maart 2015 - Verdoorn Adviesgroep

Gebruikershandleiding
LCD Monitor BBA Dashboard
Pum ps
for
results
VEILIGHEIDSSYMBOLEN
Deze handleiding gebruikt de volgende regels om BELANGRIJKE INFORMATIE IN VERBAND MET VEILIGHEID
te melden. Lees en volg alstublieft ALLE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES op.
BELANGRIJKE INFORMATIE IN VERBAND MET VEILIGHEID – EEN GEVAAR DAT, INDIEN NIET
VERMEDEN, KAN LEIDEN TOT LICHT/IETS ZWAARDER LETSEL.
BELANGRIJKE INFORMATIE IN VERBAND MET VEILIGHEID – EEN GEVAAR DAT KAN LEIDEN TOT
ERNSTIG LETSEL OF DE DOOD
BELANGRIJKE en DRINGENDE INFORMATIE IN VERBAND MET VEILIGHEID: EEN GEVAAR DAT, INDIEN
NIET VERMEDEN, KAN LEIDEN TOT ERNSTIG LETSEL OF DE DOOD.
WAARSCHUWING
BELANGRIJKE INFORMATIE IN VERBAND MET VEILIGHEID – EEN GEVAAR DAT, INDIEN NIET
VERMEDEN, KAN LEIDEN TOT SCHADE AAN DE APPARATUUR.
LET OP
ADDITIONELE BELANGRIJKE INFORMATIE
© 2013 BBA Pompen & Buizen BV Apeldoorn, Nederland
Niets uit deze publicatie mag worden gereproduceerd in welke vorm dan ook zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van BBA Pumps BV
Disclaimer
Ondanks alle zorg die is besteed aan het samenstellen van tekst en afbeeldingen kan noch de
auteur noch de uitgever worden gehouden aan mogelijke schade die het gevolg is van eventuele
fouten in deze publicatie. Het originele handboek is in het Engels geschreven. De overige talen zijn een vertaling
van de oorspronkelijke instructies. Een vertaling kan soms resulteren in afwijkingen in de interpretatie van
de inhoud en de betekenis van tekst.
In het geval van een geschil zullen de originele in het Engels geschreven instructies worden
beschouwd als enige en authentieke bron voor het vaststellen van de inhoud en de betekenis van de
tekst. Dit handboek geeft de stand van de techniek weer op het moment van uitgifte.
BBA Pumps BV behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande aankondiging tussentijds wijzigingen door
te voeren in zowel technische- als uitvoeringsspecificaties.
Dit document dient volledig gelezen en begrepen te worden alvorens men de apparatuur die hierin beschreven
wordt gaat installeren, testen of bedienen. Bovendien dient dit document bewaard te worden voor huidige en
toekomstige gebruikers van deze apparatuur. Indien men zich niet strikt houdt aan de waarschuwingen en
rekening houdt met de gevaren die in dit document beschreven staan zou dit kunnen leiden tot schade aan de
apparatuur, schade aan goederen, lichamelijk letsel of de dood.
Algemene veiligheidsvoorschriften
Deze producten zijn niet ontworpen of goedgekeurd voor gebruik als essentieel component van een
veiligheidstoestel of systeem dat is bedoeld om lichamelijk letsel te voorkomen, levens te beschermen of schade
aan goederen te voorkomen. De omschrijvende Original Equipment Manufacturer (OEM- fabrikant van het
oorspronkelijke toestel) en/of degene die een BBA dashboard installeert is verantwoordelijk voor alle
veiligheidslabeling en opleidingen met betrekking tot het veilig bedienen van dit dashboard en het bedienen van
de specifieke machine waar dit dashboard op geïnstalleerd is – inclusief het zich houden aan de reguleringen
betreffende uitlaatgassen. Alleen correct opgeleide en gecertificeerde personen mogen het BBA Pumps product
installeren, testen, onderhouden en repareren.
BBA Pumps producten zijn niet ontworpen voor of bedoeld voor gebruik bij toepassingen waarbij
explosiebestendige componenten vereist zijn. Bovendien zijn BBA Pumps producten niet ontworpen of bedoeld
voor toepassing in gevaarlijke of explosieve omstandigheden. De installateur van dit product is uitsluitend
verantwoordelijk voor installatie die voldoet aan alle CE normen met betrekking tot de toepassing van het BBA
dashboard, de beveiliging van het toestel, algemene veiligheidsnormen, labeling en waarschuwingen.
Neem voor vragen contact op met:
Hoofkantoor BBA Pumps +31 (0)314 36 84 44
E-mail: [email protected]
Website: www.bbapumps.com
2 DISCLAIM
MER RESERV
VE motor sto
op
Dit dashb
board of deze kabelboom he
eeft mogelijk e
een optionele reserve motorrstop. Het enigge doel van de
eze
reserve m
motorstop is om
m de motor te kunnen uitsc hakelen indien
n de sleutelschakelaar defeect is. De
sleutel/scchakelaar dien
nt altijd te word
den gebruikt a
als eerste meth
hode om de motor
m
uit te zettten. Let er als
stublieft
op dat de
e reserve moto
orstop NIET be
edoeld is als N
NOODSTOP voor
v
de machine/de apparat
atuur, of om ge
ebruikt te
worden a
als NOODSTO
OP om veilighe
eidsredenen. D
De producent van de machine dient dezee te voorzien van een
OODSTOP scchakelaar om te
t voldoen aan
n de veiligheid
dsvoorschriften of de functioonaliteit om he
et toestel
aparte NO
in noodge
evallen direct te
t kunnen stoppen.
AUTO- Start DISCLAIMER
Dit dashboard is mogelijk uitg
gerust met een automatisch
h motor startsyysteem, waard
door de
m
motor/machine
te allen tijde a
automatisch zou kunnen sta
arten of stoppeen. Daarom:
de motor kan zonde
er waarschuwing of aankond
diging starten
het is UITSLUITEND
U
D de verantwo
oordelijkheid van
v de eigenaaar/installateur//
ge
ebruiker om te
e zorgen voor labels, zichtba
are en hoorba
are waarschuw
wingen om de gebruiker
te
e waarschuwen dat het toesstel gaat opsta
arten.
p
voo
ordat er ENIG
G onderhoud of
gebruik ALTIJD lockk out/tag out procedures
co
onfiguratiewerrk wordt uitgevvoerd.
configu
ureer GEEN d
door de gebruiiker te program
mmeren functiies als het das
shboard
zzich in de “AU
UTO” stand bevindt (sleutel in auto-start positie).
p
Het da
ashboard diennt ALLEEN
g
geconfigureerrd te worden als
a de sleutel i n de “Run” po
ositie staat.
.
OPTIONELE NOODSTOP::
1. Trek de AU
UX Engine STO
T” (weg van de
e voorkant vann het dashboard) zodat
OP knop “UIT
de motor kan werken.
UX Engine ST
TOP knop “IN” (naar de voorrkant van het ddashboard toe
e) om de
2. Druk de AU
RESERVE motorstop toe te
e passen.
LET OP: DISCLAIMER
R uitlaatgasse
en algemeen
board heeft mo
ogelijk voorzie
eningen voor in
g
zoalls KRACHTRE
EGENERATIE
E (FORCE
Dit dashb
nput door de gebruiker
REGEN),, VERHINDER
R REGENERA
ATIE (INHIBIT REGEN), INT
TERLOCK, en
n andere, speccifiek bedoeld om te
voldoen a
aan de Amerikkaanse en inte
ernationale reg
gels voor uitlaatgassen. Verrantwoordelijkkheid voor de input
i
in
verband m
met uitlaatgasssen en het vo
oldoen aan de regels voor uitlaatgassen ligt uitsluitend bij de eigenaa
ar en/of
gebruikerr van de mach
hine/motor waa
ar dit dashboa
ard op aanges
sloten is.
CHUWING: NA
ALEVING RE
EGELS UITLA
AATGASSEN/A
AUTO-START
T DISCLAIME
ER
WAARSC
Dit dashb
board is uitgerust met param
meters die doo
or de gebruike
er kunnen word
den geprogram
mmeerd en die kunnen
leiden tot automatisch starten
s
en stoppen van de m
motor/machine. Als functie van
v het uitlaattgassysteem kan
k de
achine (mogeliijk) via de ECU
U van de moto
or, bepaalde vereiste
v
toepassingen zoalss regeneratie van
v de
motor/ma
DPF of an
nder onderhou
ud aan het uitlaatgassystee
em opstarten terwijl de moto
or loopt. De eiggenaar/gebruiker van
de motor//machine is uitsluitend aans
sprakelijk voorr alle negatiev
ve effecten of schade
s
aan dee motor, het
uitlaatgasssysteem of an
ndere schade die zou kunne
en ontstaan als
a gevolg van het starten off stoppen van de
motor/ma
achine tijdens iedere door he
et ECU veroo rzaakte gebeu
urtenis in het uitlaatgassyste
u
eem.
3 Automatische bediening
Het BBA dashboard is voorzien van een geavanceerd, automatisch Start/Stop systeem dat aan vrijwel iedere eis
kan voldoen. Input met twee vlotters of een druksensor maken een groot aantal controlescenario’s mogelijk.
Single switch mode maakt betrouwbare bediening met een enkele vlotter mogelijk. Bediening met twee vlotters
maakt meer hysterese mogelijk indien gewenst. De transducerinput maakt eenvoudige start/stop bediening
mogelijk door niveau of druk en onderhoudsstanden met snelle aanpassing.
- Te programmeren hoge en lage vastgestelde punten controleren start/stop bediening.
- Gelijke onderhoudsstanden monitoren de bedieninginput en passen de motorsnelheid aan zodat deze met
instelbare agressiviteit gelijk loopt aan het ingestelde doel.
- Input met twee schakelaars kan worden gecombineerd met de transducer input voor meervoudige veiligheid om
verstopping of defecten aan de transducer sensor te voorkomen.
Gashendel
De standaard Ramp Throttle gebruikt een tuimelschakelaar om de integrale controle over de gashendel aan te
passen. Alle commando’s van de gashendel worden direct naar de motor gestuurd met behulp van de CANbus
throttle control.
Let op: Throttle control vereist dat u CANbus throttling toestaat in de ECU. CANbus throttling wordt ook wel
Torque Speed Control of TSC1genoemd.
Andere opties om de gashendel te bedienen zijn bijvoorbeeld Digital Rotary Throttle, Two-State Throttle
(Idle/Run) of Three-State Throttle (Idle/Intermediate/Run). De Digital Rotary kan geïnstalleerd worden met de
Throttle Ramp Throttle of Three-State Throttle om de snelheden voor de Idle, Intermediate en Run standen
naar wens aan te passen.
Service Timers
De display biedt zestien(16) service timers om de gebruiker op noodzakelijk onderhoud te wijzen. De tijdsinterval
voor iedere timer kan ingesteld worden met tussenpozen van 10 uur. Na de zelftest van het display is een pop-up
zichtbaar indien een timer is afgegaan, waardoor de gebruiker een melding krijgt dat er onderhoud nodig is. De
boodschap wordt bij iedere power up vertoond totdat de verlopen timer wordt uitgeschakeld of gereset.
Messenger Telemetrie Optie
Het optionele Messenger systeem biedt een groot aantal functies om de investering in de apparatuur te
beschermen en te ondersteunen. Remote monitoring kan aangeven dat er onderhoud nodig is, dat er
operationele problemen zijn en dat het toestel niet correct bediend wordt, of het kan de locatie doorgeven met
een geo-fence alarm. De interface met webbrowser maakt het mogelijk een compleet machinepark te controleren
vanaf één centrale locatie. Neem contact op met BBA Pumps voor meer informatie.
