Visie It Fryske Gea op windenergie De inventarisatie van windenergie-initiatieven “Fryslân foar de Wyn” is aanleiding voor It Fryske Gea om haar visie over windenergie te actualiseren en te reageren op de initiatieven. Deze visie is gebaseerd op een enquête begin dit jaar onder de leden van de vereniging en op gesprekken met overheden, initiatiefnemers en collega natuur- en landschapsorganisaties. Voor de meeste alternatieve energiebronnen geldt dat op termijn van enkele jaren te weinig capaciteit is te leveren om voldoende bij te dragen aan onze energiebehoefte. De leden van It Fryske Gea hechten echter groot belang aan een duurzame energievoorziening. Windenergie is momenteel de duurzame energiebron die een grote bijdrage aan onze energievoorziening kan leveren. It Fryske Gea is daarom, alles afwegende, voorstander van windenergie, zij het onder stringente voorwaarden. Het maatschappelijke debat over windenergie maakt duidelijk dat de meningen sterk verschillen. In het huidige debat worden de nadelen van windmolens krachtig naar voren gebracht. Tegelijk is er de onrust over bodemdaling door gaswinning en verzet tegen een grote kolencentrale in de Eemshaven. Ook de klimaateffecten van fossiele brandstoffen en de eindigheid van de voorraden hiervan vormen belangrijke argumenten om naar een duurzame energievoorziening te streven. Daarom pleit It Fryske Gea in de eerste plaats voor energiebesparing en voor de doorontwikkeling van duurzame energiebronnen met een lage impact, zoals onder andere aardwarmte, zonneenergie en de benutting van zoet-zout als energie. It Fryske Gea is tevens voor windenergie, zij het onder strikte voorwaarden. Schaal van de voorgenomen windmolens Een groot deel van de weerstand tegen windmolens komt voort uit de enorme schaal van de molens; de voorgenomen molens hebben een ashoogte van 80 meter of meer en een wiekdiameter in de orde van 50 meter. Met deze hoogte zijn de molens het landschap als het ware ontgroeid. Omdat er geen elementen in het landschap van een zelfde orde van grootte zijn, verandert de aanblik van het landschap ingrijpend als er een windmolen van deze omvang in gezet wordt. De komst van zo’n windmolen vormt daardoor een breuk met het vertrouwde beeld dat mensen van “hun” landschap hebben. Het gevoel van vervreemding dat daaruit voortkomt, roept begrijpelijkerwijs sterke emoties op die veel verder gaan dan een “not in my backyard” houding. It Fryske Gea pleit ervoor om de liefde voor het landschap die onder deze emotie zit te erkennen en niet weg te zetten als NIMBY-gedrag. Ook is het voor het toekomstige draagvlak voor windenergie van belang als naast efficiëntie ook inpasbaarheid een criterium vormt bij de doorontwikkeling van windtechniek. Een voorbeeld vormen de cilindervormige turbines van een paar meter doorsnede, die op een dak van een stal geplaatst kunnen worden en niet boven de silo uitsteken. Kwaliteit van natuur, wonen en landschap voorop Bij het zoeken naar geschikte locaties wegen drie criteria voor It Fryske Gea even zwaar: natuur, bewoning en landschap. Natuur: Vogels en vleermuizen lopen het risico om geraakt te worden door de wieken. Ook al blijkt uit onderzoek tot dusverre dat windmolens niet de “gehaktmolens” zijn waarvoor gevreesd werd, blijft dit een serieus risico op trekroutes van vogels en in gebieden waar zij voedsel zoeken. Vanwege het voorzorgsbeginsel zijn gebieden waar de bescherming van vogels voorop staat (Natura 2000-gebieden zoals de Waddenzee en Noard Fryslân Bûtendyks en het Nationaal Natuurnetwerk, tot voor kort aangeduid