Bekijk hier welke retailers zijn meegenomen in het onderzoek

2014|3
proefschrift
Nederlands Tijdschrift voor Plastische Chirurgie
Veiligheid en beeldvorming van moderne
­siliconenborstimplantaten
De ‘PIP-terugroepactie’ in perspectief geplaatst
M.C. Maijers
Op 16 mei 2014 promoveerde Marike Maijers aan de Vrije Universiteit
van Amsterdam op het onderwerp siliconenborstimplantaten met het
proefschrift getiteld Safety and Imaging of Modern Silicone Breast Implants.
The PIP recall placed in perspective. Haar promotor was prof. dr. M.J.P.F.
Ritt en haar copromotoren dr. F.B. Niessen en dr. P.W.B. Nanayakkara.
Poly Implant Prothèse (PIP) recall
De studies beschreven door Marike Maijers in haar proefschrift zijn een gevolg van de terugroepactie van siliconenborstimplantaten van het Franse merk Poly Implant
Prothèse (PIP) die in 2010 door de Franse overheid van de
voornamelijk Europese markt werden gehaald. [1] Inmiddels is het duidelijk geworden dat er door deze fabrikant
ongeautoriseerde siliconengel werd gebruikt en de fabricageprocessen niet volgens de daarvoor gestelde voorschriften
verliepen. In december 2013 werd de directeur tijdens een
strafzaak veroordeeld voor fraude. Hoewel de Inspectie voor
de Gezondheidszorg (IGZ) al in 2010 klinieken en ziekenhuizen verzocht om vrouwen met PIP-borstimplantaten op
te roepen voor onderzoek en gescheurde implantaten te verwijderen, werd de zaak pas een jaar later bekend bij het grote
publiek. In december 2011 werd in navolging van de Franse
autoriteiten ook door de IGZ in Nederland geadviseerd om
de vrouwen met PIP-borstimplantaten op te roepen en alle
implantaten te verwijderen, [2] ongeacht of deze gescheurd
waren of niet. Van eind jaren negentig tot 2009 werden
naar schatting 400.000 PIP-siliconenborstimplantaten wereldwijd verkocht, [3] waar­onder aan circa 3.000 vrouwen in
Nederland.
Siliconenborstimplantaten worden al sinds 1962 gebruikt
en zijn sterk onderhevig geweest aan veranderingen in ontwerp, vorm en eigenschappen. Terwijl in de VS deze implantaten lange tijd van de markt zijn geweest en enkel in
strikt onderzoeksverband gebruikt mochten worden, is er in
Europa veel ervaring en expertise opgebouwd. Studies over
veiligheid en de waarde van MRI bij de detectie van lekkage
en ruptuur werden in het verleden vaak sterk beïnvloed door
onderzoeksbias, grote lost-to-follow-up en vaak gefinancierd
door fabrikanten. Omdat het advies van de IGZ in 2011 veranderde van alleen explantatie van geruptureerde implantaten naar explantatie van alle PIP-implantaten, ongeacht
klachten of beeldvorming, gaf dit de onderzoekers een vrij
M.C. Maijers, arts-onderzoeker, VUmc, Amsterdam, destijds anios plastische
chirurgie, afdeling Plastische Chirurgie, Sint ­Lukas Andreas ziekenhius,
­Amsterdam
128
unieke gelegenheid om vrouwen die anders nooit teruggekomen waren bij hun chirurg na tien jaar te onderzoeken
op complicaties en de diagnostische waarde van MRI-onderzoek te evalueren bij moderne vormstabiele siliconenborst­
implantaten.
