gebiedspagina Pernis

Aan de Leden van de Vaste Kamer Commissie VWS
t.a.v. dhr. A.J. Teunissen, griffier
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum
ons kenmerk
voor informatie
uw kenmerk
Onderwerp
30 juni 2014
2014-069\wt\hm
Winny Toersen NPCF, Marijke Hempenius Ieder(in), Sandrina Sangers CSO,
Steven Makking LPGGz,
AO Pakketmaatregelen
Geachte heer Teunissen,
Op 2 juli spreken de leden van uw commissie in een Algemeen Overleg over Pakketmaatregelen.
Op de agenda staan verschillende onderwerpen die verband houden met het verzekerde pakket.
Voor een aantal onderwerpen geven wij u hierbij belangrijke aandachtspunten mee vanuit het
perspectief van de mensen die zorg nodig hebben. De aandachtspunten zijn bedoeld voor de
pakketmaatregelen die niet gaan over de overhevelingen in het kader van de hervorming
langdurige zorg1.
a) Pakketbeheer
a. Overweeg een gerichte publiekscampagne over de samenhang tussen het
verzekerde pakket, de individuele polis en waar mensen betrouwbare, goed
toegankelijk en begrijpelijke informatie kunnen vinden over wat goede zorg is;
b. Betrek op passende wijze patiëntervaringen in beoordeling van effectiviteit;
c. Zorg voor een toegankelijke uitleg over het pakketbeheer in praktijk en blijf
patiëntenorganisaties actief betrekken in proces van pakketbeheer.
b) Kies niet voor strikt voorliggend toepassen van het criterium noodzakelijkheid
c)
Geriatrische revalidatie
a. Patiënten met een indicatie voor geriatrische revalidatiezorg moeten altijd toegang
krijgen tot deze zorg. Ook als ontslag uit ziekenhuis langer dan een week geleden is.
b. Zorg ervoor dat herstelzorg en geriatrische revalidatie in samenhang wordt bezien,
ook al behoren beide zorgvormen nog tot verschillende domeinen.
d) Zittend ziekenvervoer
Maak een zorgvuldige afweging rondom de aanpassing van de regeling zittend
ziekenvervoer in het verzekerde pakket.
1
Onze aandachtspunten voor de overheveling van zorg in het kader van de Hervorming Langdurige Zorg
zijn ingebracht bij de behandeling van wetsvoorstellen behorend bij deze hervorming. Met name de
verpleging thuis en toegang tot het pgb, ook voor ouderen, blijven onze aandacht vragen.
Churchilllaan 11-6 | 3527 GV Utrecht | Postbus 1539 | 3500 BM Utrecht | T 030 297 03 03
E [email protected] | I www.npcf.nl | CenE Bankiers 22.72.22.156 | K.v.K. 40482340
kenmerk: 2014-069\wt\hm
datum: 14 06 30
blad: 2 van 4
e) Investeer in de ontwikkeling van breed gedragen protocollen en naleving hiervan om tot
betere hulpmiddelenzorg te komen.
f)
Voorwaardelijke toelating
a. Stimuleer de verdere ontwikkeling van het instrument voorwaardelijke toelating;
b. Maak duidelijk wie verantwoordelijk is voor goede communicatie over
voorwaardelijke toelating naar patiënten die de zorg ontvangen.
Wij vragen u deze aandachtpunten in uw beraadslagingen mee te nemen.
