CITO-toetsen). De resultaten worden met u besproken. Op grond van de uitslagen wordt bepaald of een kind herhaling of verdieping van de stof nodig heeft. Zo nodig wordt extra begeleiding geboden. Als blijkt dat het voor de sociaal emotionele en/of leerontwikkeling nodig is, kan een kind bouwverlenging krijgen. De groepsleerkracht zorgt er dan voor, dat uw kind geen onnodige herhaling van de lesstof krijgt. Het kan dus zijn, dat uw kind voor de tweede keer in groep 3 zit, maar werkt met de rekenstof van groep 4. Andersom kan een kind ook doorgaan naar een volgend leerjaar, maar werken met leerstof uit het jaar daarvoor. Groepssamenstelling Uitgangspunt van de groepssamenstelling is dat kinderen kunnen leren van de onderlinge verschillen. In de onderbouwgroepen wordt altijd gekozen voor een samenvoeging van groep 1 en 2. Zo leren de kinderen spelenderwijs om te gaan met verschillende rollen. Ze zijn één jaar jongste en daarna één jaar oudste. In de overig groepen wordt dit schooljaar ook gewerkt met samengestelde groepen. De leerlingenaantallen per groep en de bezuinigingen van het kabinet hebben ervoor gezorgd dat er combinatiegroepen gevormd moesten worden. Bij het indelen van de combinatiegroepen is het welbevinden van uw kind altijd ons uitgangspunt Spelend leren en thematisch werken. Vaak krijgen wij van ouders vragen of het wel goed is dat de kinderen zoveel spelen op school. Spel is een belangrijke werkvorm tijdens het thematisch werken in de onderbouw. Kinderen leren veel door te spelen. De leerkracht stimuleert en verrijkt het spel. Kinderen werken met elkaar al spelend opdrachten uit en ontwikkelen zo hun sociale vaardigheden en mondelinge 9 5. Onderwijs Vakken en methoden Op school worden er verschillende vakken gegeven via verschillende methoden. Hieronder kunt u lezen welke methoden De Loopplank gebruikt voor haar vakken: Vakgebied: Rekenen Taal Spelling Technisch lezen Methoden: Alles Telt Taal op maat Spelling op maat Veilig leren lezen, KIM versie (groep 3) Begrijpend lezen Leeslink Schrijven Pennenstreken (groep 3, 4 en 5) Mijn eigen handschrift (groep 6, 7 en 8) Engels Hello World (groep 7 en 8) Verkeer Op voeten en fietsen (groep 5/6), Jeugd verkeerskrant (gr. 7) Dijkstra (groep 8) Aardrijkskunde De Blauwe Planeet Geschiedenis Speurtocht Godsdienstonderwijs Trefwoord VVE De Nederlandse overheid investeert in voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Dit houdt in dat jonge kinderen (peuters en kleuters) zodanig begeleid worden dat ontwikkelingsachterstanden voorkomen kunnen worden. De begeleiding van deze jonge kinderen gebeurt via educatieve programma’s. Op De Loopplank hebben wij gekozen voor het VVE-programma” Piramide”. Piramide is een programma dat bijzonder geschikt is voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Met een combinatie van spelen, werken en leren worden jonge kinderen gestimuleerd in hun ontwikkeling. Het programma richt zich op gebieden die een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van een kind, uiteenlopend van denk- en taalontwikkeling tot creatieve en persoonlijkheidsontwikkeling. Het programma Piramide start op de peuterspeelzaal en loopt door in de groepen 1 en 2. VVE-Thuis Met ingang van het schooljaar 2013-2014 zijn we gestart met Vve-Thuis. Sociale emotionele ontwikkeling VVE Thuis wil de onderwijskansen van kinderen van drie tot zes jaar vergroten door: Voor wat betreft de sociaal emotionele ontwikkeling werken wij in de groepen ½ met het programma “Viseon” en in de groepen 3 t/m 8 met het programma “Zien”. 10 het bevorderen van hun taal- en sociaal-emotionele ontwikkeling, met accent op het vergroten van de woordenschat; NSCCT het bevorderen van een ondersteunend en stimulerend gezinsklimaat. Met ingang van het schooljaar 2013 – 2014 doen we mee met de pilot NSCCT. Ouders gaan thuis met hun peuter of kleuter activiteiten doen. Deze activiteiten sluiten aan bij de thema’s van het Vve programma Piramide. Wanneer de kinderen op school activiteiten doen rondom het thema lente, gaan de ouders met hum kinderen ook activiteiten doen rond dit thema. De NSCCT is een capaciteitentoets. Deze toets wordt gebruikt om de leermogelijkheden van kinderen goed in beeld te krijgen. Sommige kinderen laten op school soms minder zien dan wat ze in werkelijkheid kunnen (onderpresteren). De toets die afgenomen wordt geeft een goede weergave van de algemene cognitieve mogelijkheden van de kinderen. De toets wordt klassikaal afgenomen. Materialen VVE-Thuis Ouders krijgen bij elk thema een themaboekje en waarin gelezen kan worden welke activiteiten u kunt doen en hoe u dat het beste kunt doen. De afgelopen jaren hebben wij de NSCCT afgenomen in groep 6. Vanaf dit schooljaar nemen we de toets in meerdere groepen af. Ouders worden hier uiteraard over geïnformeerd. Deze materialen worden uitgereikt op de maandelijkse ouderbijeenkomsten. Alle ouders worden voor deze bijeenkomst uitgenodigd. Een lerende organisatie Om het leerproces van kinderen goed te kunnen begeleiden, hebben de leerkrachten een lerende, onderzoekende houding. Van elkaar leren als collega’s binnen de school kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Verder vinden wij het belangrijk en noodzakelijk om ons te blijven scholen, want het onderwijs blijft in beweging. De leerkrachten volgen regelmatig cursussen. Als team hebben we jaarlijks een aantal studiedagen. Ook voor het onderwijsondersteunend personeel zijn er scholingsmogelijkheden. Op studiedagen zijn de kinderen vrij LOGO 3000 Met ingang van het schooljaar 2013 – 2014 zijn we ook gestart met LOGO 3000. LOGO 3000 richt zich op de woordenschatontwikkeling van peuters en kleuters. Deze jonge kinderen leren spelenderwijs en op een snelle en plezierige manier veel woorden. Taalontwikkeling is voor de jongste kinderen zeer belangrijk. En jonge kinderen kunnen in korte tijd verbazingwekkend veel woorden leren. Volgens schatting zou een Nederlandstalig kind gemiddeld 4500 woorden passief moeten kennen aan het begin van groep 3. Kinderen die opgroeien in een minder taalrijke omgeving beginnen hun schoolloopbaan met een achterstand. Op De Loopplank hebben we te maken met kinderen die met een achterstand binnen komen. Voor deze kinderen is een goede opbouw van woordkennis in de peuter- en kleutergroepen heel belangrijk. Vandaar dat wij gaan werken met LOGO 3000. 11 Tablets (IPads) De Loopplank is overgegaan tot de aanschaf van een aantal tablets. In het schooljaar 2014-2015 beschikken we over ruim 30 tablets. Door te werken met tablets in de klas wordt het onderwijs nog interactiever. De tablets worden ingezet in alle groepen. Ook de taalklas maakt gebruik van de tablets. De Ondernemende School De Loopplank was in de voorafgaande jaren één van de deelnemers in de nascholing van Agora. Deze scholing komt voort uit de visie van de Stichting dat we actief en ondernemend onderwijs willen bieden, waardoor een kind gestimuleerd wordt zijn talenten te ontwikkelen. De visie van de Ondernemende School gaat uit van een actief en ondernemend onderwijs, waardoor een kind gestimuleerd wordt zijn talenten te ontwikkelen. Het is de bedoeling dat het gedachtegoed van de Ondernemende School verder gestalte krijgt het lesprogramma van de groep. Hiertoe hebben diverse collega’s nascholing gevolgd. 12 Continuous Improvement De doelstellingen van onze stichting willen we graag binnen onze school brengen. Dat wil zeggen toepassen in onze school, brengen bij onze leerkrachten en leerlingen zodat we onze school schoolspecifiek kunnen inrichten op de thema’s van onze stichting. Wij willen de kwaliteit van het onderwijsproces voortdurend verbeteren aan de hand van de principes van Continuous Improvement. Deze wijze van handelen brengt met zich mee dat de betrokkenheid van het kind veel groter is, waardoor de motivatie veel meer toeneemt, maar ook de verantwoordelijkheid van het kind zal door deze aanpak vergroot worden. Aspecten die de ontwikkeling van het kind ten goede komt. Continuous Improvement gaat uit van een aantal principes die ook wel terug te vinden zijn in het HGW. Maar C.I. gaat op bepaalde terreinen verder. C.I gaat uit van het principe dat we te maken hebben met 21eeeuwse kinderen die op een andere wijze leren. Het eigenaarschap van het kind staat centraal en alles is erop gericht dat het kind zich maximaal ontwikkelt. Dit probeert CI te bereiken door doelen en opbrengsten samen met de leerlingen te bespreken, vast te stellen en uit te voeren. In het schooljaar 2011-2012 is een start gemaakt met het werken via Continuous Improvement. Het team heeft in het schooljaar 20112012 gezamenlijk een missie opgesteld. De leerkrachten hebben samen met de kinderen de klassenmissie beschreven. Ieder jaar komt dit opnieuw aan bod. Ook zijn er, in samenspraak met de kinderen, klassenregels opgesteld. Ook dit komt ieder jaar terug. Verder is de plus-delta methode geïntroduceerd. 