Budget 2015 – Verklaring 1. Investeringsbudget In het project `t

Budget 2015 – Verklaring
1. Investeringsbudget
In het project ’t Wisterke 2 (totale investering : € 1.600.000) werd er tot en met 2014 voor € 994.000
geïnvesteerd. Voor 2015 blijft er dus nog een transactiekrediet van € 606.000.
Voor wat betreft de financiering van dit project is er tot en met 2014 voor € 254.000 ontvangen aan
VIPA-subsidies. Er blijven dus nog € 594.000 aan VIPA-subsidies te ontvangen. De verkoop van de
Molenstraat 59 bracht € 362.000 op. De rest wordt gefinancierd door de gemeente. Zo krijgen we
volgend schema :
Budget 2015 investeringen
t Wisterke 2
2012
2013
2014
2015
totaal
50.000
395.000
549.000
606.000 1.600.000
VIPA
gemeente
Verkoop materiële vaste
activa
0
0
254.000
191.000
0
200.000
594.000
9.000
848.000
400.000
0
0
362.000
0
362.000
Totaal
0
445.000
562.000
Investering
Gebouw
Financiering
603.000 1.610.000
Budget 2015 - verklarende nota
pagina 1/4
2. Exploitatiebudget
Budget 2015 exploitatie
Opbrengsten
Budget 14
Prognose 14
Budget 15
Werkingsopbrengsten
Recuperatie van kosten
Subsidies (excl. gemeentel bijdrage/gemeentefonds)
Gemeentelijke bijdrage
Gemeentefonds
Financiële opbrengsten
909.000
180.000
3.140.000
2.770.000
306.000
18.000
840.000
152.000
2.579.000
2.770.000
306.000
38.000
832.000
184.000
2.719.000
2.822.000
306.000
35.000
Totale opbrengsten
7.323.000
6.685.000
6.898.000
Kosten
Budget 14
Prognose 14
Budget 15
Werkingskosten
Personeel
Sociale dienst
Financiële kosten
1.369.000
4.327.000
1.569.000
5.000
1.119.000
4.195.000
1.311.000
5.000
1.179.000
4.303.000
1.380.000
5.000
Totale kosten
7.270.000
6.630.000
6.867.000
Opbrengsten – realisatie t.o.v. budget
De werkingsopbrengsten zijn in 2014 lager dan gebudgetteerd ten gevolge de overdracht van de
dienst opvanggezinnen (€ 100.000). De overige opbrengsten liggen in lijn met het budget, enkel in de
dienst gezinszorg was er een stijging t.o.v. het gebudgetteerde in 2014 (€ 20.000).
De recuperatie kosten sociale dienst blijft stabiel en lijkt voor 2014 beneden budget te blijven.
De subsidies zullen in 2014 lager zijn dan gebudgetteerd ingevolge de overdracht van de dienst
opvanggezinnen (€ 180.000), de verminderde bezetting van het lokaal opvanginitiatief (€ 140.000) en
minder subsidies voor specifieke kosten sociale dienst, vooral in subsidies asielzoekers (€ 240.000),
wat in de kosten wel volledig gecompenseerd wordt door verminderde kosten in deze categorie.
Budget 2015 - verklarende nota
pagina 2/4
Kosten – realisatie t.o.v. budget
De werkingskosten zijn in 2014 lager dan gebudgetteerd ten gevolge van de overdracht van de dienst
opvanggezinnen (€ 135.000), minder uitgaven voor wat betreft onderhoud gebouwen (€ 30.000), het
niet uitvoeren van de communicatiecampagne (€ 35.000), minder uitgaven in energie (€ 20.000) en
minder uitgaven voor vorming (€ 25.000).
De personeelskosten lagen in lijn van het budget, behalve voor wat betreft de tewerkstelling in het
kader van artikel 60 § 7 (€ 35.000) en binnen de gesubsidieerd contractuelen (€ 40.000). Er dient nog
wel rekening mee gehouden te worden dat de patronale bijdragen van de gesubsidieerd
contractuelen op dit ogenblik op dezelfde manier berekend worden als van gewone contractuele
werknemers en dat er ter compensatie hiervan nog een doelgroepvermindering dient geboekt te
worden. Vanaf april 2015 zou dit systeem dan nogmaals wijzigen, waarbij alle gesubsidieerd
contractuelen het statuut van gewoon contractuele krijgen en er ter compensatie van de gescosubsidie en de verhoogde patronale bijdrage een subsidie komt (ten belope van 95 % van de kost).
De specifieke kosten sociale dienst liggen lager dan gebudgetteerd ten gevolge van minder uitgaven
binnen de categorie asielzoekers (€ 200.000) – zie ook subsidies. Er werd ook minder financiële steun
boven het leefloon uitgekeerd (€ 30.000).
Budget 2015
Voor het opstellen van het budget werd rekening gehouden met bovengeschetste evoluties.
De werkingsopbrengsten werden in overeenstemming gebracht met de reële cijfers van 2014. De
subsidies werden eveneens in overeenstemming gebracht met de reële cijfers van 2014. Hier moet
wel rekening gehouden worden met de subsidies, die betrekking hebben op specifieke kosten sociale
dienst, steeds moeilijk ingeschat kunnen worden. Mogelijk is hier bijsturing nodig in de loop van het
jaar.
Voor wat betreft werkingskosten, deze werden eveneens in overeenstemming gebracht met de
cijfers van 2014. De lichte verhoging heeft te maken met een aantal specifieke noodzakelijke kosten,
voornamelijk binnen onderhoud gebouwen.
Binnen personeelskosten werd wel rekening gehouden met de aanwerving van een ½ VTE
maatschappelijk werker (€ 27.940) en het dubbellopen gedurende één maand van de secretaris met
een “vervanger” (€ 10.000), alsook met de normale bezetting van tewerkgestelden in het kader van
artikel 60 § 7 (€ 40.000).
De specifieke kosten sociale dienst werden in overeenstemming gebracht met de huidige situatie,
waarbij wel voorbehoud dient gemaakt te worden met het feit dat deze moeilijk in te schatten zijn,
zodat hier eventueel in de loop van het jaar bijsturing mogelijk is. Deze bijsturing wordt dan wel voor
een groot gedeelte gecompenseerd door subsidies (zie boven).
Budget 2015 - verklarende nota
pagina 3/4
3. Liquiditeitenbudget
Wat betreft het liquiditeitenbudget blijven we in lijn met het meerjarenplan. De leningen die
bestonden blijven bestaan, maar zijn zeer beperkt. De kapitaalaflossingen bedragen in 2015 een
kleine € 30.000.
In 2016 zal dit op hetzelfde niveau blijven. Voor de volgende jaren (2017 – 2019) blijft er nog één
lening met een jaarlijkse verwaarloosbare aflossing van iets meer dan € 1.000.
Budget 2015 - verklarende nota
pagina 4/4