Orde van dienst voor Witte Donderdag Om te beginnen: De paaskaars wordt aangestoken door de Diaken van Dienst V God zij ons genadig en zegene ons A Hij doe zijn aangezicht over ons lichten V Wij roemen in het kruis van onze Heer Jezus Christus A In Hem is ons Heil, ons leven en onze opstanding Zingen: NLB/Psalm 67: 1, 3 1 God zij ons gunstig en genadig. Hij schenke ons 't gezegend licht dat overvloedig en gestadig straalt van zijn heilig aangezicht; opdat hier op aarde elk uw weg aanvaarde en tot U zich wend ', zo, dat allerwegen ieder volk de zegen van uw heil erkent. 3 De aarde heeft de vrucht gegeven, die door de hemel werd verwekt, en uit haar schoot ontspruit nieuw leven waar God zijn hand houdt uitgestrekt. God is ons genegen, onze God geeft zegen, Hij die alles geeft, Hij zal zijn geprezen, Hem zal alles vrezen wat op aarde leeft. De lezingen Pasen op komst: Marcus 14: 1, 2 Lector 1 Zingen: NLB 556: 1, 4 Alles wat over ons geschreven is Gaat Gij volbrengen deze laatste dagen Alle geboden worden thans voldragen, Alle beproeving van de Wildernis. Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan, Aan U o heer ontleent het brood zijn leven, Ons is een lofzang in de mond gegeven, Sinds Gij de weg van ’t offer zijt gegaan. Gebed om ontferming Gaan wij op weg met U, met uw Zoon, om doortocht te maken en leven te vieren Gaan wij met uw Zoon de diepte van mensen in Waarin Hij zich breekt omdat wij zo gebroken zijn Waarin Hij zich schenkt omdat wij soms zo bloedeloos zijn Heer ontferm U toch Want wat Hij heeft gezien en Hij heeft geleden Is het niet zijn en ons menszijn waarvan Hij toen zag en wij nog steeds zien Dat het pijn gedaan wordt Onze liefde en verlorenheid Onze kwetsbaarheid en vurigheid Dat hart van ons dat haar redenen heeft, maar Die de rede van ons verstand niet kent Heer ontferm U Over de mensen die Uw Zoon in zijn hart en op zijn schouders heeft gedragen in zijn ontferming over hen. Hun pijn, zijn pijn,’ Hun vrees om alleen te zijn Is zijn harte kreet om U geweest Waarom laat je mij alleen Jij zegt jij draagt mij, één stel voetstappen in het zand, toen ik, Uw kind, toen Hij uw Zoon het moeilijk had Maar waarom voelen we het vaak niet zo, Net als Uw zoon, zo voor dat vreselijke gebeuren Zich door mensen en U alleen gelaten voelde. De sprong die moest Hij wagen Heer ontferm U Hoe vaak moeten mensen in het klein en in het groot ook niet de sprongen wagen die hen brengen door de hoge golven heen naar de overzijde Beslissing op beslissing, Tussen de angsten door Heer ontferm U! Is er een beloofde land Is er bevrijding Heer ontferm U U breekt uzelf voor mensen U wordt gebroken door mensen U wordt geschonken aan mensen Het water aan de lippen van ons mens zijn Wordt wijn, om het leven in overvloed te vieren Waarom doen we daar zo mondjesmaat mee soms Naar elkaar toe Heer ontferm U Over een wereld die beperkt, insnoert en begrenst prikkeldraad spant als doornenkronen op afstand houdt waar u omarmt die graait waar U wilt uitdelen Ontferm U toch Over een wereld die de hielen likt Van hen die de kwetsbaren vertrappen Ontferm U over de angst van mensen voor de machten en de krachten die de vrijheid afpakken waarvoor U nu juist hebt gestreden Ontferm U over allen die gebroken zijn Over ieder bloedend hart Maak ruimte, doortocht dwars door de angst Naar een koninkrijk van vrede Met u, met de anderen Ook uw schepselen en aangezicht van licht Heer ontferm u De gezalfde Christus: Marcus 14: 3-9 Lector 2 Stem/tekst: NLB 563 voorganger Zingen: NLB 558: 1, 3 1 Jezus, om uw lijden groot, om uw leven en uw dood die volbrengen 't recht van God, Kyrie eleison. 