6. Schoolontwikkelingen en speerpunten In het verleden hield onze stichting (Stichting Agora) een congres met als titel: de leerkracht als professional. Op dit congres werd ons duidelijk gemaakt dat de leerkracht er zeker toe doet! Sterker nog: de leerkracht maakt het verschil, temeer als hij een echte vakman of vakvrouw is. Vandaar dat onze stichting er alles aan doet om de medewerkers aan de school goed en vakkundig toe te rusten. Veel aandacht is er voor zaken die op ons afkomen. Onze stichting heeft deze onderwerpen opgenomen in haar beleidsplan. De stichting wil al haar aandacht op deze terreinen richten en heeft de bundeling hiervan verklaard: Bouwen aan goed onderwijs, op weg naar 2015. Wat De Loopplank betreft staan de volgende onderwerpen in het nascholingsplan van schooljaar 2014 – 2015: Continuous Improvement Handelingsgericht werken Ouderbetrokkenheid 3.0 ICT (werken met tablets) 13 In het schooljaar 2012-2013 was het stellen van doelen een van de pijlers. In het schooljaar 2013-2014 kwam het volgende aan bod komen: groepsplan grotendeels verdwijnen. Wij schatten in dat er slechts twee tot drie handelingsplannen per groep zullen overblijven. In het schooljaar 2011-2012 is een begin gemaakt met de invoering van de groepsplannen begrijpend lezen en rekenen. In het schooljaar 2012-2013 zijn er groepsplannen gemaakt voor begrijpend lezen en woordenschat. Voor wat betreft rekenen is er gekozen voor het maken van blokgroepsplannen. De IBérs hebben een aantal OPP-s opgesteld. In het schooljaar 2013-2014 zal de nadruk liggen op de evaluatie van de groepsplannen. In het inspectierapport werd dit genoemd als aandachtspunt. In het schooljaar 2014-2015 blijven wij ons richten op de punten genoemd bij de afgelopen jaren. Schoolmissie: aanscherpen van de schoolmissie en verwoorden hoe we de schoolmissie terug zien in ons dagelijks handelen Databorden: leren van elkaar door het bekijken van de verschillende databorden (klassenmissie, klassenregels, doelen) Uitbouwen datateamvergaderingen: leren van data en het gezamenlijk bespreken van resultaten In het schooljaar 2014-2015 zullen we weer onze missie/visie bekijken en indien noodzakelijk deze aanscherpen. Ook willen we een start gaan maken met de kind-ouder gesprekken waarbij kinderen de “oudergesprekken” voeren ipv de leerkracht. Doordat een leerling zijn ouders zelf moet informeren over zijn voortgang wordt de betrokkenheid en het eigenaarschap vergroot. HGW gaat ervan uit dat elk kind in principe welkom en plaatsbaar is. Dit betekent dat we bij intake en verder vervolg voortdurend moeten kijken naar de onderwijsbehoefte van het kind. Uiteraard kan dit o.a. door de data goed te interpreteren maar ook door op een goede wijze te communiceren met de ouders. De rol van ouders moet gaan veranderen! In het huidige systeem is de ouder min of meer de toezichthouder op de ontwikkeling van het eigen kind. De rol is zeer beperkt. Twee keer per jaar een officieel rapport en een uitleg van de citogegevens. Binnen HGW verandert de rol van toezichthouder naar educatief partner. De ouder doet er toe! Handelingsgericht werken (HGW) De werkwijze van het handelingsgericht werken maakt het mogelijk om de principes van Passend Onderwijs uit te werken. Per 1 augustus 2012 is elke basisschool verplicht te werken volgens de principes van Passend Onderwijs. Dat betekent dat we aansluiten bij de onderwijsbehoeften van het kind (men noemt het ook wel het afstemmen van de leerstof). Dit afstemmen is te bereiken door data van leerlingen heel goed te verzamelen en deze goed te analyseren en te gebruiken in een groepsplan. Het groepsplan werkt met te realiseren doelen per kind of per groep kinderen. Een belangrijke wijziging van het werken met een groepsplan in vergelijking met een handelingsplan is: een groepsplan is preventief en een handelingsplan is een reparatie achteraf. De handelingsplannen zullen door de invoering van het 14 7. Leerplicht, lestijden en vakanties Leerplicht: Kinderen mogen vanaf hun 4e jaar naar de basisschool. Vanaf 5 jaar zijn kinderen leerplichtig. De leerplicht houdt in dat kinderen verplicht naar school moeten. Vanaf het moment dat uw kind 5 jaar is tot het einde van het schooljaar waarin uw kind 18 wordt, is het op grond van de Leerplichtwet verplicht naar school te gaan. De leerplicht geldt voor iedereen die in Nederland woont. Ziekmeldingen Schooltijden(wet)/leerplicht Ziekmelding Met ingang van 2006 is de nieuwe schooltijdenwet in werking getreden. Hierdoor is een versoepeling mogelijk wat betreft de schooltijden. Een effect van deze versoepeling is het mogelijk maken van gelijke schooltijden voor alle groepen. De schooltijden van De Loopplank zijn als volgt: Tandarts- of doktersbezoek Verjaardagen Schooltijden groepen 1 t/m 8: Lestijden Maandag 8.30–14.45 uur Dinsdag 8.30-14.45 uur Brengen en halen Woensdag 8.30-12.30 uur Donderdag 8.30-14.45 uur Pauze Vrijdag 8.30-12.30 uur De school gaat 10 minuten voor aanvang open (8.20 uur). Tussendoortje Op maandag, dinsdag en donderdag hanteren wij een continurooster. Van 12.00 – 12.30 uur spelen de kinderen buiten. Om 12.30 uur eten de kinderen met de leerkracht in de klas. Gymles 15 Wanneer uw kind ziek is, moet U dit altijd melden aan de leerkracht, ’s morgens tussen 08.00 uur en 8.30 uur via het telefoonnummer 075-616 39 29. Indien mogelijk zoveel mogelijk buiten schooltijd afspreken. Op verjaardagen stellen wij het zeer op prijs, wanneer u uw kind geen snoep laat uitdelen. U kunt uw kind vanaf 8.20 uur in de klas brengen. Bij het ophalen mogen de ouders in de kleuterhal en kuip wachten (niet voor de klas). De regel is dat iedereen in de pauze naar buiten gaat. Uiteraard blijven wij met regen binnen. In de kleine pauze ('s morgens) heeft uw kind iets te drinken en iets gezonds mee om te eten (geen koek of snoep, maar fruit of brood). Ouders zorgen ervoor dat de kinderen goed passende gymspullen meenemen naar school. De kinderen zijn vanaf groep 3 verplicht te douchen/wassen na de gymles en dienen een handdoek mee te krijgen. Vakanties en studiedagen In de kalender die elk jaar aan het begin van het schooljaar uitgedeeld wordt staan de vakanties en studiedagen die er dat schooljaar ingepland staan. De vakanties zijn landelijk ingedeeld en we zijn verplicht om ons daaraan te houden. De studiedagen worden ingedeeld aan de hand van welke instelling wanneer tijd heeft om de leerkrachten te onderwijzen. 3. Verlof/Verzuim Richtlijnen verlof (vrijstelling van schoolbezoek) buiten de schoolvakanties. 1. Verlof in verband met religieuze verplichting (art.13) Als richtlijn geldt dat voor het vervullen van plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging hiervoor één dag per verplichting vrij wordt gegeven. Het verzoek hiertoe dient u minimaal 2 dagen van tevoren in bij de directeur van de school. 2. Verlof (art. 13a) Bij wijze van hoge uitzondering kan de directeur van de school verlof voor vakantie buiten de schoolvakanties verlenen voor de gezinsvakantie! Een verzoek om vakantieverlof (op grond van artikel 13a/11 onder f Leerplichtwet 1969) dient u minimaal 8 weken voor de verlofperiode bij de directeur van de school in te dienen. - Verlof voor vakantie buiten de schoolvakanties kan alleen worden indien de specifieke aard van het beroep van één ouder of feitelijke verzorger ertoe leidt dat de leerling alleen buiten de reguliere schoolvakanties met hen op vakantie gaan*. - Het verlof voor vakantie kan door het hoofd van de school, binnen bovenstaande voorwaarden slechts: voor maximaal 10 schooldagen (oftewel 2 lesweken) worden verleend. En mag absoluut niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar. voor extra (wintersport) vakantie of een langer bezoek aan het geboorteland van de ouders mag wettelijk geen toestemming worden verleend door de directeur van de school. Gewichtige omstandigheden (art.14), 10 schooldagen per schooljaar of minder Onder ‘andere gewichtige omstandigheden’ vallen situaties die veelal buiten de wil van de ouders en/of de leerling liggen. Een verzoek dient u vooraf of uiterlijk binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering bij de directeur van de school te worden ingediend. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet gedacht worden aan: het voldoen van een wettelijke verplichting, zolang dit niet buiten de lesuren kan; verhuizing (1 dag); huwelijk van familieleden (1 dag als dit binnen de woonplaats plaatsvindt, anders 2 dagen); ernstige ziekte van familieleden; bevalling van de moeder/verzorgster; overlijden van ouders(4 dagen), van (groot)ouders of broers/zussen (2 dagen), van ooms/tantes/neven/nichten (1 dag); jubileum (huwelijk of als werknemer) van familieleden (1 dag); andere belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. Onder familieleden worden begrepen bloed- en aanverwanten, met name (groot)ouders, (schoon)broers/zussen, directe ooms/tantes en directe neven/nichten (1e tot en met de 4e graad). De volgende situaties zijn geen ‘andere gewichtige omstandigheden’ en extra verlof wordt hiervoor niet verleend: - familiebezoek in het buitenland - lang weekend of midweek met het gezin, familieleden of vrienden - vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding 16 - - 4. Mocht u nog vragen hebben, neemt u dan contact op met de directeur van de school of met de leerplichtambtenaar. * Uit berichtgeving van het Openbaar Ministerie blijkt dat bij het begrip “Specifieke aard van het beroep” vooral dient te worden gedacht aan seizoensgebonden werkzaamheden, resp. werkzaamheden in bedrijfstakken die in de zomermaanden een piekdrukte kennen, waardoor het voor het gezin feitelijk onmogelijk is om in de reguliere schoolvakanties tot onoverkomelijke bedrijfseconomische problemen zal leiden. Slechts het gegeven dat gedurende de schoolvakanties een belangrijk deel van de omzet wordt behaald is hierbij voldoende. vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden de vliegtickets zijn al gekocht een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn oriënteren op terugkeer naar land van herkomst of emigratie deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband televisieopnames en/of fotoshoots een verlofperiode van ouders, gebruikmakend van een levensloopregeling/ sabbatical Gewichtige omstandigheden (art.14), meer dan 10 schooldagen per schooljaar Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient minimaal 6 weken tevoren, via de directeur van de school, aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente van de leerling te worden voorgelegd. Het verlof kan bijvoorbeeld worden verleend indien: verklaring van een arts of een maatschappelijk werk(st)er kunnen overleggen waaruit blijkt dat verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale omstandigheden van één van de gezinsleden. Ongeoorloofd verzuim Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt. 17 • 8. Leerlingdossier Iedere school is verplicht tot het voeren van een leerlingadministratie. Daarnaast dient elke school vanuit de Leerplichtwet een verzuimadministratie bij te houden. Tot slot is de school verplicht om de onderwijskundige en sociaal- emotionele ontwikkeling van de leerling, de onderwijskundige begeleiding, zorg en de onderwijsresultaten te verzamelen en bij te houden in een leerlingvolgsysteem. Samen vormt dit het leerlingdossier. • • Dezelfde gegevens van de ouders, voogden of verzorgers van de leerling Nationaliteit, geboorteplaats (enland als de leerling niet in Nederland is geboren) Een getekende “ouderverklaring voor het vaststellen van het leerlinggewicht” (PO) Van belang is hier te vermelden dat binnen het PO ouders niet verplicht zijn hun opleidingsgegevens te verstrekken aan de school. Het is aan de school om ouders van het belang van het verstrekken van die gegevens te overtuigen – in verband met de financiering – maar het mag niet worden gepresenteerd als een verplichting waaraan ouders moeten voldoen. Het is aan de ouders om daarin een eigen keuze te maken. Het gaat dus om een verzameling van