Klipperstraat 2-4 1503 AM Zaandam 075-6163929

2014-2015
Klipperstraat 2-4
1503 AM Zaandam
075-6163929
[email protected]
www.loopplank.nl
1
1. Een woord vooraf
Met deze schoolgids willen wij u een zo
goed mogelijk beeld geven van onze
school. U vindt hierin de informatie, die
nodig is om een eerste indruk te krijgen.
U leest hoe wij denken over goed
onderwijs, over opvoeden, over omgaan
met kinderen en over onze identiteit. Ook
geven wij een beeld van de manier
waarop wij onze visie in praktijk brengen in
het alledaagse schoolleven.
Wat verwachten wij van
ouders?
Wij vinden de rol van de ouders belangrijk
in de ontwikkeling van de kinderen. Dit
komt uitgebreid aan bod in het gesprek
met de directeur. Wij praten over
verwachtingen die u als ouders heeft van
de school, maar ook over wat wij van u
verwachten. In het kort gezegd vragen wij
van ouders dat zij staan achter onze
identiteit, zoals beschreven in deze gids,
onze visie op onderwijs onderschrijven en
zich in het belang van de kinderen inzetten
voor een goede samenwerking met de
school.
Inschrijving en kennismaking
op de Loopplank
Meer informatie nodig?
Wij zijn trots op onze school en vertellen er
graag over. Alle ouders die interesse
hebben in onze school nodigen wij uit voor
een uitgebreide kennismaking. Deze
bestaat uit een gesprek met de directie en
een kennismaking met enkele
leerkrachten.
Een rondleiding biedt de mogelijkheid om
de goede sfeer op onze school te proeven.
Wij verzoeken u bij de inschrijving een
kopie van uw hoogst behaalde diploma
mee te brengen. Wanneer u uw kleuter bij
onze school heeft aangemeld, krijgt uw
kind vooraf de gelegenheid om te
'wennen'. 'De stap' naar de basisschool,
die voor uw kind (en voor de ouders) heel
belangrijk is, kan zo vloeiend verlopen.
De schoolgids is een eerste presentatie,
waarvan wij hopen dat u hiermee een
voldoende indruk van onze school krijgt.
Actuele informatie vindt u in de weekbrief
en op onze website www.loopplank.nl.
We gaan er vanuit dat de aangeboden
informatie vragen wegneemt, maar ook
vragen kan oproepen. De vragen, die u na
het lezen nog heeft, beantwoorden wij
graag.
2
2. De school
Het schoolgebouw en het plein
Het gebouw is 32 jaar oud. De ruime
lokalen zijn rondom een patio gebouwd. In
het hart van het gebouw bevindt zich “de
kuip”, waarin centrale programma's,
vieringen en “kuipshows” plaatsvinden.
We beschikken over 2 schoolpleinen: een
kleuterplein en een plein voor de grotere
kinderen. Verder is er een groot veld naast
het gymlokaal waar kinderen kunnen
spelen.
Op de pleinen en het (gras)veld staan
diverse speeltoestellen, die we jaarlijks op
veiligheid laten controleren. In 2010 is er
op het kleuterplein een nieuw speeltoestel
en een nieuwe zandbak geplaatst.
Het gymlokaal bij onze school wordt
beheerd door de gemeente Zaanstad. Ook
groepen van andere scholen maken
hiervan gebruik.
Onze school staat naast de flat Brandaris
aan de Watering.
Ons adres is: CBS de Loopplank
Klipperstraat 2-4
1503AM Zaandam
Tel: 075-6163929
Fax:075-6147635
Mail: [email protected]
Website: www.loopplank.nl
Huisvesting/omgeving/parkeren
Onze school staat aan de rand van de wijk
Peldersveld, tussen de wijken Peldersveld
en Poelenburg, en is omgeven door veel
groen. Sinds augustus 2011 zitten we in
één gebouw.
De directe omgeving van de school valt op
door een veelheid aan culturele
achtergronden. Deze veelkleurigheid is
dan ook een vertrouwd kenmerk van de
school geworden.
De school ligt aan drukke uitvalswegen.
Tijdens het brengen en halen van de
kinderen zien wij graag dat auto’s worden
geparkeerd op de daarvoor bestemde
parkeerplaatsen. In verband met de
veiligheid van onze kinderen is het
verboden op de stoep te parkeren.
De kinderen die op de fiets komen kunnen
de fiets neerzetten op de bestemde
fietsenstalling. Dit is naast de school of
naast de kerk. Laat uw kind zijn fiets altijd
op slot zetten!
Grootte
We zijn inmiddels een middelgrote school
met ongeveer 145 leerlingen. Teamleden
en kinderen kennen elkaar. Wij vinden het
contact tussen kinderen en leerkrachten
erg belangrijk en we investeren hierin.
Onze school heeft middelgrote groepen.
Gemiddeld bestaan de groepen uit 26
kinderen. Vanwege de organisatie van de
groepen moet er wel eens een
uitzondering gemaakt worden. Dit wordt
dan teambreed besproken.
De groepen zijn verdeeld over 6 lokalen.
Daarnaast is een leslokaal gereserveerd
voor peuterspeelzaal “Het Touwladdertje”
(zie: voorzieningen).
Identiteit
De Loopplank is een Christelijke
Ontmoetingsschool. Dat wil zeggen dat we
met elkaar om willen gaan volgens de
Bijbelse waarden en tevens aandacht
hebben voor en ruimte geven aan andere
godsdiensten.
Op onze school zijn veel kinderen met een
andere religieuze achtergrond dan de
christelijke. Wij geven deze verschillende
achtergronden een plek in ons onderwijs
en willen in elk geval in gesprek met ieder
geloof dat wij in de school ontmoeten. Wij
gaan daarbij op zoek naar dat wat ons
bindt.
3
Van ouders verwachten wij dat zij de
Christelijk grondslag van de Stichting
Agora, waarvan onze school deel
uitmaakt, respecteren.
ieder tot zijn of haar recht te laten komen
met respect voor het anders-zijn.
Lees elkaars boeken
Binnen alle godsdiensten spelen verhalen
een grote rol om mensen duidelijk te
maken wat de bedoeling van God is met
deze wereld.
Een jongetje vertelde ons het volgende
verhaal, dit verhaal had hij gehoord van de
Imam:
“Heel lang geleden keek God naar de
mensen en zag dat zij niet goed met
elkaar leefden. God gaf hen de Thora
zodat de mensen wisten hoe zij moesten
leven.
Identiteit in de praktijk
Door met ouders en kinderen te praten en
na te denken over Bijbelse thema's als
liefde, trouw, recht en onrecht hopen wij,
dat kinderen van jongs af aan leren zin en
betekenis aan hun leven te geven.
Wij vinden dat het ook belangrijk is dat
kinderen de Bijbelverhalen kennen.
Regelmatig zullen verhalen verteld
worden. De keus van de verhalen is
afhankelijk van de leeftijd van de kinderen.
Sinds het schooljaar 2006 – 2007 werken
wij met de methode Trefwoord. Deze
verbindt Bijbelverhalen aan het dagelijks
leven van kinderen en betrekt andere
godsdiensten dan de christelijke hierbij.
Jaren later zag God dat de mensen niet
leefden naar het boek. Toen stuurde God
de Bijbel naar de mensen. Helaas, de
mensen bleven de verkeerde dingen doen.
Weer veel later stuurde God de Koran
naar de mensen. Helaas: ook nu leefden
de mensen niet naar wat er geschreven
stond.
Toen zei God: ”Nu wordt het tijd dat jullie
in elkaars boeken gaan lezen want dan
pas zal het met de mensen beter gaan”.
Wij vieren de christelijke feesten met alle
kinderen. Verder is er ook aandacht voor
andere feesten, bijvoorbeeld het
suikerfeest en offerfeest.
Levensbeschouwelijke vragen kunnen op
onze school heel breed besproken
worden, dankzij de inbreng van de
kinderen en ouders.
Ieder jaar geven gastdocenten in de
groepen 7 en 8 les over o.a. het
Hindoeïsme, Jodendom en Humanisme.
Het feit dat kinderen uit verschillende
culturen en godsdiensten op onze school
samenkomen, ervaren wij als een
verrijking. Wij staan open voor andere
geloofs– en levensovertuigingen naast de
protestants- christelijke en streven ernaar
4
Identiteit en onderwijs
deze gekoppeld aan de schoolmissie en
schoolregels.
De klassenmissie en regels kunt u
terugvinden in de groepen.
Nauw verbonden met onze identiteit is
onze missie/visie op onderwijs.
Uitgangspunt van ons onderwijs is het
individuele kind met zijn of haar
mogelijkheden en moeilijkheden. Een kind
kan pas groeien en zich ontwikkelen als
het zich gekend en gerespecteerd weet.
Wij werken aan een veilige en
stimulerende omgeving voor de kinderen.
In samenwerking met de ouders willen wij
de talenten van kinderen ontwikkelen. Ons
gezamenlijk doel is dat de kinderen zullen
opgroeien tot harmonieuze mensen.
Identiteit en de wereld
De kansen van een kind worden voor een
groot deel bepaald door de plek waar het
geboren wordt. In veel landen zijn die
kansen minimaal.
SOS-Kinderdorpen is een organisatie die
actief is in 131 landen en 430
kinderdorpen, waarin aan veel kinderen
een goede opvang wordt geboden.
Een kinderdorp bestaat uit veilige
gezinshuizen, geschikt voor 8 tot 10
personen. Een “eigen” SOS-moeder
verzorgt de kinderen, samen met broertjes
en zusjes.
Binnen het dorp staan scholen en
medische en sociale voorzieningen, die
ook toegankelijk zijn voor kinderen en
volwassenen uit de omgeving. Zo groeit
het kind op tot een kansrijk en sociaal
medemens.
De missie van onze school:
Het team heeft met elkaar gesproken over
de missie van de Loopplank. Onze missie
is: Wij, het team van Christelijke
ontmoetingsschool De loopplank,
verzorgen goed en stimulerend onderwijs,
waarbij wij kinderen begeleiden tot
zelfstandig wereldburger!
Om aan deze missie te kunnen werken
zijn er regels opgesteld waar iedereen zich
aan dient te houden.
SOS-kinderdorpen is niet
overheidsgebonden en kan haar prachtige
werk doen dankzij de financiële steun en
inzet van donateurs en vrijwilligers.
Wij staan achter de uitgangspunten van
SOS-Kinderdorpen en willen bijdragen om
ook deze kinderen tot hun recht te laten
komen. Wij vinden het belangrijk dat ieder
kind de kans krijgt zich optimaal te
ontwikkelen ondanks de plek waar het
geboren is.
Daarom steunen wij deze organisatie
middels donaties. Kinderen kunnen de
hele week geld meenemen en aan de
groepsleerkracht geven. Dat geld word
opgehaald en gestort voor SOSkinderdorpen.
Schoolregels/groepsafspraken
*Wij zorgen ervoor dat iedereen zich
prettig en veilig voelt
*Wij zorgen voor een veilige en nette
leeromgeving
*Wij werken samen en helpen elkaar als
dat nodig is
*Wij tonen respect en accepteren elkaar
*Wij houden ons aan gemaakte afspraken
Naast de schoolmissie en schoolregels
heeft iedere groep een klassenmissie en
klassenregels opgesteld. Uiteraard zijn
5
Voor de Nederlands sprekende kinderen
betekent dit, dat de groepsleerkracht meer
tijd en aandacht kan geven aan de
ontwikkeling van de Nederlandse taal.
Daarnaast is het zeer gunstig dat, behalve
de leerkracht, een ander vertrouwd
persoon die van alles op de hoogte is, in
de groep werkt.
3. Het schoolteam
Wie werken er op de Loopplank?
1
directeur
10 groepsleerkrachten
1
intern begeleider
1
motorisch remedial teacher
2
bouwcoördinatoren
1
mediatheekleerkracht
3
assistenten
1
ICT/Arbo -coördinator
Al deze mensen staan met een foto in de
jaarlijks verschijnende kalender.
De primaire taak van onderwijsassistenten
ligt op onderwijskundig gebied. Door de
aanwezigheid van assistenten in de
groepen kunnen wij de kinderen meer
aandacht en begeleiding te geven.
De directie
De directie wordt gevormd door de
directeur. Zij wordt ondersteund door de
IB’er en de bouwcoördinatoren.
De onderwijsassistenten
In de kleutergroepen werken
onderwijsassistenten. Zij helpen de
leerkracht bij het werk in de groepen en in
de schoolorganisatie als geheel.
Onderwijsassistenten hebben voor hun
werk een opleiding gevolgd.
In de groepen 1/2 werken bij ons
tweetalige onderwijsassistenten
(Nederlands–Turks). Voor deze
tweetaligheid is indertijd gekozen omdat er
veel kinderen van Turkse afkomst op
school zaten. Voor veel jonge kinderen is
het nog moeilijk om zich in het Nederlands
uit te drukken. De tweetalige assistenten
kunnen bruggen slaan tussen de kinderen
en de leerkrachten. Ook kunnen zij de
kinderen spelenderwijs stimuleren tot het
aanleren van de Nederlandse woorden.
6
Stagiaires
De Loopplank biedt elk jaar de
mogelijkheid aan studenten om stage te
lopen. Wij vinden het belangrijk te zorgen
dat er ook in de toekomst goed
onderwijzend personeel wordt opgeleid.
Zowel de studenten als de school hebben
hier profijt van. De stagiaires kunnen veel
leren op onze school en het team blijft zo
op de hoogte van de nieuwste
ontwikkelingen op onderwijskundig gebied.
Als een student in zijn of haar laatste
studiejaar zit, kan hij/zij een 'LIO-stage'
krijgen. Een LIO-er (Leerkracht in
Opleiding) zal meer verantwoordelijkheid
dragen dan een stagiaire. Ook zullen zij
wel eens alleen voor de groep staan.
Naast stagiaires van de PABO hebben wij
ook regelmatig stagiaires van een SPWopleiding. Zij lopen stage om een diploma
onderwijsassistente te behalen.
Van studenten krijgen wij vaak te horen
dat zij de werksfeer op school als erg
prettig ervaren.
Procedure bij ziekte van de
groepsleerkracht
Dag 1:
De groep wordt opgevangen door een
invaller of verdeeld over de andere
groepen.
Dag 2.
Als er geen invaller is, sturen wij de groep
naar huis
Langer ziek?
Andere groepsleerkrachten nemen bij
toerbeurt de vervanging op zich.
Dit houdt in dat andere groepen dan naar
huis gestuurd worden
Deze procedure zal gevolgd worden
totdat er een structurele oplossing is
gevonden.
Indien u geen opvang kunt regelen, dan
kan uw kind op school worden
opgevangen.
Vervanging bij ziekte
In het basisonderwijs is een tekort aan
invalleerkrachten. Het lukt ons daarom niet
altijd om bij ziekte invallers te vinden.
Onderstaande procedure hebben wij intern
afgesproken, om het onderwijs in geval
van ziekte van één van de leerkrachten
toch zoveel mogelijk door te laten gaan.
U zult begrijpen dat genoemde afspraken
betreffende de vervanging bij ziekte een
enorme druk geeft op de
schoolorganisatie. Voor kinderen, ouders
en leerkrachten is de procedure niet ideaal
te noemen.
7
4. Ons onderwijs
Uitgangspunten
Kinderen verschillen erg van elkaar in
aanleg, vaardigheden, karakter,
intelligentie en sociaal functioneren. Ons
onderwijs is er op gericht om aan te sluiten
bij de capaciteiten van het individuele kind.
We stimuleren een kind in datgene waarin
het goed is. Hierdoor kan het groeien en
zelfvertrouwen ontwikkelen. De dingen die
voor een kind moeilijk zijn worden extra
begeleid op een wijze en op een niveau
dat past bij het kind.
Werken op het eigen niveau
Kinderen uit een zelfde groep krijgen in de
klas niet allemaal dezelfde opdracht.
Op onze school kunnen kinderen met
leerproblemen en begaafde kinderen zich,
in principe, in dezelfde groep ontwikkelen.
Het welbevinden van uw kind staat
voorop.
De kinderen krijgen opdrachten die
passen bij het eigen denkniveau en bij de
kennis en vaardigheden waar het kind aan
toe is. Het aanbieden van de leerstof
gebeurt regelmatig in kleine groepjes.
Vaak ondersteunt een onderwijsassistent
de leerkracht hierin. Wij wijzen uw kind
naar welk doel hij/zij toe gaat werken.
Pedagogisch klimaat
De sfeer waarin een kind opgroeit, speelt
een grote rol in zijn of haar ontwikkeling op
weg naar de volwassenheid. Wij vinden
daarom een vriendelijk en veilig klimaat
met orde en regelmaat heel belangrijk.
Pas als een kind zich veilig voelt, kan het
zich ontwikkelen.
Binnen onze school kennen we duidelijke
omgangsregels. U vindt de belangrijkste
regels op de informatiekalender die u
jaarlijks aan het begin van het jaar
ontvangt. Daarnaast bepalen de leerkracht
en de kinderen jaarlijks de regels in de
klas. Door dit samen te bespreken staat
het dicht bij de kinderen en weet iedereen
waar hij/zij zich aan moet houden.
Interesse van de kinderen en
de onderwijsdoelen van de
leerkracht
Persoonlijke aandacht van de leerkracht,
stimulering en complimenten zorgen
ervoor dat een kind zich veilig en
geaccepteerd voelt. En dat is een
basisvoorwaarde voor groei, ontwikkeling
en zelfvertrouwen. Het is onze ervaring,
dat deze positieve benadering door de
leerkracht ook de samenwerking in de
groep op een positieve manier beïnvloedt.
Binnen alle groepen wordt er ruim
aandacht gegeven aan de sociaalemotionele ontwikkeling. Kinderen die
gerespecteerd worden en die precies
weten wat er van ze verwacht wordt,
zullen zich harmonieus kunnen
ontwikkelen.
In de lessen wordt aangesloten bij zaken,
die de interesse van kinderen wekken.
Een kind dat graag voetbalt, maar veel
moeite heeft met schrijven, wordt meer
uitgedaagd als het mag schrijven over een
voetbalwedstrijd. Een verkeersles op je
fiets door de wijk is interessanter dan het
leren van voorrangsregels uit een boekje.
Je leert spelenderwijs over bloemen en
zaden als je in en om de school je eigen
schooltuin mag aanleggen. Het zelf
ervaren is voor leren erg belangrijk. De
kinderen hebben regelmatig excursies of
educatieve uitstapjes.
8
De leerkrachten weten wat de kinderen in
een groep in een jaar moeten leren. De
uitdaging voor de leerkracht is om aan te
sluiten bij de interesse van de kinderen,
maar daarnaast het onderwijs zo in te
richten, dat de onderwijsdoelen worden
gehaald.
taalgebruik. Voor de kinderen uit de
midden- en bovenbouw verschuift het
accent van spel naar
onderzoeksactiviteiten. In school is een
mediatheek aanwezig, die hierin een
belangrijke rol speelt.
Toetsen
Voor rekenen, aanvankelijk lezen, taal,
spelling en begrijpend lezen zijn er
gedurende het jaar vaste toetsmomenten
(CITO-toetsen). De resultaten worden met
u besproken. Op grond van de uitslagen
wordt bepaald of een kind herhaling of
verdieping van de stof nodig heeft. Zo
nodig wordt extra begeleiding geboden.
Als blijkt dat het voor de sociaal
emotionele en/of leerontwikkeling nodig is,
kan een kind bouwverlenging krijgen. De
groepsleerkracht zorgt er dan voor, dat uw
kind geen onnodige herhaling van de
lesstof krijgt. Het kan dus zijn, dat uw kind
voor de tweede keer in groep 3 zit, maar
werkt met de rekenstof van groep 4.
Andersom kan een kind ook doorgaan
naar een volgend leerjaar, maar werken
met leerstof uit het jaar daarvoor.
Groepssamenstelling
Uitgangspunt van de groepssamenstelling
is dat kinderen kunnen leren van de
onderlinge verschillen.
In de onderbouwgroepen wordt altijd
gekozen voor een samenvoeging van
groep 1 en 2. Zo leren de kinderen
spelenderwijs om te gaan met
verschillende rollen. Ze zijn één jaar
jongste en daarna één jaar oudste.
In de overig groepen wordt dit schooljaar
ook gewerkt met samengestelde groepen.
De leerlingenaantallen per groep en de
bezuinigingen van het kabinet hebben
ervoor gezorgd dat er combinatiegroepen
gevormd moesten worden. Bij het indelen
van de combinatiegroepen is het
welbevinden van uw kind altijd ons
uitgangspunt
Spelend leren en thematisch
werken.
Vaak krijgen wij van ouders vragen of het
wel goed is dat de kinderen zoveel spelen
op school. Spel is een belangrijke
werkvorm tijdens het thematisch werken in
de onderbouw. Kinderen leren veel door te
spelen. De leerkracht stimuleert en verrijkt
het spel. Kinderen werken met elkaar al
spelend opdrachten uit en ontwikkelen zo
hun sociale vaardigheden en mondelinge
9
5. Onderwijs
Vakken en methoden
Op school worden er verschillende vakken
gegeven via verschillende methoden.
Hieronder kunt u lezen welke methoden
De Loopplank gebruikt voor haar vakken:
Vakgebied:
Rekenen
Taal
Spelling
Technisch lezen
Methoden:
Alles Telt
Taal op maat
Spelling op maat
Veilig leren lezen,
KIM versie (groep 3)
Begrijpend lezen
Leeslink
Schrijven
Pennenstreken
(groep 3, 4 en 5)
Mijn eigen
handschrift (groep 6,
7 en 8)
Engels
Hello World (groep 7
en 8)
Verkeer
Op voeten en fietsen
(groep 5/6), Jeugd
verkeerskrant (gr. 7)
Dijkstra (groep 8)
Aardrijkskunde
De Blauwe Planeet
Geschiedenis
Speurtocht
Godsdienstonderwijs Trefwoord
VVE
De Nederlandse overheid investeert in
voor- en vroegschoolse educatie (VVE).
Dit houdt in dat jonge kinderen (peuters en
kleuters) zodanig begeleid worden dat
ontwikkelingsachterstanden voorkomen
kunnen worden. De begeleiding van deze
jonge kinderen gebeurt via educatieve
programma’s.
Op De Loopplank hebben wij gekozen
voor het VVE-programma” Piramide”.
Piramide is een programma dat bijzonder
geschikt is voor kinderen die extra
ondersteuning nodig hebben. Met een
combinatie van spelen, werken en leren
worden jonge kinderen gestimuleerd in
hun ontwikkeling. Het programma richt
zich op gebieden die een belangrijke rol
spelen in de ontwikkeling van een kind,
uiteenlopend van denk- en
taalontwikkeling tot creatieve en
persoonlijkheidsontwikkeling.
Het programma Piramide start op de
peuterspeelzaal en loopt door in de
groepen 1 en 2.
VVE-Thuis
Met ingang van het schooljaar 2013-2014
zijn we gestart met Vve-Thuis.
Sociale emotionele
ontwikkeling
VVE Thuis wil de onderwijskansen
van kinderen van drie tot zes jaar
vergroten door:
Voor wat betreft de sociaal emotionele
ontwikkeling werken wij in de groepen ½
met het programma “Viseon” en in de
groepen 3 t/m 8 met het programma
“Zien”.