Mechanisch gestuurde motoren
Op mechanisch gestuurde motoren voert de LCD display de ECU functie uit door lage
oliedruk, hoge temperatuur en twee andere motorische storingen te controleren. Drie analoge
inputs versturen de oliedruk, motortemperatuur en het brandstofniveau via de CANbus naar
het display en andere J1939 apparaten. De motorsnelheid kan bediend worden door een
mechanische gashendel.
Waarschuwing! Indien er vervangende onderdelen nodig zijn raadt BBA Pumps u aan
vervangende onderdelen te gebruiken die door BBA Pumps worden geleverd, of onderdelen met gelijkwaardige
specificaties. Indien u geen gehoor geeft aan deze waarschuwing kan dit leiden tot voortijdige defecten, schade
aan het product, lichamelijk letsel of dood.
Introductie
4 D monitor is een universeel platform waa
armee zowel elektronische als
a mechaniscch gestuurde
Deze LCD
Het solide onttwerp op
dieselmottoren kunnen worden gecon
ntroleerd, bed iend en autom
matisch gestarrt en gestopt. H
basis van
n microprocesssoren gebruikt semiconducttoren met hoo
og vermogen in
n plaats van oouderwetse
elektrome
echanische relais om betrou
uwbare schake
eling onder ho
oge spanning te garanderenn. Grafische
meterpag
gina’s of een enkele
e
grote analoge meter worden getoo
ond op het 4.25” diagonale LLCD scherm. Vrijwel
iedere SA
AE J1939 para
ameter die doo
or de ECU (En
ngine Control Unit) wordt ge
emeten kan w
worden weerge
egeven,
inclusief R
RPM, de temp
peratuur van de
d koelvloeisto
of, oliedruk, urrenteller, voltage en diagnosstische codes. Een
analoge input voor het brandstofnive
eau stuurt deze
e informatie via
v de CANbus
s naar het dispplay en andere
e J1939
n. Het transrefflectieve display met backlig
ght is gemakk
kelijk af te leze
en, zowel in fe l zonlicht als in totale
apparaten
duisterniss en heeft een
n robuuste beh
huizing met IP
P67 rating.
alarmsituaties worden in duidelijke taal ge
etoond via pop
p-up boodscha
appen en kunnnen bekeken worden
w
in
Huidige a
de alarmlijst. Diverse diagnostische
d
schermen
s
ma
aken het moge
elijk om de CANbus datastreeam in detail te
onderzoe
eken. Met het Configuratie Menu kunnen
n gebruikers de
d getoonde in
nformatie naarr eigen wens
aanpasse
en: metrische of Amerikaans
se eenheden, schermtaal en
e verschillend
de andere paraameters zoals
s de
meterwee
ergave op warre grootte. Vie
er heldere LED
D’s onder het display
d
geven Auto Standbyy, Preheat, Sto
op en de
Waarschu
uwingsstatus weer.
w
Vijf kno
oppen geven ttoegang tot ee
en button barr die afhankelijjk is van de co
ontext
indien een
e knop van 1 tot 4 ingedru
ukt wordt. De grafische mennustructuur ge
ebruikt
gemakk
kelijk te begrijp
pen iconen om
m de huidige fu
unctie van de knop weer te geven.
Als er 5 seconden ge
een activiteit is
s geweest verd
dwijnt de buttoon bar.
Knop 1
Analoge Meter
s
Pagina’s
Herhaaldelijk
doorloopt
drukken d
vier pagin
na’s
analoge m
meters
(16 in tota
aal).
Knop 2
Digitale Metter
Pagina’s
k
Herhaaldelijk
drukken doorloopt
vier pagina’s
s digitale
meters (16 in
n totaal).
Kn
nop 3
nkele Analoge
En
Me
eter
He
erhaaldelijk
dru
opt
ukken doorloo
all e beschikbare
e
naloge meters.
an
Knop
p4
Actieve Alarm
Pagin
na
Geeftt alle actieve
alarm
msignalen weerr
inclus
sief een
besch
hrijving in
duidelijke taal.
Knop 5
sen meters
Aanpass
Configureert de
paramete
ers die op
de meterrpagina’s
worden
weergegeven.
De meeste pro
oblemen met elektronisch
e
ge
estuurde moto
oren kunnen worden
w
opgesppoord met de
Let op: D
diagnostissche meldinge
en van de ECU. Gebruik he
et display of de
e ECU diagnose om foutcoddes te bekijken
n.
Informatie
e over de statu
us van de mottor en diagnosstische codes die op het CA
ANplus displayy worden geto
oond
worden a
aangeleverd do
oor de CANbu
us.
5 Handmattige bedienin
ng
bedieningssleu
utel naar de “rrun” positie te draaien wordt de ECU geactiveerd, alle LLED’s gaan te
egelijk aan
Door de b
en er worrdt een start-up scherm geto
oond terwijl err een zelftest wordt
w
uitgevoe
erd. Als het dissplay langer dan
d 1
seconde piept geeft ditt een fout in de
e zelftest aan.. Gebruikers kunnen
k
deze fo
out proberen tte herstellen door
d
terug
naar de defaultt (standaard) instellingen (zzie Configuratiemenu voor details).
d
Neem
m contact op met
m BBA
te gaan n
Pumps alls deze fout bllijft optreden.
Nadat hett start-up sche
erm gewist is laat het displa
ay de standen van de virtuelle meters zienn. De eerste ke
eer
worden de analoge me
eters getoond, maar het disp
play gebruikt het
h laatst geto
oonde scherm bij alle volgen
nde startKeuze Voorkeursscherm voor details).
ups (zie K
Als de EC
CU voorverwarmt als de sleutel naar de “rrun” positie wo
ordt gedraaid licht de Preheeat LED op. De
D
voorverwarmingstijd is afhankelijk va
an atmosferiscche en motoris
sche omstandigheden. Nadaat u gewacht heeft tot
de Prehe
eat LED uit is gegaan
g
slaat de
d motor aan door de sleutelschakelaar naar
n
de startppositie te draaien en
deze vastt te houden to
ot de motor sta
art.
De ECU verwa
armt alleen voo
or onder speccifieke conditie
es. Indien nodiig kunt u probe
beren de motorr te
Let op: D
starten do
oor de sleutel naar de startp
positie te draa
aien zonder te wachten tot het
h lampje uit iis.
De sleute
elschakelaar iss veergeladen om automatissch terug te gaan naar de “rrun” positie alss deze losgela
aten
wordt. De
e sleutelschakkelaar heeft ee
en interlock om
m te voorkome
en dat deze na
aar de “start” ppositie gedraa
aid kan
worden te
erwijl de motor loopt. De sle
eutelschakelaa
ar moet naar de
d “off” positie
e worden gedraaaid om de
startinterlock te resette
en voordat de schakelaar
s
we
eer naar de “s
start” positie ka
an worden geddraaid.
Throttle C
Control
gashendelbed
diening dat geïnstalleerd is, in combinatie
e met de geconfigureerde w
waarden van
Het type g
Minimum
m Requested RPM, Idle RP
PM, Intermediiate RPM, Ru
un RPM en Ma
aximum Requ
uested RPM
bepalen d
de bediening van
v de gashen
ndel. Motorsne
elheid kan wo
orden aangepa
ast tot hoger ddan de Run RP
PM en
lager dan
n Idle RPM ma
aar kan niet lager zijn dan M
Minimum Req
quested RPM of hoger dan Maximum Re
equested
RPM. De ECU bepaalt hoe de motorr reageert op h
het gevraagde
e vermogen en
n staat niet toee dat de moto
orsnelheid
onder hett ECU minimu
um of maximum
m RPM raakt.
Let op: D
De Minimum Requested
R
RP
PM en Maxim
mum Requestted RPM kunn
nen alleen gecconfigureerd worden
w
met behu
ulp van de Con
nfigurator. Zie
e Configuratiie hieronder voor
v
meer inforrmatie.
Ramp Th
hrottle
aard Ramp Throttle
Th
gebruiikt een tuimelsschakelaar om
m de gevraagd
de motorsnelheeid aan te pas
ssen. Na
De standa
het opsta
arten is de gevvraagde motorrsnelheid Idle RPM. Door op
p de afbeeldin
ng van de haas
as
te druk
kken en
d snelheid met 25 RPM om
mhoog. Door het
h indrukken en vasthoude n van de afbe
eelding
weer los tte laten gaat de
van de ha
aas zal de motor binnen een
n paar second
den op volle sn
nelheid draaie
en. Op dezelfdde manier nee
emt de
snelheid a
af als de afbeelding van de schildpad
wordt inge
edrukt.
6 Automatische Start/S
Stop Bedienin
ng
Als de systeemsleutel naar
n
de Autos
start positie wo
ordt gedraaid lichten alle LE
ED’s een keer op, wordt de
Auto Sta
andby indicato
or verlicht en wordt
w
het startt-up scherm ge
etoond terwijl er een zelftesst wordt uitgev
voerd.
Nadat hett start-up sche
erm gewist is laat het displa
ay de transduc
cerstand en de
e schakelaarsttatus zien op de
Transduc
cer/Switch meter. Alle ande
ere CANbus w
waarden zullen
n
aan
ngeven, omdaat de ECU nu niet
n
onderspa
anning staat. Na
N 1 minuut wordt het displa
ay op standby
y gezet om ene
ergie te bespaaren. Het automatische
start/stop
p systeem werkt nog steeds, zoals te zien
n is aan de Au
uto Standby LED.
L
den voor een automatische start zich voo
ordoen start heet scherm wee
er op, het
Zodra de geconfigureerde voorwaard
et throttle conttrol profiel zoa
als geconfigure
eerd. Het flexiibele throttle profiel
p
dashboarrd start de mottor en volgt he
omvat verschillende sn
nelheden en tijjden voor een groot aantal scenario’s.
s
Als de ge
econfigureerde
e voorwaarden
n voor een sto
op zich voordo
oen verlaagt he
et dashboard de motorsnelh
heid
volgens h
het throttle pro
ofiel en stopt de
d motor. Als d
de geconfigure
eerde startsitu
uatie zich voorrdoet voordat het
afsluitingssproces voltoo
oid is zal de motor
m
weer op de eerdere sn
nelheid gaan draaien
d
tot de stopsituatie zich
z
voordoet..
uwing Automa
atisch Start/Sto
op! Als de sle utel in de auto
ostart positie staat
s
en er zichh een startsitu
uatie
Waarschu
voordoet zal het dashb
board direct opstarten. Conffigureer de pa
arameters altijjd door de sleeutel naar “run” te
Configureer he
et dashboard niet in de auto
ostart positie. Gebruik altijd
d lock out/tag out procedure
es bij
draaien. C
onderhou
ud aan autosta
art apparaten!
Stop Voorvalllen
Start en S
en Stop voorvvallen worden bepaald door de combinatie
e van de Startt/Stop Mode een Functie. Zie
e de tabel
De Start e
hieronderr voor Start/Sttop Modes
Sngl Swiitch
Dual Swiitch
Transduc
cer
Xducer & Sw
Scha
akelaar 1 contrroleert de auto
omatische bed
diening.
De in
nput van beide
e schakelaars controleert de
e automatische
e bediening.