Kans op rupturen
Toen de IGZ klinieken en ziekenhuizen in 2010 vroeg om
hun patiënten met PIP-borstimplantaten op te roepen voor
onderzoek waren er aanwijzingen dat de PIP-implantaten vaker dan andere moderne siliconenborstimplantaten zouden
scheuren en lekken. Exacte cijfers van een dergelijk risico
waren toen echter nog niet bekend. Het Medisch Centrum
Jan van Goyen was één van de eerste klinieken die gehoor
gaf aan de oproep van de IGZ en riep in het voorjaar van
2011 alle patiënten op die PIP-implantaten hadden gekregen. Maijers onderzocht de eerste 112 vrouwen die gehoor
gaven aan hun oproep en vond dat één op de drie vrouwen
ten minste één gescheurd implantaat had. Van alle 224 onderzochte PIP-borstimplantaten werd per implantaat bij 2124% lekkage gevonden na een cumulatieve implantatietijd
van 10 jaar. [4,5] Dit is vergelijkbaar met oudere generaties
implantaten, maar vermoedelijk meer dan 2 tot 5 keer zo
vaak als andere moderne siliconenborstimplantaten. Het is
echter moeilijk om de resultaten goed te vergelijken omdat
veel recente studies over merken op de hedendaagse markt
nog niet dezelfde follow-upduur kennen. Er bleek geen ver-
proefschrift
2014|3
Nederlands Tijdschrift voor Plastische Chirurgie
schil te bestaan tussen de implantaten uit 2000 en 2001,
ondanks het eerdere advies van de IGZ om enkel implantaten van na 2001 te verwijderen. De meeste vrouwen (70%)
rapporteerden geen klachten tijdens hun bezoek aan hun
plastisch chirurg. Het betrof dus meestal asymptomatische
intracapsulaire rupturen.
Klinische consequenties
In hoeverre het frequenter scheuren ook tot meer of andere
klachten leidt, was een belangrijke en relevante onderzoeksvraag voor de 3000 vrouwen met PIP-implantaten in Nederland. Er bleek geen correlatie te bestaan tussen de meest
genoemde lokale klachten, zoals pijn (18%), vervorming van
de borsten (8%) of knobbels (4%) en het vinden van scheuren door middel van MRI-onderzoek. De frequentie van de
klachten die vrouwen beschrijven, is vergelijkbaar met resultaten in de literatuur over andere merken siliconenbors­t­
implantaten. [6] Lichamelijk onderzoek bleek overigens een
zeer onbetrouwbare methode om rupturen op te sporen.
­Behalve wanneer er sprake is van lymfadenopathie in de
­oksel, want dat is de enige bevinding die voorspellend bleek
voor een ruptuur. [6]
Betrouwbaarheid van MRI-onderzoek
Bij het verwijderen van de borstimplantaten bleek 21% van
de PIP-implantaten gescheurd, [5] iets minder dan bij MRIonderzoek leek. [4] Gezien het ontbreken van grote explantatiestudies van moderne siliconenborstimplantaten dragen de
resultaten in deze studie bij aan de kennis over het voorkomen van stille rupturen. De sensitiviteit van MRI-screening
Tabel 1. Silicone Implant Reporting and Data System
(SI-RADS).
A. Integriteit van het implantaat
Categorie Omschrijving
Klinisch
management
0
Incompleet*
Extra
beeldvorming*
1
Intact
Geen
2
Waarschijnlijk intact
Geen
3
Waarschijnlijk ruptuur
Verwijzing
4
Ruptuur
Verwijzing
B. Extracapsular leakage of silicone
Categorie Omschrijving
Klinisch
management
0
Incompleet*
Ad imaging*
1
Geen EL**
Geen
2
Waarschijnlijk geen EL** Geen
3
Waarschijnlijk EL**
Verwijzing
4
Extracapsulaire Lekkage
Verwijzing
Figuur 1. STIR-T2–gewogen met watersuppressie. Enkele vrouwen hadden een intacte prothese in de rechterborst en ruptuur
en collaps van de envelop in de linkerborst. Dit werd SI-RADSgeclassificeerd als A4B1 links en A1B1 rechts.
bij deze groep voornamelijk asymptomatische vrouwen
bleek 80% en de specificiteit 91%. In sommige landen wordt
geadviseerd om heel frequent (zelfs elke twee tot drie jaar)
vrouwen met implantaten zonder klachten te screenen met
MRI-onderzoek, dit lijkt de auteurs gezien de betrouwbaarheid in een normale klinische setting niet zinvol.