10
het bevorderen van hun taal- en
sociaal-emotionele ontwikkeling,
met accent op het vergroten van de
woordenschat;

NSCCT
het bevorderen van een
ondersteunend en stimulerend
gezinsklimaat.
Met ingang van het schooljaar 2013 –
2014 doen we mee met de pilot NSCCT.
Ouders gaan thuis met hun peuter of
kleuter activiteiten doen. Deze activiteiten
sluiten aan bij de thema’s van het Vve
programma Piramide. Wanneer de
kinderen op school activiteiten doen
rondom het thema lente, gaan de ouders
met hum kinderen ook activiteiten doen
rond dit thema.
De NSCCT is een capaciteitentoets. Deze
toets wordt gebruikt om de
leermogelijkheden van kinderen goed in
beeld te krijgen. Sommige kinderen laten
op school soms minder zien dan wat ze in
werkelijkheid kunnen (onderpresteren). De
toets die afgenomen wordt geeft een
goede weergave van de algemene
cognitieve mogelijkheden van de kinderen.
De toets wordt klassikaal afgenomen.
Materialen VVE-Thuis
Ouders krijgen bij elk thema een
themaboekje en waarin gelezen kan
worden welke activiteiten u kunt doen en
hoe u dat het beste kunt doen.
De afgelopen jaren hebben wij de NSCCT
afgenomen in groep 6. Vanaf dit
schooljaar nemen we de toets in meerdere
groepen af. Ouders worden hier uiteraard
over geïnformeerd.
Deze materialen worden uitgereikt op de
maandelijkse ouderbijeenkomsten. Alle
ouders worden voor deze bijeenkomst
uitgenodigd.
Een lerende organisatie
Om het leerproces van kinderen goed te
kunnen begeleiden, hebben de
leerkrachten een lerende, onderzoekende
houding. Van elkaar leren als collega’s
binnen de school kan daaraan een
belangrijke bijdrage leveren. Verder
vinden wij het belangrijk en noodzakelijk
om ons te blijven scholen, want het
onderwijs blijft in beweging. De
leerkrachten volgen regelmatig cursussen.
Als team hebben we jaarlijks een aantal
studiedagen.
Ook voor het onderwijsondersteunend
personeel zijn er scholingsmogelijkheden.
Op studiedagen zijn de kinderen vrij
LOGO 3000
Met ingang van het schooljaar 2013 –
2014 zijn we ook gestart met LOGO 3000.
LOGO 3000 richt zich op de
woordenschatontwikkeling van peuters en
kleuters. Deze jonge kinderen leren
spelenderwijs en op een snelle en
plezierige manier veel woorden.
Taalontwikkeling is voor de jongste
kinderen zeer belangrijk. En jonge
kinderen kunnen in korte tijd
verbazingwekkend veel woorden leren.
Volgens schatting zou een Nederlandstalig
kind gemiddeld 4500 woorden passief
moeten kennen aan het begin van groep
3. Kinderen die opgroeien in een minder
taalrijke omgeving beginnen hun
schoolloopbaan met een achterstand.
Op De Loopplank hebben we te maken
met kinderen die met een achterstand
binnen komen. Voor deze kinderen is een
goede opbouw van woordkennis in de
peuter- en kleutergroepen heel belangrijk.
Vandaar dat wij gaan werken met LOGO
3000.
11
Tablets (IPads)
De Loopplank is overgegaan tot de
aanschaf van een aantal tablets. In het
schooljaar 2014-2015 beschikken we over
ruim 30 tablets.
Door te werken met tablets in de klas
wordt het onderwijs nog interactiever.
De tablets worden ingezet in alle groepen.
Ook de taalklas maakt gebruik van de
tablets.
De Ondernemende School
De Loopplank was in de voorafgaande
jaren één van de deelnemers in de
nascholing van Agora.
Deze scholing komt voort uit de visie van
de Stichting dat we actief en ondernemend
onderwijs willen bieden, waardoor een
kind gestimuleerd wordt zijn talenten te
ontwikkelen. De visie van de
Ondernemende School gaat uit van een
actief en ondernemend onderwijs,
waardoor een kind gestimuleerd wordt zijn
talenten te ontwikkelen.
Het is de bedoeling dat het gedachtegoed
van de Ondernemende School verder
gestalte krijgt het lesprogramma van de
groep. Hiertoe hebben diverse collega’s
nascholing gevolgd.
12
Continuous Improvement
De doelstellingen van onze stichting willen
we graag binnen onze school brengen.
Dat wil zeggen toepassen in onze school,
brengen bij onze leerkrachten en
leerlingen zodat we onze school schoolspecifiek kunnen inrichten op de thema’s
van onze stichting. Wij willen de kwaliteit
van het onderwijsproces voortdurend
verbeteren aan de hand van de principes
van Continuous Improvement. Deze wijze
van handelen brengt met zich mee dat de
betrokkenheid van het kind veel groter is,
waardoor de motivatie veel meer
toeneemt,
maar
ook
de
verantwoordelijkheid van het kind zal door
deze aanpak vergroot worden. Aspecten
die de ontwikkeling van het kind ten goede
komt.
Continuous Improvement gaat uit van een
aantal principes die ook wel terug te
vinden zijn in het HGW. Maar C.I.
gaat op bepaalde terreinen verder. C.I
gaat uit van het principe dat we te
maken hebben met 21eeeuwse
kinderen die op een andere wijze
leren. Het eigenaarschap van het kind
staat centraal en alles is erop gericht
dat het kind zich maximaal ontwikkelt.
Dit probeert CI te bereiken door
doelen en opbrengsten samen met de
leerlingen te bespreken, vast te
stellen en uit te voeren.
In het schooljaar 2011-2012 is een start
gemaakt met het werken via Continuous
Improvement.
Het team heeft in het schooljaar 20112012 gezamenlijk een missie opgesteld.
De leerkrachten hebben samen met de
kinderen de klassenmissie beschreven.
Ieder jaar komt dit opnieuw aan bod. Ook
zijn er, in samenspraak met de kinderen,
klassenregels opgesteld. Ook dit komt
ieder jaar terug. Verder is de plus-delta
methode geïntroduceerd.
6. Schoolontwikkelingen en
speerpunten
In het verleden hield onze stichting
(Stichting Agora) een congres met als titel:
de leerkracht als professional. Op dit
congres werd ons duidelijk gemaakt dat de
leerkracht er zeker toe doet! Sterker nog:
de leerkracht maakt het verschil, temeer
als hij een echte vakman of vakvrouw is.
Vandaar dat onze stichting er alles aan
doet om de medewerkers aan de school
goed en vakkundig toe te rusten. Veel
aandacht is er voor zaken die op ons
afkomen.
Onze stichting heeft deze onderwerpen
opgenomen in haar beleidsplan. De
stichting wil al haar aandacht op deze
terreinen richten en heeft de bundeling
hiervan verklaard: Bouwen aan goed
onderwijs, op weg naar 2015.
Wat De Loopplank betreft staan de
volgende
onderwerpen
in
het
nascholingsplan van schooljaar 2014 –
2015:


Continuous Improvement
Handelingsgericht werken

Ouderbetrokkenheid 3.0

ICT (werken met tablets)
13
In het schooljaar 2012-2013 was het
stellen van doelen een van de pijlers.
In het schooljaar 2013-2014 kwam het
volgende aan bod komen:



groepsplan grotendeels verdwijnen. Wij
schatten in dat er slechts twee tot drie
handelingsplannen per groep zullen
overblijven.
In het schooljaar 2011-2012 is een begin
gemaakt met de invoering van de
groepsplannen begrijpend lezen en
rekenen.
In het schooljaar 2012-2013 zijn er
groepsplannen gemaakt voor begrijpend
lezen en woordenschat. Voor wat betreft
rekenen is er gekozen voor het maken van
blokgroepsplannen. De IBérs hebben een
aantal OPP-s opgesteld.
In het schooljaar 2013-2014 zal de nadruk
liggen op de evaluatie van de
groepsplannen. In het inspectierapport
werd dit genoemd als aandachtspunt. In
het schooljaar 2014-2015 blijven wij ons
richten op de punten genoemd bij de
afgelopen jaren.
Schoolmissie: aanscherpen van de
schoolmissie en verwoorden hoe
we de schoolmissie terug zien in
ons dagelijks handelen
Databorden: leren van elkaar door
het bekijken van de verschillende
databorden
(klassenmissie,
klassenregels, doelen)
Uitbouwen
datateamvergaderingen: leren van
data en het gezamenlijk bespreken
van resultaten
In het schooljaar 2014-2015 zullen we
weer onze missie/visie bekijken en indien
noodzakelijk deze aanscherpen. Ook
willen we een start gaan maken met de
kind-ouder gesprekken waarbij kinderen
de “oudergesprekken” voeren ipv de
leerkracht. Doordat een leerling zijn
ouders zelf moet informeren over zijn
voortgang wordt de betrokkenheid en het
eigenaarschap vergroot.
HGW gaat ervan uit dat elk kind in principe
welkom en plaatsbaar is. Dit betekent dat
we bij intake en verder vervolg
voortdurend moeten kijken naar de
onderwijsbehoefte van het kind. Uiteraard
kan dit o.a. door de data goed te
interpreteren maar ook door op een goede
wijze te communiceren met de ouders.
De rol van ouders moet gaan veranderen!
In het huidige systeem is de ouder min of
meer
de
toezichthouder
op
de
ontwikkeling van het eigen kind. De rol is
zeer beperkt. Twee keer per jaar een
officieel rapport en een uitleg van de
citogegevens. Binnen HGW verandert de
rol van toezichthouder naar educatief
partner. De ouder doet er toe!
Handelingsgericht werken (HGW)
De werkwijze van het handelingsgericht
werken maakt het mogelijk om de
principes van Passend Onderwijs uit te
werken. Per 1 augustus 2012 is elke
basisschool verplicht te werken volgens de
principes van Passend Onderwijs. Dat
betekent dat we aansluiten bij de
onderwijsbehoeften van het kind (men
noemt het ook wel het afstemmen van de
leerstof). Dit afstemmen is te bereiken
door data van leerlingen heel goed te
verzamelen en deze goed te analyseren
en te gebruiken in een groepsplan. Het
groepsplan werkt met te realiseren doelen
per kind of per groep kinderen. Een
belangrijke wijziging van het werken met
een groepsplan in vergelijking met een
handelingsplan is: een groepsplan is
preventief en een handelingsplan is een
reparatie achteraf. De handelingsplannen
zullen door de invoering van het
14
7. Leerplicht, lestijden en
vakanties
Leerplicht:
Kinderen mogen vanaf hun 4e jaar naar
de basisschool. Vanaf 5 jaar zijn
kinderen leerplichtig. De leerplicht houdt in
dat kinderen verplicht naar school
moeten. Vanaf het moment dat uw kind 5
jaar is tot het einde van het schooljaar
waarin uw kind 18 wordt, is het op grond
van de Leerplichtwet verplicht naar school
te gaan. De leerplicht geldt voor iedereen
die in Nederland woont.
Ziekmeldingen
Schooltijden(wet)/leerplicht
Ziekmelding
Met ingang van 2006 is de nieuwe
schooltijdenwet in werking getreden.
Hierdoor is een versoepeling mogelijk wat
betreft de schooltijden. Een effect van
deze versoepeling is het mogelijk maken
van gelijke schooltijden voor alle groepen.
De schooltijden van De Loopplank zijn als
volgt:
Tandarts- of
doktersbezoek
Verjaardagen
Schooltijden groepen 1 t/m 8:
Lestijden
Maandag
8.30–14.45 uur
Dinsdag
8.30-14.45 uur
Brengen en halen
Woensdag 8.30-12.30 uur
Donderdag 8.30-14.45 uur
Pauze
Vrijdag
8.30-12.30 uur
De school gaat 10 minuten voor aanvang
open (8.20 uur).
Tussendoortje
Op maandag, dinsdag en donderdag
hanteren wij een continurooster.
Van 12.00 – 12.30 uur spelen de kinderen
buiten.
Om 12.30 uur eten de kinderen met de
leerkracht in de klas.
Gymles
15
Wanneer uw kind ziek is,
moet U dit altijd melden aan
de leerkracht, ’s morgens
tussen 08.00 uur en 8.30 uur
via het telefoonnummer
075-616 39 29.
Indien mogelijk zoveel
mogelijk buiten schooltijd
afspreken.
Op verjaardagen stellen wij
het zeer op prijs, wanneer u
uw kind geen snoep laat
uitdelen.
U kunt uw kind vanaf 8.20
uur in de klas brengen.
Bij het ophalen mogen de
ouders in de kleuterhal en
kuip wachten (niet voor de
klas).
De regel is dat iedereen in
de pauze naar buiten gaat.
Uiteraard blijven wij met
regen binnen.
In de kleine pauze
('s morgens) heeft uw kind
iets te drinken en iets
gezonds mee om te eten
(geen koek of snoep, maar
fruit of brood).
Ouders zorgen ervoor dat
de kinderen goed passende
gymspullen
meenemen naar school.
De kinderen zijn vanaf
groep 3 verplicht te
douchen/wassen na de gymles
en dienen een handdoek
mee te krijgen.
Vakanties en studiedagen
In de kalender die elk jaar aan het begin
van het schooljaar uitgedeeld wordt staan
de vakanties en studiedagen die er dat
schooljaar ingepland staan. De vakanties
zijn landelijk ingedeeld en we zijn verplicht
om ons daaraan te houden. De
studiedagen worden ingedeeld aan de
hand van welke instelling wanneer tijd
heeft om de leerkrachten te onderwijzen.
3.
Verlof/Verzuim
Richtlijnen verlof (vrijstelling van
schoolbezoek) buiten de schoolvakanties.
1.
Verlof in verband met religieuze
verplichting (art.13)
Als richtlijn geldt dat voor het
vervullen van plichten die
voortvloeien uit godsdienst of
levensovertuiging hiervoor één dag
per verplichting vrij wordt gegeven.
Het verzoek hiertoe dient u
minimaal 2 dagen van tevoren in bij
de directeur van de school.
2.
Verlof (art. 13a) Bij wijze van hoge
uitzondering kan de directeur van
de school verlof voor vakantie
buiten de schoolvakanties verlenen
voor de gezinsvakantie! Een
verzoek om vakantieverlof (op
grond van artikel 13a/11 onder f
Leerplichtwet 1969) dient u
minimaal 8 weken voor de
verlofperiode bij de directeur van
de school in te dienen.
- Verlof voor vakantie buiten de
schoolvakanties kan alleen worden
indien de specifieke aard van het
beroep van één ouder of feitelijke
verzorger ertoe leidt dat de leerling
alleen buiten de reguliere
schoolvakanties met hen op
vakantie gaan*.
- Het verlof voor vakantie kan door
het hoofd van de school, binnen
bovenstaande voorwaarden
slechts:
voor maximaal 10 schooldagen
(oftewel 2 lesweken) worden
verleend. En mag absoluut niet
plaatsvinden in de eerste twee
lesweken van het schooljaar. voor
extra (wintersport) vakantie of een
langer bezoek aan het
geboorteland van de ouders mag
wettelijk geen toestemming worden
verleend door de directeur van de
school.
Gewichtige omstandigheden
(art.14), 10 schooldagen per
schooljaar of minder
Onder ‘andere gewichtige
omstandigheden’ vallen situaties
die veelal buiten de wil van de
ouders en/of de leerling liggen. Een
verzoek dient u vooraf of uiterlijk
binnen twee dagen na ontstaan
van de verhindering bij de directeur
van de school te worden ingediend.
Voor bepaalde omstandigheden
kan vrij worden gevraagd. Hierbij
moet gedacht worden aan:
het voldoen van een wettelijke
verplichting, zolang dit niet buiten
de lesuren kan;
verhuizing (1 dag);
huwelijk van familieleden (1 dag als
dit binnen de woonplaats
plaatsvindt, anders 2 dagen);
ernstige ziekte van familieleden;
bevalling van de
moeder/verzorgster;
overlijden van ouders(4 dagen),
van (groot)ouders of broers/zussen
(2 dagen), van
ooms/tantes/neven/nichten (1 dag);
jubileum (huwelijk of als
werknemer) van familieleden (1
dag);
andere belangrijke redenen, maar
geen vakantieverlof.
Onder familieleden worden
begrepen bloed- en aanverwanten,
met name (groot)ouders,
(schoon)broers/zussen, directe
ooms/tantes en directe
neven/nichten (1e tot en met de 4e
graad).
De volgende situaties zijn geen ‘andere
gewichtige omstandigheden’ en extra
verlof wordt hiervoor niet verleend:
- familiebezoek in het buitenland
- lang weekend of midweek met het
gezin, familieleden of vrienden
- vakantie in een goedkope periode
of in verband met een speciale
aanbieding
16
-
-
4.
Mocht u nog vragen hebben, neemt u dan
contact op met de directeur van de school
of met de leerplichtambtenaar.
* Uit berichtgeving van het Openbaar
Ministerie blijkt dat bij het begrip
“Specifieke aard van het beroep” vooral
dient te worden gedacht aan
seizoensgebonden werkzaamheden, resp.
werkzaamheden in bedrijfstakken die in de
zomermaanden een piekdrukte kennen,
waardoor het voor het gezin feitelijk
onmogelijk is om in de reguliere
schoolvakanties tot onoverkomelijke
bedrijfseconomische problemen zal leiden.
Slechts het gegeven dat
gedurende de schoolvakanties een
belangrijk deel van de omzet wordt
behaald is hierbij voldoende.
vakantie onder schooltijd bij gebrek
aan andere
boekingsmogelijkheden
de vliegtickets zijn al gekocht
een uitnodiging van familie of
vrienden om buiten de normale
schoolvakantie op vakantie te gaan
eerder vertrek of latere terugkeer in
verband met (verkeers)drukte
verlof voor een kind, omdat andere
kinderen uit het gezin al of nog vrij
zijn
oriënteren op terugkeer naar land
van herkomst of emigratie
deelname aan sportieve of
culturele evenementen buiten
schoolverband
televisieopnames en/of fotoshoots
een verlofperiode van ouders,
gebruikmakend van een
levensloopregeling/ sabbatical
Gewichtige omstandigheden
(art.14), meer dan 10 schooldagen
per schooljaar
Een verzoek om extra verlof in
geval van gewichtige
omstandigheden op grond van
artikel 14, lid 3 van de
Leerplichtwet 1969 voor meer dan
10 schooldagen per schooljaar
dient minimaal 6 weken tevoren,
via de directeur van de school, aan
de leerplichtambtenaar van de
woongemeente van de leerling te
worden voorgelegd.
Het verlof kan bijvoorbeeld worden
verleend indien:
verklaring van een arts of een
maatschappelijk werk(st)er kunnen
overleggen waaruit blijkt
dat verlof noodzakelijk is op grond
van medische of sociale
omstandigheden van één van de
gezinsleden.
Ongeoorloofd verzuim
Verlof dat wordt opgenomen zonder
toestemming van de directeur of de
leerplichtambtenaar wordt gezien als
ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur
is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar
te melden. De leerplichtambtenaar beslist
of er proces-verbaal wordt opgemaakt.
17
•
8. Leerlingdossier
Iedere school is verplicht tot het voeren
van een leerlingadministratie. Daarnaast
dient elke school vanuit de Leerplichtwet
een verzuimadministratie bij te houden.
Tot slot is de school verplicht om de
onderwijskundige en sociaal- emotionele
ontwikkeling van de leerling, de
onderwijskundige begeleiding, zorg en de
onderwijsresultaten te verzamelen en bij te
houden in een leerlingvolgsysteem.
Samen vormt dit het leerlingdossier.
•
•
Dezelfde gegevens van de ouders,
voogden of verzorgers van de
leerling
Nationaliteit, geboorteplaats (enland als de leerling niet in
Nederland is geboren)
Een getekende “ouderverklaring
voor het vaststellen van het
leerlinggewicht” (PO)
Van belang is hier te vermelden dat
binnen het PO ouders niet verplicht
zijn hun opleidingsgegevens te
verstrekken aan de school. Het is
aan de school om ouders van het
belang van het verstrekken van die
gegevens te overtuigen – in
verband met de financiering – maar
het mag niet worden gepresenteerd
als een verplichting waaraan
ouders moeten voldoen. Het is aan
de ouders om daarin een eigen
keuze te maken.
Het gaat dus om een verzameling van
gegevens met betrekking tot de individuele
leerling.
Deze verzameling wordt deels
geautomatiseerd en deels op papier
bijgehouden. Het papieren deel wordt
steeds kleiner en zal op termijn geheel
verdwijnen.
Omdat het leerlingdossier
privacygevoelige informatie bevat is het
strikt vertrouwelijk. Er worden dan ook
bijzondere eisen gesteld aan het beheer
van en de verantwoordelijkheid voor het
dossier en de bewaarplicht gesteld.
AGORA maakt voor haar scholen hiervoor
gebruik van het modelprivacyreglement
verwerking leerlingengegevens voor
primair en voortgezet onderwijs. Dit
reglement regelt de wijze waarop de
scholen de gegevens beheert en de
bevoegdheden, rechten en plichten van
alle betrokkenen. Het reglement is te
downloaden op www.agora.nu .
•
•
•
•
De scholen zijn verplicht de volgende
gegevens van de kinderen te verzamelen
•
A.
-
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS
INSCHRIJVING
•
Burgerservicenummer
•
Naam, voornamen en roepnaam
van de leerling
•
Geslacht
•
Geboortedatum
•
Adres, postcode, woonplaats
•
Telefoonnummer(s), e-mailadres
(indien voorhanden)
-
-
18
Gegevens betreffende de
godsdienst of levensovertuiging;
Voor zover die noodzakelijk zijn
voor het onderwijs.
Bijzonderheden over de leerling
i.v.m. gezondheid (medicijngebruik,
allergieën)
Gegevens met betrekking tot bank;
of girorekening van
ouders/verzorgers
Een getekende overeenkomst voor
een vrijwilllige bijdrage met
specificatie. Indien de school een
oudervereniging (als
rechtspersoon) de bijdrage vraagt
is dit niet nodig.
Datum van inschrijving
Indien van toepassing:
Naam en adres van de school
waarop de leerling voordien was
ingeschreven
Bewijs van uitschrijving van de
vorige school (niet ouder dan zes
maanden)
Verklaring van één der ouders /
verzorgers dat de leerling
gedurende zes maanden of meer
voorafgaande aan de datum van
inschrijving niet op een andere
school stond ingeschreven, of voor
het eerst wordt ingeschreven;
-
•
-
-
•
•
B.
•
•
•
•
•
•
C.
•
•
•
•
•
•
Afschrift LGF-beschikking van de
Indicatiecommissie.
•
•
•
UITSCHRIJVING
Kopie van het bewijs van
uitschrijving (gedateerd)
Voorlopige datum van uitschrijving
is de datum volgend op de laatste
dag waarop de leerling de school
bezoekt
Definitieve datum van uitschrijving
is de datum voorafgaand aan de
datum van inschrijving op de
nieuwe school (tenzij geen tijdig
bericht van inschrijving op de
nieuwe school is ontvangen; in dat
geval blijft eventuele wijziging van
de datum van uitschrijving
achterwege)
Naam en adres van de school
waarheen de leerling is
uitgeschreven en de datum van
uitschrijving
Het bericht van inschrijving zoals
ontvangen van de volgende school
(binnen vier weken)
•
•
Daarnaast indien van toepassing:
Verslagen van speciale
onderzoeken
Handelingsplannen
Notities over sociaal- emotionele
ontwikkeling
Aantekeningen van bijzondere
privéomstandigheden, bijzondere
gebeurtenissen, voorvallen of
incidenten
Besluiten op het gebied van
schorsing en/of verwijdering.
Het doel van deze gegevens is om
de leerling te volgen in de
ontwikkeling en om tijdig de juiste
interventies te kunnen plegen. Het
belang van de leerling staat hierbij
voorop.
Alle informatie over de leerling wordt in het
leerlingdossier verzameld. Naast het
leerlingdossier wordt er dan ook geen
informatie verzameld.
Ouders/verzorgers hebben recht op
inzage in het leerlingdossier. Dit is
geregeld in het privacyreglement. De
verantwoordelijkheid voor het
leerlingdossier ligt bij het bevoegd gezag
van de school.
VERZUIMREGISTRATIE
Naam en roepnaam van de leerling
Groep / klas waarin de leerling is
geplaatst
Het ziekteverzuim
Afwezigheid anders van wegens
ziekte
Geoorloofdheid van het verzuim
anders dan wegens ziekte
Per dagdeel en op datum
ONDERWIJSKUNDIGE (en
aanverwante) GEGEVENS
Toetsuitslagen
Rapporten
Notities en verslagen van
besprekingen over de leerling
intern
Notities en verslagen van
besprekingen over de leerling met
ouders/verzorgers
Onderwijskundig rapport bij een
schooladvies, aanvraag leerling
gebonden financiering of
verandering van school
Medische gegevens. Zie o.a.
protocol medisch handelen.
19
9. Voorzieningen
TintelTuin biedt de volgende vormen van
buitenschoolse opvang: voorschoolse
opvang,
naschoolse
opvang,
vakantieopvang en incidentele opvang.
BSO De Kluut is een gezellige opvang
waar de nadruk ligt op vrije tijd. De
kinderen komen hier immers na een
drukke schooldag. Er moet niets, maar er
kan wel een hele hoop. De buitenschoolse
opvang zorgt voor een vertrouwde
‘thuiskom plek’ waar altijd iemand is om
gezellig mee te kletsen of om leuk mee te
spelen. Daarnaast zijn er veel leuke,
spannende en gezellige activiteiten te
doen. We organiseren knutselactiviteiten,
theater, koken, dans en muziek en
timmeractiviteiten. Er zijn knutseltafels, er
is een computer, een Nintendo, een Wii,
een poppenhoek, een bouwhoek en
podium voor optredens en een voetbal en