De in
nput van de tra
ansducer conttroleert de automatische bed
diening. .
De in
nput van de tra
ansducer conttroleert de auto
omatische bed
diening, met dde dubbele
schakkelaarmodus als
a back up. A
Als de transducer niet vraagt om een autoomatische cyc
clus zal de
input van de schak
kelaar, indien iingezet, de tra
ansducer overrriden.
+
7 Start/Stop Functies
Empty
Fill
Maintain Out
Maintain In
Modus
Gebruikt de gekozen modus om het niveau of de druk te verlagen.
Gebruikt de gekozen modus om het niveau of de druk te verhogen.
Gebruikt de transducer om het niveau of de druk onder of op de ingestelde waarde te houden.
Gebruikt de transducer om het niveau of de druk op of boven de ingestelde waarde te houden.
Functie
Empty
Fill
Start
SW1 dicht
SW1 open
Stop
SW1 open
SW1 dicht
Dual
Switch
Start
SW1 en SW2 dicht
SW1 en SW2 Open
Stop
SW1 en SW2 open
SW1 and SW2 Close
Transducer
Start
Boven hoogste
ingestelde waarde
Onder laagste
ingestelde waarde
Boven hoogste
ingestelde waarde
of
SW1en SW2 dicht
Onder laagste
ingestelde waarde
of
SW1 en SW2 open
Sngl
Switch
Stop
Xducer &
Sw
Start
Stop
Maintain Out
Onder laagste ingestelde
Boven hoogste
waarde
ingestelde waarde
Boven hoogste
Onder laagste ingestelde
ingestelde waarde
waarde
Onder laagste ingestelde
Boven hoogste
waarde
ingestelde waarde
of
of
SW1 en SW2 open
SW1 en SW2 dicht
Boven hoogste ingestelde Boven hoogste ingestelde
waarde
waarde
of
of
SW1 en SW2 dicht
SW1 en SW2 dicht
Maintain In
Onder laagste
ingestelde waarde
Boven hoogste
ingestelde waarde
Onder laagste
ingestelde waarde
of
SW1 en SW2 open
Onder laagste
ingestelde waarde
of
SW1 en SW2 open
Let op: Als de input van de schakelaars een startvoorval veroorzaakt in de Xducer & Sw modus kan de motor
alleen gestopt worden door middel van de schakelaars.
Maintain Functies
De Maintain In en Maintain Out functies passen de motorsnelheid aan om het transducerniveau op de
ingestelde doelwaarde te houden (Target Set Point). De Servo Gain bepaalt hoe fel de throttle wordt bijgesteld,
terwijl de Servo Delay bepaalt hoe vaak de throttle wordt bijgesteld.
Let op: Maintain functies zijn alleen beschikbaar in de Transducer of Xducer & Sw modus. De richting waarin de
throttle wordt bijgesteld is afhankelijk van de gekozen modus, zoals in de tabel te zien is.
Transducer Status
Maintain Out
Maintain In
Boven doel
Snelheid verhogen
Snelheid verminderen
Onder doel
Snelheid verminderen
Snelheid verhogen
8 Dead Ban
nd
an het niveau van de transd
ducer fluctuere
en rond het
In bepaalde situaties ka
et Point zoalss het waternive
eau op een da
ag met veel wind.
w
Om contin
nu
Target Se
aanpasse
en bij de mainttain functies te
e voorkomen kan een “dead
d band” worde
en
ingeprogrrammeerd. De
eze waarde vo
oorkomt aanpa
assing van de throttle zo lan
ng
de waarden binnen dezze band blijven vallen (zie d
diagram). In prrincipe wordt de
d
dan beschouw
wd als op de doelwaarde
d
zo
olang deze bin
nnen de dead
snelheid d
band valt.
De ingevoerde
e dead band is
s een waarde b
boven en ond
der de
Let op: D
doelwaarrde. Als de doe
elwaarde bijvo
oorbeeld 5.0 vvoet is met een
n dead band van
v
0.1 voet lloopt de dead band van 4.9 tot 5.1 voet.
play
LCD Disp
ons maken de user interface
e eenvoudigerr door het tone
en van een bu
utton bar boveen de knoppen als een
Soft butto
van de ee
erste 4 knoppe
en (knop 1 tot 4, beginnend
d van links) wo
orden ingedruk
kt. De iconen oop de button bar
b
verandere
en om de huid
dige functie va
an iedere knop
p weer te geve
en. De button bar verdwijnt na 5 seconde
en als er
verder ge
een knoppen worden
w
ingedrrukt.
Verschillende software
s
versiies kunnen ietts afwijkende displays
d
hebben.
Let op: V
Analoge Meter Pagina
a’s
De Analo
oge Meter Pag
gina’s bieden
n vier onafhankkelijke pagina’s met analoge meters. Om
m de Analoge Meter
M
Pagina’s te activeren dient
d
u een van
n de eerste vie
er knoppen in te drukken zo
odat de bovennste button barr wordt
weergege
even, en dan knop
k
1 in te drrukken. U kun
nt de verschille
ende pagina’s doorlopen dooor herhaald knop 1 in
te drukke
en. De vier standaard meter pagina’s zijn hieronder te zien.
z
Let op: H
Het aantal uren
n dat de motor gelopen hee
eft wordt weerg
gegeven als een
e digitale waaarde, zelfs op
p de
Analoge M
Meter Pagina’’s. De default meter pagina’’s staan voor 13 selecties omdat de tachoograaf links bo
ovenin
wordt herrhaald op iede
ere pagina.
Alle 16 m
meters kunnen door de gebru
uiker geconfig
gureerde worden om een ap
pplicatiespecififiek overzicht van
v de
CANbus d
data te creëre
en. De meters op de huidige
e pagina kunnen veranderd worden met bbehulp van de Adjust
Mode; da
aarvoor drukt u op knop 5
terwijl de b
button bar zichtbaar is. De meters
m
op allee vier de pagin
na’s
kunnen veranderd word
den door de te
e veranderen pagina te kiez
zen en vervolg
gens naar de A
Adjust Mode te gaan.
In Adjust Mode is een nieuwe
n
button
n bar te zien diie de functies van de knopp
pen laat zien. K
Knop 1 corres
spondeert
meter links bovven, knop 2 me
et de meter re
echts boven, knop
k
3 met de meter links onnder en knop 4 met de
met de m
meter recchts onder. Do
oor de knoppen meerdere ke
eren in te druk
kken kunt u ee
en andere parrameter voor de
d meter
kiezen. U verlaat de Ad
djust Mode door knop 5 in te
e drukken en de nieuwe con
nfiguratie op tee slaan, zelfs wanneer
er geen sstroomtoevoerr is.
Er kan slechts 1 meterselecttie per pagina weergegeven
n worden.
Let op: E
Om een m
meterselectie te verplaatsen
n moet de besstaande locatie
e eerst
veranderd
d worden. Metterselectie is beperkt
b
tot de informatie die
e
momente
eel ontvangen wordt. Meterp
pagina’s kunne
en geconfigurreerde
worden in
n demo moduss om iedere ondersteunde p
parameter te
selecteren. Zie Toezich
ht Data Param
meters voor e
een complete lijst
l van
beschikba
are parameterrs.
Adjust Mo
ode kan in hett Configuratie
e Menu uitgesschakeld word
den om
ongewilde
e veranderingen te voorkom
men.
9 Digitale M
Meter Pagina
a’s
De Digita
ale Meter Pag
gina’s laten de
ezelfde inform
matie zien als de
d Analoge Me
eter Pagina’s maar dan uits
sluitend
digitaal. O
Om de Digitale
e Meter Pagina’s in te schakkelen dient u een
e van de ee
erste vier knopppen in te druk
kken
zodat de bovenste buttton bar zichtba
aar is, en dan knop 2 in te drukken.
d
U kun
nt verschillendde pagina’s se
electeren
p 2 herhaaldelijk in te drukk
ken. De vier sta
andaard mete
er pagina’s zijn
n hieronder afg
fgebeeld.
door knop
ag.1
Pa
Pag. 2
Pag. 3
Pag. 4
Let op: D
De 16 meters op
o de Analoge
e en Digitale M
Meter Pagina’s
s zijn hetzelfde
e. Aanpassinggen in de Analloge of
Digitale M
Meter Pagina’ss hebben invlo
oed op dezelfd
de meter in de
e andere modu
us.
Analoge Meter
Enkele A
M
gebruikt het gehele dissplay voor één
n enkele grote
e
De Enkelle Analoge Meter
analoge m
meter. U kunt deze modus inschakelen do
oor een van de
d eerste vier
knoppen in te drukken zodat de bove
enste button b
bar zichtbaar wordt,
w
en dan knop 3
bare meter kunt u kiezen do
oor herhaaldelijk knop 3 in te
in te drukkken. De zichtb
drukken in de Enkele Analoge
A
Meterr modus, terwiijl de menubalk zichtbaar is. De
e momenteel zichtbaar
z
is wo
ordt opgeslage
en als het toes
stel niet onderr
meter die
spanning staat (zie Op
pslaan voorke
eurscherm).
Let op: D
De meterselecctie is beperkt tot de informa
atie die momen
nteel ontvange
en wordt. Zie Toezicht Datta
Paramete
ers voor een complete
c
lijst van beschikba
are parameterrs.
Schakelaar Meter
M
Analoge Transducer/S
oge Transduc
cer/Schakelaa
ar Meter laat d
de waarden van de transducer en
De Analo
de situatie
e van de inputt van de schakelaar. De linkkerkolom geefft de waarden weer als
een balkd
diagram met een
e digitale wa
aarde daarond
der. De rechte
erkolom geeft aan
a of de
schakelaa
ars “open” zijn
n, weergegeve
en door een w
wijzer die naar beneden staa
at, of
“dicht”, weergegeven door
d
een wijzer dit naar bove
en staat.
Transducer Meter
M
Digitale T
De Digita
ale Transduce
er Meter toont de transduce
er waarde uits
sluitend als ee
en digitale
waarde. D
De situatie van
n de schakelaars is niet te zzien op de Dig
gitale Transducer
Meter.
10 Alarmen
Actieve A
Er versch
hijnt een knipp
perend pop-up scherm over het huidige sc
cherm als er een
e actief alarm
m ontvangen wordt. De
pop-up ge
eeft een besch
hrijving in gew
wone taal, naa
ast het standaa
ard SPN/FMI (Suspect
(
Paraameter Numbe
er/Failure
Mode Ind
dicator – numm
mer van de vermoedelijke pa
arameter/storingsmodus ) paar
p
zoals geddefinieerd in de SAE
J1939 sta
andaard. Indie
en ingeschakeld klinkt evene
eens een piep
pend geluid als
s hoorbaar tekken.
d alarmboodschap, alarm lijjst schermen d
die onbevestig
gde omstandig
gheden en beevestigde alarm
msituaties
Voorbeeld
laten zien
n. Na bevestig
ging wordt de exit
e knop
actief.
Let op: D
De standaard J1939
J
afkortin
ngen worden g
gebruikt voor alarmsituaties
a
. MS = Most S
Severe (bijzon
nder
ernstig), M
MOD= Modera
ately Severe (vrij
(
ernstig), L
LS = Least Severe (minst errnstig).
Alarm Lijjst
oegang tot de Alarm Lijst do
oor welke knop
p dan ook in te
e drukken terw
wijl er een alarrm pop-up op het
U krijgt to
scherm te
e zien is, of do
oor een van de
e vier eerste kknoppen in te drukken zodatt de button baar te zien is, en
n dan
knop 4
in te drukkken.