3 Om de zalving door een vrouw, vreugdeolie, geur van rouw, teken van wat komen zou, Kyrie eleison. Verraad: Marcus 14: 10-11 Lector 1 Stilte Maak alles klaar: Marcus 14: 12-16 Lector 2 Zingen: NLB 558: 4 4 Om het brood, Heer, dat Gij breekt, om de beker die Gij reikt, om de woorden die Gij spreekt, Kyrie eleison. Bittere kruiden: Marcus 14: 17-21 Lector 1 Stilte Overdenking Wat gebeurt er deze nacht. Jezus gedenkt met zijn vrienden die hem dierbaar zijn het paasfeest. Herinnering van hoe het toen was. In Egypte. Al die onderdrukking, al die angst. Al dat niet jezelf mogen zijn, onder het bewind van andere machten zijn. de discipelen en Jezus weten hoe dat ook nu en in die tijd met de Romeinen weer voelt. En bij hen is hun vriend Jezus. Wat doet Hij toch, ze zijn van kinds af aan gewend om het brood te breken, de doortocht te vieren, maar Hij, wat dóet hij? Dit is niet leuk meer, dit is niet meer iets waar je trots op kunt zijn, of de bijzonderheid van kunt inzien. Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed. Nee dit was het ongezuurde brood en dit was de wijn, het bloed aan de deurposten van Egypte, maar niet HIJ, Wat gebeurt er deze nacht. Deze nacht gebeurt het dwars door de angst heengaan omdat er iets is wat dat de moeite waard maakt. Jezus heeft iets in zich meegekregen waarvoor Hij heeft willen leven. Groot genoeg om ervoor te willen en kunnen sterven. De liefde voor de mensen. Schepselen van God zijn vader. In een weten dat Hij het is die moet laten zien waar het God om gaat. Om delen, om liefhebben, om genezen en opvangen. Om gelijkwaardigheid en echtheid. Om een verdriet hebben om je vergissingen, om eerlijkheid in het erkennen van je onmacht, Om het onder ogen zien van de kansen die God je geeft En die je misschien door allerlei suffe redenen niet ziet Of durft te zien Zo bang als wij zijn De wereld is van God Om al die economisch en theologisch niet vast te leggen essentiele noties van mensen op deze aarde Een leven in vrijheid Waar je benieuwd bent naar de ander Zonder hem of haar vast te snoeren in jouw denkbeelden De Vrienden raken in de war en Jezus is bang. Bang voor wat komen gaat. Dat wat zij vinden en doen is de essentie van wat God wil dat wij zijn en doen. Maar de wereld is daar nog maar nauwelijks aan toe en kan armoedig omgaan met het gegeven dat God zich geeft in die oproep aan ons: Leef, leef goed, deel, opdat alle vreugde zich vermenigvuldigt. Hoe halen de overheden het zich in het hoofd om deze jonge man vol fantastische ideeen om het leven te brengen. Nee Hij heeft niemand beschimpt of kritische tekeningen of kanttekeningen gemaakt bij het maatschappelijke bedrijf. Hij heeft niet gezegd “je suis” zelfs niet: Ik ben God. Maar ik ben een kind van deze God. Een gevolg van wat Hij belangrijk vindt. Een uitdrager van wat Hij, mijn God en Vader belangrijk vindt/ En ieder jaar weer