airhockey tafel en nog veel meer. Ook
maken we uitstapjes naar bijvoorbeeld het
park en bos, gaan we een middagje
schaatsen, bezoeken we een museum en
organiseren we samen met andere BSO’s
spannende
voetbaltoernooitjes.
De
kinderen mogen zelf meebepalen wat we
gaan doen. Hoe gekker, hoe leuker...
Maar gewoon lekker rustig op de bank met
een boek, kan natuurlijk ook. BSO De
Kluut bestaat uit 2 groepen: een groep met
kinderen van 4-8 jaar en een groep met
kinderen van 8-13 jaar.
Peuterspeelzaal Plus: “het
Touwladdertje
Kinderen die de speelzaal bezoeken
worden extra gestimuleerd in de
taalontwikkeling. De peuters kunnen 2
ochtenden en 2 middagen op de speelzaal
terecht. De leiding is in handen van
gediplomeerde leidsters waarvan er
minimaal één tweetalig is (Nederlands –
Turks).
De peutergroep bestaat voor 1/4 uit
kinderen die al vertrouwd zijn met de
Nederlandse taal en voor 3/4 uit kinderen
die dat nog niet zijn.
De leidsters van de PSZ en de
leerkrachten van de groepen 1 en 2
volgen dezelfde nascholing of hebben
deze gevolgd. Zo wordt een
ononderbroken onderwijskundige lijn
gewaarborgd.
De kinderen die “het Touwladdertje”
bezoeken, stromen als zij 4 jaar worden
door naar groep 1 van De Loopplank.
Continurooster
Met ingang van het nieuwe schooljaar zijn
wij over gegaan op een (gedeeltelijk)
continurooster. Kinderen eten op
maandag, dinsdag en donderdag tussen
de middag op school. Dit gebeurt om
12.30 uur in de klas. Van 12.00 – 12.30
uur spelen de kinderen eerst buiten. Op
woensdag en vrijdag zijn de kinderen ’s
middags vrij.
De opvang is gekoppeld aan de school
waar uw kind naartoe gaat. Onze
pedagogisch medewerkers halen de
kinderen van school en brengen ze naar
de BSO. Als de school niet op loopafstand
ligt, zorgen wij ervoor dat uw kind met een
TintelTuin busje op de BSO komt. Bij
voorschoolse opvang brengen de ouders
de kinderen naar de BSO en de
pedagogisch medewerkers zorgen dat de
kinderen op tijd in de klas zitten.
Dit schooljaar zullen er naast de
bredeschool activiteiten op school ook
leuke workshops en activiteiten worden
georganiseerd door BSO De kluut.
Buitenschoolse opvang, BSO
De
Kluut,
Buitenschoolse
opvang van TintelTuin
Buitenschoolse opvang (BSO) is de
overkoepelende naam voor allerlei vormen
van opvang buiten schooltijd en is voor
basisschoolkinderen van 4 tot 13 jaar.
Voor ouders die werken en/of een
opleiding volgen, kan buitenschoolse
opvang een uitkomst zijn. De kinderen van
CBS de Loopplank worden opgevangen
op BSO De Kluut (Brikstraat 43),
kinderopvang organisatie TintelTuin.
20
Zaanse zomerschool
Deze zijn in de eerste plaats voor de
kinderen die de BSO bezoeken, maar bij
voldoende beschikbare plaatsen zijn
vriendjes en vriendinnetjes van school en
andere schoolgenoten ook welkom deel te
nemen. Om u op de hoogte te brengen
van wat er wordt georganiseerd, zullen wij
berichten plaatsen in de nieuwsbrief van
school.
Ook afgelopen zomervakantie konden veel
Zaanse kinderen naar de Zaanse
Zomerschool.
De Zaanse Zomerschool is een initiatief
van Agora, Zaan Primair en de Roos en
zorgt ervoor dat de kinderen ook in de
zomervakantie naar school kunnen. Zo
kunnen zij ook in die periode met elkaar
leren, maar in een andere setting.
Za
De zomerschool werd gehouden in de
gebouwen van De Gouw en De Oceaan.
De flyer en de brochure, die door de
scholen voor de vakantie zijn
meegegeven, gaven duidelijkheid over de
organisatie, de wijze van aanmelden en
het programma.
In de vakantie zorgen wij dat er een extra
aantrekkelijk programma is met diverse
uitstapjes en activiteiten. BSO De Kluut
gaat in de schoolvakanties samen met
BSO Anansi. Deze BSO is gevestigd in de
basisschool Tamarinde en ligt aan de
Schaarsven. Bij vakantieopvang zorgen
ouders zelf voor het vervoer van het kind
van en naar de locatie. TintelTuin biedt
vakantieopvang tijdens alle vakanties van
school.
De besturen van de deelnemende scholen
zijn blij dat ze dit aanbod konden
realiseren. Experimenten in het vorige
schooljaar waren succesvol. De behoefte
aan dit aanbod is er zeker.
Meer informatie over speelmateriaal en
activiteiten kunt u vinden in de
pedagogische werkwijze op de site van
TintelTuin.
Voor meer informatie:
www.zaansezomerschool.nl
De BSO biedt:
– lieve en professionele pedagogisch
medewerkers
– leuke activiteiten
– op maandag t/m vrijdag naschoolse
opvang tot 18.30 uur
– op maandag, dinsdag en donderdag
voorschoolse opvang vanaf 07.15 uur
– opvang tijdens vakanties en schoolvrije
dagen/studiedagen
Het is daarnaast mogelijk om incidenteel
gebruik te maken van opvang. U kunt
hierover contact opnemen met de locatie
manager van BSO de Kluut, Ilona Buis op
06 39113265
Interesse?
Kijk
voor
meer
informatie
op
www.tinteltuin.nl of neem contact op met
de afdeling relatiebeheer, telefoonnummer
020
4939347
en
via
e-mail
[email protected]
21
Computers in het onderwijs
Computers zijn niet meer weg te denken
binnen het onderwijs. In elke groep, ook bij
de kleuters, staan computers. De kinderen
leren van jongs af spelenderwijs hiermee
om te gaan. Daarnaast zijn rondom de
kuip computers beschikbaar voor
kinderen.
De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in
goed materiaal zowel op het gebied van
hardware als software. De kinderen in de
midden- en bovenbouw zijn inmiddels
aardig bedreven in het gebruik van de
computer als informatie- en
communicatiebron.
Wij willen ons blijven vernieuwen, daarom
werken we met een beleidsplan en is er
een ICT coördinator. Ons doel is om de
mogelijkheden van de computer als
onderwijsmiddel optimaal te benutten. De
leerkrachten volgen computercursussen
en software wordt ingezet als middel voor
extra begeleiding van kinderen.
In alle lokalen hangen nu digitale
schoolborden.
Mediatheek
De mediatheek neemt in onze school een
belangrijke plaats in. Het lezen en
informatie verwerven door kinderen is
onderdeel van het themagericht werken.
De kinderen vinden in de mediatheek de
juiste informatie over onderwerpen en
thema’s.
De kinderen van groep 1 t/m 3 kunnen
onder begeleiding van de
mediatheekleerkracht boeken lenen om
mee naar huis te nemen. Thuis kan het
boek dan worden voorgelezen. Wij willen
hiermee het lezen van kinderen en het
voorlezen door ouders stimuleren.
De oudere kinderen kunnen onder
begeleiding boeken uitzoeken om te lezen
in de klas. Omdat we willen aansluiten bij
de interesse van elk kind, is er een grote
diversiteit aan boeken en andere bronnen
te vinden in de mediatheek.
De mediatheekleerkracht houdt de inhoud
van de mediatheek actueel en coördineert
de uitleen.
Tablets (Ipads)
Sinds mei 2013 wordt er in de groepen
ook gewerkt op tablets. In totaal heeft de
school nu 30 tablets aangeschaft. Dit
zullen er gedurende de jaren meer
worden. Door te werken met tablets wordt
het onderwijs nog interactiever.
De Brede School
Onze school is een brede school. Dat wil
zeggen dat er naschoolse activiteiten
worden aangeboden. Dit is een initiatief
van de gemeente Zaanstad om kinderen,
in samenwerking met oa. naschoolde
opvang, buurthuizen, sportclubs, de
bibliotheek en Fluxus, meer kansen te
bieden in de wijk.
Concreet betekent dit, dat elk jaar
activiteiten worden georganiseerd
waaraan de kinderen van de Loopplank
kunnen deelnemen.
22
De activiteiten die worden aangeboden
vallen onder de volgende categorieën:
*Sport en bewegen (aanbieden
verschillende sporten o.a. voetbal,
handbal, korfbal, bootcamp, expeditie door
de wijk, danslessen)
*Creatieve ontwikkeling (tekenen, drama,
muziek)
*(Intercultureel) koken
*Onderwijsachterstandenbeleid (extra
lessen rekenen, taal, begrijpend lezen)
10. Zorgstructuur
Leerlingenzorg
De ontwikkeling van alle kinderen wordt
nauwlettend gevolgd en bijgehouden in
het leerlingvolgsysteem.
Onderdeel daarvan is het “dyslexie–
protocol”. In de groepen 1/2 is geen
dyslexieprotocol. Dat is een te complexe
lijst. Ook is de taalachterstand meestal
oorzaak en kunnen daarom geen
vermoedens van dyslexie geconstateerd
worden. In groep 3 doen we het met de
herfstsignalering en op de andere
toetsmomenten en als blijkt dat kinderen
te traag het leesproces automatiseert
vermoeden we dyslexie en krijgt het kind
extra aandacht. Pas halverwege groep 4,
na voldoende interventie in groep 3 en 4,
kan er dossier opgebouwd worden voor
een evt. dyslexieonderzoek en
behandeling bij een instituut.
Dit instrument draagt ertoe bij, dat dyslexie
sneller kan worden gesignaleerd. Hierdoor
kan in een vroeg stadium ondersteuning
worden geboden op school en in de
thuissituatie, in samenwerking met de
schoolbegeleidingsdienst
De naschoolse activiteiten worden
kosteloos aangeboden omdat alle
kinderen de kans moeten krijgen deel te
nemen aan de verschillende activiteiten.
De bijbehorende kosten, vb. de zaalhuur
van de gymzaal, wordt door school
betaald.
Taalklas
Wij bieden extra onderwijs in de vorm van
de taalklas. De taalklas is bedoeld voor
kinderen uit groep 5 en 6. In de taalklas
zitten kinderen die extra ondersteuning
nodig hebben, vooral op het gebied van de
woordenschat.
De IB en de leerkracht van de groep
bepaalt wie er voor de taalklas in
aanmerking komt. Kinderen (en ouders)
die in aanmerking komen worden
benaderd of er interesse is in deelname.
Motivatie is namelijk een belangrijke pijler.
De taalklas is op woensdagmiddag. Juf
Jessica (leerkracht groep 6/7) is de
leerkracht van de taalklas.
In de onderbouw wordt gewerkt in kleine
groepen, de instructie kan dus klassikaal
gegeven worden of in kleine groepjes. De
aanwezigheid van tweetalige
onderwijsassistenten maakt het mogelijk
ieder kind veel aandacht te bieden en
goede ondersteuning te bieden bij de
taalontwikkeling.
Om de kinderen goed te kunnen volgen
zijn er toets- en signaleringsinstrumenten
ontwikkeld, gericht op de taal-, lees- en
rekenontwikkeling. De intern begeleider
(IB-er) bespreekt elk half jaar de
uitkomsten met de leerkrachten. Ouders
worden hierover geïnformeerd tijdens de
oudergesprekken.
Soms blijkt, dat een kind extra aandacht
nodig heeft. Het kan zijn dat een kind
meer uitdaging nodig heeft, maar ook kan
sprake zijn van leer-, gedrags- of
gezondheidsproblemen.
Ook moeilijkheden binnen het gezin
kunnen aanleiding zijn voor extra
aandacht. Als een leerkracht dit
23
constateert, zal hij dit met u als ouder of
verzorger bespreken. U kunt dit natuurlijk
ook zelf bij de groepsleerkracht ter sprake
brengen.
Als school beschikken we over een
netwerk van deskundigen. Goed advies en
goede begeleiding zijn op sommige
momenten van groot belang.
zinvol is voor het kind. Daarnaast kunnen
ouders en leerkrachten de M.R.T.
leerkracht altijd om advies vragen.
Hoe werkt de M.R.T.-leerkracht?
De M.R.T. leerkracht test het kind en stelt
indien nodig een plan van aanpak op. Dit
plan wordt met de ouders besproken. Er
zijn twee soorten M.R.T.
1.
Individuele M.R.T: hierbij krijgt het
kind huiswerkopdrachten mee waar
iedere dag 15 minuten mee
geoefend moet worden. 1x per
week komt het kind bij de M.R.T.
leerkracht om de huiswerkkaarten
in te oefenen.
2.
Individuele M.R.T. en
groepslessen: Hierbij krijgt het kind
huiswerkopdrachten mee en 1x per
week 45 minuten extra les in de
gymzaal. Dit gebeurt in een klein
groepje van maximaal 8 kinderen.
Het MRT-protocol is opgenomen in het
zorgplan van de school.
Kindbespreking
Elke zes weken wordt er voor de hele
school de kindbespreking gehouden. Deze
besprekingen vinden plaats per bouw.
Als een groepsleerkracht zijn/haar
collegae, de remedial teacher of de intern
begeleider wil consulteren over een kind,
dan gebeurt dat in de kindbespreking. U
wordt als ouder of verzorger hiervan altijd
vooraf op de hoogte gebracht.
Een van de uitkomsten van een
kindbespreking kan zijn, dat uw kind in
aanmerking komt voor extra begeleiding
door een intern begeleider of de eigen
leerkracht.
De Intern begeleider
Wanneer uw kind extra begeleiding krijgt,
wordt er een handelingsplan gemaakt, dat
met u wordt besproken en regelmatig
wordt geëvalueerd. De leerkracht van uw
kind informeert u over de uitkomst van
deze bespreking. Naast individuele
handelingsplannen wordt er in de groep
ook gewerkt met groepsplannen.
Als een kind extra aandacht nodig heeft,
noemen we dit zorgverbreding. De intern
begeleiders leerlingenzorg coördineren
alles dat met zorgverbreding te maken
heeft.
Onze school kent 1 intern begeleider. Ze
is gespecialiseerd op het gebied van
toetsen en het leerlingvolgsysteem. Verder
richt de IB-er zich vooral op het gebied
van de sociaal–emotionele ontwikkeling
van kinderen. Zij onderhoudt contacten
met externe deskundigen als het gaat over
hulp- en zorgverlening. De IB-er wordt
ondersteund door een RT-er. Een RT-er
geeft extra ondersteuning aan de
kinderen, zowel in als buiten de groep.
Motorisch remedial teaching
De motorisch remedial teacher is er voor
kinderen die specifieke begeleiding nodig
hebben in de motorische ontwikkeling.
Naast het verbeteren van de motoriek is
het vergroten van het zelfvertrouwen een
belangrijk aspect. Het gevolg is dat het
kind een betere motoriek krijgt, zich vrijer
gaat voelen en beter gaat functioneren.
Klein en groot
ondersteuningsteam
Wanneer komt een kind in aanmerking
voor M.R.T.?
Jaarlijks nemen de groepsleerkrachten het
Leerling volgsysteem bewegen en spelen
af. Hiermee wordt het motorische niveau
van alle kinderen goed in de gaten
gehouden. Als blijkt dat er een achterstand
in de motoriek is bekijkt de M.R.T.
leerkracht samen met de ouders of M.R.T.
De Intern begeleider vormt samen met de
directie het Klein ondersteuningsteam.
Zij bespreken elke zes weken de kinderen
uit de kindbespreking om na te gaan of de
geboden extra begeleiding voldoende is.
Soms is het gewenst om hulp van buiten
de school in te roepen.
24
Als dit het geval is, dan wordt een kind
besproken in het Groot
ondersteuningsteam. De directeur van
de school is voorzitter van dit overleg dat
meerdere keren per jaar plaatsvindt.
Vanuit de school neemt de interne
begeleider deel aan het overleg.
Daarnaast maakt een
schoolmaatschappelijk werkster en een
collega van een Speciale School voor
Basisonderwijs (de collegiaal consultant)
deel uit van dit team. Dit gebeurt op
afroep.
De schoolarts woont geregeld het overleg
bij en zo nodig kan het team worden
uitgebreid met de groepsleerkracht, een
jeugdverpleegkundige, de
schoollogopediste of een andere
deskundige van buiten de school.
Jeugdhulpverlening/
Centrum Jong
Buurtnetwerk
De interne begeleiders nemen bij toerbeurt
deel aan het buurtnetwerk. Deze groep
bestaat uit mensen uit de Jeugdzorg,
wijkagenten en intern begeleiders van
scholen die zich bevinden in de wijken
Poelenburg en Peldersveld.
Wij vinden het als school belangrijk om en
goed contact hebben met collega’s en
mensen die direct of indirect betrokken zijn
bij onze school. Op deze manier vergroten
wij onze kennis en weten wij wat er in de
wijk speelt.
Het Groot ondersteuningsteam geeft
advies over de begeleiding van de
besproken kinderen. Dit advies kan
variëren van een nader onderzoek (b.v.
door een psycholoog) tot een verwijzing
naar een school voor Speciaal
Basisonderwijs.
Vanzelfsprekend wordt u als ouder, als uw
kind wordt besproken in het Groot
Zorgteam, vooraf geïnformeerd over
datum en inhoud van de bespreking. Na
afloop informeert de groepsleerkracht
samen met een van de intern begeleiders
u over de uitkomst van dit overleg.
Gezondheidszorg
Aan onze school zijn tevens een
schoolarts en een logopediste verbonden.
Ouders en leerkrachten kunnen een
beroep op deze deskundigen doen. Als u
van deze mogelijkheid gebruik wilt maken
kunt u contact opnemen met de
groepsleerkracht of intern begeleider.
Schoolmaatschappelijk
werkster
De maatschappelijk werkster in het groot
zorgteam adviseert school en ouders. Zij
kan contacten leggen met andere
(hulp)organisaties en hulp bieden aan
ouders. De inhoud van de gesprekken met
de maatschappelijk werkster zijn altijd
vertrouwelijk.
Ook u als ouder kunt een beroep op haar
doen. Als u met haar in contact wilt
komen, dan kunt u dit aangeven bij de
directie, een Intern begeleider of de
groepsleerkracht(en) van uw kind.
25
Schoolbegeleidingsdienst en
ambulante begeleiding
11. Zorgplan CBS De
Loopplank
1.
Naast de schoolarts, de
schoolmaatschappelijk werkster en de
logopedist werken wij ook nog samen met
de schoolbegeleidingsdienst Zaanstreek
Waterland. Dit is een organisatie die
scholen begeleidt en ondersteunt. Het
motto van de schoolbegeleidingsdienst is:
samen bouwend aan beter onderwijs. De
schoolbegeleidingsdienst heeft ervaring op
gebied van onderwijsontwikkeling,
advisering, training, coaching en
begeleiding op school- en klassenniveau.
Daarnaast neemt de
schoolbegeleidingsdienst onderzoeken af
op gebied van intelligentie, dyslexie of het
diagnosticeren van stoornissen, zoals
ADHD.