Met vriendelijke groet,
Wilna Wind,
Illya Soffer
Algemeen directeur Patiëntenfederatie NPCF
directeur Ieder(in)
Hadewych Cliteur directeur CSO
directeur CSO
Marjan ter Avest
directeur Landelijk Platform GGz
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie | Churchilllaan 11-6 | 3527 GV Utrecht | Postbus 1539 | 3500 BM Utrecht
T 030 297 03 03 | E [email protected] | I www.npcf.nl | CenE Bankiers 22.72.22.156 | K.v.K. 40482340
kenmerk: 2014-069\wt\hm
datum: 14 06 30
blad: 3 van 4
TOELICHTING AANDACHTSPUNTEN AO PAKKETMAATREGELEN
Pakketbeheer in de praktijk; borg inbreng vanuit patiëntenperspectief
Het verzekerde pakket is de toegang tot de zorg. Toegang tot de zorg is voor iedereen, en zeker
voor patiënten, erg belangrijk. Wat er in het verzekerde pakket zit, heeft dan ook veel
belangstelling en vraagt om goede informatievoorziening. In de praktijk is dat nog niet zo
eenvoudig. Informatie van het Zorginstituut is algemeen. Voor specifieke informatie is de
verzekerde aangewezen op zijn zorgverzekeraar en de polisvoorwaarden. Vervolgens komt de
feitelijk geboden zorg tot stand in overleg met de behandelaar. Het blijft nodig om mensen goed
te informeren over deze samenhang. Overweeg een gerichte publiekscampagne.
Naast weten wat er in het verzekerde pakket zit, willen mensen ook weten waarom bepaalde
zorg en/of behandelingen wel of niet tot het verzekerde pakket behoort. Een belangrijk
vertrekpunt voor de toelating tot het verzekerde pakket is ‘evidencebased geneeskunde’.
Hierover bestaan bij patiëntenorganisaties de nodige zorgen. Er bestaat twijfel of dit vertrekpunt
voldoende ruimte laat voor het meewegen van patiëntervaringen en uitkomsten. De patiënt kijkt
naar de uitkomsten van behandeling vanuit zijn totale functioneren. De uitkomst op een
specifieke gezondheidsmaat is minder maatgevend. De zorg over het vertrekpunt van ‘evidence
based geneeskunde’ is extra groot bij kleine patiëntengroepen met zeldzame aandoeningen.
Naast het op een goede manier betrekken van patiëntervaringen in onderzoek voor de
onderbouwing van het verzekerde pakket, is even zo goed van belang deze ervaringen te
betrekken bij de afwegingen die gemaakt worden binnen het pakketbeheer. Het is onwenselijk
dat het resultaat van een duiding door het Zorginstituut patiëntenorganisaties bereikt na
signalen van patiënten die merken dat een bepaalde behandeling niet meer wordt vergoed. Dat
begint met kennis en inzicht in hoe het pakketbeheer werkt. In aanloop naar de rapportage
Pakketbeheer in de praktijk deel 3, hebben wij aangedrongen op een voor betrokken
buitenstaanders toegankelijke uitgave van de rapportage. Het is goed dat het Zorginstituut hier
momenteel aan werkt. Tegelijkertijd is het belangrijk dat het Zorginstituut de ingeslagen weg
om het veld, en vooral ook patiëntenorganisaties, vroegtijdig te betrekken in het proces van
pakketbeheer wordt vervolgd.
Noodzakelijkheid als voorliggend criterium
Het Zorginstituut is van mening dat het strikt voorliggend toepassen van het criterium
noodzakelijkheid geen recht doet aan een zorgvuldige afweging van alle argumenten die
relevant kunnen zijn voor de advisering door het Zorginstituut om te komen tot de meest
doelmatige gezondheidszorg als geheel. Deze mening delen wij en we zijn blij te constateren dat
ook de minister schrijft dat een ééndimensionele benadering geen recht doet aan de
complexiteit van het vergoedingsvraagstuk.