lezen we ervan en ondergaan we deze dagen. En iedere dag weer worden we geconfronteerd met het feit dat vrijwel geen mens in staat is om de diepe impact van wat er daar gebeurt aan te durven: namelijk het angstloos vrij zijn en vertrouwen op God omdat zijn zoon het hart heeft gehad om ondanks zijn angst toch het hoofd te bieden aan alle bekrompenheid en beroerdheid van het menselijk bestaan. Dit is mijn lichaam, het liefste dat God hier aan jullie geeft. Zijn Zoon. Dit is de wijn. Bruiloftswijn omdat God en mensen een eenheid en een bondgenootschap met elkaar vormen. Als het goed is. Alles wat daar een tegenbeeld van is is godgeklaagd. NLB 559: 1, 2, 3, 4 Voor hen die zichzelf groot maken en daardoor anderen aan de kant dringen. Voor een wereld in nood willen we bidden. Die respectloos omgaat met het leven van zonen en dochteren van anderen, Zoals Zij respectloos is omgegaan met Uw Zoon goede God. Voor Uw gemeenschap wereldwijd willen wij bidden Dat zij een gemeeenschap mag zijn waar de vrijheid van uw geest mensen niet in keurslijven dwingt, maar vrij maakt om te vertrouwen, te geloven, te zingen, en te doen wat handen en harten te doen vinden, ongeacht voor en aan wie Als daar uw liefde mee gediend is. Voor wie gekluisterd en gevangen is in ziekzijn en afhankelijkheid willen we bidden om warme mensen vol ontferming om hen heen, naast alle medicijnen die tegenwoordig uit de kast worden getrokken Is de warmte van de betrokken menselijke nabijheid nog steeds dragende kracht van troost en welzijn op weg naar genezing of aanvaarding dat menselijke grenzen bereikt zijn en wij alleen nog maar dicht bij elkaar kunnen zijn om voor elkaar te zorgen in onze ontluistering. Voor wie verdrietig moeten loslaten wat lief is en was en niet meer tastbaar is of zal zijn, voor hen die het loslaten moeten ondervinden en volbrengen. Om vertouwen en vriendschap willen we bidden en om het uitgroeien van de kracht die ook uw Zoon heeft gedragen: de moed om lief te hebben ten volle. Stil gebed Onze Vader Voorbeden en onze Vader Wij bidden voor allen in gevangenschap van pijn en nood en schaamte Voor allen in gevangenschap van de angst wat de anderen er niet van zullen zeggen dat je kiest voor het licht en de ruimte, het waaien van Gods Geest Voor allen willen we bidden die door de behoefte aan macht van anderen machteloos worden gemaakt Collecte Stilte/muziek: diakenen halen wijn en brood Lezing en instelling van het Avondmaal Marcus 14: 22-26 voorganger Terwijl ze aten, nam hij een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Neem hiervan, dit is mijn lichaam.’ 23En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker, en allen dronken eruit. 24Hij zei tegen hen: ‘Dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen vergoten wordt. 25Ik verzeker jullie: ik zal niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van God.’ Zingen: NLB 389: 1, 2, 3, 4 Hij deelde zijn leven….