Ambulante begeleiding is een vorm van
hulpverlening bedoeld voor kinderen met
een leerlinggebonden financiering ( de
“rugzak-leerling). Een ambulant begeleider
maakt aan het begin van het nieuwe
schooljaar vaak een begeleidingsplan ter
ondersteuning van het handelingsplan van
de school, waarin de situatie van en de
verwachte handelingen met de leerling
staan beschreven. Aan het eind van het
schooljaar wordt het begeleidingsplan
geëvalueerd.
2.





26
De leerkracht signaleert een kind
met problemen.
Dit kan op verschillende gebieden:
Rekenen – Technisch lezenSpelling- Taalbegrip en inzetten
van mondelinge en schriftelijke
taal- Begrijpend lezenHandschriftontwikkeling en fijne
motoriek- WerkhoudingConcentratie/taakgerichtheidRelaties/sociale vaardighedenEmotioneel/WelbevindenThuissituatie.
Voor de kleuterbouw gelden de
ontwikkelingsgebieden passend bij
de ontwikkeling van het jonge kind
volgens de basisontwikkeling zoals
we die op school hebben
afgesproken.
Of de halfjaarlijkse toetsanalyse
geeft aan dat er problemen zijn.
Of IBer/ Of leerkracht hoort dat er
problemen zijn na een gesprek met
ouders.
directie hoort van ouders of
signaleert zelf aan de hand van
observaties.
De leerkracht gaat altijd eerst zelf
aan de slag gebruik makend van
z’n eigen deskundigheid. Daarbij
wordt hij/zij geholpen door:
Informatie uit het leerlingdossier.
De leerkracht leest zich in.
Een gesprek met de vorige
leerkracht (Zie ook het
overdrachtsgesprekverslag)
De ouders worden in een gesprek
op de hoogte gebracht van de
problemen.
Leerkracht denkt na over een
andere aanpak en probeert die uit.
(Ook op pedagogisch en didactisch
gebied eens goed naar zichzelf
kijken.) Hierbij kan al eventueel
materiaal uit de orthotheek gebruikt
worden.
De leerkracht volgt het kind
gedurende drie weken in het
kinderlogboek en beschrijft ook
effect van de veranderde aanpak.
3. Heeft de andere aanpak niet het
gewenste resultaat gehad:
 De ouders worden geïnformeerd
en worden vertelt dat hun kind zal
worden besproken in het zorgteam
van school, tijdens de
kindbespreking.
 Wanneer er sprake zou kunnen zijn
van bouwverlenging dan wordt
deze mogelijkheid tevens
besproken met de ouders.(notitie in
actiejournaal)
 De leerkracht beschrijft de
problematiek in het eerste deel van
het begeleidingsplan. Daarin komt:
-Omschrijving probleem(zoals het
zich nu manifesteert)
leerlingvolgsysteem/leerlingdossier
gegevens(gerelateerd aan het
omschreven probleem)
- wat er al aan het probleem
gedaan is
-gesprekje leerling(wat vindt het er
zelf van)
-gunstige en tegenwerkende
factoren in leerling zelf(gedrag en
werkhouding), in de groep(relatie
andere lln.),in de relatie met
leerkracht(gedrag),in de
pedagogisch/didactische
stijl(mogelijkheden en beperkingen
van de organisatie binnen de
groep) en in de thuissituatie.(alles
beknopt en gerelateerd aan het
probleem of problemen)
- En de hulpvraag.
 In de kindbespreking wordt de
leerling met collega’s van de bouw
en de Interne begeleider
besproken.(aan de hand van het
begeleidingsplan) Er volgt dan een
beslissingsmoment. (De
leerkrachten notuleren voor
zichzelf de afspraken op
actiejournaal) Namelijk:
a. De leerkracht maakt zelf of met
behulp van de Interne begeleider
een handelingsplan voor in de
groep en gaat aan de slag. De RTer/IB-er bewaakt de gemaakte
afspraken.
en de leerling wordt besproken in
het Klein Zorgteam.
OF:
b. Er wordt onderzoek gedaan op
basis van onderzoeksvragen
voortkomend uit de
kindbespreking.(door IB-er) en
daarop volgt handelingsadvies voor
in de groep, of extra leerhulp
buiten/binnen de groep, of
doorverwijzing naar Groot Zorg
Team/School Maatschappelijk
Werk.
c. Ouders worden ingelicht door
leerkracht en IBer en bij verwijzing
naar GZT is een handtekening op
het toestemmingsformulier
noodzakelijk.
4.
Bij GZT ligt dan het
begeleidingsplan van de leerkracht
met een hulpvraag, en PDO of
observatie, of signaleringslijst over
de betreffende leerling en wordt
daar door IBer en leerkracht
ingebracht.
Procedure:
Ouders worden geïnformeerd over
de besluiten die in het zorgteam
genomen zijn.
Op basis van de bespreking in het
zorgteam volgen er twee mogelijke
wegen:
1. Geen nader onderzoek door
externen
2. Intern onderzoek (PDO) of
observatie IBer.
Mogelijk opstellen en uitvoeren
handelings[plan, in overleg met
ouders.
Nieuwe afspraak maken voor
bespreking in GZT (evaluatie
handelingsplan)
Mogelijke overstap naar weg 2.
3. Onderzoek/observatie door
externen. Ouders geven hiervoor
schriftelijke toestemming.
Onderwijskundig rapport wordt
opgestuurd naar Schoolbegeleiding
nadat ouders
het OWR hebben gelezen en
ondertekend. Als nodig ook een
aanmelding bij
27
schoolarts en school
maatschappelijk werk voor
onderzoek en gezinsanamnese.
Bespreking resultaten onderzoek in
het GZT
Bespreking resultaten onderzoek
met ouders
Als er geen sprake is van verwijzing
SBO of externe hulpinstanties wordt
het kind weer in zorgteam
besproken en daar worden
afspraken gemaakt en
handelingsadviezen geformuleerd.
Als er wel sprake is van verwijzing
SBO wordt leerling aangemeld door
ouders/school bij PCLZ
de school completeert het
zorgdossier.
Passend onderwijs
Op 1 augustus 2014 is passend onderwijs
ingevoerd.
Wat is passend onderwijs?
Kort gezegd wil de overheid met passend
onderwijs er voor zorgen dat zo veel
mogelijk leerlingen zo dicht mogelijk bij
huis goed onderwijs krijgen. Dit geldt ook
voor leerlingen die extra ondersteuning
nodig hebben. De ondersteuning gaat zo
veel mogelijk naar de leerling toe, in plaats
van de leerling naar een speciale
onderwijssetting. Hierbij is het
uitgangspunt dat we kijken naar de
mogelijkheden van een leerling, de ouders
en de school in plaats van naar de
beperkingen.
Checklist zorgdossier bij aanmelding
PCLZ:
 Onderwijskundig rapport volledig
en geactualiseerd, met preadvies
geformuleerd door Groot Zorgteam
ten behoeve van PCLZ,
ondertekend door zorgteamleden
en ouders, nadat zowel ouders als
zorgteamleden alle gegevens
hebben ingezien en besproken.
 Pedagogisch-didactisch onderzoek
actualiseren indien ouder dan 5
maanden en gegevens actueel
leerlingvolgsysteem
 Psychologisch onderzoek voor
leerlingen tussen 4-7 jaar
actualiseren na een jaar, voor
leerlingen van 8-12 jaar
actualiseren na 1 ½ jaar.
 Medisch onderzoekapport van
GGD Zaanstreek-Waterland.
 Onderzoek maatschappelijk werker
indien noodzakelijk.
 Gegevens andere instellingen
indien aanwezig (Dijk en Duin,
logopedie enz)
Het nieuwe samenwerkingsverband
Om passend onderwijs uit te voeren in de
Zaanstreek vormen de schoolbesturen van
de basisscholen en de speciale
basisscholen één samenwerkingsverband:
Samenwerkingsverband Primair Onderwijs
Zaanstreek. Passend onderwijs stelt de
scholen binnen het
samenwerkingsverband (SWV) in de
gelegenheid om de extra ondersteuning
op maat in te zetten voor de leerling en de
leerkracht. Daarbij wordt altijd zorgvuldig
overlegd met de ouders welke
ondersteuning nodig is en wat de
mogelijkheden van de school zijn. Alle
scholen hebben in hun website
beschreven welke (extra) ondersteuning
zij kunnen bieden. Informatie over alle
scholen en besturen in het
samenwerkingsverband en de werkwijze
die wij hanteren, is vanaf 1 april 2014 te
vinden op onze website
www.swvpozaanstreek.nl.
Wat verandert er?
De scholen krijgen zorgplicht. Dat
betekent dat scholen elke leerling die zich
aanmeldt een passende onderwijsplek
moeten bieden. Dit kan op de school zijn
die de ouders als eerste gekozen hebben
met eventueel extra ondersteuning of op
een andere gewone of speciale
(basis)school binnen het SWV.
Het PCLZ ontvangt het zorgdossier en
geeft wel/niet beschikking hetgeen in
zorgteam en met ouders wordt
besproken.
28
Concreet betekent dit dat ouders, ook als
er waarschijnlijk extra ondersteuning nodig
is, de school kunnen kiezen die zij het
meest geschikt achten voor hun kind. De
school laat in principe binnen 6 weken
weten of zij de leerling kan toelaten of
komen zij met een voorstel voor een beter
passende plek.
De school laat in principe binnen 6 weken
weten of zij de leerling kan toelaten of
komen zij met een voorstel voor een beter
passende plek.
12. Kwaliteitsbeleid
Opbrengsten
Schoolinspectie
In maart 2013 heeft de inspectie een
bezoek gebracht aan de Loopplank.
Bij een schoolbezoek kijkt de inspectie
naar wettelijke documenten (schoolgids,
schoolplan, zorgplan), naar geplande
onderwijstijd, naar de opbrengsten (CITOtoetsen), naar het jaarplan en naar het
jaarverslag van het afgelopen jaar. Verder
bezoekt de inspectie de groepen. De
inspectie was erg tevreden over de
Loopplank en heeft onze school het
basisarrangement toegekend.
Met de invoering van passend onderwijs
vervalt het huidige systeem van indicaties
voor plaatsing in het speciaal onderwijs en
het “rugzakje” voor cluster 3 en 4. Tevens
gaat de verwijzing naar het speciaal
basisonderwijs anders verlopen. Scholen
binnen het samenwerkingsverband
bepalen samen met de ouders welke
(extra) ondersteuning er nodig is. Hierbij
kan het gaan om extra ondersteuning op
de basisschool of om tijdelijke
ondersteuning buiten de basisschool. Als
er een vorm van speciaal (basis)onderwijs
nodig is, hebben we in het SWV afspraken
gemaakt om te zorgen dat leerlingen snel
op de goede plek terecht kunnen.
Uiteraard verloopt dit altijd in nauw overleg
met de ouders. Voor een verwijzing van
een leerling naar het speciaal
(basis)onderwijs moet het SWV een
toelaatbaarheidsverklaring afgeven. Het
nieuwe SWV heeft in het
ondersteuningsplan beschreven hoe het
organiseren van extra ondersteuning in
zijn werk gaat (zie hiervoor straks de
website).
Uitstroom naar Voortgezet Onderwijs
2011-2012:
3 leerlingen naar PROO
11 leerlingen naar VMBO-basis
7 leerlingen naar VMBO-kader
10 leerlingen naar VMBO-theoretisch
3 leerlingen naar HAVO/VWO
2012-2013:
1 leerling naar VMBO KL, met LWOO
2 leerlingen naar VMBO KL
7 leerlingen naar VMBO BL
5 leerlingen naar VMBO TL
1 leerling naar VMBO TL t/m HAVO
4 leerlingen naar HAVO
1 leerling naar VWO
2013-2014:
2 leerlingen naar PROO
2 leerlingen naar VMBO basis, LWOO
3 leerlingen naar VMBO basis
9 leerlingen naar VMBO kader
3 leerlingen naar VMBO theoretisch
1 leerling naar HAVO
29
Procedure voor Voortgezet
Onderwijs voor (ouders van)
leerlingen uit groep 8

Vanaf medio groep 7 staat voor de
leerling, ouders en school de overstap
naar het VO centraal. Om deze zo soepel
mogelijk te laten verlopen is het van
belang dat de belanghebbende partijen zo
goed mogelijk worden geïnformeerd.


Over de algemene ouderavond voor
ouders van kinderen uit groep 8:
 De leerkracht van groep 8 licht de
ouders voor over het komende
traject van hun kinderen. Kortweg:
de overstap van primair onderwijs
naar het voortgezet onderwijs. De
leerkracht probeert dit traject zo
goed mogelijk toe te lichten, mede
met behulp van een powerpointpresentatie. Op deze algemene
ouderavond voor groep 8
informeert de leerkracht van groep
8 de ouders ook over zaken
omtrent met name het
drempelonderzoek en de overgang
van het PO naar het VO.
 Een aantal jaren heeft de school de
Entreetoets in groep 7 afgenomen.
Daarnaast wordt begin groep 8 ook
het drempelonderzoek afgenomen.
Met de drempeltoets zijn positieve
ervaringen opgedaan. Zo komen
de resultaten goed overeen met
het beeld van het kind (LVS). Ook
de manier van afnemen is
kindvriendelijk, neemt relatief
weinig tijd in beslag en is duidelijk
voor de kinderen.

Het drempelonderzoek wordt door
de leerkracht afgenomen. De
resultaten worden opgestuurd en
omgezet in een score.
De uitslag van het
drempelonderzoek wordt
besproken door de leerkracht met
intern begeleider en directie.
Eind oktober/ Begin november
zijn de eerste oudergesprekken.
Dan wordt een voorlopig
schooladvies aan ouders gegeven
aan de hand van de uitslag van het
drempelonderzoek, LVS, en de
observaties van de leerkracht.
De ouders van potentiele lwoo en
pro leerlingen worden afzonderlijk
voorgelicht door de leerkracht al
dan niet met behulp van de ib-er.
Het tijdpad vanaf het voorlopige advies
ziet er als volgt uit:

In oktober/november: Tijdens de
informatieavond worden de ouders
ingelicht over het stappenplan. Ook
worden de ouders voorgelicht over
de opzet van het voortgezet
onderwijs. Deels middels een
powerpoint en de CITO eindtoets.

December: voorlichtingsavonden
voortgezet onderwijs voor de
ouders.
Januari: Open lesdagen voor de
kinderen.
Januari/ Februari: open dagen
voor ouders en kinderen.
Januari/Februari: Afname LVS