Alarmsitu
uaties die nog niet bevestigd
d zijn worden g
getoond in grijjs op zwart, te
erwijl bevestigdde situaties in
n zwart op
grijs getoond worden. De
D lijst laat oo
ok zien wannee
er het alarm plaatsvond,
p
als
s het aantal geelopen uren
beschikba
aar is. Het me
eest recente allarm wordt ge
etoond aan hett begin van de
e lijst. U kunt dde lijst doorlop
pen door
er met kn
nop 1
en knop 2
n te scrollen.
doorheen
uaties worden bevestigd doo
or het indrukke
en van knop 3
Alarmsitu
De Alarm
m Lijst kan gesloten worden door het indru
ukken van kno
op 5 als de ala
armsituaties beevestigd zijn.
In de rech
hter bovenhoe
ek van het disp
play is een ala
armindicator
te zien zolang er actiieve alarmsitu
uaties zijn.
De indica
ator en de alarrmboodschapp
pen in de lijst w
worden autom
matisch verwijd
derd als het allarm gedurend
de een
aantal seconden niet meer
m
ontvange
en wordt.
Let op: A
Alleen actieve storingen zijn zichtbaar in d
de alarmlijst. Zodra
Z
een storring is opgelosst wordt deze
automatissch uit de lijst verwijderd. Gebruik de mottordiagnose om
m eerdere acttieve storingenn te bekijken.
Configu
uratie
Om de monitor aan te passen
p
aan de
e eisen van ee
en specifieke applicatie zijn een groot aa ntal paramete
ers te
eren. U kunt to
oegang krijgen
n tot de meest gangbare parrameters doorr het
configure
Configurratie Menu va
an het display in te gaan. Pa
arameters die niet vaak worden veranderdd en die param
meters die
over het a
algemeen moe
eten worden beperkt
b
zoals d
en toegankelijjk via de Conffigurator.
de Maximum RPM zijn allee
De Confiigurator is een Windows® PC
P programm
ma en een hard
dware adapterr waarmee allee parameters van het
dasbhoarrd geheel toeg
gankelijk zijn. Neem
N
alstublie
eft contact op met BBA Pum
mps voor meeer informatie over de
Configurrator.
Co
onfiguratie Me
enu
Dit Confiiguratie Menu
u maakt het de
e gebruiker mo
ogelijk om verrschillende parameters in tee stellen, zoals
s
Amerikaa
anse of metriscche eenheden
n, schaalgrenzzen voor de ta
achograaf en onderhoudstim
o
mers. U krijgt toegang
tot het co
onfiguratiemen
nu door knop 5 (de rechterkn
nop) in te druk
kken en vast te houden in w
welke modus dan
d ook,
gedurend
de ten minste 3 seconden. Indien er een P
PIN (of een wa
achtwoord) is ingesteld moeet de correcte PIN
worden in
ngevoerd om toegang
t
te krijjgen tot het co
onfiguratiemen
nu. Het bovenste configurattiemenu wordtt getoond
zoals hierronder.
en knop 2 .
Knop 1
make
en het mogelijkk om te kiezen
n tussen Display, System, Autostart, Se
ettings,
wer. Door knop
p4
in te
e drukken sele
ecteert u het gekozen menuu item aangege
even door
Telemetrrie of Db View
dikgedrukkte tekst en de
e selectiepijl
Ieder ite
em wordt in detail beschrev
ven op de volggende pagina’s
s.
11 Alle instellingen worden
n automatisch
h opgeslagen a
als u het huidiige menu verla
aat, zelfs als hhet toestel gee
en stroom
krijgt.
Het Configuratiemen
nu en de 6 ke
euzemogelijkkheden.
geven wordt do
oor knop
Selecteerr het menu item dat aangeg
in te drukken.
Met knop
p5
4
verla
aat u de config
guratiemodus.
Let op
De mees
ste configurati eaanpassinge
en hebben dire
ect effect.
So
ommigen, zoa
als Idle RPM, ttreden in werk
king bij de volg
gende power uup.
Display M
Menu
akt het de geb
bruiker mogelijjk items te con
nfigureren die invloed hebbeen op hoe info
ormatie
Het Displlay Menu maa
wordt wee
ergegeven.
12 Units Me
enu
Dit menu maakt het de gebruiker mo
ogelijk de unitss voor snelheid, afstand, dru
uk, volume enn temperatuur
onafhankkelijk van elkaa
ar in te stellen. Knop 4
e waarden vooor het geselec
cteerde
doorloopt alle beschikbare
item.
d
Snelheid
MPH (mijllen per uur)
km/h (kilo
ometer per uurr)
Knts (knopen)
Afstand
Mijlen
km (kilometers)
NM (nautiische mijlen)
Druk
PSI (poun
nds per vierka nte inch)
bar (baro
ometrische uniits)
kPa (kilop
pascals)
Volume
Gal (Amerikaanse gallo
ons)
erial gallons)
IGal (Impe
Liters
Tempera
atuur
°F (Fahrenheit)
°C (Celsiu
us).
Taal Men
nu
ogelijk te kieze
en tussen Eng
gels, Zweeds, Frans, Duits, S
Spaans, Italia
aans,
Dit menu maakt het de gebruiker mo
Nederlands en Portuge
ees. De huidig
ge geselecteerrde waarde wo
ordt aangegev
ven door het vvinkje.
Met
M knop 4
e aangegeven waarde selec
cteren.
kunt u de
Beep
Button B
De soft bu
p
horen
n als dit item ingeschakeld is. Button beeep kan worden
uttons laten een hoorbare pieptoon
uitgescha
akeld door dit item op “off” te
e zetten. De h
hoorbare piep klinkt nog wel wanneer er zzich een alarm
m
voordoet.. Met knop 4
kunt u voo
or “aan” of “uitt” kiezen.
13 enu
Meter Me
ogelijk het uite
erlijk van de ge
etoonde meterrs te configureeren. Knop 3
Dit menu maakt het de gebruiker mo
rt de vorige wa
aarde terwijl kn
nop 4
d e volgende wa
aarde van hett zichtbare item
m selecteert.
selecteert
Max RPM
M
Stelt de h
hele schaal van de RPM in zoals
z
aangege
even op de tac
chograaf.
RPM
2
2500, 3000, 3500, 4000, 45
500, 5000, 600
00, 7000, 8000
0 of 9000
Max Speed
hele schaal van de snelheid in zoals aang
gegeven op de
e snelheidsme
eter
Stelt de h
MPH
1
15, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50,
5 55, 60, 70, 75, 80, 85, 95
5 of 100
km/h
2
20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90,
9 100, 110, 1
120, 130, 140,, 150 of 160
Quad Ad
djust
Maakt he
et de gebruikerr mogelijk de Adjust
A
Mode vvan de Analog
ge en Digitale Meter Pagina’’s uit te schak
kelen.
schakelt de
d Quad Adjust uit, terwijl kknop 4
deze
d
inschakelt.
Knop 3
Het uitsch
hakelen van de
d Adjust Mode
e vergrendelt de huidige co
onfiguratie van de meter zoddat de gebruik
ker de
configura
atie niet per on
ngeluk kan verranderen.
Service
Stelt de zzestien (16) on
nderhoudsinterval in uren in
n en resets de service timer.. Het instellen van de servic
ce interval
op 0 scha
akelt de timer uit en het worrd “uit” wordt w
weergegeven..
Door knop 4
e drukken kun
nt u de geseleccteerde servic
ce timer aanpa
assen.
in te
verkleint de service inttervaltijd terwijjl knop 2
de service in
ntervaltijd verggroot. Knop 3
Knop 1
de ongeveer 3 seconden vasthouden rese
ets de “volgen
nd onderhoud over..” naar dee huidige serv
vice
gedurend
interval. D
De beschrijvingen van de se
ervice timer ku
unnen verande
erd worden met behulp vann de
Configurrator.
Let op
Het is nie
et mogelijk om de service tim
mers in te stelllen als de uren dat het toestel in bedrijf iss niet door hett display
ontvange
en worden.
14 Systeem
m Menu
Het Syste
em Menu maa
akt het de geb
bruiker mogelijjk items te con
nfigureren die invloed hebbeen op de man
nier
waarop het systeem functioneert. Kn
nop 4
doo
orloopt de bes
schikbare waa
arden voor hett gekozen item
m.
Demo
Het displa
ay ondersteun
nt diverse dem
mo’s die kunne
en werken mett gesimuleerde
e data. Moduss 1 simuleert
snelheidssgegevens en motorparame
eters. Modus 2 simuleert uits
sluitend motorrparameters. M
uleert
Modus 2 simu
snelheidssgegevens, mo
otorparameterrs en alarmme
eldingen. Modus 0 schakelt de Demo Modde uit. De Dem
mo wordt
automatissch op 0 (Off) ingesteld als live data ontva
angen wordt.
Restore D
Defaults
Dit maaktt het mogelijk om alle inform
matie over con
nfiguratie te resetten naar de
e standaard A
Amerikaanse
metrische
e
units. Ook
O het displa
ay wordt geresset naar de oo
orspronkelijke configuratie.
of
De standa
aard instelling
gen zijn:
Instelling
g
Taal
Pieptonen
n
Service T
Timers
Display m
mode
Meterpag
gina’s
Quad aan
npassing
Demo Mo
ode
Motor
Display C
CAN Adres
Alarm Filtter
SPN Verssie
Speed So
ource
PIN invoe
er
PIN
Max. RPM
M
Max. snelheid
Eenheid/ssnelheid
Afstand in
n
Druk in
Volume in
n
Temperattuur in
Metriisch
US
Engels
Aan
Uit
Analoge me
eters
Standaard
Aan
0 (Uit)
0
40
Glb
1
Auto
Uit
1111
2500
40 MPH
60 km/h
MPH
km/h
Mijl
km
PSI
kPa
Gal
l
ºF
ºC
15 Com View
wer
Geeft de ontvangen CA
ANbus data en
n de motorcon
nfiguratie die door
d
de ECU verzonden
v
woordt weer.
J1939 Vie
ewer
Dit scherm
m biedt een hexadecimale dump
d
van de boodschappen die op de CA
ANbus ontvanngen zijn. Dez
ze viewer
geeft de rruwe data wee
er. Gebruik de
e Db Viewer o
om de gedecodeerde data weer
w
te geven..
Knop 1
zet het display
d
stil
statistieksscherm laat zien.
terwijl knop 2
het CA
ANbus data
Engine C
Config
Dit scherm
m geeft de mo
otorconfiguratiie die van de E
ECU ontvange
en is weer.
Knop 2
selecteert
rt.
selectee
ert de volgend
de pagina van de motorconffiguratie terwijl knop 1
de vorige pag
gina
ettings
J1939 Se
Dit scherm
m maakt het mogelijk
m
om aa
anpassingen tte maken die specifiek
s
zijn voor
v
de J19399 data link.
Engine S
Source
Selecteerrt welke bron de
d display geb
bruikt voor de metergegevens. Ieder appa
araat op een JJ1939 netwerk
k heeft
een uniekk adres (binne
en het bereik 0-254)
0
waarva
an het display gebruik kan maken.
m
Het dissplay gebruikt een
enkele da
atabron; normaal gesproken
n de ECU op a
adres 0.
Let op
Onjuiste cconfiguratie va
an het Engine Source adress zal ertoe leid
den dat er gee
en data beschiikbaar is om weer
w
te
geven.
