Leerstofoverzicht examen wiskunde maart 1 Goniometrie Willekeurige driehoeken Je kent de sinusregel en cosinusregel en kan ze ook bewijzen en toepassen in vraagstukken. Je kent de formule van Heroon (zonder bewijs) en kan ze toepassen in vraagstukken. 2 Rijen Inleiding Van een gegeven aantal termen van een rij een expliciete of recursieve definitie afleiden Gegeven een expliciete of recursieve definitie een aantal termen van een rij kunnen berekenen De betekenis van het -teken kennen, en ermee kunnen rekenen Rekenkundige rijen De definitie van een rekenkundige rij kennen (zowel expliciet als recursief) De formule voor de som van de eerste n termen van een R.R. kennen en kunnen bewijzen De stelling: “a,b en c vormen een R.R. als en slechts als…” kennen en kunnen bewijzen Vraagstukken in verband met rekenkundige rijen kunnen oplossen Meetkundige rijen De definitie van een meetkundige rij kennen (zowel expliciet als recursief) De formule voor de som van de eerste n termen van een M.R. kennen en kunnen bewijzen De stelling: “a,b en c vormen een M.R. als en slechts als…” kennen en kunnen bewijzen Vraagstukken in verband met meetkundige rijen kunnen oplossen 3 Analytische meetkunde Loodrechte stand Stelling + bewijs : Twee rechten die niet evenwijdig zijn met de assen staan loodrecht op elkaar als en slechts als het product van hun richtingscoëfficiënten gelijk is aan -1 Alle gemaakte en analoge oefeningen zelfstandig kunnen oplossen Oefeningen in verband met analytische meetkunde vlot kunnen oplossen (zonder rekenfouten) Afstand punt-rechte Stelling + bewijs : De formule voor de afstand van een punt tot een rechte Je kan de formule om de afstand van een punt tot een rechte te berekenen vlot gebruiken, onder meer ook om de vergelijkingen van bissectrices van rechten op te stellen De vergelijking van een cirkel Je kan de vergelijking van een cirkel opstellen, en omgekeerd middelpunt en straal bepalen Je kan snijpunten van rechten en cirkels bepalen alsook van cirkels onderling Je kan de vergelijking van raaklijnen opstellen aan cirkels in punten van de cirkel Je kan oefeningen en vraagstukken oplossen analoog aan diegene die we gezien hebben 4 De cirkel Stelling + bewijs : Door 3 punten gaat juist één cirkel (existentie en uniciteit) Stelling + bewijs : Verband tussen middelpuntshoek en omtrekshoek + gevolgen Stelling + bewijs : Verband tussen raaklijn en middellijn door hetzelfde punt + omgekeerde Stelling + bewijs : Macht van een punt ten opzichte van een cirkel Constructies : Raaklijnen uit een punt aan een cirkel en uitwendige raaklijn aan twee cirkels Alle gemaakte en analoge oefeningen zelfstandig kunnen oplossen Info over het examen Het examen bestaat uit 17 vragen. 24% is theorie die letterlijk uit de cursus komt, 76% zijn ongeziene oefeningen. 12% van de vragen gaat over goniometrie, 30% gaat over rijen, 30% gaat over analytische meetkunde en 39% gaat over de cirkel. (Nee, er zitten geen rekenfouten in deze laatste zin!)
© Copyright 2024 ExpyDoc