In februari/ maart krijgen de leerlingen
het definitieve schooladvies. Ouders
worden door de leerkracht uitgenodigd
voor een gesprek. De intern begeleider
kan op verzoek aanwezig zijn bij het
gesprek.
N.a.v. deze bevindingen heeft onze
school besloten om met het
drempelonderzoek verder te gaan
en de Entreetoets te laten
vervallen. Eind groep 7 vinden de
E7 toetsen plaats van het LVS.
Toelichting op procedure voortgezet
onderwijs
Begin groep 8 volgt het
drempelonderzoek:
30
beginnen met spelen/werk. De ouders
mogen - als zij dat willen - tot half negen
met de kinderen mee in de klas. Terwijl uw
kind speelt of werkt, kunt u zien waar het
mee bezig is. U leert de klasgenootjes
kennen en maakt de sfeer in de klas mee.
In de groepen 1 en 2 duurt de inloop op 2
dagen in de week wat langer (tot 08.50
uur). Ouders en de leerkracht “werken”
dan met de kinderen. Wij hechten erg aan
deze werkwijze. Ouders krijgen hierdoor
meer inzicht in het werk en schoolleven
van hun kind en het verstevigt de band
tussen school en thuis.
13. Ouders
Schoolgids/jaarkalender en
Informatiebrief
Communicatie met ouders
Aan het begin van elk schooljaar word de
kalender uitgedeeld. Daarin staan alle
vakanties en vrije dagen per maand
weergegeven.
Elke week ontvangen de ouders de
nieuwsbrief (Scheepsjournaal) per mail.
Kort en bondig wordt u geïnformeerd over
actuele en praktische zaken die op school
aan de orde zijn.
Deze informatie vindt u ook op onze
website: www.loopplank.nl
Onze stichting hanteert als uitgangspunt
het educatief partnerschap met
ouders/verzorgers.
Wij zijn ons ervan bewust dat niet alleen
de schoolteams een verantwoordelijkheid
hebben t.a.v. de ontwikkeling van onze
leerlingen.
Vanuit gelijkwaardigheid , gezamenlijke en
eigen verantwoordelijkheid werken school
en ouders /verzorgers samen aan een
optimale ontwikkeling van het kind. Ieder
vanuit zijn eigen expertise.
De school neemt initiatief in dit proces
van samenwerking.
In dit partnerschap is er sprake van
wederzijdse rechten en plichten t.a.v.
informatieverstrekking.
De school heeft de plicht om de
ouders/verzorgers te informeren over de
ontwikkeling van het kind en praktische
zaken aangaande de schoolorganisatie.
De ouders/verzorgers hebben de plicht de
school te informeren over zaken die van
invloed zijn op de ontwikkeling van hun
kind en de school actuele informatie te
verschaffen betreffende praktische
administratieve zaken.
Oudercontactavonden
Vijf keer per jaar kunt u worden
uitgenodigd voor een gesprek met de
leerkracht van uw kind. De vorderingen en
mogelijke zorgpunten van uw kind worden
met u doorgesproken. Ook uw eigen
vragen komen aan de orde.
Alle kinderen van groep 2 t/m 8 krijgen
tweemaal per jaar een rapport. Kinderen in
groep 1 krijgen het eerste rapport als ze 4
maanden of langer op school zitten. Het
rapport wordt eerst met ouders besproken
voor het mee naar huis gaat.
U kunt natuurlijk altijd tussentijds een
gesprek met de leerkracht aanvragen als
dat belangrijk voor u is.
Ouders in de klas
De dag begint bij ons anders dan op de
meeste andere scholen. De kinderen
mogen vanaf 10 minuten voor aanvang in
de klas zijn. Wij vinden dat je van
kinderen niet kunt verwachten, dat zij 10
minuten rustig wachten tot we gaan
beginnen. Zij mogen dan ook meteen
Huisbezoek
31
De leerkracht gaat soms op huisbezoek.
Wij vinden dat waardevol voor het contact
tussen thuis en school. Voor de kinderen
is het bezoek en de belangstelling van hun
juf of meester altijd heel belangrijk.
school. De wet maakt geen onderscheid
tussen de verzorgende en nietverzorgende ouder.
Beide ouders zijn gezamenlijk welkom op
10-minuten gesprekken. Hiervan wordt
alleen in overleg afgeweken als daar een
gemotiveerde reden voor is.
Het protocol ‘Informatieverstrekking
gescheiden ouders’ is te vinden op de
website van Agora.
Rapporten
Twee keer per jaar krijgt de leerling een
rapport. Voor kinderen in groep 1 geld dat
ze dan wel al een half jaar op school
moeten zitten.
Ouderkamer (OR)
Informatie/kennismakingsavonden
Wij zijn er trots op dat in februari 2003 op
onze school de eerste ouderkamer in de
Zaanstreek geopend is. De ouderkamer is
toegankelijk voor iedereen die een kind
heeft op PSZ ’t Touwladdertje of op CBS
De
Loopplank.
Belangrijk
is
de
ontmoetingsfunctie. Ouders kunnen onder
genot van een kopje koffie of thee met
elkaar van gedachten wisselen over het
reilen en zeilen in de wijk en op school.
Iedere maandagochtend (08.30 – 09.30)
vindt er in de ouderkamer een
koffieochtend plaats. Onder het genot van
een kopje koffie of thee lekker bijkletsen
met elkaar.
Eenmaal (1X)
per maand wordt op
maandagochtend een “themaochtend”
gepland. Op zo'n ochtend wordt er een
onderwerp besproken, dat te maken heeft
met opvoeding en/of onderwijs of is er een
doe – ochtend gepland.
Ouders zelf kunnen aangeven welke
onderwerpen zij graag behandeld zien.
De gastvrouwen van de ouderkamer
bespreekt
met
de
werkgroep
ouderbetrokkenheid de invulling van de
ochtenden. Zij nodigt ook eventuele
gastsprekers uit. De werkgroep bestaat uit
leerkrachten, een onderwijsassistent en
ouders die geregeld de ouderkamer
bezoeken waarvan 2 ouders de rol van
gastvrouw in de ouderkamer op zich
hebben genomen.
Daarnaast
biedt
de
ouderkamer
ondersteuning bij de organisatie van
feesten en festiviteiten op school, bv het
sinterklaasfeest, de kerst- en paasviering.
Aan het begin van elk schooljaar is er
informatie/kennismakings ochtend of
avond. Bij deze kennismaking maakt u
kennis met de nieuwe leerkracht van uw
kind en krijgt u uitleg wat de leerkracht dit
schooljaar in de groep gaat doen. Ook
krijgt u informatie over de methoden die
gebruikt worden.
Info aan gescheiden ouders
Vanuit de pedagogische driehoek
leerkracht-ouders-kind is een goede
samenwerking van essentieel belang voor
de ontwikkeling en het welbevinden van
het kind. Indien ouders van een leerling
gescheiden zijn, is het belangrijk dat er
duidelijkheid is over de manier waarop de
communicatie en consultatie over de
vorderingen van de leerling verloopt. Voor
de school is het belangrijk dat zij op de
hoogte is van de gezagssituatie en
vastgestelde omgangsregeling. Ouders
zijn verplicht hierover de school te
informeren. In geval van echtscheiding
neemt de school jegens beide ouders een
neutrale positie in. De school richt zich
primair op de pedagogisch-didactische
verantwoordelijkheid jegens de leerling.
Op alle Agorascholen wordt het protocol
‘Informatieverstrekking gescheiden
ouders’ gevolgd. In dit protocol worden de
rechten en plichten beschreven. Het
protocol gaat uit van de wettelijke regels.
Dit betekent in de eerste plaats dat de
school ervan uitgaat dat ouders die beiden
het ouderlijk gezag hebben elkaar
informeren over zaken rondom hun zoon
of dochter.
Alle ouders met gezag hebben hetzelfde
recht op informatie en consultatie door de
De (vrijwillige) ouderbijdrage
Scholen of ouderverenigingen mogen aan
ouders een bijdrage vragen om de
32
onkosten te dekken die niet in de
rijkssubsidie zitten.
U kunt hierbij denken aan het
Sinterklaasfeest, Kerst, het schoolreisje,
excursies en feestjes.
De bijdrage is vrijwillig. Dat betekent dat
scholen uw kind niet mogen weigeren als
u niet betaald. School hebben wel het
recht om kinderen waarvoor niet is
betaald, niet mee te laten doen met de
georganiseerde activiteit.
Scholen sluiten over de ouderbijdrage een
betalingsovereenkomst met de ouders.
Ouders kunnen aangeven of zij wel of niet
gaan betalen.
Jaarlijks organiseren we een sportochtend
voor de kinderen. Wij doen mee aan
schoolvoetbal en schoolkorfbal. Met de
bovenbouw gaan we een keer per jaar
schaatsen.
We hebben gekozen voor tweemaal per
week gymles.
Het spreekt voor zich, dat wanneer er niet
betaald wordt, de activiteiten uiteindelijk
geen doorgang kunnen vinden.
De ouderbijdrage op de Loopplank is voor
het schooljaar 2014 – 2015 vastgesteld
op E 45 euro. In groep 7 en 8 gaan de
kinderen op kamp (3 dagen). De
(vrijwillige) ouderbijdrage voor deze
kinderen komt uit op E 75 euro.
U ontvangt een verzoek tot machtiging
voor automatische incasso van Stichting
Agora. Elk jaar wordt aan de ouders
financiële verantwoording afgelegd.
Gymnastieklessen
De gymnastieklessen worden door de
groepsleerkracht verzorgd en gegeven in
de gymnastiekzaal aan de school. De
kinderen nemen voor deze les een korte
broek, een shirtje en gymschoenen mee.
Vanaf groep 3 moeten de kinderen
verplicht douchen/wassen. Dan hebben zij
dus ook een handdoek nodig. Slechts bij
hoge uitzondering wordt van deze regel
afgeweken. Dit gebeurt altijd in overleg
met de leerkracht.
Tijdens de gymnastieklessen mogen
vanwege veiligheidsoverwegingen geen
sieraden worden gedragen.
De Medezeggenschapsraad
(MR)
De medezeggenschapsraad bestaat uit 2
personeelsleden en 2 ouders. Allerlei
belangrijke beslissingen worden
besproken met de leden van de MR.
De MR is nauw betrokken bij
sollicitatieprocedures, moet gekend
worden in wijzigingen in het management
en is betrokken bij het vaststellen van
schoolplan, begroting en beleid.
Verder is de MR verantwoordelijk voor de
financiën wat betreft de ouderbijdrage en
legt hierover jaarlijks verantwoording af
aan ouders.
De “kleine”pauze
Alle kinderen hebben 's morgens een
kwartiertje pauze om buiten te spelen.
Aansluitend aan deze pauze kunnen de
kinderen iets eten of drinken. Wij vragen
aan u om een gezond tussendoortje aan
uw kind mee te geven.
Alleen als het regent blijven de kinderen
binnen.
In de pauze zijn altijd een leerkracht en/of
een assistent op het schoolplein
aanwezig.
14. Praktische zaken
Sportactiviteiten
Schoolmelk
Bewegen is belangrijk voor de
ontwikkeling van kinderen. Een goede
motorische ontwikkeling heeft een gunstig
effect op de leerresultaten van kinderen.
Als u gebruik wilt maken van de regeling
voor schoolmelk, kunt hiernaar vragen bij
33
de groepsleerkracht van uw kind. Uw kind
krijgt dan dagelijks een pakje melk of
yoghurtdrank. De kosten die hieraan
verbonden zijn kunt u vinden in de folder
van Campina die te verkrijgen is op
school.
Verkeersdiploma
Als uw kind in groep 8 zit kan het
meedoen aan het verkeersexamen. Het
examen bestaat uit een theoretisch
gedeelte en een praktisch gedeelte: een
rijvaardigheidstest op de fiets.
Schooltuinen
Foto en video
We vinden het belangrijk dat kinderen in
aanraking komen met de natuur en leren
respect hiervoor te hebben. Het is goed
dat kinderen ervaren wat er aan vooraf
gaat voor ons eten in de winkel te koop
ligt. Daarom werken de leerlingen uit
groep 6, 7 en/of groep 8 eenmaal per
week in de schooltuinen. Dit gebeurt altijd
onder verantwoordelijkheid van een
leerkracht van school.
Op de schooltuinen krijgen ze les van een
speciale leerkracht die ze leert tuinieren.
De oogst (bloemen, kruiden, groenten)
mogen de kinderen mee naar huis nemen.
De ouders betalen hiervoor een bedrag.
Dit is voor het schooljaar 2014 - 2015:
€ 30.
Regelmatig worden er op school foto- en
video-opnames van kinderen gemaakt.
Deze worden gebruikt in de lessen, voor
werkstukken, informatiebrieven en
websites. Ook kan het voorkomen dat
materiaal gebruikt wordt bij scholing intern
en extern. Mocht u hiertegen bezwaar
hebben dan is het belangrijk dat u dit
doorgeeft aan de directie.
Noodplan
In elk lokaal en bij elke (nood-)uitgang
hangen plattegronden met de vluchtroutes
en de instructies in geval van ontruiming.
Bij het samenstellen van het plan is
overlegd met de brandweer. Elk jaar
controleert de brandweer of de vergunning
nog rechtmatig is.
Schoolreis
Elk schooljaar gaan de kinderen van groep
1 t/m 6 op schoolreis. Het schoolreisje is
een dagexcursie. De kosten van het
schoolreisje worden betaald vanuit de
ouderbijdrage.
Momenteel zijn er ruim 4 gediplomeerde
bedrijfshulpverleners onder de
leerkrachten. Deze hulpverleners gaan
ieder jaar op herhalingscursus.
Wij streven ernaar het aantal
gediplomeerden uit te breiden.
Per schooljaar worden er met de kinderen
ten minste twee ontruimingsoefeningen
gehouden; één aangekondigde in het
begin van het schooljaar en één
onaangekondigde later het schooljaar.
De resultaten worden geëvalueerd binnen
de BHV-groep en leiden indien nodig tot
aanpassingen.
Schoolkamp
Ieder schooljaar gaat de bovenbouw
(groepen 7 en 8) op een meerdaags
schoolreisje.
Het schoolkamp beslaat 3 dagen (2
nachten) en wordt ieder jaar weer als
waardevol ervaren.
De locatie en data worden bepaald door
de groepsleerkrachten.
Discriminatiecode
De begeleiding bestaat in elk geval uit
leerkrachten en assistentes c.q. stagiaires
van school. Omdat de ouders de kosten
van dit kamp betalen, houden we deze zo
laag mogelijk. In principe zoeken we een
adres dat op fietsafstand te bereiken is.
Het is daarom belangrijk dat de kinderen
kunnen beschikken over een goede fiets.
Voorafgaand aan het kamp vindt er op
school een controle van de fietsen plaats.
Wij gaan op school respectvol met elkaar
om. We hebben omgangsregels
vastgesteld, die we jaarlijks evalueren.
Discriminerend gedrag valt onder de