Omdat het huidige MRI-rapportagesysteem soms tot onduidelijke en verschillend interpreteerbare beschrijvingen
leidt, hebben de auteurs een zo eenvoudig mogelijk systeem
ontwikkeld, geïnspireerd op de ‘Breast Imaging and Data
System’ (BI-RADS) uit de borstoncologie. Het systeem beschrijft twee categorieën, A. status van het implantaat en B.
tekenen van extracapsulaire siliconenlekkage. De radioloog
dient in elke categorie te kiezen uit vier multiplechoiceantwoorden die een mate van waarschijnlijkheid weergeven
(bijvoorbeeld: intact, waarschijnlijk intact, waarschijnlijk gescheurd, gescheurd) (tabel 1). [7] Deze Silicone Implant Reporting and Data System (SI-RADS)-methode werd gebruikt
in een studie naar de continuïteit in betrouwbaarheid van
MRI-onderzoek in detectie van scheuren bij PIP-implantaten. Er werd twee radiologen gevraagd alle 214 MRI-beelden
van de inmiddels verwijderde PIP-implantaten te evalueren,
gebruikmakend van de SI-RADS-classificatie. Er werd een
verbeterde sensitiviteit en specificiteit van 93% gevonden
en in de meerderheid van de gevallen waren de radiologen
het eens over de diagnose. De interobserver variabiliteit was
dan ook uitstekend met een kappawaarde van 0,92. [8] Het
SI-RADS-systeem is eenvoudig te implementeren in de dagelijkse praktijk en kan leiden tot een betere communicatie
tussen radioloog en plastisch chirurg. MRI bleek overigens
betrouwbaarder in het aantonen van een ruptuur, dan in het
aantonen van extracapsulaire lekkage. Figuur 1 toont een
MRI-beeld en de bijbehorende SI-RADS-classificatie.
Onrust en de invloed van media
Het feit dat de aankondiging van de Franse overheid van de
terugroepactie van siliconen-PIP-implantaten op dezelfde
dag gepaard ging met het bericht van het overlijden van een
vrouw met PIP-implantaten aan ALCL leidde tot veel onrust
onder vrouwen met siliconenborstimplantaten. Behalve met
dit zeer zeldzaam lymfoom (ALCL) werd er in eerdere studies nooit een verband aangetoond tussen siliconenborst­
implantaten en kanker. De meest beschreven systemische
* De MRI is niet conclusief, er is extra beeldvorming of een
second opinion van een collega radioloog nodig;
** Extracapsulaire Lekkage
129
2014|3
proefschrift
Nederlands Tijdschrift voor Plastische Chirurgie
consequentie is lymfadenopathie. Angst op zich kan echter
al gezien worden als een gezondheidsrisico, aldus Sir. Keogh
van de NHS over de PIP-zaak. [9] In de studies van Maijers
bleek bovendien dat veel vrouwen onbekend zijn met het
merk van hun borstimplantaten en dat zij daar na tien jaar
vaak geen informatie meer over in het bezit hebben.
De media-aandacht en de angst onder vrouwen met siliconenborstimplantaten heeft ertoe geleid dat er in het VUmc
een speciale poli werd opgericht voor dames met onbegrepen
klachten en siliconenborstimplantaten. Er zijn met regelmaat studies verschenen waarin klachten zoals moeheid en
gewrichtsklachten, maar soms ook bewezen auto-­immuun­
ziekten, gerelateerd werden aan het feit dat vrouwen siliconenborstimplantaten hebben. In grote epidemiologische
studies kon een dergelijk verband nooit aangetoond of volledig ontkracht worden vanwege het feit dat dergelijke klachten en ziekten maar bij een hele kleine groep voorkomen.
Het viel Maijers op dat veel vrouwen op deze poli dezelfde
soort klachten beschreven van moeheid, spier- en gewrichtspijnen, ochtendstijfheid en neurologische klachten. [10] De
klachten ontstonden vaak vele jaren na het inbrengen van
borstimplantaten. Er werd een overeenkomst gevonden met
het eerder beschreven ‘autoimmune syndrome induced by
adjuvants’ (ASIA) bij alle vrouwen. [11] Opvallend was dat
klachten in 69% van de vrouwen verbeterden nadat de borst­
implantaten verwijderd waren. Er bleken bij 80% van de
vrouwen naast systemische klachten ook lokale klachten te
bestaan zoals pijn of capsulaire contractie. Er werd bijvoorbeeld bij 35% lymfadenopathie in de oksel gevonden, terwijl
dit in de PIP-studie minder dan 4% was. [6] Deze laatste
bevindingen en gezien het feit dat 75% van de vrouwen last
heeft van allergieën, doet vermoeden dat er bij een kleine
groep vrouwen een mogelijke genetische of allergische
kwetsbaarheid ten grondslag ligt aan het ontstaan van lokale
klachten en wellicht ook systemische klachten. Vooralsnog
adviseren de auteurs om vrouwen met ernstige systemische
klachten te onderzoeken en eventueel verwijdering van de
borstimplantaten in overweging te nemen.