(delen van brood en van wijn) v Laten wij de Eeuwige loven A En God danken En nadat zij de lofzang gezongen hadden….Marcus 14: 26-31 Lector 1 Zingen: NLB 244: 3, 4 O dat Gij heel mijn leven Met liefde blijft omgeven, Dat Gij mij binnennoodt, Dat het u nooit te vroeg is,Geef dat het mij genoeg is; Heer uw nabijheid is mijn brood. Aan ’t eind der pelgrimsreize Zal voor mijn oog verrijzen Uw grote eeuwigheid. O eeuwigheid Gij schone, Mijn hart wil in u wonen Het vindt geen thuis in deze tijd. V Wij gedenken de dood en de opstanding van de Heer A Totdat Hij komt! Heenzending Lezing: (voorganger) Ben ik het Heer, die Gij hier hebt genood Om aan te zitten aan hetzelfde maal, Om in te dopen in dezelfde schaal Als uw verrader, vriend en logenoot? Uw Liefde is zo diep, zo donkerrood, Zo bitter, en zo zoet is in de taal Het oude, ondoorgrondelijke verhaal: Ben ik het Heer, die deel heb aan uw dood? Hoe schoon verschijnt Gij mij en ziet mij aan In zoveel wisselende beeltenissen, In woorden die mij ervan vergewissen Hoezeer Gij met mijn leven zijt begaan. Ik hoef U niet te gissen, niet te missen, Want Gij zijt binnen in mij opgestaan…… (J.W. Schulte Nordholt; gedaanten van Jezus III “Ontmoeting”) Dienstdoenden: ds. Afke Boezewinkel, An van Tuijl (orgel), Annelies vd Vlist (Ouderling van dienst) Jackie kaasjager (Diaken van dienst) Shifra Jumelet en Joke Benschop (Lectoren) Orde van dienst voor Goede vrijdag 3 april De zeven kruiswoorden die leven van geloof alleen. Hij zal een nieuwe hemel bouwen van liefde om hun tranen heen. Stilte Lezen; Lucas 23: 26-33 Lector 1 (Aleid) V Eeuwige wees ons genadig A Op U hopen wij V wees onze sterkte, iedere dag A Ook onze hulp in tijd van Nood Lezen: Lucas 23: 34 “Vader vergeef het hen want zij weten niet wat zij doen” Lector 2 (Hermien) Zingen: NLB 91a: 1, 2, 3 (melodie “Licht dat ons aanstoot in de morgen”) Stilte Beelden: Eljakim zingt: Kyrie uit de Petite messe solennelle van Rossini Gebed 1. Wie in de schaduw Gods mag wonen, hij zal niet sterven in de dood. Wie bij Hem zoekt naar onderkomen vindt eenmaal vrede als zijn brood. God legt zijn vleugels van genade beschermend om hem heen als vriend. En Hij verlost hem van het kwade, opdat hij eens geluk zal zien. Zingen NLB 263: 1, 2 2. Engelen zendt Hij alle dagen om hem tot vaste gids te zijn. Zij zullen hem op handen dragen door een woestijn van hoop en pijn. Geen vrees of onheil doet hem beven, geen ziekte waar een mens van breekt. Lengte van dagen zal God geven, rust aan een koele waterbeek. 3. Hem zal de nacht niet overvallen zijn dagen houden eeuwig stand. Duizenden doden kunnen vallen hij blijft geschreven in Gods hand. God legt zijn schild op zijn getrouwen 2. Wees Gij mijn wijsheid, de rust in mijn hart Bevrijding van wat mij ontstelt en verwart De hoop die mij grond geeft als alles verdwijnt Het duister mij aangrijpt, de zon niet meer schijnt Lezen: Johannes 19: 25-26a (Lector 1 Aleid) Lezen Johannes 19; 26b-27 (lector 2 Hermien) Zingen NLB 578: 1, 2, 3, 6 Eljakim zingt: “Blijf bij mij” Lezen: Johannes 19: 28-29 (lector 1 Aleid) Lezen: Johannes 19: 29-30 (lector 2 Hermien) Lezen: Lucas 23: 38-42 (lector 2; Hermien) Lezen: Lucas 23: 43 (lector 1 Aleid) De paaskaars wordt gedoofd; de kleden worden weggehaald Zingen: NLB/Psalm 141: 1, 6, 7 Stilte Eljakim zingt; “Lamb of God” Lezen: De aanklacht van God (tekst: W.R. van der Zee) (tekstbewerking: W.R. van der Zee) V: Mijn volk, wat heb Ik u misdaan of waarmee heb Ik u bedroefd? Lector 2 Hermien: Ik heb de aarde voor de dag geroepen en aan uw handen toevertrouwd, maar mijn tuin werd een wildernis, mijn levenswerk een dodenakker. Waarom laat gij dit toe? 6 Onder 't lijden zal ik nog bidden. Gestrenge rechters, hard als steen, Gij oordeelt hen. Ik spreek alleen lieflijke woorden in hun midden. 