16 Display A
Add
stel een uniekk adres, en datt geldt ook voo
or het display,, Het standaarrd display
Zoals eerrder gemeld heeft ieder toes
adres is 4
40, het aanbevvolen adres vo
oor installatiess met een enk
kele motor.
Let op
play Adres kan
ataconflicten op
o de CANbuss.
Het onjuisst configureren van het Disp
n leiden tot da
Alarm Fillter
Deze insttelling stelt vasst of het displa
ay alarmsituatties van alle bronnen weergeeft (Glb ofweel globaal) of alleen
a
van
het brona
adres zoals ge
especificeerd bij
b het instellen
n van de Engiine Source (S
Src ofwel sourc
rce).
SPN Vers
sion
Selecteerrt de standaarrd SPN (Suspe
ect Parameterr Number) con
nversiemethod
de versie naarr 1, 2 of 3. Verrsie 4
wordt auttomatisch opgespoord, maa
ar bij oudere m
motoren die co
onversiemetho
ode 1, 2 of 3 geebruiken moe
et deze
paramete
er correct ingesteld worden.
Let op
met de leveran
ncier van uw motor
m
om de p
passende SPN
N conversieme
ethode versie vast te stellen
n. Door
Overleg m
een onjuiste selectie zu
ullen alarmme
eldingen incorrrect worden weergegeven.
w
Speed So
ource
Er zijn 3 b
bronnen van snelheidsdata
s
die het displa
ay kan decode
eren. De instellingen voor deeze parameterr zijn
AUTO, N
NMEA, WHEEL
L, NAV en OF
FF. AUTO geefft prioriteit aan
n de bronnen (van
(
hoog tot laag): NMEA, WHEEL
(PGN 652
265), NAV (PG
GN 65272). De
D selectie kan
n naar één van de beschikb
bare bronnen ggeforceerd wo
orden door
deze expliciet te selectteren. Door OF
FF te selectere
ren zal het disp
play geen enk
kele bron van ssnelheidsdata
a meer
volgen.
PIN Inste
ellingen
PIN beve
eiliging is stand
daard uitgesch
hakeld. Iedere
e keer dat een
n gebruiker hett Configuratiee Menu ingaa
at nadat
deze funcctie is ingesch
hakeld wordt hem gevraagd een PIN code
e in te voeren.
PIN Invoe
eren
Dit maaktt het mogelijk om het invoerren van een P
PIN code Aan of
o UIT te zette
en. Om het invvoeren van PIN
N codes
in te scha
akelen selecte
eert u PIN Setttings en druktt u knop 4
in. De huidiige code moett ingevoerd wo
orden
(standaarrd code is 1111) als veilighe
eidsmaatregel . Nadat de PIN
N is ingevoerd
d is de functie geactiveerd. Het
invoeren van een PIN code
c
wordt uittgeschakeld d oor PIN Entry
y op “UIT” te ze
etten.
De cijferss van de PIN worden
w
ingevo
oerd door de ccorrespondere
ende getallen in te toetsen. K
Knop 1
past
p
het
eerste cijffer van de PIN
N aan. Knop 2
past he
et tweede cijfer aan, knop 3
het derdde cijfer en knop 4
het vierde
e cijfer. De PIN
N wordt ingevo
oerd met behu
ulp van knop 5.
5
Veranderring PIN
Dit maaktt het mogelijk de PIN code te
t veranderen
n. De gebruike
er wordt gevraa
agd de huidigee code in te vo
oeren.
17 De gebruiker wordt gevvraagd om een nieuwe PIN..
De nieuw
we PIN code moet
m
bevestigd
d worden voord
rdat de PIN da
aadwerkelijk ve
eranderd worddt.
Als de nie
euwe PIN codes overeenkomen wordt ee
en bevestiging
gsscherm weergegeven.
Als de tw
wee ingevoerde
e codes niet overeenkomen
n wordt een foutmelding wee
ergegeven en blijft de oude PIN
actief.
Waarsch
huwing
odus niet lang
Indien de
e PIN code is aangepast
a
en de nieuwe PIN
N code verlore
en gaat is de configuratiemo
c
ger
toeganke
elijk. Om de PIN te wissen moet
m
het displa
ay voor service
e naar BBA Pumps gestuurrd worden.
About
Geeft de volgende prod
ductinformatie
e weer:
ID/Build
EEPROM
M
PART No
o
VERS
CHK
SOURCE
E
LIB1
LIB2
Serie
enummer van het display
Aanta
al invoeren op
p EEPROM
Nummer unit onde
erdeel
Nummer software versie
Flash
h memory controlesom
Bron ontvangen ge
egevens
Libra
ary versie van het low level ssystem
Libra
ary versie van de low level G
Graphical Disp
play Interface (indien
(
gebruikkt)
Let op
v
totdat de berekenin
ng van de con
ntrolesom volto
ooid is. De berrekening van de
U kunt ditt scherm niet verlaten
controlesom duurt onge
eveer 10 seco
onden en is vo
oltooid wannee
er de controlesomwaarde veerandert van
Calculatiing… naar een hexadecima
ale waarde zoa
als 0x704E – OK
18 Autostarrt Menu
Dit subme
enu maakt hett de gebruikerr mogelijk de a
automatische start/stop func
ctie. Zie Autom
matic Start/S
Stop
Functie vvoor meer info
ormatie.
Modus
Dit menu selecteert de basismodus van
v de automa
atische start/s
stop functie. Knop 4
Single Sw
witch, Dual Sw
witch, Transdu
ucer of Xducerr & Sw.
Functie
Dit menu selecteert de automatische
e start/stop fun
nctie. Knop 4
ntain In.
and Main
dooorloopt de functies
doorloopt de opties Em
mpty, Fill, Main
ntain Out
Throttling Menu
aakt het de geb
bruiker mogel ijk de throttle control
c
te conffigureren. Hett throttling men
nu maakt
Het throtttling menu ma
het moge
elijk om de auttomatische sta
art/stop throttle
e profielen te programmeren
p
n zoals afgebeeeld in het vollgende
diagram.
Idle RPM
M
Selecteerrt de RPM die het regulering
gssysteem ve rgt om stationair te lopen. Id
dle kan ingestteld worden om
m te
compenseren voor ach
hterliggende ciircuits zoals hyydraulische po
ompen of com
mpressoren. Iddle RPM is de laagste
snelheidssinstelling van de optionele two-state of th
hree-state thro
ottle schakelaa
ars.
Let op
De minim
male motorsnelheid wordt ge
eregeld door d
de ECU. Als ge
evraagd wordtt om een lageere snelheid za
al de
motor op de minimale ECU
E
snelheid gaan lopen. R
RPM grenzen zijn in het das
shboard geproogrammeerd om
o de
aangevra
dering van he
aagde snelheid
d te begrenzen. Voor verand
et dasbhoard Minimum
M
Req
quested RPM
M en
Maximum
m Requested
d RPM moet de
e Configurato
or gebruikt wo
orden.
diate RPM
Intermed
gssysteem ve rgt voor gemid
ddelde snelhe
eid. De gemidddelde snelheid
d kan
Selecteerrt de RPM die het regulering
gebruikt w
worden om po
omp- of ladings
slijnen voor te
e bereiden op gebruik tijdens de automatissche start/stop.
Intermediiate RPM is oo
ok de middelste instelling va
an optionele th
hree-state thro
ottle schakelaaar.
Let op
de Intermedia
ate RPM instelt op dezelfde
e snelheid als de
d Idle RPM en
e de Ramp tto Run op 0 se
econde
Indien u d
heeft u in principe een automatische functie met tw
wee versnellin
ngen.
Run RPM
M
Selecteerrt de RPM die het regulering
gssysteem ve rgt voor normale snelheid. Dit
D is de norm
male snelheid waarop
w
de
start/stop funcctie. Run RPM
motor loo
opt tijdens de automatische
a
M is de hoogste snelheidinsttelling van de optionele
two-state of three-state
e throttle schakelaars.
19 Ramp Up
p/Down
Dit subme
enu configureert het snelheidsprofiel voo r de automatis
sche start/stop
p functie
Warm Up
ps
Selecteerrt het aantal se
econden waarrop de motor sstationair loop
pt voor deze ve
ersnelt naar inntermediate. De
D warm
up tijd begint wanneer de starter losg
gelaten wordt..
ps
Ramp Up
Selecteerrt het aantal se
econden om van
v stationair naar intermed
diate te versne
ellen na de waarm-up.
Intermed
diate s
Selecteerrt het aantal se
econden waarrop de motor o
op intermediatte snelheid loo
opt voordat deeze versnelt naar
normale ssnelheid.
Ramp to Run s
econden om van
v intermedia
ate snelheid naar normale snelheid
s
te verrsnellen na ee
en
Selecteerrt het aantal se
intermediate warm-up
Ramp Do
own s
Selecteerrt het aantal se
econden om van
v huidige sn
nelheid te vertragen naar sta
ationair draaieen. De vertragingstijd
begint alss het automatische start/stop systeem ee n stopvoorval signaleert.
Cool Dow
wn m
Selecteerrt het aantal minuten
m
waarop stationair ge
edraaid wordt na ramp down
n tijd. Aan hett einde van de
e cool
down perriode wordt de
e motor gestop
pt.
Servo
eert het servo profiel voor autostart mainttain modes
Configure
Gain
Bepaalt d
de felheid van de maintain servo
s
modes.
Delay 10mS
Bepaalt h
hoe snel de ma
aintain servo mode
m
reageerrt op niveauve
eranderingen.
20 Transduc
cer
Dit subme
enu configureert het transdu
ucertype en in
nstelbare punten.
Type
Selecteerrt Niveau of Drruk.
Range
Selecteerrt het correcte bereik voor het
h transducerttype.
High Set Point
Voor Emp
pty en Mainta
ain Out modes
s stelt u hier h
het niveau in waarop
w
een au
utostart cycluss begint. Voorr Fill en
Maintain In modes ste
elt u hier het niiveau in dat de
e cyclus beëin
ndigt.
Maintain Point
Stelt het sstreefniveau in
n voor de maintain modes.
Low Set Point
pty en Mainta
ain Out modes
s stelt u hier h
het niveau in waarop
w
een au
utostart cycluss eindigt. Voor Fill en
Voor Emp
Maintain In stelt u hierr het niveau in waarop de cyyclus begint.
Dead Ban
nd
Hier stelt u de vereiste afwijking van het streefnive
eau in om de motorsnelheid
m
te wijzigen.
Starter
enu configureert de opties voor
v
de startre
egulering voorr de autostart.
Dit subme
Restart p
pogingen
Selecteerrt het aantal ke
eren dat een herstart
h
gepro
obeerd wordt.
Delay Sec
Restart D
Selecteerrt het aantal se
econden dat gewacht
g
wordtt voor een herrstart geprobeerd wordt.
Start on Sec
Selecteerrt het maximalle aantal seco
onden dat de sstarter in gebru
uik kan zijn.
21 Settings Menu
Dit subme
enu maakt hett de gebruikerr mogelijk om de hardware te
t configureren.
Governo
or
Hiermee kunt u wissele
en tussen Elec
ct (elektroniscch aangestuurrde) en Mech (mechanisch aangestuurde
e)
e motoren func
ctioneert de LCD als een EC
CU, die
motorinsttellingen. Voorr mechanisch aangestuurde
motorpara
ameters zoalss oliedruk en te
emperatuur do
oorgeeft op de
e CANbus.