gegevens met betrekking tot de individuele leerling. Deze verzameling wordt deels geautomatiseerd en deels op papier bijgehouden. Het papieren deel wordt steeds kleiner en zal op termijn geheel verdwijnen. Omdat het leerlingdossier privacygevoelige informatie bevat is het strikt vertrouwelijk. Er worden dan ook bijzondere eisen gesteld aan het beheer van en de verantwoordelijkheid voor het dossier en de bewaarplicht gesteld. AGORA maakt voor haar scholen hiervoor gebruik van het modelprivacyreglement verwerking leerlingengegevens voor primair en voortgezet onderwijs. Dit reglement regelt de wijze waarop de scholen de gegevens beheert en de bevoegdheden, rechten en plichten van alle betrokkenen. Het reglement is te downloaden op www.agora.nu . • • • • De scholen zijn verplicht de volgende gegevens van de kinderen te verzamelen • A. - ADMINISTRATIEVE GEGEVENS INSCHRIJVING • Burgerservicenummer • Naam, voornamen en roepnaam van de leerling • Geslacht • Geboortedatum • Adres, postcode, woonplaats • Telefoonnummer(s), e-mailadres (indien voorhanden) - - 18 Gegevens betreffende de godsdienst of levensovertuiging; Voor zover die noodzakelijk zijn voor het onderwijs. Bijzonderheden over de leerling i.v.m. gezondheid (medicijngebruik, allergieën) Gegevens met betrekking tot bank; of girorekening van ouders/verzorgers Een getekende overeenkomst voor een vrijwilllige bijdrage met specificatie. Indien de school een oudervereniging (als rechtspersoon) de bijdrage vraagt is dit niet nodig. Datum van inschrijving Indien van toepassing: Naam en adres van de school waarop de leerling voordien was ingeschreven Bewijs van uitschrijving van de vorige school (niet ouder dan zes maanden) Verklaring van één der ouders / verzorgers dat de leerling gedurende zes maanden of meer voorafgaande aan de datum van inschrijving niet op een andere school stond ingeschreven, of voor het eerst wordt ingeschreven; - • - - • • B. • • • • • • C. • • • • • • Afschrift LGF-beschikking van de Indicatiecommissie. • • • UITSCHRIJVING Kopie van het bewijs van uitschrijving (gedateerd) Voorlopige datum van uitschrijving is de datum volgend op de laatste dag waarop de leerling de school bezoekt Definitieve datum van uitschrijving is de datum voorafgaand aan de datum van inschrijving op de nieuwe school (tenzij geen tijdig bericht van inschrijving op de nieuwe school is ontvangen; in dat geval blijft eventuele wijziging van de datum van uitschrijving achterwege) Naam en adres van de school waarheen de leerling is uitgeschreven en de datum van uitschrijving Het bericht van inschrijving zoals ontvangen van de volgende school (binnen vier weken) • • Daarnaast indien van toepassing: Verslagen van speciale onderzoeken Handelingsplannen Notities over sociaal- emotionele ontwikkeling Aantekeningen van bijzondere privéomstandigheden, bijzondere gebeurtenissen, voorvallen of incidenten Besluiten op het gebied van schorsing en/of verwijdering. Het doel van deze gegevens is om de leerling te volgen in de ontwikkeling en om tijdig de juiste interventies te kunnen plegen. Het belang van de leerling staat hierbij voorop. Alle informatie over de leerling wordt in het leerlingdossier verzameld. Naast het leerlingdossier wordt er dan ook geen informatie verzameld. Ouders/verzorgers hebben recht op inzage in het leerlingdossier. Dit is geregeld in het privacyreglement. De verantwoordelijkheid voor het leerlingdossier ligt bij het bevoegd gezag van de school. VERZUIMREGISTRATIE Naam en roepnaam van de leerling Groep / klas waarin de leerling is geplaatst Het ziekteverzuim Afwezigheid anders van wegens ziekte Geoorloofdheid van het verzuim anders dan wegens ziekte Per dagdeel en op datum ONDERWIJSKUNDIGE (en aanverwante) GEGEVENS Toetsuitslagen Rapporten Notities en verslagen van besprekingen over de leerling intern Notities en verslagen van besprekingen over de leerling met ouders/verzorgers Onderwijskundig rapport bij een schooladvies, aanvraag leerling gebonden financiering of verandering van school Medische gegevens. Zie o.a. protocol medisch handelen. 19 9. Voorzieningen TintelTuin biedt de volgende vormen van buitenschoolse opvang: voorschoolse opvang, naschoolse opvang, vakantieopvang en incidentele opvang. BSO De Kluut is een gezellige opvang waar de nadruk ligt op vrije tijd. De kinderen komen hier immers na een drukke schooldag. Er moet niets, maar er kan wel een hele hoop. De buitenschoolse opvang zorgt voor een vertrouwde ‘thuiskom plek’ waar altijd iemand is om gezellig mee te kletsen of om leuk mee te spelen. Daarnaast zijn er veel leuke, spannende en gezellige activiteiten te doen. We organiseren knutselactiviteiten, theater, koken, dans en muziek en timmeractiviteiten. Er zijn knutseltafels, er is een computer, een Nintendo, een Wii, een poppenhoek, een bouwhoek en podium voor optredens en een voetbal en airhockey tafel en nog veel meer. Ook maken we uitstapjes naar bijvoorbeeld het park en bos, gaan we een middagje schaatsen, bezoeken we een museum en organiseren we samen met andere BSO’s spannende voetbaltoernooitjes. De kinderen mogen zelf meebepalen wat we gaan doen. Hoe gekker, hoe leuker... Maar gewoon lekker rustig op de bank met een boek, kan natuurlijk ook. BSO De Kluut bestaat uit 2 groepen: een groep met kinderen van 4-8 jaar en een groep met kinderen van 8-13 jaar. Peuterspeelzaal Plus: “het Touwladdertje Kinderen die de speelzaal bezoeken worden extra gestimuleerd in de taalontwikkeling. De peuters kunnen 2 ochtenden en 2 middagen op de speelzaal terecht. De leiding is in handen van gediplomeerde leidsters waarvan er minimaal één tweetalig is (Nederlands – Turks). De peutergroep bestaat voor 1/4 uit kinderen die al vertrouwd zijn met de Nederlandse taal en voor 3/4 uit kinderen die dat nog niet zijn. De leidsters van de PSZ en de leerkrachten van de groepen 1 en 2 volgen dezelfde nascholing of hebben deze gevolgd. Zo wordt een ononderbroken onderwijskundige lijn gewaarborgd. De kinderen die “het Touwladdertje” bezoeken, stromen als zij 4 jaar worden door naar groep 1 van De Loopplank. Continurooster Met ingang van het nieuwe schooljaar zijn wij over gegaan op een (gedeeltelijk) continurooster. Kinderen eten op maandag, dinsdag en donderdag tussen de middag op school. Dit gebeurt om 12.30 uur in de klas. Van 12.00 – 12.30 uur spelen de kinderen eerst buiten. Op woensdag en vrijdag zijn de kinderen ’s middags vrij. De opvang is gekoppeld aan de school waar uw kind naartoe gaat. Onze pedagogisch medewerkers halen de kinderen van school en brengen ze naar de BSO. Als de school niet op loopafstand ligt, zorgen wij ervoor dat uw kind met een TintelTuin busje op de BSO komt. Bij voorschoolse opvang brengen de ouders de kinderen naar de BSO en de pedagogisch medewerkers zorgen dat de kinderen op tijd in de klas zitten. Dit schooljaar zullen er naast de bredeschool activiteiten op school ook leuke workshops en activiteiten worden georganiseerd door BSO De kluut. Buitenschoolse opvang, BSO De Kluut, Buitenschoolse opvang van TintelTuin Buitenschoolse opvang (BSO) is de overkoepelende naam voor allerlei vormen van opvang buiten schooltijd en is voor basisschoolkinderen van 4 tot 13 jaar. Voor ouders die werken en/of een opleiding volgen, kan buitenschoolse opvang een uitkomst zijn. De kinderen van CBS de Loopplank worden opgevangen op BSO De Kluut (Brikstraat 43), kinderopvang organisatie TintelTuin. 20 Zaanse zomerschool Deze zijn in de eerste plaats voor de kinderen die de BSO bezoeken, maar bij voldoende beschikbare plaatsen zijn vriendjes en vriendinnetjes van school en andere schoolgenoten ook welkom deel te nemen. Om u op de hoogte te brengen van wat er wordt georganiseerd, zullen wij berichten plaatsen in de nieuwsbrief van school. Ook afgelopen zomervakantie konden veel Zaanse kinderen naar de Zaanse Zomerschool. De Zaanse Zomerschool is een initiatief van Agora, Zaan Primair en de Roos en zorgt ervoor dat de kinderen ook in de zomervakantie naar school kunnen. Zo kunnen zij ook in die periode met elkaar leren, maar in een andere setting. Za De zomerschool werd gehouden in de gebouwen van De Gouw en De Oceaan. De flyer en de brochure, die door de scholen voor de vakantie zijn meegegeven, gaven duidelijkheid over de organisatie, de wijze van aanmelden en het programma. In de vakantie zorgen wij dat er een extra aantrekkelijk programma is met diverse uitstapjes en activiteiten. BSO De Kluut gaat in de schoolvakanties samen met BSO Anansi. Deze BSO is gevestigd in de basisschool Tamarinde en ligt aan de Schaarsven. Bij vakantieopvang zorgen ouders zelf voor het vervoer van het kind van en naar de locatie. TintelTuin biedt vakantieopvang tijdens alle vakanties van school. De besturen van de deelnemende scholen zijn blij dat ze dit aanbod konden realiseren. Experimenten in het vorige schooljaar waren succesvol. De behoefte aan dit aanbod is er zeker. Meer informatie over speelmateriaal en activiteiten kunt u vinden in de pedagogische werkwijze op de site van TintelTuin. Voor meer informatie: www.zaansezomerschool.nl De BSO biedt: – lieve en professionele pedagogisch medewerkers – leuke activiteiten – op maandag t/m vrijdag naschoolse opvang tot 18.30 uur – op maandag, dinsdag en donderdag voorschoolse opvang vanaf 07.15 uur – opvang tijdens vakanties en schoolvrije dagen/studiedagen Het is daarnaast mogelijk om incidenteel gebruik te maken van opvang. U kunt hierover contact opnemen met de locatie manager van BSO de Kluut, Ilona Buis op 06 39113265 Interesse? Kijk voor meer informatie op www.tinteltuin.nl of neem contact op met de afdeling relatiebeheer, telefoonnummer 020 4939347 en via e-mail [email protected] 21 Computers in het onderwijs Computers zijn niet meer weg te denken binnen het onderwijs. In elke groep, ook bij de kleuters, staan computers. De kinderen leren van jongs af spelenderwijs hiermee om te gaan. Daarnaast zijn rondom de kuip computers beschikbaar voor kinderen. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in goed materiaal zowel op het gebied van hardware als software. De kinderen in de midden- en bovenbouw zijn inmiddels aardig bedreven in het gebruik van de computer als informatie- en communicatiebron. Wij willen ons blijven vernieuwen, daarom werken we met een beleidsplan en is er een ICT coördinator. Ons doel is om de mogelijkheden van de computer als onderwijsmiddel optimaal te benutten. De leerkrachten volgen computercursussen en software wordt ingezet als middel voor extra begeleiding van kinderen. In alle lokalen hangen nu digitale schoolborden. Mediatheek De mediatheek neemt in onze school een belangrijke plaats in. Het lezen en informatie verwerven door kinderen is onderdeel van het themagericht werken. De kinderen vinden in de mediatheek de juiste informatie over onderwerpen en thema’s. De kinderen van groep 1 t/m 3 kunnen onder begeleiding van de mediatheekleerkracht boeken lenen om mee naar huis te nemen. Thuis kan het boek dan worden voorgelezen. Wij willen hiermee het lezen van kinderen en het voorlezen door ouders stimuleren. De oudere kinderen kunnen onder begeleiding boeken uitzoeken om te lezen in de klas. Omdat we willen aansluiten bij de interesse van elk kind, is er een grote diversiteit aan boeken en andere bronnen te vinden in de mediatheek. De mediatheekleerkracht houdt de inhoud van de mediatheek actueel en coördineert de uitleen. Tablets (Ipads) Sinds mei 2013 wordt er in de groepen ook gewerkt op tablets. In totaal heeft de school nu 30 tablets aangeschaft. Dit zullen er gedurende de jaren meer worden. Door te werken met tablets wordt het onderwijs nog interactiever. De Brede School Onze school is een brede school. Dat wil zeggen dat er naschoolse activiteiten worden aangeboden. Dit is een initiatief van de gemeente Zaanstad om kinderen, in samenwerking met oa. naschoolde opvang, buurthuizen, sportclubs, de bibliotheek en Fluxus, meer kansen te bieden in de wijk. Concreet betekent dit, dat elk jaar activiteiten worden georganiseerd waaraan de kinderen van de Loopplank kunnen deelnemen. 22 De activiteiten die worden aangeboden vallen onder de volgende categorieën: *Sport en bewegen (aanbieden verschillende sporten o.a. voetbal, handbal, korfbal, bootcamp, expeditie door de wijk, danslessen) *Creatieve ontwikkeling (tekenen, drama, muziek) *(Intercultureel) koken *Onderwijsachterstandenbeleid (extra lessen rekenen, taal, begrijpend lezen) 10. Zorgstructuur Leerlingenzorg De ontwikkeling van alle kinderen wordt nauwlettend gevolgd en bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. Onderdeel daarvan is het “dyslexie– protocol”. In de groepen 1/2 is geen dyslexieprotocol. Dat is een te complexe lijst. Ook is de taalachterstand meestal oorzaak en kunnen daarom geen vermoedens van dyslexie geconstateerd worden. In groep 3 doen we het met de herfstsignalering en op de andere toetsmomenten en als blijkt dat kinderen te traag het leesproces automatiseert vermoeden we dyslexie en krijgt het kind extra aandacht. Pas halverwege groep 4, na voldoende interventie in groep 3 en 4, kan er dossier opgebouwd worden voor een evt. dyslexieonderzoek en behandeling bij een instituut. Dit instrument draagt ertoe bij, dat dyslexie sneller kan worden gesignaleerd. Hierdoor kan in een vroeg stadium ondersteuning worden geboden op school en in de thuissituatie, in samenwerking met de schoolbegeleidingsdienst De naschoolse activiteiten worden kosteloos aangeboden omdat alle kinderen de kans moeten krijgen deel te nemen aan de verschillende activiteiten. De bijbehorende kosten, vb. de zaalhuur van de gymzaal, wordt door school betaald. Taalklas Wij bieden extra onderwijs in de vorm van de taalklas. De taalklas is bedoeld voor kinderen uit groep 5 en 6. In de taalklas zitten kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, vooral op het gebied van de woordenschat. De IB en de leerkracht van de groep bepaalt wie er voor de taalklas in aanmerking komt. Kinderen (en ouders) die in aanmerking komen worden benaderd of er interesse is in deelname. Motivatie is namelijk een belangrijke pijler. De taalklas is op woensdagmiddag. Juf Jessica (leerkracht groep 6/7) is de leerkracht van de taalklas. In de onderbouw wordt gewerkt in kleine groepen, de instructie kan dus klassikaal gegeven worden of in kleine groepjes. De aanwezigheid van tweetalige onderwijsassistenten maakt het mogelijk ieder kind veel aandacht te bieden en goede ondersteuning te bieden bij de taalontwikkeling. Om de kinderen goed te kunnen volgen zijn er toets- en signaleringsinstrumenten ontwikkeld, gericht op de taal-, lees- en rekenontwikkeling. De intern begeleider (IB-er) bespreekt elk half jaar de uitkomsten met de leerkrachten. Ouders worden hierover geïnformeerd tijdens de oudergesprekken. Soms blijkt, dat een kind extra aandacht nodig heeft. Het kan zijn dat een kind meer uitdaging nodig heeft, maar ook kan sprake zijn van leer-, gedrags- of gezondheidsproblemen. Ook moeilijkheden binnen het gezin kunnen aanleiding zijn voor extra aandacht. Als een leerkracht dit 23 constateert, zal hij dit met u als ouder of verzorger bespreken. U kunt dit natuurlijk ook zelf bij de groepsleerkracht ter sprake brengen. Als school beschikken we over een netwerk van deskundigen. Goed advies en goede begeleiding zijn op sommige momenten van groot belang. zinvol is voor het kind. Daarnaast kunnen ouders en leerkrachten de M.R.T. leerkracht altijd om advies vragen. Hoe werkt de M.R.T.-leerkracht? De M.R.T. leerkracht test het kind en stelt indien nodig een plan van aanpak op. Dit plan wordt met de ouders besproken. Er zijn twee soorten M.R.T. 1. Individuele M.R.T: hierbij krijgt het kind huiswerkopdrachten mee waar iedere dag 15 minuten mee geoefend moet worden. 1x per week komt het kind bij de M.R.T. leerkracht om de huiswerkkaarten in te oefenen. 2. Individuele M.R.T. en groepslessen: Hierbij krijgt het kind huiswerkopdrachten mee en 1x per week 45 minuten extra les in de gymzaal. Dit gebeurt in een klein groepje van maximaal 8 kinderen. Het MRT-protocol is opgenomen in het zorgplan van de school. Kindbespreking Elke zes weken wordt er voor de hele school de kindbespreking gehouden. Deze besprekingen vinden plaats per bouw. Als een groepsleerkracht zijn/haar collegae, de remedial teacher of de intern begeleider wil consulteren over een kind, dan gebeurt dat in de kindbespreking. U wordt als ouder of verzorger hiervan altijd vooraf op de hoogte gebracht. Een van de uitkomsten van een kindbespreking kan zijn, dat uw kind in aanmerking komt voor extra begeleiding door een intern begeleider of de eigen leerkracht. De Intern begeleider Wanneer uw kind extra begeleiding krijgt, wordt er een handelingsplan gemaakt, dat met u wordt besproken en regelmatig wordt geëvalueerd. De leerkracht van uw kind informeert u over de uitkomst van deze bespreking. Naast individuele handelingsplannen wordt er in de groep ook gewerkt met groepsplannen. Als een kind extra aandacht nodig heeft, noemen we dit zorgverbreding. De intern begeleiders leerlingenzorg coördineren alles dat met zorgverbreding te maken heeft. Onze school kent 1 intern begeleider. Ze is gespecialiseerd op het gebied van toetsen en het leerlingvolgsysteem. Verder richt de IB-er zich vooral op het gebied van de sociaal–emotionele ontwikkeling van kinderen. Zij onderhoudt contacten met externe deskundigen als het gaat over hulp- en zorgverlening. De IB-er wordt ondersteund door een RT-er. Een RT-er geeft extra ondersteuning aan de kinderen, zowel in als buiten de groep. Motorisch remedial teaching De motorisch remedial teacher is er voor kinderen die specifieke begeleiding nodig hebben in de motorische ontwikkeling. Naast het verbeteren van de motoriek is het vergroten van het zelfvertrouwen een belangrijk aspect. Het gevolg is dat het kind een betere motoriek krijgt, zich vrijer gaat voelen en beter gaat functioneren. Klein en groot ondersteuningsteam Wanneer komt een kind in aanmerking voor M.R.T.? Jaarlijks nemen de groepsleerkrachten het Leerling volgsysteem bewegen en spelen af. Hiermee wordt het motorische niveau van alle kinderen goed in de gaten gehouden. Als blijkt dat er een achterstand in de motoriek is bekijkt de M.R.T. leerkracht samen met de ouders of M.R.T. De Intern begeleider vormt samen met de directie het Klein ondersteuningsteam. Zij bespreken elke zes weken de kinderen uit de kindbespreking om na te gaan of de geboden extra begeleiding voldoende is. Soms is het gewenst om hulp van buiten de school in te roepen. 24 Als dit het geval is, dan wordt een kind besproken in het Groot ondersteuningsteam. De directeur van de school is voorzitter van dit overleg dat meerdere keren per jaar plaatsvindt. Vanuit de school neemt de interne begeleider deel aan het overleg. Daarnaast maakt een schoolmaatschappelijk werkster en een collega van een Speciale School voor Basisonderwijs (de collegiaal consultant) deel uit van dit team. Dit gebeurt op afroep. De schoolarts woont geregeld het overleg bij en zo nodig kan het team worden uitgebreid met de groepsleerkracht, een jeugdverpleegkundige, de schoollogopediste of een andere deskundige van buiten de school. Jeugdhulpverlening/ Centrum Jong Buurtnetwerk De interne begeleiders nemen bij toerbeurt deel aan het buurtnetwerk. Deze groep bestaat uit mensen uit de Jeugdzorg, wijkagenten en intern begeleiders van scholen die zich bevinden in de wijken Poelenburg en Peldersveld. Wij vinden het als school belangrijk om en goed contact hebben met collega’s en mensen die direct of indirect betrokken zijn bij onze school. Op deze manier vergroten wij onze kennis en weten wij wat er in de wijk speelt. Het Groot ondersteuningsteam geeft advies over de begeleiding van de besproken kinderen. Dit advies kan variëren van een nader onderzoek (b.v. door een psycholoog) tot een verwijzing naar een school voor Speciaal Basisonderwijs. Vanzelfsprekend wordt u als ouder, als uw kind wordt besproken in het Groot Zorgteam, vooraf geïnformeerd over datum en inhoud van de bespreking. Na afloop informeert de groepsleerkracht samen met een van de intern begeleiders u over de uitkomst van dit overleg. Gezondheidszorg Aan onze school zijn tevens een schoolarts en een logopediste verbonden. Ouders en leerkrachten kunnen een beroep op deze deskundigen doen. Als u van deze mogelijkheid gebruik wilt maken kunt u contact opnemen met de groepsleerkracht of intern begeleider. Schoolmaatschappelijk werkster De maatschappelijk werkster in het groot zorgteam adviseert school en ouders. Zij kan contacten leggen met andere (hulp)organisaties en hulp bieden aan ouders. De inhoud van de gesprekken met de maatschappelijk werkster zijn altijd vertrouwelijk. Ook u als ouder kunt een beroep op haar doen. Als u met haar in contact wilt komen, dan kunt u dit aangeven bij de directie, een Intern begeleider of de groepsleerkracht(en) van uw kind. 25 Schoolbegeleidingsdienst en ambulante begeleiding 11. Zorgplan CBS De Loopplank 1. Naast de schoolarts, de schoolmaatschappelijk werkster en de logopedist werken wij ook nog samen met de schoolbegeleidingsdienst Zaanstreek Waterland. Dit is een organisatie die scholen begeleidt en ondersteunt. Het motto van de schoolbegeleidingsdienst is: samen bouwend aan beter onderwijs. De schoolbegeleidingsdienst heeft ervaring op gebied van onderwijsontwikkeling, advisering, training, coaching en begeleiding op school- en klassenniveau. Daarnaast neemt de schoolbegeleidingsdienst onderzoeken af op gebied van intelligentie, dyslexie of het diagnosticeren van stoornissen, zoals ADHD. Ambulante begeleiding is een vorm van hulpverlening bedoeld voor kinderen met een leerlinggebonden financiering ( de “rugzak-leerling). Een ambulant begeleider maakt aan het begin van het nieuwe schooljaar vaak een begeleidingsplan ter ondersteuning van het handelingsplan van de school, waarin de situatie van en de verwachte handelingen met de leerling staan beschreven. Aan het eind van het schooljaar wordt het begeleidingsplan geëvalueerd. 