wetgeving. De wet zegt hierover:
"Het betreft iedere uiting in woord, gebaar
of geschrift van een persoon of groep van
personen binnen de school waarbij sprake
is van (voor personen in onze school of
34
die bij de school betrokken zijn)
ontoelaatbare opvattingen of achterstelling
van mensen, van doelbewuste belediging
of van grievend handelen jegens anderen.
Deze uitingen kunnen betrekking hebben
op godsdienst, seksuele geaardheid,
burgerlijke staat, sociaaleconomische
positie, intelligentie, onderwijsdeelname,
kleding of op welk terrein dan ook".
van wat Agora verstaat onder GOED
ONDERWIJS.
Op de website verantwoord Agora zich
naar de samenleving.
Verder kunt u doorklikken naar alle
scholen van de stichting.
Organisatiestructuur
De Stichting wordt aangestuurd door een
bestuur dat bestaat uit ten minste zeven
personen. De bestuursleden worden
aangezocht op basis van deskundigheid
en kwaliteit op het gebied van
onderwijskundige zaken,
levensbeschouwelijke identiteit, speciaal
onderwijs, communicatie en public
relations, financiën, personeel en
organisatie, juridische zaken en
huisvesting. Het bestuur stuurt de
organisatie aan op hoofdlijnen, dat wil
zeggen dat vooral beleidszaken in het
bestuur aan de orde komen.
Meldingen van discriminatie worden
besproken met de schoolleiding. Wanneer
u vindt dat een melding niet zorgvuldig
wordt behandeld, dan kunt u zich richten
tot de klachtencommissie.(zie:
klachtenregeling)
Beleid ten aanzien van
sponsoring
We kunnen gebruik maken van excursies
naar bedrijven als het gaat om educatieve
doeleinden.
Als school willen we in geen enkel opzicht
afhankelijk zijn van sponsoring.
We zijn in principe tegen reclame of
uitingen van sponsors in en om de school.
We zijn tegen sponsoring in de vorm van
geld, goederen of diensten waarvoor een
vorm van tegenprestatie wordt verlangd.
Alle schoolactiviteiten zijn reclamevrij.
Reclame en sponsoring die worden
aangeboden, toetsen wij aan onze visie en
ons onderwijsbeleid.
In geen enkel geval mag sponsoring en
reclame de objectiviteit,
geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en
onafhankelijkheid van onze school
aantasten.
De Stichting kent sinds kort een zgn.
“klankbordgroep” . Deze is samengesteld
uit mensen uit diverse hoeken van de
samenleving en heeft tot doel het beleid te
toetsen.
College van bestuur
De dagelijkse gang van zaken binnen de
organisatie is gedelegeerd aan het college
van bestuur. De leden van het college van
bestuur zijn verantwoordelijk voor de
voorbereiding en uitvoering van het
bestuursbeleid en doet dit in een nauwe
samenwerking met het directieoverleg,
waarin alle 25 scholen vertegenwoordigd
zijn.
15. Organisatie en regelgeving
De Loopplank maakt deel uit van Agora,
Stichting voor Bijzonder Primair Onderwijs
in de Zaanstreek.
Met 25 scholen en ruim 700
personeelsleden is Agora één van de
grotere schoolbesturen in ons land.
Bestuur en college van bestuur worden
ondersteund door het Agora Centraal
Bureau waarin alle administratieve- en
facilitaire zaken binnen de organisatie zijn
ondergebracht.
Correspondentie aan het bestuur dient
gericht te worden aan:
Website
Agora Centraal Bureau,
T.a.v. het Algemeen Bestuur,
Postbus 88,
1500 EB Zaandam,
Telefoon 075-616 86 30.
De stichting Agora heeft een website:
www.agora.nu. Op deze site informeert de
stichting alle belangstellende over het doel
en de werkwijze van de stichting. U vindt
hier de missie, de visie en de beschrijving
35
Fax: 075-670 24 26
E-mail: [email protected].
www.agora-zaanstreek.nl
Landelijke klachtencommissie
Katholiek onderwijs
Postbus 82324
2508 EH Den Haag,
070-3925508
www.geschillencies-klachtencies.nl
Onderwijsinspectie
Voor vragen over onderwijs kunt u bellen
met het telefoonnummer: 0800-8051
(gratis).
Informatie over de inspectie van het
onderwijs kunt u vinden op:
www.onderwijsinspectie.nl.
E-mail: [email protected].
Veiligheid/Arbo beleid
Binnen de school bestaat de kans op
calamiteiten. Brand, een ongeluk, of een
bommelding zijn niet uit te sluiten. Om de
medewerkers, leerlingen en bezoekers te
beschermen tegen ernstige gevolgen van
calamiteiten zijn in een
Bedrijfshulpverleningsplan (BHV-plan)
maatregelen en afspraken vastgelegd.
Het uitgangspunt voor dit plan is dat
binnen enkele minuten hulp geboden kan
worden, totdat externe hulpverleners als
de ambulancedienst of de brandweer ter
plaatse zijn.
Het plan begint met een beschrijving van
de organisatie, taken en
verantwoordelijkheden van de
betrokkenen. Daarna worden, door middel
van draaiboeken voor de verschillende
calamiteiten, de te nemen stappen
beschreven.
De school heeft voor de uitoefening van
de taken van de BHV de beschikking over
een coördinator BHV, een
plaatsvervangend coördinator BHV en een
aantal BHV-ers.
Wanneer er klachten zijn of problemen
ontstaan m.b.t. tot uw kind dan kunt u dit
het beste eerst bespreken met de
betrokken leerkracht. Leidt dit gesprek niet
tot een bevredigende oplossing, neemt u
dan contact op met de directie.
Klachtenregeling
Als u een klacht heeft kijken wij in eerste
instantie of uw klacht binnen de school
kan worden opgelost. U bespreekt een
klacht eerst met de leerkracht:
bijvoorbeeld over de begeleiding van uw
kind, over een strafmaatregel of over een
voorval op school: zorg, veiligheid,
agressie, geweld, discriminatie, pesten en
sexuele intimidatie.
Komt u er samen niet uit, dan kunt u
contact opnemen met de directie of met de
contactpersoon op school. De
vertrouwenspersoon op school is Merel
Kramer.
Zij kan u adviseren over de te nemen
vervolgstappen.
Leidt dit alles niet tot een goed resultaat
dan kunt u contact opnemen met de
vertrouwenspersoon van de Stichting
Agora, de heer I.Wijker, graag met
duidelijke vermelding Vertrouwelijk op de
envelop!
Agora Vertrouwenspersoon
Postbus 88,
1500 EB Zaandam.
U kunt ook contact opnemen via e-mail:
[email protected]
Seksuele intimidatie
of contact opnemen met een van
onderstaande adressen:
Binnen de inspectie van het onderwijs is
een aantal inspecteurs aangewezen als
vertrouwensinspecteurs. Deze
vertrouwensinspecteurs hebben een
adviserende en ondersteunende taak bij
klachten rond seksueel misbruik en
seksuele intimidatie.
De directie en de Intern Begeleiders
hebben de wettelijke plicht bij vermoeden
van seksueel misbruik de
vertrouwensinspecteur in te schakelen.
Landelijke klachtencommissie
Protestants Christelijk onderwijs
Postbus 694
2270 AR Voorburg
070-3861697
[email protected]
www.klachtencommissie.org
36
Deze verplichting geldt voor klachten over
leraren, directies en anderen die aan de
school contractueel verbonden zijn. Ook
als niet meteen duidelijk is of er sprake is
van strafbare feiten dient de
vertrouwensinspecteur ingeschakeld te
worden voor overleg.
Scholen en ook leerlingen kunnen
eveneens contact opnemen met de
vertrouwensinspecteur als zich situaties
van ernstig fysiek en geestelijk geweld
hebben voorgedaan. Anders dan bij
seksueel misbruik zijn scholen in dit geval
niet verplicht zich tot de
vertrouwensinspecteur te wenden.
Het adres:
Inspectie van het Onderwijs
Kantoor Haarlem
Postbus 431
2100 AK Heemstede
023-548 34 85.
2. Indien de leerkracht aanleiding daar toe
ziet, besteedt hij of zij expliciet aandacht
aan pestgedrag in de vorm van een
groepsgesprek.
Repressieve maatregelen:
1.Er wordt tijdens de pauzes en het
overblijven pleinwacht gelopen door
leerkrachten of overblijfkrachten volgens
een rooster.
2. Indien er sprake is van incidenten
betreffende pestgedrag wordt dat met de
betrokken kinderen besproken door de
leerkracht van het kind. Mocht het nodig
zijn volgen gesprekken met de directeur.
3. Indien er sprake is van herhaald
pestgedrag worden de ouders van de
pester op de hoogte gesteld van de
ongewenste gebeurtenissen in een
gesprek op school. De leerkracht van de
groep neemt het initiatief in deze door de
ouders uit te nodigen.
De pester kan gevraagd worden bij dit
gesprek aanwezig te zijn.
In dit gesprek worden afspraken gemaakt.
Ook de op te leggen sancties bij
overtreding van de afspraken worden
daarbij vermeld. Gedacht kan worden aan
uitsluiting van met name de situaties die
zich in het bijzonder lenen voor
pestgedrag.
Ook de ouders van het gepeste kind
worden op de hoogte gesteld van de
aanpak.
De directeur van de school wordt uiterlijk
in dit stadium op de hoogte gesteld van de
gesprekken met de kinderen en de ouders
en kan de gemaakte afspraken
terugvinden in het kinddossier. De
directeur kan ook al aanwezig zijn bij het
eerste gezamenlijke gesprek met de
ouders. De directie beoordeelt in overleg
met de betrokken leerkracht in welk
stadium het verstandig is om bij de
gesprekken aanwezig te zijn.
De vertrouwensinspecteur heeft
geheimhoudingsplicht bij klachten over
seksueel misbruik. Hij of zij zal in alle
gevallen in overleg met de klager komen
tot
afspraken over de verdere afhandeling
van de klacht en de stappen die worden
genomen.
Meldpunt Vertrouwensinspecteurs
0900-111 3 111
(op werkdagen van 08.00 tot 17.00 uur)
16. Protocollen
Pestprotocol
Het gaat om de volgende protocollaire
maatregelen en procedure:
Preventieve maatregelen:
1.In de eerste week van het nieuwe
schooljaar worden er klassenregels
opgesteld door de leerkracht van de groep
en de kinderen (eigenaarschap door de
kinderen te betrekken bij het opstellen van
de klassenregels). De leerkracht
bespreekt tevens met de leerlingen de
algemene afspraken en regels in de klas
aan het begin van het schooljaar.
4. Indien het probleem zich toch blijft
herhalen meldt de leerkracht dit gedrag
aan de directeur van de school. Ook de
intern begeleider wordt er nu bij betrokken.
De directeur roept nu de ouders op school
voor een gesprek. Ook het kind kan in dit
37
directiegesprek betrokken worden. De
directeur gaat uit van het opgebouwde
archief en vult dit aan met het verloop van
de gebeurtenissen.
zorgt voor een gevoel van onveiligheid bij
betrokkene ( n ) en als er geen zicht meer
is op een open dialoog, dan zullen wij bij
de politie aangifte doen van bedreiging.
5. Er kan een verwijzing plaatsvinden naar
BJZ of stichting KRAM.
Medische situaties op school
De belangrijkste verantwoordelijkheid van
de school is het geven van onderwijs.
Er worden echter in toenemende mate
verzoeken gedaan om ook (medische)
zorg te verlenen. In principe regelen de
ouders deze zorg zelf door de juiste
voorzieningen te treffen.
6. Indien het pestgedrag van de pester
niet aanzienlijk verbetert, en/of de ouders
van het kind werken onvoldoende mee om
het probleem ook aan te pakken kan de
directeur van de school overgaan tot
bijzondere maatregelen.
Deze bijzondere maatregelen kunnen zijn:
 Isoleren van de pester
 tijdelijke uitsluiting van het
bezoeken van de lessen van de
school (schorsen). Wanneer er
sprake is van een schorsing wordt
ook het bestuur van Stichting
Agora op de hoogte gesteld.
De school kan, ondanks dit uitgangspunt,
toch besluiten om zelf verantwoordelijk te
zijn voor het verlenen van de juiste
medische zorg.
In dat geval heeft de school te maken met
een aantal medische situaties en kan
daarin eigen keuzes maken.
Protocol kindermishandeling
Onze school zal in de onderstaande
situaties als volgt handelen:
Op school werken wij met a.d.h.v. “Het
Protocol Kindermishandeling Regio
Zaanstreek/Waterland”. Als school hebben
wij de maatschappelijke meldingsplicht bij
vermoeden of bewijzen van verwaarlozing
en/of mishandeling.
Bij vermoedens of tekenen van
mishandeling of verwaarlozing kunnen wij
advies vragen bij het Advies- en Meldpunt
Kindermishandeling (AMK). Uiteraard
zullen wij dit vermoeden ook met u
bespreken. Ons uitgangspunt hierbij is dat
we samen met u als ouders het beste voor
de kinderen willen.
Wanneer wij besluiten, in belang van het
kind, over te gaan tot melding, zullen wij
dit vooraf met u bespreken. De melding is
dan een gezamenlijk besluit van alle
teamleden die betrokken zijn bij uw kind
en wordt gedaan namens de school.
1. Uw kind wordt ziek op school.
In voorkomende gevallen wordt er
met u contact opgenomen. De
school verstrekt geen
zelfzorgmedicijnen zoals
paracetamol of finimal als het niet
duidelijk is wat uw kind mankeert.
Zelfs bij bekende aandoeningen zal
er vooraf altijd eerst contact met u
worden opgenomen. Als wij het
noodzakelijk vinden dat uw kind
naar huis gaat, zult u uw kind
moeten ophalen. Hij/zij mag niet
zonder begeleiding naar huis.
2. Het verstrekken van medicijnen.
Wij hebben als school besloten dat
wij uw kind in voorkomende
gevallen zullen herinneren aan het
tijdig innemen van medicijnen. De
leerkrachten dienen de medicijnen
niet toe; dat moet uw kind zelf
doen. Wij aanvaarden daarmee
een verantwoordelijkheid. We
moeten in dat geval een
vastgesteld protocol volgen.
Richtlijnen daarbij zijn o.a.:
Aangifte in geval van
bedreiging.
Wij achten het van groot belang dat
iedereen zich op onze school geborgen
voelt.
Dat betekent dat we investeren in een
goed contact met ouders en kinderen.
Mocht een relatie zodanig verstoord raken
dat er sprake is van bedreiging die direct
38