Let op
elen van regulatorfuncties vereist een stro
oomcyclus voo
or kalibratie va
an de RPM. D
De Configurattor is
Het wisse
nodig om mechanische
e motorparame
eters te config
gureren.
CP750 CA
AN Add
Selecteerrt het adres da
at het display gebruikt
g
om m
met de CANplu
us I/O board te
e communicerren. Het stand
daard I/O
Board adres is 128.
Let op
gevens worden
n bij mechanis
sche aansturin
ng altijd doorgegeven met adres
a
0.
Motorgeg
Waarsch
huwing
onfigureren va
an het CAN Ad
dres zorgt dat het display ge
een I/O Board
d gegevens onntvangt voor de display
Onjuist co
menu’s en kan leiden to
ot dataconflictten op de CAN
Nbus.
Calibrate
e RPM
Kalibreertt de tachogrraafinput voor mechanisch
h aangestuurrde motoren zodat het C
CANplus I/O board de
motorsne
elheid kan meten. Dit signaal kan
n geleverd worden doo
or een dynnamo freque
entie tap,
naderingssschakelaar. Een optionele
e versterker/s chakelingdele
er kan toegevoegd wordenn voor gebruik
k met een
magnetische pickup.
Let op
RPM kalib
breren is allee
en beschikbaa
ar op mechanissch aangestuurde motoren. De RPM moeet gekalibreerrd worden
om de au
utomatische sttart/stopfunctie
e te laten werkken.
Start de m
motor en meett de RPM mett een handtach
hograaf. Selec
cteer Calibrate
e RPM en gebbruik de knopp
pen die
correspon
nderen met de
e cijfers van de
e RPM om ditt getal in te voeren. Knop 1
past hett eerste cijfer van
v de
RPM aan
n. Knop 2
past het twe
eede cijfer aan
n, knop 3
het derde cijjfer en knop 4
het vie
erde cijfer.
De RPM w
wordt ingevoe
erd met knop 5.
5
Als de ka
alibratie voltooid is gaan de LED’s knipperren in een patroon. Er is een stroomcycluus vereist om door
d
te
gaan mett de configurattie of om het toestel in werkking te stellen.
22 put
Aux Outp
Selecteerrt de reserve output
o
functie en biedt een sschakelaar me
et 1 amp.
Running De output iss actief als de
e motor RPM d
de 500 RPM overschrijdt.
o
AS Arme
ed De output iss actief als de sleutelschake
elaar in de Autostart positie staat en de m
motor niet gesttopt is als
gevolg va
an een storing.
At Speed
d De output iss actief als de motor op of b
boven het norm
male werkende
e RPM draait.
Prestart De output wordt
w
geactive
eerd bij het pre
estart alarm, 10
1 seconden voor
v
de motor automatisch start.
s
Let op
De Aux O
Output is alleen
n beschikbaarr op een conne
ector in het I/O
O Board. De prestart
p
alarm tijd kan alleen
n met
behulp va
an de Configurator aangepast worden.
Alarm Ins
stellingen
Configure
eert de vastge
estelde punten
n voor de alarm
mmeldingen van de transducer. Het alarm
m wordt doorgegeven
als SPN 1
1083 met FMI 1 voor een allarm van laag niveau en FM
MI 0 voor een alarm
a
van hooog niveau.
Low Leve
el
Stelt het llaagste niveau
u van het trans
sduceralarm i n.
High Lev
vel
Stelt het h
hoogste nivea
au van het tran
nsduceralarm in.
Telemetrrie Menu
Dit menu maakt het mo
ogelijk om het optionele tele
emetriesysteem
m te configure
eren.
Telem J1939 Adres
Bepaalt h
het adres dat de
d telemetriem
module gebruikkt voor CANbu
us communica
atie.
Let op
Het displa
ay kan niet communiceren met
m de teleme
etriemodule als
s dit adres nie
et correct is.
Modbus A
Adres
Selecteerrt het Modbus slave adres dat
d de telemettriemodule geb
bruikt voor Mo
odbus communnicatie.
Status
ormatie over te
elemetrie en modem
m
status die van de telemetriemodule ontvangen wordt.
Geeft info
23 Db Viewe
er
De Datab
base Viewer geeft alle data weer die doorr het display worden
w
gecontroleerd en deccodeert de ge
egevens,
Dit diagno
ostische hulpm
middel maakt het mogelijk o
om informatie te bekijken die
e normaal niett weergegeven wordt.
U kunt do
oor de lijst scro
ollen met knop
p
en 2
en geslo
oten worden met
m knop 5.
Let op
base Viewer iss altijd Engelsttalig, welke taa
al er verder oo
ok gekozen is.
De Datab
Opslag V
Voorkeurscherm
m
Het displa
ay slaat autom
matisch het huidige scherm op als het voo
orkeurscherm na een vertraaging van onge
eveer 15
seconden
n. Het display zal het laatste
e opgeslagen scherm weerg
geven als het systeem de voolgende keer wordt
gestart
Let op
Met Resttore Defaults kunt u de Ana
aloge Meter P
Pagina’s en de standaard me
eters terugzet
etten in de
oorspronkkelijke stand.
Pop-up Beri chten en alarrmmeldingen
n
Service R
Required
Gebruikers kunnen tot wel 16 onderh
houdstimers (iin uren) instellen in het Con
nfiguratie menuu. De Service
e
Required
d pop-up word
dt weergegeve
en bij het opsta
arten als één of
o meer van deze timers veerlopen zijn. Ee
en
willekeurige knop indru
ukken laat de pop-up
p
verdwiijnen. Als er geen knop wordt ingedrukt ssluit de pop-up
p na
ongeveerr 5 seconden.
Pop-up w
waarschuwinge
en voor noodz
zakelijk onderh
houd en datac
communicaties
storing.
Data Com
mmunications
s Failure
Het icoon
n dat staat voo
or een datacom
mmunicatiesto
oring knippert als het display
y geen data oontvangt. De
waarschu
uwing verdwijn
nt en het toesttel werkt weer zodra er data
a worden ontva
angen.
Let op
Als het En
ngine Source adres niet corrrect is geconffigureerd is err geen data be
eschikbaar vooor het display..
Data Nott Available
Meters en
n de Db Viewe
er zullen
weergeven
n als de gewen
nste gegevens
s niet beschikbbaar zijn. De
displaywa
aarde wordt weer
w
normaal als
a de parame
eterdata ontvangen worden.
Let op
meter waarde
en weer omdatt er geen spannning op de ECU staat.
In Autosttart Standby geeft alleen de transducer m
24 Licht en contrast aanpassen
Het indrukken van knop
p 5 (helemaal rechts) als err geen menubalk is opent de
e menubalk vooor licht en co
ontrast.
Het displa
ay heeft verscchillende nivea
aus voor back--lights, waardo
oor het ook in het donker affgelezen kan worden.
w
Het nivea
au van verlichtting wordt aan
ngepast door kknop 1 (minde
er licht) of knop
p 2 (meer lichtt)
in te
e drukken
Contrast w
wordt op deze
elfde manier aangepast
a
mett behulp van knop
k
3 en 4.
Let op
Het displa
ay past het co
ontrast aan naa
ar aanleiding vvan de omgev
vingstemperattuur. Handmattig aanpassen
n is alleen
nodig bij e
extreme klima
aatswisselinge
en.
U verlaat het menu doo
or knop 5
el uitgezet worrdt.
het toeste
in te drukke
en. De instellin
ngen voor lichtt en contrast bblijven behoud
den als
Let op
Als het co
ontrast slecht is afgesteld ku
unnen de oorsspronkelijke in
nstellingen worden hersteld door knop 1 tot en met
4 tegelijke
ertijd in te drukken. Deze ac
ctie verandert niets aan and
dere door de gebruiker
g
ingesstelde configu
uraties.
Button L
Lock
De vijf knoppen van he
et display kunn
nen geblokkee
erd worden zo
odat de gebruik
ker niet per onngeluk instellin
ngen kan
verandere
en of overgaat naar een and
dere display m
modus. U scha
akelt de blokke
ering van de kknoppen in door knop 1
en knop 5 tegelijkertijd in te drukken en deze 1 secconde vast te houden. Als u dit nogmaalss doet werken
n de
knoppen weer normaall.
Indicatorss
Auto Sta
andby LED (groen)
Indien de
e Auto Standb
by LED continu brandt geeft
ft dit aan dat de sleutelschak
kelaar in de auutostartpositie
e staat en
en.
dat het syysteem opgestart kan worde
Pre
eheat LED (ge
eel)
Indien de
e Preheat LED
D continu brandt geeft dit aa
an dat het toes
stel aan het vo
oorverwarmenn is. Als de LED uitgaat,
v
en kan de motor ge
estart worden.
is de voorrverwarming voltooid
Let op
De LCD d
display rapporrteert alleen alls de ECU om
m voorverwarm
ming vraagt. Niet alle motorcconfiguraties zijn
z
geschikt vvoor de installlatie van hulpm
middelen voorr een koude sttart.
D (rood)
Engine Stop LED
e Engine Stop
p LED continu brandt geeft d
dit aan dat de ECU de moto
or heeft gestoppt vanwege ee
en storing.
Indien de
Let op
mering van de
e ECU bepaaltt de reacties o
op waarschuw
wingen en storingen. Normaaal kan de ECU
U
Programm
geprogram
mmeerd word
den om af te sllaan, de stroo mcapaciteit te
e verlagen of tot uitval door tte werken. De
e LCD
display ge
eeft alleen de omstandighed
den weer zoa ls gemeld doo
or de ECU.
W
Waarschuwing
gs LED (geel))
Een Waa
arschuwings LED
L
die contin
nu brandt wijsst op een waarrschuwing doo
or de ECU.
Let op
De Waarsschuwings LE
ED wordt niet gebruikt
g
in de Mechanische
e Besturings
smodus
Meters
nen worden to
oegevoegd do
oor blinde ka
appen te verw
wijderen en dee meter te ins
stalleren.
Analoge meters kunn
andaard conttrolesystemen wordt hierv
voor geen bedrading of interface gelevverd.
Bij de sta
25 Functie
e Uitlaatsy
ysteem
LET OP: ALGEMENE DISCLAIMER
R
Dit dashb
board heeft mo
ogelijk voorzie
eningen voor in
nput van de gebruiker zoals
s FORCE REG
GENERATION
N, INHIBIT
REGENE
ERATION, INT
TERLOCK, en anderen zoal s aangegeven
n in Amerikaan
nse en internaationale regule
eringen
voor uitlaatgassen. De verantwoorde
elijkheid voor w
wat ingevoerd
d wordt met be
etrekking tot uiitlaatgassen en
e het
voldoen a
aan de regels ligt uitsluitend
d bij de eigena
aar en/of gebru
uiker van het toestel/de
t
mottor waar dit da
ashboard
op gemon
nteerd is.
WAARSC
CHUWING
e gebruikshand
dleiding zoals aangeleverd door de produucent van de motor
m
Lees en begrijp de
e motor levert u specifieke informatie in veerband met he
et
zorgvvuldig. De producent van de
uitlaa
atgassysteem
m van uw mottor. Deze info
ormatie heeftt te maken meet onderhoud
d,
procedures en ve
eiligheid. Indie
en u zich niet exact houdt aan de instructties en schema’s van
d motor kan dit mogelijk le
eiden tot schad
de of letsel bij uzelf en/of an
nderen.
de prroducent van de
Het LCD
L
display do
oet melding va
an berichten over
o
uitlaatgas
ssen zoals onttvangen van de
d ECU.