2. 26 De leerkracht signaleert een kind met problemen. Dit kan op verschillende gebieden: Rekenen – Technisch lezenSpelling- Taalbegrip en inzetten van mondelinge en schriftelijke taal- Begrijpend lezenHandschriftontwikkeling en fijne motoriek- WerkhoudingConcentratie/taakgerichtheidRelaties/sociale vaardighedenEmotioneel/WelbevindenThuissituatie. Voor de kleuterbouw gelden de ontwikkelingsgebieden passend bij de ontwikkeling van het jonge kind volgens de basisontwikkeling zoals we die op school hebben afgesproken. Of de halfjaarlijkse toetsanalyse geeft aan dat er problemen zijn. Of IBer/ Of leerkracht hoort dat er problemen zijn na een gesprek met ouders. directie hoort van ouders of signaleert zelf aan de hand van observaties. De leerkracht gaat altijd eerst zelf aan de slag gebruik makend van z’n eigen deskundigheid. Daarbij wordt hij/zij geholpen door: Informatie uit het leerlingdossier. De leerkracht leest zich in. Een gesprek met de vorige leerkracht (Zie ook het overdrachtsgesprekverslag) De ouders worden in een gesprek op de hoogte gebracht van de problemen. Leerkracht denkt na over een andere aanpak en probeert die uit. (Ook op pedagogisch en didactisch gebied eens goed naar zichzelf kijken.) Hierbij kan al eventueel materiaal uit de orthotheek gebruikt worden. De leerkracht volgt het kind gedurende drie weken in het kinderlogboek en beschrijft ook effect van de veranderde aanpak. 3. Heeft de andere aanpak niet het gewenste resultaat gehad: De ouders worden geïnformeerd en worden vertelt dat hun kind zal worden besproken in het zorgteam van school, tijdens de kindbespreking. Wanneer er sprake zou kunnen zijn van bouwverlenging dan wordt deze mogelijkheid tevens besproken met de ouders.(notitie in actiejournaal) De leerkracht beschrijft de problematiek in het eerste deel van het begeleidingsplan. Daarin komt: -Omschrijving probleem(zoals het zich nu manifesteert) leerlingvolgsysteem/leerlingdossier gegevens(gerelateerd aan het omschreven probleem) - wat er al aan het probleem gedaan is -gesprekje leerling(wat vindt het er zelf van) -gunstige en tegenwerkende factoren in leerling zelf(gedrag en werkhouding), in de groep(relatie andere lln.),in de relatie met leerkracht(gedrag),in de pedagogisch/didactische stijl(mogelijkheden en beperkingen van de organisatie binnen de groep) en in de thuissituatie.(alles beknopt en gerelateerd aan het probleem of problemen) - En de hulpvraag. In de kindbespreking wordt de leerling met collega’s van de bouw en de Interne begeleider besproken.(aan de hand van het begeleidingsplan) Er volgt dan een beslissingsmoment. (De leerkrachten notuleren voor zichzelf de afspraken op actiejournaal) Namelijk: a. De leerkracht maakt zelf of met behulp van de Interne begeleider een handelingsplan voor in de groep en gaat aan de slag. De RTer/IB-er bewaakt de gemaakte afspraken. en de leerling wordt besproken in het Klein Zorgteam. OF: b. Er wordt onderzoek gedaan op basis van onderzoeksvragen voortkomend uit de kindbespreking.(door IB-er) en daarop volgt handelingsadvies voor in de groep, of extra leerhulp buiten/binnen de groep, of doorverwijzing naar Groot Zorg Team/School Maatschappelijk Werk. c. Ouders worden ingelicht door leerkracht en IBer en bij verwijzing naar GZT is een handtekening op het toestemmingsformulier noodzakelijk. 4. Bij GZT ligt dan het begeleidingsplan van de leerkracht met een hulpvraag, en PDO of observatie, of signaleringslijst over de betreffende leerling en wordt daar door IBer en leerkracht ingebracht. Procedure: Ouders worden geïnformeerd over de besluiten die in het zorgteam genomen zijn. Op basis van de bespreking in het zorgteam volgen er twee mogelijke wegen: 1. Geen nader onderzoek door externen 2. Intern onderzoek (PDO) of observatie IBer. Mogelijk opstellen en uitvoeren handelings[plan, in overleg met ouders. Nieuwe afspraak maken voor bespreking in GZT (evaluatie handelingsplan) Mogelijke overstap naar weg 2. 3. Onderzoek/observatie door externen. Ouders geven hiervoor schriftelijke toestemming. Onderwijskundig rapport wordt opgestuurd naar Schoolbegeleiding nadat ouders het OWR hebben gelezen en ondertekend. Als nodig ook een aanmelding bij 27 schoolarts en school maatschappelijk werk voor onderzoek en gezinsanamnese. Bespreking resultaten onderzoek in het GZT Bespreking resultaten onderzoek met ouders Als er geen sprake is van verwijzing SBO of externe hulpinstanties wordt het kind weer in zorgteam besproken en daar worden afspraken gemaakt en handelingsadviezen geformuleerd. Als er wel sprake is van verwijzing SBO wordt leerling aangemeld door ouders/school bij PCLZ de school completeert het zorgdossier. Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is passend onderwijs ingevoerd. Wat is passend onderwijs? Kort gezegd wil de overheid met passend onderwijs er voor zorgen dat zo veel mogelijk leerlingen zo dicht mogelijk bij huis goed onderwijs krijgen. Dit geldt ook voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De ondersteuning gaat zo veel mogelijk naar de leerling toe, in plaats van de leerling naar een speciale onderwijssetting. Hierbij is het uitgangspunt dat we kijken naar de mogelijkheden van een leerling, de ouders en de school in plaats van naar de beperkingen. Checklist zorgdossier bij aanmelding PCLZ: Onderwijskundig rapport volledig en geactualiseerd, met preadvies geformuleerd door Groot Zorgteam ten behoeve van PCLZ, ondertekend door zorgteamleden en ouders, nadat zowel ouders als zorgteamleden alle gegevens hebben ingezien en besproken. Pedagogisch-didactisch onderzoek actualiseren indien ouder dan 5 maanden en gegevens actueel leerlingvolgsysteem Psychologisch onderzoek voor leerlingen tussen 4-7 jaar actualiseren na een jaar, voor leerlingen van 8-12 jaar actualiseren na 1 ½ jaar. Medisch onderzoekapport van GGD Zaanstreek-Waterland. Onderzoek maatschappelijk werker indien noodzakelijk. Gegevens andere instellingen indien aanwezig (Dijk en Duin, logopedie enz) Het nieuwe samenwerkingsverband Om passend onderwijs uit te voeren in de Zaanstreek vormen de schoolbesturen van de basisscholen en de speciale basisscholen één samenwerkingsverband: Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Zaanstreek. Passend onderwijs stelt de scholen binnen het samenwerkingsverband (SWV) in de gelegenheid om de extra ondersteuning op maat in te zetten voor de leerling en de leerkracht. Daarbij wordt altijd zorgvuldig overlegd met de ouders welke ondersteuning nodig is en wat de mogelijkheden van de school zijn. Alle scholen hebben in hun website beschreven welke (extra) ondersteuning zij kunnen bieden. Informatie over alle scholen en besturen in het samenwerkingsverband en de werkwijze die wij hanteren, is vanaf 1 april 2014 te vinden op onze website www.swvpozaanstreek.nl. Wat verandert er? De scholen krijgen zorgplicht. Dat betekent dat scholen elke leerling die zich aanmeldt een passende onderwijsplek moeten bieden. Dit kan op de school zijn die de ouders als eerste gekozen hebben met eventueel extra ondersteuning of op een andere gewone of speciale (basis)school binnen het SWV. Het PCLZ ontvangt het zorgdossier en geeft wel/niet beschikking hetgeen in zorgteam en met ouders wordt besproken. 28 Concreet betekent dit dat ouders, ook als er waarschijnlijk extra ondersteuning nodig is, de school kunnen kiezen die zij het meest geschikt achten voor hun kind. De school laat in principe binnen 6 weken weten of zij de leerling kan toelaten of komen zij met een voorstel voor een beter passende plek. De school laat in principe binnen 6 weken weten of zij de leerling kan toelaten of komen zij met een voorstel voor een beter passende plek. 12. Kwaliteitsbeleid Opbrengsten Schoolinspectie In maart 2013 heeft de inspectie een bezoek gebracht aan de Loopplank. Bij een schoolbezoek kijkt de inspectie naar wettelijke documenten (schoolgids, schoolplan, zorgplan), naar geplande onderwijstijd, naar de opbrengsten (CITOtoetsen), naar het jaarplan en naar het jaarverslag van het afgelopen jaar. Verder bezoekt de inspectie de groepen. De inspectie was erg tevreden over de Loopplank en heeft onze school het basisarrangement toegekend. Met de invoering van passend onderwijs vervalt het huidige systeem van indicaties voor plaatsing in het speciaal onderwijs en het “rugzakje” voor cluster 3 en 4. Tevens gaat de verwijzing naar het speciaal basisonderwijs anders verlopen. Scholen binnen het samenwerkingsverband bepalen samen met de ouders welke (extra) ondersteuning er nodig is. Hierbij kan het gaan om extra ondersteuning op de basisschool of om tijdelijke ondersteuning buiten de basisschool. Als er een vorm van speciaal (basis)onderwijs nodig is, hebben we in het SWV afspraken gemaakt om te zorgen dat leerlingen snel op de goede plek terecht kunnen. Uiteraard verloopt dit altijd in nauw overleg met de ouders. Voor een verwijzing van een leerling naar het speciaal (basis)onderwijs moet het SWV een toelaatbaarheidsverklaring afgeven. Het nieuwe SWV heeft in het ondersteuningsplan beschreven hoe het organiseren van extra ondersteuning in zijn werk gaat (zie hiervoor straks de website). Uitstroom naar Voortgezet Onderwijs 2011-2012: 3 leerlingen naar PROO 11 leerlingen naar VMBO-basis 7 leerlingen naar VMBO-kader 10 leerlingen naar VMBO-theoretisch 3 leerlingen naar HAVO/VWO 2012-2013: 1 leerling naar VMBO KL, met LWOO 2 leerlingen naar VMBO KL 7 leerlingen naar VMBO BL 