Eindprestatie

Republiek
versus Frankrijk
Deelprestatie 2 – NL/GS
Themagroep
Inhoudsopgave
•
•
•
•
•
Sociale lagen in beide landen
Bestuursvorm van beide landen
Bestuurs schema beide landen
Verschillen en overeenkomsten
Begrippen :
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Regenten
Staten-Generaal van Nederland
Raadspensionarissen
Stadhouder
Vroedschap
Absoluut vorst
Droit-Divin
Intendanten
Standenvergadering van Frankrijk
Sociale lagen in Nederland
Sociale lagen in Frankrijk
Bestuursvorm Frankrijk
Regeringsvorm van Frankrijk
Frankrijk had de besturingsvorm; Het absolutisme. Bij het absolutisme
is er één koning die alles beslist. Die koning heeft dan alle macht. De
vorst is niet gebonden aan wetten. En heeft ook geen
verantwoordelijkheid voor de burgers. De enige verantwoordelijk die
hij had was voor god. Iedereen gehoorzaamd de koning dan ook, dit
komt door het Droit Divin. Droit Divin betekent: goddelijk recht. En
daarmee lieten absolute vorsten zien hoe ze over zichzelf dachten. Ze
geloofde dat god hen had uitgekozen om over iedereen te regeren.
Niemand stond boven een absolute vorst. Hij had alle macht.
Bestuursvorm Nederland
Regeringsvorm van Nederland
Republiek is een regeringsvorm waarbij het land bestuurd word door
gekozen leiders. De republiek der Nederlanden bestond uit gewesten.
De regenten hadden bijna alle macht in Nederland en zij waren de
bestuurders over de gewesten, Zeeland, Holland, Gelderland, Utrecht,
Drenthe, Overijssel, Friesland en Groningen. Alle gewesten hadden
eigen wetten. Als het ging om de politiek of verdediging van het land
stuurden de gewesten de regenten naar de Algemene staten in
Drenthe. Ieder gewest mocht bij het stemmen over de voorstellen één
stem uitbrengen. De meeste landen om Nederland heen vonden de
regeringsvorm van Nederland maar niks. Zij vonden dat een land een
“allesheerser” nodig had.
Bestuurs schema Nederland
Bestuurs schema Nederland
Bestuurs schema Frankrijk
Verschillen
Republiek der Nederlanden
Frankrijk
Macht bij regenten (meerderen)
Macht bij koning (1 persoon)
Bestuur per gewest (eigen wetten en
regels)
Centraal aangestuurd (wetten voor heel Frankrijk)
Demoncratie (stemmen over voorstellen
via de Staten-General)
Geen demoncratie (de wil van de koning is de wet)
Protestants (behalve Generaliteitslanden
waren Katholiek)
Katholiek
Overeenkomsten
Republiek der Nederlanden
Frankrijk
Staten-Generaal (vergadering van de
verschillende gewesten)
Staten-Generaal (vergadering van verschillende staten)
Kleine groep van de bevolking is rijk en
heeft de macht (regenten)
Kleine groep is rijk en heeft de macht (de koning en
aantal adelen)
Het gewone volk had geen inspraak
Het volk had geen inspraak
Gelaagdheid (regenten, de gegoede
burgerij, de kleine burgerij en het gemeen)
Gelaagheid (de adel, geestelijke en het volk)
Centrale wetten (wetten via StatenGeneraal gelden voor de hele republiek)
Wetten gelden voor het hele land
Regenten
• Regenten zijn bestuurders van Nederlanden in de 17e en 18e
eeuw
Staten-Generaal van Nederland
• De Staten-Generaal is een volksvertegenwoordiging voor
Nederland. Een volksvertegenwoordiging is eigenlijk een soort
politieke partij. De burgers kiezen de mensen die in de StatenGeneraal zitten.
Raadpensionarissen
• Raadspensionarissen waren adviseurs in de steden en
gewesten van de Nederlanden in de 16e, 17e en 18e eeuw.
Tussen de raadpensionarissen en stadhouders (vooral die van
Holland) bestonden soms meningsverschillen. Daarbij ging het
bijna altijd om de macht in de Republiek. Stadhouders wilden
een grotere macht binnen de Republiek krijgen. De
raadpensionarissen stonden aan de kant van de regenten.
Stadhouder
• Een stadhouder is een plaatsvervanger van de vorst in een
gewest.
Vroedschap
• Een vroedschap is een raad die het bestuur advies geeft. Het
stadsbestuur bestond uit de vroedschap en andere
bestuurders als burgemeesters, de schout en schepenen. Het
is te vergelijken met de gemeente van nu.
Absoluut vorst
• Een absoluut vorst is een erfelijk bestuurder.
Droit-Divin
• Droit Divin is een goddelijk recht waarmee absolute vorsten
lieten zien hoe ze over zichzelf dachten. Ze geloofden dat god
hen had uitgekozen om over het land te regeren. Een absolute
vorst vond dat hij geen verantwoordelijkheid had voor de
bevolking. Hij had alleen verantwoordelijkheid voor God. Als je
tegen de absolute vorst in ging, ging je ook tegen god in en dat
wilde niemand.
Intendanten
• In het algemeen gebruiken we intendanten voor
hooggeplaatste functionarissen die de leiding hebben over
een stad of provincie. Lodewijk had ook intendanten. Zij
hielpen hem.
Standenvergadering van Frankrijk
• In 1789 was er een standenvergadering van de StatenGeneraal van Frankrijk. Tijdens die standenvergadering was er
een groep ontstaan, en die hebben er uiteindelijk voor
gezorgd dat er mensenrechten kwamen. Een stadhouder is
een ambtenaar die een stad beheerd. Een stadhouder was de
belangrijkste ambtenaar in de Nederlanden.