Afhan
nkelijk van hett ontvangen b
bericht kunnen
n er iconen of symbolen
s
weeergegeven wo
orden op
het scherm. Somm
mige berichten//iconen worde
en weergegeven als een oveerlay (symboo
ol zoals
links te zien). Ande
ere symbolen//iconen kunnen het grootste
e deel van het scherm bedekken. De
gebru
uiker MOET met
m de door de
e producent vo
oorgeschreven
n procedures/a
/acties reagere
en op de
mede
edelingen op het
h display. Ho
oud er alstublieft rekening mee
m dat de aaanwijzingen zo
oals
weerrgegeven doorr het display kkunnen verschillen per motorproducent, evvenals per mo
odel dat
door dezelfde prod
ducent geleverrd wordt.
Voorbe
eelden (niiet volledig
g) van mo
ogelijke aa
anwijzinge
en op het u
uitlaatgas
s
display
y en algem
mene defin
nities zoalls volgt:
De deeltjesfilter van de motor heeft
mogelijk reg
generatie nodig
g.
R
Regeneratie van
v het uitlaats
systeem is
actief en de te
emperatuur va
an de uitlaat
is mogelijk ho
oog. De presta
aties van de
motor worden
n mogelijk beïn
nvloed.
Rode LED: ka
an alleen bran
nden of
tegelijk met andere symbolen.
Kan mogelijkk knipperen
U
Uitroepteken- zwarte achterrgrond
Motor stop
Kan alleen branden of tege
elijk met
andere symb
bolen en/of LE
ED’s
26 Overzzicht REGEN// INHIBIT scha
akelaar
Gebru
uik van de RE
EGEN/ INHIBIT
T schakelaar kkan variëren,
afhan
nkelijk van de motorproduce
ent.
Op syystemen met een
e enkele schakelaar zoalss hier getoond
d
is de REGEN kant van de tuimelschakelaar ecchter actief
(de sttand om de sc
chakelaar vastt te houden is bij iedere
produ
ucent anders) om een regen
neratie van heet uitlaatsystee
em
te “fo rceren”.
De m
middelste positie van de scha
akelaar maaktt het de ECU
moge
elijk om “autom
matisch” te reg
genereren
Als de
e INHIBIT kan
nt van de tuimelschakelaar aactief is,
wordtt regeneratie belemmerd.
b
Let op
p: geforceerde
e regeneratie is ALLEEN beeschikbaar wa
anneer
dit do
oor de motor ECU
E
wordt toegestaan via w
weergave van de
toepa
asselijke symb
bolen (zie docu
umentatie vann de
motorrproducent vo
oor meer inform
matie).
27 Typisch J1939 bedradingschema
De meeste elektronisch gestuurde motorinstallaties bevatten een kabelboom met een ingebouwde J1939
backbone. Gebruik een gedraaid, afgeschermd paar met een drain wire voor CANbus bedrading, eindigend met
120Ω resistors aan ieder einde. De maximale lengte voor de bus is 131 ft(40 m) en verbindingen dienen niet
langer te zijn dan 39 inch (1m).
Kabelboom
Verzegelde connectoren
De meegeleverde Deutch verzegelde weersbestendige stekker heeft een afsluitring die tegen de klok in gedraaid
moet worden om de connectoren uit elkaar te halen. Om de connectoren weer aan te sluiten en te verzegelen
moet de afsluitring met de klok mee gedraaid worden.
Waarschuwing
BBA Pumps raadt het gebruik van isolerende silicone of afdichtmiddelen met verzegelde connectoren niet aan.
Deze chemicaliën kunnen de verzegeling aantasten en water binnenlaten. Gebruik de door BBA Pumps
geleverde pluggen om de connectoren te verzegelen als er draden verwijderd zijn.
28 Niet verzegelde connectoren
Voor niet verzegelde connectoren die aan weer en wind blootgesteld zijn raadt BBA Pumps u aan isolerende
silicone te gebruiken om de contactpunten te beschermen.
Waarschuwing
BBA Pumps raadt het gebruik van afdichtmiddelen bij niet verzegelde connectoren niet aan. Afdichtmiddelen
houden vocht vast in de connector en dit werkt roesten in de hand.
Routing kabelboom
De minimale routing radius van de kabelboom dient ten minste twee keer de diameter van de kabelboom zelf te
zijn. Knikken binnen 1 inch (25 mm) van iedere connector dienen vermeden te worden om te voorkomen dat de
verzegeling vervormt, waardoor vocht de connector kan binnendringen.
Startmotor Excitatieconnectie
BBA dashboards zijn uitgerust met een zware sleutelschakelaar met lange levensduur. De binnenkomende
stroomsterkte kan echter zeer hoog zijn als de startmotoren van de motor worden gestart, vooral met een laag
batterijvoltage en onder lage omgevingstemperaturen. Na verloop van tijd kan zulke piekstroom schade
aanrichten aan uw sleutelschakelaar en dashboard circuits.
Storingen door hoogspanning vallen niet onder de garantie!
De motor/starterbedrading van alle BBA dashboard installaties dient daarom een startrelais te bevatten om de
stroom door de sleutelschakelaar en/of het auto-startcircuit te minimaliseren.
Algemene specificaties Startrelais
Minimale kwalificatie Startrelais (continu) Rating
60A@12V
Maximale spanning excitatie Startrelais
5A@12V
30A@24V
3A@24V
BBA Pumps levert passende zware relais en generieke startrelais bedradingsets in zowel 12v als 24V; neem
alstublieft contact op met uw BBA Pumps leverancier voor meer informatie.
29 Vereisten batterijcircuit
Waarschuwing
Fouten in de bedrading kunnen de oorzaak zijn van elektrische geluiden, onbetrouwbare werking en kan schade
aanbrengen aan het reguleringsysteem of andere componenten. Alle stroomverbindingen moeten vrij zijn van
vreemde materialen, waaronder verf, dat een goede verbinding kan verstoren. Er moet een betrouwbare, speciale
stroomkring worden aangelegd voor het controlesysteem.
BBA Pumps adviseert om een directe stroomverbinding naar de accu aan te leggen. Aarden door delen
van het frame wordt niet aangeraden.!
Alle circuitpaden moeten in staat zijn om alle mogelijke spanningsincidenten zonder schade te kunnen verwerken.
Draai de polariteit van de accu niet om. Proberen de motor te starten terwijl de polariteit van de accuaansluitingen
verwisseld is kan leiden tot schade aan het controlesysteem.
Positieve accuaansluiting
Het elektronische controlesysteem werkt op elektrische systemen van 12 VDC of 24 VDC. De ongeschakelde
positieve accuaansluiting aan het controlesysteem wordt gemaakt met de weerbestendige connector. Het
controlesysteem biedt een geschakelde positieve batterij, beschermd door halfgeleidende MOSFETs. Deze
outputs zijn integraal beschermd tegen overbelasting en kortsluiting. Een integrale 40 AMP trage zekering
beschermt het ongeschakelde positieve accucircuit. Door het controlesysteem op een aparte stroomvoorziening
aan te sluiten wordt het risico op schade aan het systeem verkleind.
Waarschuwing
Het loskoppelen van de accu terwijl de motor loopt kan elektrische componenten beschadigen. Als u een
schakelaar gebruikt om te accu los te koppelen adviseert BBA Pumps het gebruik van een schakelaar met twee
polen om zowel de accu als de dynamo output los te koppelen.
Let op
Er kunnen maximaal drie ringterminals aangesloten worden om een stroomlijn om de integriteit van de verbinding
te garanderen. Het gebruik van meer dan drie terminals kan ertoe leiden dat de verbinding loslaat.
Laag voltage
Als het voltage van het controlesysteem langer dan één tiende seconde onder de 6 volt komt kan het
controlesysteem resetten, waardoor de zelftest gereactiveerd wordt. Het resetten van het controlesysteem is
hetzelfde als de sleutelschakelaar snel naar “uit” en weer terug naar “run” draaien zonder de motor te starten.
Laag voltage kan veroorzaakt worden door een ontladen accu, plotselinge pieken door externe apparaten,
verkeerde kabelafmetingen, gebrekkige bedrading of blikseminslagen in de omgeving.
30 Onderdrukken van spanningspieken
Waarschuwing
Installatie van een systeem om spanningspieken te onderdrukken is vereist. BBA Pumps houdt
zich aan de SAE voorschriften voor elektrische installaties.
Inductieve onderdelen zoals relais, solenoïdes en motoren genereren spanningspieken en geluid in de elektrische
circuits. Niet onderdrukte spanningspieken kunnen de SAE specificaties overschrijven en de elektronische
bediening schaden.
Relais en solenoïdes met ingebouwde onderdrukkingsdiodes worden aanbevolen waar mogelijk. Zie de illustratie
voor de correcte installatie van diodes als ingebouwde onderdrukking van spanningspieken niet beschikbaar is.
Vindt de inductieve onderdelen voor zover mogelijk bij de onderdelen van het elektronische controlesysteem.
Indien elektrische motoren worden gebruikt zou het ook nodig kunnen zijn om isolerende relais toe te voegen om
spanningspieken en geluid te elimineren en back feed te voorkomen.
Lassen op apparatuur met elektronische bediening
Correcte lasprocedures zijn vereist om schade aan elektronische bediening, sensoren en bijbehorende
componenten te mijden. Het onderdeel dient indien mogelijk verwijderd te worden voor het lassen. De volgende
procedures moeten gevolgd worden als het component gelast moet worden terwijl het nog op apparatuur met
elektronische bediening geïnstalleerd is. Deze procedure zal het risico op schade aan het component verkleinen.
Waarschuwing
Aard het lasapparaat niet via elektrische componenten zoals de aarding van de besturing of de sensoren! Onjuist
aarden kan schade aan de elektrische componenten veroorzaken! Klem de aardkabel van het lasapparaat aan
het component dat gelast wordt. Zet de klem zo dicht mogelijk bij de las om de kans op schade te verkleinen.
.
1. Stop de motor. Draai de sleutelschakelaar naar de OFF positie.
2. Haal de negatieve accukabel van de accu.
3. Open een van de geïnstalleerde schakelaars om de accu los te koppelen.
4. Haal indien mogelijk de stekker voor het controlesysteem uit het stopcontact.
5. Verbind de lasgrondkabel zo dicht mogelijk aan het gebied dat gelast moet worden
6. Bescherm de kabelboom tegen lasrestanten en spatten.
7. Gebruik standaard lasmethoden om te materialen te lassen.
31 Troubleshooting Bedieningssysteem
Het bedieningssysteem voert geen zelftest uit
Mogelijke oorzaak
Bescherming tegen overbelasting
is los gestoten
Accu verkeerd aangesloten
Storing bedieningssysteem
Mogelijke oplossing
Verhelp de storing, vervang of reset de bescherming tegen overbelasting
Sluit de accu correct aan (zie Vereisten Accucircuit)
Repareer of vervang bedieningssysteem
Bedieningssysteem voert zelftest uit, de motor slaat aan, loopt en slaat af
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oplossing
Motor Stop LED aan
Verhelp ECU stop conditie, gebruik ECU diagnostiek
Display geeft geen data weer
Mogelijke oorzaak
Geen spanning op display
Motor Source adres onjuist
Display Adres onjuist
Probleem displayconfiguratie
CANbus storing
ECU verstuurt geen data
Mogelijke oplossing
Draai sleutel om, controleer of het display in de kabelboom is geplugd
Verander het Motor Adres in configuratie
Verander het Display Adres to 40 (standaard)
Reset display met behulp van Standaarden herstellen
Controleer CANbus (zie CANbus Testen)
Repareer of vervang ECU
Onjuiste RPM in Mechanische Modus
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oplossing
Dashboard niet gekalibreerd
Doorloop Kalibreer RPM om de fout te corrigeren
Ratio tachograaf veranderd
Kalibreer RPM opnieuw
Een Waarschuwing of Shut down testen
Een shut down simulatie met motoren met ECU controle vereist het gebruik van het ECU diagnostische
hulpmiddel. Kijk in de documentatie van het diagnostische hulpmiddel om een waarschuwing of een shut down te
simuleren.