Ook de leerkracht kan de eerste
melding doen.
2. Dit kind komt pas op school na
behandeld te zijn (kammen!).
3. Na melding neemt de
groepsleerkracht contact op met de
coördinator van de
“luizenwerkgroep” om er voor te
zorgen dat dezelfde dag alle
kinderen van de groep
gecontroleerd worden op hoofdluis.
4. Wanneer meer kinderen met
hoofdluis ontdekt worden zal de
leerkracht direct met de ouders van
deze kinderen contact opnemen.
De kinderen worden direct voor
behandeling naar huis gestuurd.
5. Na behandeling komen de
kinderen weer op school.
6. Verkleedkleren en kussens van
deze klas worden gewassen. Het
lokaal wordt extra gezogen.
7. Na melding ontvangt de groep
waar de hoofdluis is geconstateerd
dezelfde dag een brief over de
constatering en tips voor
behandeling.
8. Na drie dagen moeten de kinderen
die hoofdluis hadden een
nabehandeling ondergaan. Op de
vierde dag na de eerste controle
worden alle kinderen van de groep
weer gecontroleerd.
De stappen 4, 5 en 6 worden net
zo lang herhaald tot het probleem
is opgelost.
9. Wanneer de problematiek bij een
gezin hardnekkig is of het
vermoeden bestaat dat er hulp
nodig is bij de behandeling dan
neemt de leerkracht contact op met
de GGD en informeert het
zorgteamlid dat bij de betrokken
bouw hoort.
10. Kinderen die besmet zijn met
hoofdluis nemen niet deel aan de
zwemles.
11. De jassen van de kinderen hangen
standaard in luizenzakken.
Vooraf moet er een gesprek
zijn met de
groepsleerkracht
 Medicijnen alleen in
originele verpakking
 Er moet duidelijk zijn hoe er
moet worden gehandeld als
de medicijnen te laat
worden ingenomen
 U als ouder zorgt voor een
ingestelde wekker of ander
apparaat dat op een
vastgesteld tijdstip een
alarm af laat gaan
 Aftekenlijst, waarop per
keer wordt aangetekend
wanneer het medicijn is
verstrekt.
 Een ingevuld en
ondertekend formulier van u
als ouders.
Pas als aan deze voorwaarden is
voldaan mogen en kunnen wij de
taak rondom het vertrekken van
medicijnen op ons nemen
3. Het verrichten van medische
handelingen.
Hier hebben wij als school de keus
om deze handelingen, zoals het
geven van sondevoeding, het
meten van de bloedsuikerspiegel
etc. uit te voeren of niet. Als school
hebben we hier de keus gemaakt
om dit niet te doen. Wij zijn
hiervoor niet deskundig genoeg.
In bovengenoemde gevallen moet het
protocol “medische situaties op scholen”
strikt worden uitgevoerd in verband met de
bescherming van de school en/of de
leerkracht tegen aansprakelijkheid.
Uiteraard is bovenstaande niet van
toepassing op een levensbedreigende
situatie. In dat geval zullen wij zeker
handelend optreden.
Hoofdluis beleid
Om hoofdluis op school tegen te gaan
volgen wij bij constatering van hoofdluis
onderstaand protocol.
Hoofdluisbeleid CBS De Loopplank:
1. Ouders melden zo spoedig
mogelijk dat hun kind besmet is.
Na iedere vakantie worden de kinderen
gecontroleerd op luizen. Dit gebeurt op
maandag.
39