8 Zo aan dood en graf prijsgegeven hef ik tot U mijn smachtend oog, ik schuil bij U: trek mij omhoog, verzamel weer mijn vege leven. G: HEILIGE GOD, GENADE, ONTFERM U OVER ONS (Eljakim zingt: Als alles duister is….) V: Ik heb u onder mijn regenboog gesteld, een teken van vrede en toekomst, maar dodelijke wapens staan gericht op mensen en bedreigen mijn dierbare schepping. Waarom laat gij dit toe? G: HEILIGE GOD, GENADE, ONTFERM U OVER ONS (Eljakim zingt: Als alles duister is) Lezen: Matteus 27: 45-46 (lector 1, Aleid) Lezen: woorden van NLB 579 (lector 2, Hermien) Lector 1 Aleid: Ik heb mij laten kennen als uw bevrijder, de bondgenoot van alle onderdrukten, maar tallozen worden getergd en geteisterd door terreur en tirannie. Waarom laat gij dit toe? Ik heb u met overvloed gezegend, met dagelijks brood en meer dan dat, maar op mijn akker sterven mensen onverzadigd en kinderhanden blijven ongevuld. Waarom laat gij dit toe? Ik heb u bewaard in mijn hand, in mijn hart, Ik heb u mijn trots, mijn Zoon, geofferd. Wat had Ik nog meer moeten doen dat Ik niet heb gedaan? Elkjakim zingt: “Via Dolorosa” Het kleine lichtje wordt aangestoken G: HEILIGE GOD, GENADE, ONTFERM U OVER ONS (Eljakim: Als alles duister is…) Lector 2 Hermien : Ik heb mijn woord aan u gegeven en mijn hartsgeheimen toevertrouwd, maar afgoden vinden overal gehoor en mensen kiezen wegen ten dode. Waarom laat gij dit toe? G: HEILIGE GOD, GENADE, ONTFERM U OVER ONS (Eljakim: Als alles duister is….) Lector 1 Aleid : Ik heb mijn eigen Zoon tot u gezonden, mijn sprekend evenbeeld, mijn uitgestrekte hand, maar hij is afgewezen, uitgestoten, vernederd tot de laagste dood. Ik heb hem bij u teruggebracht, de levende, de bron van alle leven, maar hij gaat dood aan alle kruizen waaraan mijn mensen worden vastgespijkerd. Waarom laat gij dit toe? G: HEILIGE GOD, GENADE, ONTFERM U OVER ONS (Eljakim: Als alles duister is…) V: Mijn volk, wat heb Ik u misdaan Of waarmee heb Ik u bedroefd? Ik heb u geëerd als kroon van de schepping, Ik heb u gezocht als mijn kostbaarste sieraad, We zingen: NLB 894: 1, 2, 4 melodie Gezang 303 LvdK Wanneer ik zoek naar woorden en niets dan stilte vind, Dan weet ik heer Gij hoorde één stem: uw eigen kind. Uw adem wekt mijn leven, uw liefde kleurt mijn bloed; Uw stilte is vergeven, Mijn zwijgen keurt Gij goed. Wanneer ik zoek naar zinnen/ en bid om een gebed, Niet weet hoe te beginnen/ niet spreek, in stil verzet, Dan roep ik mij te binnen/ uw stem o Christus- Gij, Gij zult eens overwinnen/ de tegenstem in mij. Wanneer ik zoek naar woorden/ is mij uw woord genoeg; Dat woord dat wij eens hoorden,/ dat woord dat mij al droeg, Dat zal mij blijven dragen-/ mij maakt geen stilte bang; Slechts dit wilt Gij mij vragen;/ dat ik naar U verlang…… We verlaten in stilte de kerk Dienstdoenden: Ds. Afke Boezewinkel, An van Tuijl (orgel) Interkerkelijk Koor Eljakim olv Henkjan Velvis Dick van Honk (Ouderling van dienst) Ali Schriever (Diaken van dienst) Riet Overweg en Gerard Rinkel (lectoren)
© Copyright 2024 ExpyDoc