Do o r i r . E m i l ( C . ) H a r t m a n e n d r s. A r n o l d W i e l i n g a * ) Voor het behalen van besparingen door samenwerking tussen gemeenten en het waterschap is het van belang om het beleid optimaal op elkaar af te stemmen. Diverse regio’s zijn daarom begonnen met De essentie van samenwerking is om als gemeente (of waterschap) een stuk sturing en autonomie los te laten in het vertrouwen er meer voor terug te krijgen. Als een ieder binnen een samenwerkingsverband slechts gaat voor het eigen belang en geen oog heeft voor het belang van de anderen, is samenwerking bij voorbaat kansloos. Samenwerken en het conformeren aan het collectief kan daarom op gespannen voet staan met de autonomie van een partij. Vanuit onze betrokkenheid bij gezamenlij- jaar). Een dergelijke visie geeft veel sturing aan de te maken keuzes voor de komende (korte termijn) planperiode. In het kader van die lange termijn visie moet nagedacht worden wat toekomstige ontwikkelingen concreet kunnen betekenen voor de zuiveringskring (of regio). Daarbij gaat het onder meer om ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving, technologie & innovatie, ecologie, klimaat, duurzaamheid, doelmatigheid, demografie, arbeidsmarkt en organisatie. Daarbij moet Lessen van gezamenlijke het gezamenlijk opstellen van vGRP’s. Bij samenwerking ontstaat re gelmatig spanning tussen het individuele en het collectieve belang. Deze spanning speelt ook bij gezamenlijke vGRP projecten. Daarom is het belangrijk om een zorgvuldig planproces te doorlopen met tijdige betrokkenheid van be- stuurders en met oog voor de wederzijdse belangen. 26 ke planvormingsprocessen in diverse regio’s delen wij graag onze ervaringen op dit vlak. Beleid op basis van visie Het nastreven van dezelfde doelen binnen de zuiveringskring (of regio) legt een belangrijke basis voor het bereiken van maatschappelijke winst. Omdat gemeenten tot nu toe veelal autonoom hun beleidskeuzes maakten, kan het beleid van buurgemeenten binnen een zuiveringskring aanzienlijk verschillen. Gebleken is dat het heel verhelderend werkt om de overeenkomsten en verschillen qua beleidsdoelstellingen tussen de betrokken gemeenten in een overzicht te presenteren. Op basis daarvan kan de discussie worden gevoerd over wat het gezamenlijke en meest doelmatige beleid zou moeten worden. Vanwege de gemeentelijke autonomie, zal er altijd ruimte moeten blijven voor lokaal maatwerk. Deze ruimte moet echter niet te snel worden gebruikt, omdat daarmee het streven naar een zo hoog mogelijke doelmatigheidswinst wordt ondermijnd. Afwijken is alleen acceptabel als dat een duidelijke verbetering voor die gemeente oplevert op het vlak van kosten, kwaliteit of kwetsbaarheid. Binnen een zuiveringskring kunnen bijvoorbeeld grote verschillen bestaan qua grondslag, waardoor in een bepaalde gemeente strengere eisen aan de grondwaterstanden gesteld moeten worden dan in de andere gemeenten. Ook kan gevarieerd worden qua tempo in het bereiken van de doelen als bijvoorbeeld een gemeente een relatief grotere inspanning heeft te leveren om een bepaald doel te bereiken. Wat in nog weinig regio’s aandacht krijgt (en wat dus beter zou kunnen), is dat de gezamenlijke doelen en beleidskeuzes worden gebaseerd op een gezamenlijke integrale lange termijn visie (bijvoorbeeld 30 de afvalwaterketen in samenhang worden beschouwd met het oppervlaktewatersysteem en de stedelijke wateropgave. Afspraken kostenverdeling In de vGRP’s worden maatregelprogramma’s opgenomen voor de komende planperiode en deels ook daarna. Door de maatregelprogramma’s van de betrokken gemeenten en het waterschap goed op elkaar af te stemmen, kan werk met werk worden gemaakt en kan optimalisatie van maatregelen plaatsvinden met uiteindelijk kostenbesparingen tot gevolg. Deze afstemming kennen we vanuit uitgevoerde optimalisatiestudies, maar kan ook heel goed plaatsvinden bij het gezamenlijk opstellen van vGRP’s. Aanbeveling is om bij