5 leerlingen naar VMBO TL 1 leerling naar VMBO TL t/m HAVO 4 leerlingen naar HAVO 1 leerling naar VWO 2013-2014: 2 leerlingen naar PROO 2 leerlingen naar VMBO basis, LWOO 3 leerlingen naar VMBO basis 9 leerlingen naar VMBO kader 3 leerlingen naar VMBO theoretisch 1 leerling naar HAVO 29 Procedure voor Voortgezet Onderwijs voor (ouders van) leerlingen uit groep 8 Vanaf medio groep 7 staat voor de leerling, ouders en school de overstap naar het VO centraal. Om deze zo soepel mogelijk te laten verlopen is het van belang dat de belanghebbende partijen zo goed mogelijk worden geïnformeerd. Over de algemene ouderavond voor ouders van kinderen uit groep 8: De leerkracht van groep 8 licht de ouders voor over het komende traject van hun kinderen. Kortweg: de overstap van primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. De leerkracht probeert dit traject zo goed mogelijk toe te lichten, mede met behulp van een powerpointpresentatie. Op deze algemene ouderavond voor groep 8 informeert de leerkracht van groep 8 de ouders ook over zaken omtrent met name het drempelonderzoek en de overgang van het PO naar het VO. Een aantal jaren heeft de school de Entreetoets in groep 7 afgenomen. Daarnaast wordt begin groep 8 ook het drempelonderzoek afgenomen. Met de drempeltoets zijn positieve ervaringen opgedaan. Zo komen de resultaten goed overeen met het beeld van het kind (LVS). Ook de manier van afnemen is kindvriendelijk, neemt relatief weinig tijd in beslag en is duidelijk voor de kinderen. Het drempelonderzoek wordt door de leerkracht afgenomen. De resultaten worden opgestuurd en omgezet in een score. De uitslag van het drempelonderzoek wordt besproken door de leerkracht met intern begeleider en directie. Eind oktober/ Begin november zijn de eerste oudergesprekken. Dan wordt een voorlopig schooladvies aan ouders gegeven aan de hand van de uitslag van het drempelonderzoek, LVS, en de observaties van de leerkracht. De ouders van potentiele lwoo en pro leerlingen worden afzonderlijk voorgelicht door de leerkracht al dan niet met behulp van de ib-er. Het tijdpad vanaf het voorlopige advies ziet er als volgt uit: In oktober/november: Tijdens de informatieavond worden de ouders ingelicht over het stappenplan. Ook worden de ouders voorgelicht over de opzet van het voortgezet onderwijs. Deels middels een powerpoint en de CITO eindtoets. December: voorlichtingsavonden voortgezet onderwijs voor de ouders. Januari: Open lesdagen voor de kinderen. Januari/ Februari: open dagen voor ouders en kinderen. Januari/Februari: Afname LVS In februari/ maart krijgen de leerlingen het definitieve schooladvies. Ouders worden door de leerkracht uitgenodigd voor een gesprek. De intern begeleider kan op verzoek aanwezig zijn bij het gesprek. N.a.v. deze bevindingen heeft onze school besloten om met het drempelonderzoek verder te gaan en de Entreetoets te laten vervallen. Eind groep 7 vinden de E7 toetsen plaats van het LVS. Toelichting op procedure voortgezet onderwijs Begin groep 8 volgt het drempelonderzoek: 30 beginnen met spelen/werk. De ouders mogen - als zij dat willen - tot half negen met de kinderen mee in de klas. Terwijl uw kind speelt of werkt, kunt u zien waar het mee bezig is. U leert de klasgenootjes kennen en maakt de sfeer in de klas mee. In de groepen 1 en 2 duurt de inloop op 2 dagen in de week wat langer (tot 08.50 uur). Ouders en de leerkracht “werken” dan met de kinderen. Wij hechten erg aan deze werkwijze. Ouders krijgen hierdoor meer inzicht in het werk en schoolleven van hun kind en het verstevigt de band tussen school en thuis. 13. Ouders Schoolgids/jaarkalender en Informatiebrief Communicatie met ouders Aan het begin van elk schooljaar word de kalender uitgedeeld. Daarin staan alle vakanties en vrije dagen per maand weergegeven. Elke week ontvangen de ouders de nieuwsbrief (Scheepsjournaal) per mail. Kort en bondig wordt u geïnformeerd over actuele en praktische zaken die op school aan de orde zijn. Deze informatie vindt u ook op onze website: www.loopplank.nl Onze stichting hanteert als uitgangspunt het educatief partnerschap met ouders/verzorgers. Wij zijn ons ervan bewust dat niet alleen de schoolteams een verantwoordelijkheid hebben t.a.v. de ontwikkeling van onze leerlingen. Vanuit gelijkwaardigheid , gezamenlijke en eigen verantwoordelijkheid werken school en ouders /verzorgers samen aan een optimale ontwikkeling van het kind. Ieder vanuit zijn eigen expertise. De school neemt initiatief in dit proces van samenwerking. In dit partnerschap is er sprake van wederzijdse rechten en plichten t.a.v. informatieverstrekking. De school heeft de plicht om de ouders/verzorgers te informeren over de ontwikkeling van het kind en praktische zaken aangaande de schoolorganisatie. De ouders/verzorgers hebben de plicht de school te informeren over zaken die van invloed zijn op de ontwikkeling van hun kind en de school actuele informatie te verschaffen betreffende praktische administratieve zaken. Oudercontactavonden Vijf keer per jaar kunt u worden uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht van uw kind. De vorderingen en mogelijke zorgpunten van uw kind worden met u doorgesproken. Ook uw eigen vragen komen aan de orde. Alle kinderen van groep 2 t/m 8 krijgen tweemaal per jaar een rapport. Kinderen in groep 1 krijgen het eerste rapport als ze 4 maanden of langer op school zitten. Het rapport wordt eerst met ouders besproken voor het mee naar huis gaat. U kunt natuurlijk altijd tussentijds een gesprek met de leerkracht aanvragen als dat belangrijk voor u is. Ouders in de klas De dag begint bij ons anders dan op de meeste andere scholen. De kinderen mogen vanaf 10 minuten voor aanvang in de klas zijn. Wij vinden dat je van kinderen niet kunt verwachten, dat zij 10 minuten rustig wachten tot we gaan beginnen. Zij mogen dan ook meteen Huisbezoek 31 De leerkracht gaat soms op huisbezoek. Wij vinden dat waardevol voor het contact tussen thuis en school. Voor de kinderen is het bezoek en de belangstelling van hun juf of meester altijd heel belangrijk. school. De wet maakt geen onderscheid tussen de verzorgende en nietverzorgende ouder. Beide ouders zijn gezamenlijk welkom op 10-minuten gesprekken. Hiervan wordt alleen in overleg afgeweken als daar een gemotiveerde reden voor is. Het protocol ‘Informatieverstrekking gescheiden ouders’ is te vinden op de website van Agora. Rapporten Twee keer per jaar krijgt de leerling een rapport. Voor kinderen in groep 1 geld dat ze dan wel al een half jaar op school moeten zitten. Ouderkamer (OR) Informatie/kennismakingsavonden Wij zijn er trots op dat in februari 2003 op onze school de eerste ouderkamer in de Zaanstreek geopend is. De ouderkamer is toegankelijk voor iedereen die een kind heeft op PSZ ’t Touwladdertje of op CBS De Loopplank. Belangrijk is de ontmoetingsfunctie. Ouders kunnen onder genot van een kopje koffie of thee met elkaar van gedachten wisselen over het reilen en zeilen in de wijk en op school. Iedere maandagochtend (08.30 – 09.30) vindt er in de ouderkamer een koffieochtend plaats. Onder het genot van een kopje koffie of thee lekker bijkletsen met elkaar. Eenmaal (1X) per maand wordt op maandagochtend een “themaochtend” gepland. Op zo'n ochtend wordt er een onderwerp besproken, dat te maken heeft met opvoeding en/of onderwijs of is er een doe – ochtend gepland. Ouders zelf kunnen aangeven welke onderwerpen zij graag behandeld zien. De gastvrouwen van de ouderkamer bespreekt met de werkgroep ouderbetrokkenheid de invulling van de ochtenden. Zij nodigt ook eventuele gastsprekers uit. De werkgroep bestaat uit leerkrachten, een onderwijsassistent en ouders die geregeld de ouderkamer bezoeken waarvan 2 ouders de rol van gastvrouw in de ouderkamer op zich hebben genomen. Daarnaast biedt de ouderkamer ondersteuning bij de organisatie van feesten en festiviteiten op school, bv het sinterklaasfeest, de kerst- en paasviering. Aan het begin van elk schooljaar is er informatie/kennismakings ochtend of avond. Bij deze kennismaking maakt u kennis met de nieuwe leerkracht van uw kind en krijgt u uitleg wat de leerkracht dit schooljaar in de groep gaat doen. Ook krijgt u informatie over de methoden die gebruikt worden. Info aan gescheiden ouders Vanuit de pedagogische driehoek leerkracht-ouders-kind is een goede samenwerking van essentieel belang voor de ontwikkeling en het welbevinden van het kind. Indien ouders van een leerling gescheiden zijn, is het belangrijk dat er duidelijkheid is over de manier waarop de communicatie en consultatie over de vorderingen van de leerling verloopt. Voor de school is het belangrijk dat zij op de hoogte is van de gezagssituatie en vastgestelde omgangsregeling. Ouders zijn verplicht hierover de school te informeren. In geval van echtscheiding neemt de school jegens beide ouders een neutrale positie in. De school richt zich primair op de pedagogisch-didactische verantwoordelijkheid jegens de leerling. Op alle Agorascholen wordt het protocol ‘Informatieverstrekking gescheiden ouders’ gevolgd. In dit protocol worden de rechten en plichten beschreven. Het protocol gaat uit van de wettelijke regels. Dit betekent in de eerste plaats dat de school ervan uitgaat dat ouders die beiden het ouderlijk gezag hebben elkaar informeren over zaken rondom hun zoon of dochter. Alle ouders met gezag hebben hetzelfde recht op informatie en consultatie door de De (vrijwillige) ouderbijdrage Scholen of ouderverenigingen mogen aan ouders een bijdrage vragen om de 32 onkosten te dekken die niet in de rijkssubsidie zitten. U kunt hierbij denken aan het Sinterklaasfeest, Kerst, het schoolreisje, excursies en feestjes. De bijdrage is vrijwillig. Dat betekent dat scholen uw kind niet mogen weigeren als u niet betaald. School hebben wel het recht om kinderen waarvoor niet is betaald, niet mee te laten doen met de georganiseerde activiteit. Scholen sluiten over de ouderbijdrage een betalingsovereenkomst met de ouders. Ouders kunnen aangeven of zij wel of niet gaan betalen. Jaarlijks organiseren we een sportochtend voor de kinderen. Wij doen mee aan schoolvoetbal en schoolkorfbal. Met de bovenbouw gaan we een keer per jaar schaatsen. We hebben gekozen voor tweemaal per week gymles. Het spreekt voor zich, dat wanneer er niet betaald wordt, de activiteiten uiteindelijk geen doorgang kunnen vinden. De ouderbijdrage op de Loopplank is voor het schooljaar 2014 – 2015 vastgesteld op E 45 euro. In groep 7 en 8 gaan de kinderen op kamp (3 dagen). De (vrijwillige) ouderbijdrage voor deze kinderen komt uit op E 75 euro. U ontvangt een verzoek tot machtiging voor automatische incasso van Stichting Agora. Elk jaar wordt aan de ouders financiële verantwoording afgelegd. Gymnastieklessen De gymnastieklessen worden door de groepsleerkracht verzorgd en gegeven in de gymnastiekzaal aan de school. De kinderen nemen voor deze les een korte broek, een shirtje en gymschoenen mee. Vanaf groep 3 moeten de kinderen verplicht douchen/wassen. Dan hebben zij dus ook een handdoek nodig. Slechts bij hoge uitzondering wordt van deze regel afgeweken. Dit gebeurt altijd in overleg met de leerkracht. Tijdens de gymnastieklessen mogen vanwege veiligheidsoverwegingen geen sieraden worden gedragen. De Medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad bestaat uit 2 personeelsleden en 2 ouders. Allerlei belangrijke beslissingen worden besproken met de leden van de MR. De MR is nauw betrokken bij sollicitatieprocedures, moet gekend worden in wijzigingen in het management en is betrokken bij het vaststellen van schoolplan, begroting en beleid. Verder is de MR verantwoordelijk voor de financiën wat betreft de ouderbijdrage en legt hierover jaarlijks verantwoording af aan ouders. De “kleine”pauze Alle kinderen hebben 's morgens een kwartiertje pauze om buiten te spelen. Aansluitend aan deze pauze kunnen de kinderen iets eten of drinken. Wij vragen aan u om een gezond tussendoortje aan uw kind mee te geven. Alleen als het regent blijven de kinderen binnen. In de pauze zijn altijd een leerkracht en/of een assistent op het schoolplein aanwezig. 14. Praktische zaken Sportactiviteiten Schoolmelk Bewegen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Een goede motorische ontwikkeling heeft een gunstig effect op de leerresultaten van kinderen. Als u gebruik wilt maken van de regeling voor schoolmelk, kunt hiernaar vragen bij 33 de groepsleerkracht van uw kind. Uw kind krijgt dan dagelijks een pakje melk of yoghurtdrank. De kosten die hieraan verbonden zijn kunt u vinden in de folder van Campina die te verkrijgen is op school. Verkeersdiploma Als uw kind in groep 8 zit kan het meedoen aan het verkeersexamen. Het examen bestaat uit een theoretisch gedeelte en een praktisch gedeelte: een rijvaardigheidstest op de fiets. Schooltuinen Foto en video We vinden het belangrijk dat kinderen in aanraking komen met de natuur en leren respect hiervoor te hebben. Het is goed dat kinderen ervaren wat er aan vooraf gaat voor ons eten in de winkel te koop ligt. Daarom werken de leerlingen uit groep 6, 7 en/of groep 8 eenmaal per week in de schooltuinen. Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een leerkracht van school. Op de schooltuinen krijgen ze les van een speciale leerkracht die ze leert tuinieren. De oogst (bloemen, kruiden, groenten) mogen de kinderen mee naar huis nemen. De ouders betalen hiervoor een bedrag. Dit is voor het schooljaar 2014 - 2015: € 30. Regelmatig worden er op school foto- en video-opnames van kinderen gemaakt. Deze worden gebruikt in de lessen, voor werkstukken, informatiebrieven en websites. Ook kan het voorkomen dat materiaal gebruikt wordt bij scholing intern en extern. Mocht u hiertegen bezwaar hebben dan is het belangrijk dat u dit doorgeeft aan de directie. Noodplan In elk lokaal en bij elke (nood-)uitgang hangen plattegronden met de vluchtroutes en de instructies in geval van ontruiming. Bij het samenstellen van het plan is overlegd met de brandweer. Elk jaar controleert de brandweer of de vergunning nog rechtmatig is. Schoolreis Elk schooljaar gaan de kinderen van groep 1 t/m 6 op schoolreis. Het schoolreisje is een dagexcursie. De kosten van het schoolreisje worden betaald vanuit de ouderbijdrage. Momenteel zijn er ruim 4 gediplomeerde bedrijfshulpverleners onder de leerkrachten. Deze hulpverleners gaan ieder jaar op herhalingscursus. Wij streven ernaar het aantal gediplomeerden uit te breiden. Per schooljaar worden er met de kinderen ten minste twee ontruimingsoefeningen gehouden; één aangekondigde in het begin van het schooljaar en één onaangekondigde later het schooljaar. De resultaten worden geëvalueerd binnen de BHV-groep en leiden indien nodig tot aanpassingen. Schoolkamp Ieder schooljaar gaat de bovenbouw (groepen 7 en 8) op een meerdaags schoolreisje. Het schoolkamp beslaat 3 dagen (2 nachten) en wordt ieder jaar weer als waardevol ervaren. De locatie en data worden bepaald door de groepsleerkrachten. Discriminatiecode De begeleiding bestaat in elk geval uit leerkrachten en assistentes c.q. stagiaires van school. Omdat de ouders de kosten van dit kamp betalen, houden we deze zo laag mogelijk. In principe zoeken we een adres dat op fietsafstand te bereiken is. Het is daarom belangrijk dat de kinderen kunnen beschikken over een goede fiets. Voorafgaand aan het kamp vindt er op school een controle van de fietsen plaats. Wij gaan op school respectvol met elkaar om. We hebben omgangsregels vastgesteld, die we jaarlijks evalueren. Discriminerend gedrag valt onder de wetgeving. De wet zegt hierover: "Het betreft iedere uiting in woord, gebaar of geschrift van een persoon of groep van personen binnen de school waarbij sprake is van (voor personen in onze school of 34 die bij de school betrokken zijn) ontoelaatbare opvattingen of achterstelling van mensen, van doelbewuste belediging of van grievend handelen jegens anderen. Deze uitingen kunnen betrekking hebben op godsdienst, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, sociaaleconomische positie, intelligentie, onderwijsdeelname, kleding of op welk terrein dan ook". van wat Agora verstaat onder GOED ONDERWIJS. Op de website verantwoord Agora zich naar de samenleving. Verder kunt u doorklikken naar alle scholen van de stichting. Organisatiestructuur De Stichting wordt aangestuurd door een bestuur dat bestaat uit ten minste zeven personen. De bestuursleden worden aangezocht op basis van deskundigheid en kwaliteit op het gebied van onderwijskundige zaken, levensbeschouwelijke identiteit, speciaal onderwijs, communicatie en public relations, financiën, personeel en organisatie, juridische zaken en huisvesting. Het bestuur stuurt de organisatie aan op hoofdlijnen, dat wil zeggen dat vooral beleidszaken in het bestuur aan de orde komen. Meldingen van discriminatie worden besproken met de schoolleiding. Wanneer u vindt dat een melding niet zorgvuldig wordt behandeld, dan kunt u zich richten tot de klachtencommissie.(zie: klachtenregeling) Beleid ten aanzien van sponsoring We kunnen gebruik maken van excursies naar bedrijven als het gaat om educatieve doeleinden. Als school willen we in geen enkel opzicht afhankelijk zijn van sponsoring. We zijn in principe tegen reclame of uitingen van sponsors in en om de school. We zijn tegen sponsoring in de vorm van geld, goederen of diensten waarvoor een vorm van tegenprestatie wordt verlangd. Alle schoolactiviteiten zijn reclamevrij. Reclame en sponsoring die worden aangeboden, toetsen wij aan onze visie en ons onderwijsbeleid. In geen enkel geval mag sponsoring en reclame de objectiviteit, geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van onze school aantasten. De Stichting kent sinds kort een zgn. “klankbordgroep” . Deze is samengesteld uit mensen uit diverse hoeken van de samenleving en heeft tot doel het beleid te toetsen. College van bestuur De dagelijkse gang van zaken binnen de organisatie is gedelegeerd aan het college van bestuur. De leden van het college van bestuur zijn verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van het bestuursbeleid en doet dit in een nauwe samenwerking met het directieoverleg, waarin alle 25 scholen vertegenwoordigd zijn. 15. Organisatie en regelgeving De Loopplank maakt deel uit van Agora, Stichting voor Bijzonder Primair Onderwijs in de Zaanstreek. Met 25 scholen en ruim 700 personeelsleden is Agora één van de grotere schoolbesturen in ons land. Bestuur en college van bestuur worden ondersteund door het Agora Centraal Bureau waarin alle administratieve- en facilitaire zaken binnen de organisatie zijn ondergebracht. Correspondentie aan het bestuur dient gericht te worden aan: Website Agora Centraal Bureau, T.a.v. het Algemeen Bestuur, Postbus 88, 1500 EB Zaandam, Telefoon 075-616 86 30. De stichting Agora heeft een website: www.agora.nu. Op deze site informeert de stichting alle belangstellende over het doel en de werkwijze van de stichting. U vindt hier de missie, de visie en de beschrijving 35 Fax: 075-670 24 26 E-mail: [email protected]. www.agora-zaanstreek.nl Landelijke klachtencommissie Katholiek onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag, 070-3925508 www.geschillencies-klachtencies.nl Onderwijsinspectie Voor vragen over onderwijs kunt u bellen met het telefoonnummer: 0800-8051 (gratis). Informatie over de inspectie van het onderwijs kunt u vinden op: www.onderwijsinspectie.nl. E-mail: [email protected]. Veiligheid/Arbo beleid Binnen de school bestaat de kans op calamiteiten. Brand, een ongeluk, of een bommelding zijn niet uit te sluiten. Om de medewerkers, leerlingen en bezoekers te beschermen tegen ernstige gevolgen van calamiteiten zijn in een Bedrijfshulpverleningsplan (BHV-plan) maatregelen en afspraken vastgelegd. Het uitgangspunt voor dit plan is dat binnen enkele minuten hulp geboden kan worden, totdat externe hulpverleners als de ambulancedienst of de brandweer ter plaatse zijn. Het plan begint met een beschrijving van de organisatie, taken en verantwoordelijkheden van de betrokkenen. Daarna worden, door middel van draaiboeken voor de verschillende calamiteiten, de te nemen stappen beschreven. De school heeft voor de uitoefening van de taken van de BHV de beschikking over een coördinator BHV, een plaatsvervangend coördinator BHV en een aantal BHV-ers. Wanneer er klachten zijn of problemen ontstaan m.b.t. tot uw kind dan kunt u dit het beste eerst bespreken met de betrokken leerkracht. Leidt dit gesprek niet tot een bevredigende oplossing, neemt u dan contact op met de directie. Klachtenregeling Als u een klacht heeft kijken wij in eerste instantie of uw klacht binnen de school kan worden opgelost. U bespreekt een klacht eerst met de leerkracht: bijvoorbeeld over de begeleiding van uw kind, over een strafmaatregel of over een voorval op school: zorg, veiligheid, agressie, geweld, discriminatie, pesten en sexuele intimidatie. Komt u er samen niet uit, dan kunt u contact opnemen met de directie of met de