Geriatrische revalidatie
Vooruitlopend op een advies van het Zorginstituut zegt de minister het Besluit Zorgverzekering
aan te passen zodat vanaf 1 januari 2015 geriatrische revalidatie ook geleverd kan worden
binnen een week aansluitend op het ziekenhuisverblijf. Een grens stellen in de tijd, is volgens
ons geen goede oplossing. Zeker niet als het te positief inschatten van zelfredzaamheid
onderdeel is van de aandoening. Of binnen enkele dagen of na enkele weken blijkt dat er
onoverkomelijke problemen zijn om thuis te kunnen revalideren, zou er niet leidend moeten
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie | Churchilllaan 11-6 | 3527 GV Utrecht | Postbus 1539 | 3500 BM Utrecht
T 030 297 03 03 | E [email protected] | I www.npcf.nl | CenE Bankiers 22.72.22.156 | K.v.K. 40482340
kenmerk: 2014-069\wt\hm
datum: 14 06 30
blad: 4 van 4
zijn. Als geriatrische revalidatie de best passende oplossing blijkt volgens deskundig oordeel,
dan moet de betrokken patiënt daar ook aanspraak op kunnen maken. Weten dat geriatrische
revalidatiezorg mogelijk en beschikbaar is, maakt kiezen voor herstel thuis gemakkelijker. Zeker
ook voor betrokken mantelzorgers.
Geriatrische revalidatiezorg maakt sinds 2013 deel uit van het verzekerde pakket. Herstelzorg
wordt momenteel via een voorlopig tijdelijke oplossing gefinancierd vanuit de AWBZ. Het
onderscheid tussen beide zorgvormen is voor patiënten allerminst duidelijk. Over herstelzorg
heeft u besloten te spreken bij de behandeling van de Wet Langdurige Zorg. Wij dringen er
hierbij op aan, de verschillende zorgvormen goed in samenhang te bezien om te voorkomen dat
groepen patiënten tussen de wal en het schip belanden.
Zittend ziekenvervoer
Dat de minister heeft besloten geen wijzigingen aan te brengen in de regeling zittend
ziekenvervoer per 2015, vinden wij een goede zaak. Wij hechten er aan dat een zorgvuldige
afweging wordt gemaakt, met name over het mogelijk uitsluiten van rolstoelafhankelijke
patiënten en blinden/zeer slechtzienden van deze regeling. Zeker gezien het feit dat de zorg en
behandeling voor deze laatste groep per 1 januari 2015 wordt bekostigd vanuit de
zorgverzekering. Wij vragen u uitdrukkelijk ook betrokken organisaties, zoals bijvoorbeeld de
Oogvereniging en de Dwarslaesie Organisatie Nederland te betrekken bij de verdere
besluitvorming over dit onderwerp.
Functiegerichte omschrijving van hulpmiddelen
In haar brief schrijft de minister dat de functiegerichte omschrijving van hulpmiddelen bijdraagt
aan meer ruimte voor maatwerk, innovatieve hulpmiddelen en betere hulpmiddelenzorg. Daarbij
tekent zij aan dat het veld er verder voor moet zorgen dat er goede protocollen komen om aan
dit maatwerk invulling te geven. Patiëntenorganisaties signaleren dat goede protocollen die
breed worden gedragen en nageleefd, in de praktijk moeizaam of niet tot stand komen.
Tegelijkertijd signaleren wij ook dat functiegerichte omschrijvingen zorgverzekeraars aanzetten
tot scherpere zorginkoop en het opnemen van beperkte keuze in de polisvoorwaarden. Om tot
betere hulpmiddelenzorg te komen, pleiten wij voor meer investeringen in de ontwikkeling van
breed gedragen protocollen en naleving hiervan.
Voorwaardelijke toelating
De voorgestelde aanpassingen van de regeling voorwaardelijke toelating zien wij als een goede
doorontwikkeling van het instrument voorwaardelijke toelating. Graag benadrukken wij dat
goede communicatie over voorwaardelijke toelating naar de patiënten die de zorg ontvangen,
essentieel is. Wie hiervoor verantwoordelijk is, wordt nog niet helemaal duidelijk uit de brief.
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie | Churchilllaan 11-6 | 3527 GV Utrecht | Postbus 1539 | 3500 BM Utrecht
T 030 297 03 03 | E [email protected] | I www.npcf.nl | CenE Bankiers 22.72.22.156 | K.v.K. 40482340