die afstemming ook meteen afspraken t e maken over eenduidige kostenverdeling. Nu vinden er tussen de waterpartners nog vaak ingewikkelde verrekeningen plaats, waarbij het nog al eens lastig blijkt om tot onderlinge overeenstemming te komen over kostenverdeelsleutels. Dat komt vooral door de spanning tussen het individuele belang en het gezamenlijke belang. De ervaring leert dat zodra het om concrete geldbedragen gaat, het individuele belang de boventoon gaat voeren. Verhitte discussies over geld doen over het algemeen kostenverdeelsleutels (of uitgangspunten waarlangs tot een goede kostenverdeling gekomen kan worden), kunnen moeilijke discussies - op het moment dat het over concrete bedragen gaat - voorkomen. De praktijk leert echter dat die (bestuurlijke) afspraken opengebroken kunnen worden als het eigen belang verdedigd moet worden. Voorbeeld daarvan is dat binnen een zuiveringskring een optimaal pakket van maatregelen was gevonden waarmee een investeringsbesparing van circa 6 miljoen planproces de randvoorwaarden en verwachtingen van bestuurders en managers duidelijk zijn, zodat de ambtenaren in de onderhandelingen weten wat hun speelruimte is. Daarbij gaat het om kaders ten aanzien te voeren beleid, de intensiteit van de samenwerking en verwachtingen van hun betrokkenheid bij het te doorlopen planproces. Nu zien we vaak dat bestuurders en managers pas aan het eind van het planproces worden betrokken Veel van het beleid is dan op ambtelijk niveau e planvorming in de keten geen goed aan de onderlinge relaties. Het vanuit financieel oogpunt beschouwen van de afvalwaterketen als ware het één object bevordert het vinden van een optimale inrichting van de waterketen. Het vooraf (bestuurlijk) afspreken van standaard kon worden gerealiseerd (een besparing van 30 procent). De kosten van dat optimale maatregelpakket werden onder de betrokken partijen verdeeld volgens een voor- onderling afgesproken. Ook financiële uitgangspunten worden zoveel mogelijk geharmoniseerd. De speelruimte voor een individuele gemeente aan het eind van het planproces is daardoor beperkter, soms tot ongenoegen van de betrokken bestuurders. Door bij de aanvang van het gezamenlijke planvormingstraject daar goed over af te stemmen met de betrokkenen, kan deze frustratie achteraf worden voorkomen. Investeer in een goed planproces af bestuurlijk overeengekomen verdeelsleutel. Daarmee was elke partij goedkoper uit dan in de referentiesituatie zonder samenwerking. Toch wilde één gemeente niet akkoord gaan, omdat die betreffende gemeente een aanzienlijk bedrag moest bijdragen aan maatregelen die in de andere gemeenten gerealiseerd zouden worden. Betrek bestuurders en managers Bij samenwerking zullen partijen een stuk invloed en sturing uit handen moeten (durven) geven in het vertrouwen er meer voor terug te krijgen. Dat vergt dat aan de voorkant van het Het gezamenlijk opstellen van afvalwaterketenbeleid binnen een zuiveringskring of regio heeft absoluut meerwaarde op het vlak van de 4 K’s. De potentiële winst valt of staat echter met de zorgvuldigheid van het samenwerkingsproces. Door te veel focus op kostenbesparing op het opstellen van het vGRP zelf, kan dat onder druk komen te staan. Als men er naar streeft om het planproces zo snel mogelijk met elkaar te doorlopen, ontstaat het risico dat kansen worden gemist en daarmee de structurele besparingen minder hoog uitpakken. Daarom pleiten wij ervoor om niet te veel te besparen op het planproces. Tot slot Het gezamenlijk opstellen van vGRP’s is een concrete stap richting een doelmatiger beheer van de afvalwaterketen en brengt de realisatie van doelstellingen uit het regeerakkoord en het Bestuursakkoord Water dichterbij. Daarbij is het belangrijk om zorgvuldig het proces te doorlopen, met oog voor wederzijdse belangen - zowel op het niveau van bestuurders - managers als ambtenaren. ▪ *) Auteurs zijn werkzaam bij Royal HaskoningDHV. 27
© Copyright 2024 ExpyDoc