als de Ecologische Hoofdstructuur) dan ook ongeschikte plekken voor windmolens, evenals trekroutes (dagelijkse en jaarlijkse trekbewegingen). Daarbij moet voldoende afstand tot de beschermde gebieden en routes gehouden worden. Ook door vleermuizen gebruikte routes zijn ongeschikt voor de plaatsing van windmolens, zeker zolang onzeker is welke effecten windmolens op vleermuizen hebben. Bewoning: Hinder voor mensen door geluid en slagschaduw vormt een ernstige aantasting van de leefbaarheid. De nabijheid van bewoning, in het bijzonder dorpen en steden maakt een locatie wat It Fryske Gea betreft eveneens ongeschikt. Landschap: In intacte, onverstoorde landschappen moeten geen nieuwe windmolens geplaatst worden. Dit geldt zowel voor natuurgebieden als voor cultuurlandschap. Een enigszins bruikbare maat voor verstoring is “dynamiek”. Het beeld van hoog dynamische landschappen waar veranderingen elkaar snel opvolgen wordt minder ingrijpend gewijzigd door een windmolen dan een landschap dat gaaf en intact en lange tijd ongewijzigd van structuur is. Geschikte plaatsen voor windmolens De enige plaatsen in Fryslân waar plaatsing van windmolens voor It Fryske Gea wel acceptabel zijn, betreffen de vierbaanswegen en bedrijfsterreinen. Hier is het landschap al sterk gewijzigd en domineert de aanblik van infrastructuur een industriële bebouwing. Hierbij sluit een windmolen visueel nog het beste aan, ook al is de windmolen van grotere afstand zichtbaar dan de vierbaanswegen en bedrijfsterreinen zelf. Ook zijn dit de plaatsen waar het geluid van de windmolens het makkelijkst gemaskeerd wordt door de al aanwezige geluiden. Tenslotte vormen voor weidevogels de snelwegen en bedrijfsterreinen al zones waar in lagere dichtheden gebroed wordt. Vanwege deze verbinding op geluid, zicht en geschiktheid voor weidevogels zouden in een zone van een kilometer rond snelwegen en bedrijfsterrein de nadelige aspecten van windmolens zoveel mogelijk beperkt worden. Wat It Fryske Gea betreft is deze zone de enige geschikte zone voor de plaatsing van nieuwe windmolens in Fryslân. IJsselmeer? It Fryske Gea vindt het IJsselmeer een ongeschikte plaats voor windmolens. Het IJsselmeer is zeer rijk aan vogels en is daarom aangewezen als internationaal beschermd gebied. Vanwege de risico's voor vogels zou de gedachte om windmolens in het IJsselmeer te plaatsen niet eens op mogen komen. Daarnaast zouden windmolens sterke afbreuk doen aan de openheid en rust en ruimte op het IJsselmeer, temeer omdat aan alle kanten van het IJsselmeer windmolenparken gepland zijn. Van de besproken locaties in het IJsselmeer geeft de Afsluitdijk nog de minste visuele hinder. Locaties langs grote wegen en op bedrijfsterreinen op het vasteland, waar geen vogels worden verstoord verdienen echter de voorkeur. Flankerend beleid: prioriteit voor landschap, leefbaarheid en participatie Veel aandacht is er in de discussie ook over de compensatie van schade en de besteding van de opbrengsten van windenergie. Daarbij spelen verschillende aspecten een rol. De leden van It Fryske Gea gaven aan het meeste belang te hechten aan de vorming van fondsen voor landschap en leefbaarheid, gevolgd door participatie van omwonenden, zowel in termen van zeggenschap als financieel. Veel minder belang werd gehecht aan het verwijderen van oude windmolens en de tijdelijkheid van nieuwe windmolens. Omdat het meeste van dit flankerende beleid geld kost, verdienen volgens It Fryske Gea de landschaps- en leefbaarheidsfondsen en participatiemogelijkheden prioriteit.
© Copyright 2024 ExpyDoc