CANbus Testen
De ECU stuurt de meeste informatie via de CANbus naar het display. CANbus is een internationale databus die
gebruikt wordt om SAE J1939 te ondersteunen. Als deze verbinding verbroken of onjuist beëindigd wordt kan het
display geen ECU parameters zoals aantal gelopen uren, oliedruk en diagnostische codes weergeven. Deze
testprocedure helpt om de probleemlocatie te identificeren.
1. Ontkoppel de accu.
Waarschuwing
Deze test moet worden uitgevoerd als de accu losgekoppeld is! Het niet loskoppelen van de accu kan leiden tot
schade aan de ECU, het dashboard of de testapparatuur!
2. Stel vast welke aansluiting voor de motordiagnose is. Verbindt een ohmmeter over de CANbus pinnen van de
diagnostiekstekker.
3. Een meting van 60Ω geeft aan dat beide einden van de bus werken en de bus intact is.
4. Een meting van 120Ω geeft aan dat maar één einde van de bus werkt. Zoek de CANbus terminator op de
kabelboom van de motor en verwijder deze.
a. Een ohmmeting van 120Ω geeft aan dat de bus naar de terminator in het dashboard volledig is en dat het
probleem zich tussen het dashboard en de motorterminator bevindt.
b. Als de ohmmeter een open circuit meet geeft dit aan dat de bus naar de motorterminator toe intact is en dat het
probleem zich tussen het dashboard en de diagnostische stekker bevindt.
5. Installeer de terminator resistor opnieuw en sluit de accu weer aan.
a. Als het ECU diagnostische hulpmiddel beschikbaar is kunt u dit gebruiken om te controleren dat de ECU de
CANbus gegevens doorgeeft. Kijk in de documentatie van de ECU om de fout op te sporen en te corrigeren.
b. Als er nog een dashboard beschikbaar is om te testen, vervang dan het dashboard om te bepalen of de storing
in het dashboard zelf zit.
32 Foutcodes bij diagnose (DTC)
De foutcodes van de CANbus Diagnose bestaan uit 2 cijfers: het Suspect Parameter Number (SPN) en de Failure Mode Identifier (FMI). De SPN
geeft aan in welk subsysteem de storing zich bevindt, en de FMI geeft aan om welk soort storing het gaat.
Typische SPNs
Standaard SPN codes worden gedefinieerd door SAE J1939-71. ECUs geven niet alle standaard codes. Producenten kunnen extra SPN codes
toevoegen, bovenop de codes opgesomd in J1939-71. Kijk in de documentatie van de ECU voor de gebruikte SPNs.
SPN
Omschrijving
51
Throttle Positie
91
Positie versnellingspedaal
94
Druk olieafgifte
98
Niveau Motorolie
100
Druk Motorolie
110
Temperatuur koelvloeistof motor
111
Niveau koelvloeistof
FMI
De FMI codes worden gedefinieerd door SAE J1939-71. Kijk in de ECU documentatie voor de juiste interpretatie
van FMI codes voor een specifieke SPN.
FMI
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Tot
30
31
Omschrijving
Data geldig maar hoger dan normaal operationeel bereik
Data geldig maar lager dan normaal operationeel bereik
Data onregelmatig, intermitterend of onjuist
Voltage boven normaal of hoge kortsluiting
Voltage onder normaal of lage kortsluiting
Stroom minder dan normaal of open circuit
Stroom meer dan normaal of geaard circuit
Mechanisch systeem reageert niet correct
Abnormale frequentie, pulsbreedte of tijd
Abnormale update snelheid
Abnormale veranderingssnelheid
Foutmodus niet vast te stellen
Defect intelligent toestel of component
Kalibratie nodig
Speciale instructies
Data geldig maar hoger dan normaal operationeel bereik (minst ernstig)
Data geldig maar hoger dan normaal operationeel bereik (gemiddeld ernstig)
Data geldig maar lager dan normaal operationeel bereik (minst ernstig)
Data geldig maar lager dan normaal operationeel bereik (gemiddeld ernstig)
Foutieve netwerkdata ontvangen
Gereserveerd voor toewijzing in de toekomst
Niet beschikbaar of bestaande situatie
33 Gecontrolleerde Data Parameters
P
In deze ta
abel staan de motor en transmissie param
meters die worden bijgehouden via de CA
ANbus. De parameters
kunnen w
weergegeven worden
w
op de meterpagina’ss of de enkele
e analoge meter die geconfiigureerd kunnen
worden door de gebruiker. DB is een
n afkorting voo
or de interne database
d
waarrin alle gegeveens over de
motor/tran
nsmissie opslaat. Toegang tot de volledig
ge database is
s mogelijk op het display meet de Db View
wer in het
Configurratiemenu.
Icon
Param
meter
Meter
M
Pagina’’s
Enkele M
Meter
Elektriisch (Volts of Amps)
Elektrisch
h Potentieel
●
●
Accuvolta
age, geschake
eld
●
●
Netto acccustroom
●
Voltage dynamo
d
●
●
Dynamosstroom
●
●
Brandstof (L, Gal, IGal) o
of (L/h IGal/h)) of (km/L, MP
PG of IMPG)
Brandsto
ofniveau
●
●
Verbruiksssnelheid
●
●
Brandsto
oftemperatuur
●
●
Directe brandstofbespa
b
aring
●
Brandsto
ofbesparing
●
Brandsto
of
●
Verbruiksssnelheid
●
Totale ho
oeveelheid verrbruikte brand
dstof
Brandsto
oflekkage 1
Brandsto
oflekkage 2
Afstand (km,, mijlen of nau
utische mijlen)
Nog af te
e leggen afstan
nd
●
Afstand rit
r
●
Totale affstand voertuig
g
●
Druk
k (kPa, PSI off bar)
Brandsto
ofdruk
●
Baromete
er druk
●
Reserved
druk 1
●
●
Turbodru
uk
●
●
Druk luch
htinlaat
●
Druk diffe
erentieel luchttfilter
●
Injector Meting
M
Rail 1 Druk
D
●
Injector Meting
M
Rail 2 Druk
D
●
Druk mottorkoelvloeisto
of
●
Motorolie
e druk
●
●
Druk tran
nsmissieolie
●
●
Koppelingsdruk
●
Air Start Druk
●
Injector Bedieningsdru
B
k
●
●
Temp
peratuur (°C of
o °F)
Tempera
atuur motorkoe
elvloeistof
●
●
Tempera
atuur motor intercooler
●
Tempera
atuur motorolie
e
●
●
Tempera
atuur transmiss
sieolie
●
●
Tempera
atuur turbo olie
e
●
Tempera
atuur inlaatspru
uitstuk
●
●
temperattuur luchtinlaat
●
●
Tempera
atuur uitlaat
●
●
Tempera
atuur reserve 1
●
●
Tempera
atuur motor EC
CU
Da
atabase
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
34 Icon
Param
meter
Meter
M
pagina’s
Uitlaatga
as Port 1 Temperatuur
●
Uitlaatga
as Port 2 Temperatuur
●
Turbo In
nlaat Temperratuur
●
Pe
ercentage (%
%)
Accelera
atiepositie
●
Niveau motorolie
m
●
Niveau koelvloeistof
k
f
●
Ventilato
orsnelheid
●
Gevraag
gd Percentag
ge koppel
●
Huidige koppel moto
orpercentage
e
●
Percenta
age lading op RPM
●
Snelheid (R
RPM, km/h, MPH
M
of KTS)
Input Asssnelheid
●
Output Assnelheid
A
●
Motorsn
nelheid
●
Turbo 1 Snelheid
●
Gewensste operationele motorsne
elheid
●
Ventilato
orsnelheid
●
Snelheid
d voertuig
●
Tijd (h)
Totaal aantal
a
gelope
en uren
●
Aantal gelopen
g
uren/rit
●
Onderho
oudsuren
Diversen
Koppelo
omvormer Lo
ock-Up actieff
Transdu
ucer
●
Huidige versnelling
●
Geseleccteerde versn
nelling
●
CANTX uitschakeling
CANpluss I/O
meter
Enkele m
Da
atabase
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
Afkorting
gen
De eenhe
eden MPG en Gal gelden vo
oor Amerikaan
nse “gallons”. Voor niet-Amerikaanse galllons (Groot Brrittannië,
Canada e
etc.) worden de
d eenheden IMPG of IGAL gebruikt. N sttaat voor Nauttische Mijlen. K
KTS staat voo
or knopen.
Let op
Als een p
parameter niett door de CANbus wordt doo
orgegeven is het
h niet mogelijk deze te seelecteren. Als een
e
geconfigu
ureerde param
meter niet besc
chikbaar is wo
ordt
weergegeven.
w
35 Woordenlijst
CAN
Controller Area Network (ook CANbus genoemd); een serieel communicatieprotocol voor het gebruik
van elektronische motoren.
DTC
Diagnostic Trouble Code; de combinatie van SPN en FMI waarmee een specifieke storing word
aangegeven.
ECU
Engine Control Unit; een elektronisch toestel dat verantwoordelijk is voor het controleren en toezicht
houden op de werking van de motor.
ECM
Engine Control Module; een andere naam voor de ECU
FMI
Failure Mode Identifier; omschrijft het soort storing gevonden in het subsysteem zoals aangegeven door
het SPN.
GPS
Global Positioning System; een systeem van satellieten en ontvangstapparatuur dat gebruikt wordt om
posities op aarde te berekenen, gebruikt voor navigatie.
J1939 SAE motordataprotocol dat CAN 2.0B gebruikt.
LCD
Liquid Crystal Display; een displaytechnoligie die elektriciteit gebruikt om kristallen in een speciale
vloeistof te polariseren. Onder spanning verandert de polarisatierichting van de kristallen, waardoor een
donkerdere plek ontstaat.
NMEA National Marine Electronics Association, een serieel communicatieprotocol voor gebruik op zee.
RS-232 Standaard elektrische interface voor seriële communicatie.
RS-485 Standaard differentieel elektrische interface voor seriële communicatie.
SAE
Soft
Society of Automotive Engineers; professionele vereniging van technici in de transportindustrie die de
meeste standaarden binnen de auto-industrie bepaalt voor het testen, meten en ontwerpen van auto’s
en hun onderdelen.
Drukknoppen waarvan de functie veranderd kan worden bij gebruik
Buttons
SPN
Suspect Parameter Number; een getal dat gebruikt wordt om een specifiek element,
component of een parameter in verband met de ECU aan te duiden.
36 BBA Pumps BV
Postbus 498
7000 AL Doetinchem - Netherlands
p +31 (0)314-368 436
e [email protected]
i www.bbapumps.com