contactpersoon op school. De vertrouwenspersoon op school is Merel Kramer. Zij kan u adviseren over de te nemen vervolgstappen. Leidt dit alles niet tot een goed resultaat dan kunt u contact opnemen met de vertrouwenspersoon van de Stichting Agora, de heer I.Wijker, graag met duidelijke vermelding Vertrouwelijk op de envelop! Agora Vertrouwenspersoon Postbus 88, 1500 EB Zaandam. U kunt ook contact opnemen via e-mail: [email protected] Seksuele intimidatie of contact opnemen met een van onderstaande adressen: Binnen de inspectie van het onderwijs is een aantal inspecteurs aangewezen als vertrouwensinspecteurs. Deze vertrouwensinspecteurs hebben een adviserende en ondersteunende taak bij klachten rond seksueel misbruik en seksuele intimidatie. De directie en de Intern Begeleiders hebben de wettelijke plicht bij vermoeden van seksueel misbruik de vertrouwensinspecteur in te schakelen. Landelijke klachtencommissie Protestants Christelijk onderwijs Postbus 694 2270 AR Voorburg 070-3861697 [email protected] www.klachtencommissie.org 36 Deze verplichting geldt voor klachten over leraren, directies en anderen die aan de school contractueel verbonden zijn. Ook als niet meteen duidelijk is of er sprake is van strafbare feiten dient de vertrouwensinspecteur ingeschakeld te worden voor overleg. Scholen en ook leerlingen kunnen eveneens contact opnemen met de vertrouwensinspecteur als zich situaties van ernstig fysiek en geestelijk geweld hebben voorgedaan. Anders dan bij seksueel misbruik zijn scholen in dit geval niet verplicht zich tot de vertrouwensinspecteur te wenden. Het adres: Inspectie van het Onderwijs Kantoor Haarlem Postbus 431 2100 AK Heemstede 023-548 34 85. 2. Indien de leerkracht aanleiding daar toe ziet, besteedt hij of zij expliciet aandacht aan pestgedrag in de vorm van een groepsgesprek. Repressieve maatregelen: 1.Er wordt tijdens de pauzes en het overblijven pleinwacht gelopen door leerkrachten of overblijfkrachten volgens een rooster. 2. Indien er sprake is van incidenten betreffende pestgedrag wordt dat met de betrokken kinderen besproken door de leerkracht van het kind. Mocht het nodig zijn volgen gesprekken met de directeur. 3. Indien er sprake is van herhaald pestgedrag worden de ouders van de pester op de hoogte gesteld van de ongewenste gebeurtenissen in een gesprek op school. De leerkracht van de groep neemt het initiatief in deze door de ouders uit te nodigen. De pester kan gevraagd worden bij dit gesprek aanwezig te zijn. In dit gesprek worden afspraken gemaakt. Ook de op te leggen sancties bij overtreding van de afspraken worden daarbij vermeld. Gedacht kan worden aan uitsluiting van met name de situaties die zich in het bijzonder lenen voor pestgedrag. Ook de ouders van het gepeste kind worden op de hoogte gesteld van de aanpak. De directeur van de school wordt uiterlijk in dit stadium op de hoogte gesteld van de gesprekken met de kinderen en de ouders en kan de gemaakte afspraken terugvinden in het kinddossier. De directeur kan ook al aanwezig zijn bij het eerste gezamenlijke gesprek met de ouders. De directie beoordeelt in overleg met de betrokken leerkracht in welk stadium het verstandig is om bij de gesprekken aanwezig te zijn. De vertrouwensinspecteur heeft geheimhoudingsplicht bij klachten over seksueel misbruik. Hij of zij zal in alle gevallen in overleg met de klager komen tot afspraken over de verdere afhandeling van de klacht en de stappen die worden genomen. Meldpunt Vertrouwensinspecteurs 0900-111 3 111 (op werkdagen van 08.00 tot 17.00 uur) 16. Protocollen Pestprotocol Het gaat om de volgende protocollaire maatregelen en procedure: Preventieve maatregelen: 1.In de eerste week van het nieuwe schooljaar worden er klassenregels opgesteld door de leerkracht van de groep en de kinderen (eigenaarschap door de kinderen te betrekken bij het opstellen van de klassenregels). De leerkracht bespreekt tevens met de leerlingen de algemene afspraken en regels in de klas aan het begin van het schooljaar. 4. Indien het probleem zich toch blijft herhalen meldt de leerkracht dit gedrag aan de directeur van de school. Ook de intern begeleider wordt er nu bij betrokken. De directeur roept nu de ouders op school voor een gesprek. Ook het kind kan in dit 37 directiegesprek betrokken worden. De directeur gaat uit van het opgebouwde archief en vult dit aan met het verloop van de gebeurtenissen. zorgt voor een gevoel van onveiligheid bij betrokkene ( n ) en als er geen zicht meer is op een open dialoog, dan zullen wij bij de politie aangifte doen van bedreiging. 5. Er kan een verwijzing plaatsvinden naar BJZ of stichting KRAM. Medische situaties op school De belangrijkste verantwoordelijkheid van de school is het geven van onderwijs. Er worden echter in toenemende mate verzoeken gedaan om ook (medische) zorg te verlenen. In principe regelen de ouders deze zorg zelf door de juiste voorzieningen te treffen. 6. Indien het pestgedrag van de pester niet aanzienlijk verbetert, en/of de ouders van het kind werken onvoldoende mee om het probleem ook aan te pakken kan de directeur van de school overgaan tot bijzondere maatregelen. Deze bijzondere maatregelen kunnen zijn: Isoleren van de pester tijdelijke uitsluiting van het bezoeken van de lessen van de school (schorsen). Wanneer er sprake is van een schorsing wordt ook het bestuur van Stichting Agora op de hoogte gesteld. De school kan, ondanks dit uitgangspunt, toch besluiten om zelf verantwoordelijk te zijn voor het verlenen van de juiste medische zorg. In dat geval heeft de school te maken met een aantal medische situaties en kan daarin eigen keuzes maken. Protocol kindermishandeling Onze school zal in de onderstaande situaties als volgt handelen: Op school werken wij met a.d.h.v. “Het Protocol Kindermishandeling Regio Zaanstreek/Waterland”. Als school hebben wij de maatschappelijke meldingsplicht bij vermoeden of bewijzen van verwaarlozing en/of mishandeling. Bij vermoedens of tekenen van mishandeling of verwaarlozing kunnen wij advies vragen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Uiteraard zullen wij dit vermoeden ook met u bespreken. Ons uitgangspunt hierbij is dat we samen met u als ouders het beste voor de kinderen willen. Wanneer wij besluiten, in belang van het kind, over te gaan tot melding, zullen wij dit vooraf met u bespreken. De melding is dan een gezamenlijk besluit van alle teamleden die betrokken zijn bij uw kind en wordt gedaan namens de school. 1. Uw kind wordt ziek op school. In voorkomende gevallen wordt er met u contact opgenomen. De school verstrekt geen zelfzorgmedicijnen zoals paracetamol of finimal als het niet duidelijk is wat uw kind mankeert. Zelfs bij bekende aandoeningen zal er vooraf altijd eerst contact met u worden opgenomen. Als wij het noodzakelijk vinden dat uw kind naar huis gaat, zult u uw kind moeten ophalen. Hij/zij mag niet zonder begeleiding naar huis. 2. Het verstrekken van medicijnen. Wij hebben als school besloten dat wij uw kind in voorkomende gevallen zullen herinneren aan het tijdig innemen van medicijnen. De leerkrachten dienen de medicijnen niet toe; dat moet uw kind zelf doen. Wij aanvaarden daarmee een verantwoordelijkheid. We moeten in dat geval een vastgesteld protocol volgen. Richtlijnen daarbij zijn o.a.: Aangifte in geval van bedreiging. Wij achten het van groot belang dat iedereen zich op onze school geborgen voelt. Dat betekent dat we investeren in een goed contact met ouders en kinderen. Mocht een relatie zodanig verstoord raken dat er sprake is van bedreiging die direct 38 Ook de leerkracht kan de eerste melding doen. 2. Dit kind komt pas op school na behandeld te zijn (kammen!). 3. Na melding neemt de groepsleerkracht contact op met de coördinator van de “luizenwerkgroep” om er voor te zorgen dat dezelfde dag alle kinderen van de groep gecontroleerd worden op hoofdluis. 4. Wanneer meer kinderen met hoofdluis ontdekt worden zal de leerkracht direct met de ouders van deze kinderen contact opnemen. De kinderen worden direct voor behandeling naar huis gestuurd. 5. Na behandeling komen de kinderen weer op school. 6. Verkleedkleren en kussens van deze klas worden gewassen. Het lokaal wordt extra gezogen. 7. Na melding ontvangt de groep waar de hoofdluis is geconstateerd dezelfde dag een brief over de constatering en tips voor behandeling. 8. Na drie dagen moeten de kinderen die hoofdluis hadden een nabehandeling ondergaan. Op de vierde dag na de eerste controle worden alle kinderen van de groep weer gecontroleerd. De stappen 4, 5 en 6 worden net zo lang herhaald tot het probleem is opgelost. 9. Wanneer de problematiek bij een gezin hardnekkig is of het vermoeden bestaat dat er hulp nodig is bij de behandeling dan neemt de leerkracht contact op met de GGD en informeert het zorgteamlid dat bij de betrokken bouw hoort. 10. Kinderen die besmet zijn met hoofdluis nemen niet deel aan de zwemles. 11. De jassen van de kinderen hangen standaard in luizenzakken. Vooraf moet er een gesprek zijn met de groepsleerkracht Medicijnen alleen in originele verpakking Er moet duidelijk zijn hoe er moet worden gehandeld als de medicijnen te laat worden ingenomen U als ouder zorgt voor een ingestelde wekker of ander apparaat dat op een vastgesteld tijdstip een alarm af laat gaan Aftekenlijst, waarop per keer wordt aangetekend wanneer het medicijn is verstrekt. Een ingevuld en ondertekend formulier van u als ouders. Pas als aan deze voorwaarden is voldaan mogen en kunnen wij de taak rondom het vertrekken van medicijnen op ons nemen 3. Het verrichten van medische handelingen. Hier hebben wij als school de keus om deze handelingen, zoals het geven van sondevoeding, het meten van de bloedsuikerspiegel etc. uit te voeren of niet. Als school hebben we hier de keus gemaakt om dit niet te doen. Wij zijn hiervoor niet deskundig genoeg. In bovengenoemde gevallen moet het protocol “medische situaties op scholen” strikt worden uitgevoerd in verband met de bescherming van de school en/of de leerkracht tegen aansprakelijkheid. Uiteraard is bovenstaande niet van toepassing op een levensbedreigende situatie. In dat geval zullen wij zeker handelend optreden. Hoofdluis beleid Om hoofdluis op school tegen te gaan volgen wij bij constatering van hoofdluis onderstaand protocol. Hoofdluisbeleid CBS De Loopplank: 1. Ouders melden zo spoedig mogelijk dat hun kind besmet is. Na iedere vakantie worden de kinderen gecontroleerd op luizen. Dit gebeurt op maandag. 39
© Copyright 2024 ExpyDoc