Toekomstperspectieven
Uit de studies van Maijers blijkt opnieuw de noodzaak voor
gedegen onafhankelijk prospectief onderzoek naar de frequentie van rupturen en lokale en systemische klachten bij
andere merken siliconenborstimplantaten op de huidige
markt. Het was in deze studies niet eenvoudig om alle vrouwen met PIP-implantaten in Nederland te traceren. Een goede nationale registratie had het mogelijk gemaakt om exact
te weten welke vrouwen benaderd hadden moeten worden
en hoeveel vrouwen er met een bepaald merk of type implantaat in Nederland rondlopen. Alleen wanneer regulatie en
registratie van implantaten goed geregeld is en vrouwen met
lokale of systemische klachten zich goed geholpen voelen,
zal dat leiden tot een reëel beeld en positieve publieke opinie. Hopelijk plaatst dit proefschrift de PIP-terugroepactie in
het juiste perspectief van evidence-based medicine en uit het
perspectief van een mediahype.
130
Literatuur
1. AFSSPS. Press release: Silicone filled breast implants manufactured by Poly Implant Protheses (PIP). 2010; http://
ansm.sante.fr/var/ansm_site/storage/original/application/
ff8f7014c6ee1b-6674c8fb7dd2835840.pdf. Accessed 13-01,
2014.
2. IGZ. http://www.igz.nl/actueel/nieuws/verbodopenwaarschuwingvoorborstimplantatenvanpolyimplantprothesespip.aspx?sgURI=tcm:294-49585-4&nodeJump=4. 2010.
­Accessed 27-06-2011, 2011.
3. Dieterich M, Stubert J, Stachs A, Radke A, Reimer T,
­Gerber B. Ruptured Poly-Implant Protheses Breast Implant
After Aesthetic Breast Augmentation: Diagnosis, Case Management, and Histologic Evaluation. Aesthetic Plast Surg
2013;37(1):91-4.
4. Maijers MC, Niessen FB. Prevalence of rupture in poly
implant prothese silicone breast implants, recalled from
the European market in 2010. Plast Reconstr Surg
2012;129(6):1372‑8.
5. Maijers MC, Niessen FB, Veldhuizen JF, Ritt MJ, Manoliu
RA. Magnetic resonance imaging screening results compared
with explantation results in poly implant prothese silicone
breast implants, recalled from the European market in 2010.
Plast Reconstr Surg 2014;133(2):114e-120e.
6. Maijers MC, Niessen FB. The clinical and diagnostic consequences of poly implant prothese silicone breast implants,
recalled from the European market in 2010. Plast Reconstr
Surg 2013;131(3):394e-402e.
7. Maijers MC, Niessen FB, Veldhuizen JF, Ritt MJ, Manoliu
RA. A new, simple method to describe magnetic resonance
imaging of silicone breast implants: silicone implants reporting and data system. Plast Reconstr Surg 2013;132(6):1085e1087e.
8. Maijers MC, Niessen FB, Veldhuizen JF, Ritt MJ, Manoliu
RA. MRI screening for silicone breast implant rupture: accuracy, inter- and intraobserver variability using explantation
results as reference standard. Europ Radiol Mar 6 2014.
9. Keogh SB, Department of Health, NHS Medical Directorate. Poly Implant Prothese (PIP) Breast Implants: Final
report of the expert group 18-06-2012.
10. Maijers MC, Blok CJ de, Niessen FB, et al. Women with sili­
cone breast implants and unexplained systemic symptoms:
a descriptive cohort study. Neth J Med 2013;71(10):534-40.
11. Shoenfeld Y, Agmon-Levin N. ‘ASIA’ - autoimmune/inflammatory syndrome induced by adjuvants. J Autoimmun
2011;36(1):4-8.
Correspondentieadres:
Dr. Marike C. Maijers
E-mail: [email protected]