Orde van dienst 2 en 3 april 2015 witte donderdag en goede vrijdag-2

Orde van dienst voor Witte Donderdag
Om te beginnen:
De paaskaars wordt aangestoken door de Diaken van Dienst
V God zij ons genadig en zegene ons
A Hij doe zijn aangezicht over ons lichten
V Wij roemen in het kruis van onze Heer Jezus Christus
A In Hem is ons Heil, ons leven en onze opstanding
Zingen: NLB/Psalm 67: 1, 3
1 God zij ons gunstig en genadig.
Hij schenke ons 't gezegend licht
dat overvloedig en gestadig
straalt van zijn heilig aangezicht;
opdat hier op aarde
elk uw weg aanvaarde
en tot U zich wend ',
zo, dat allerwegen
ieder volk de zegen
van uw heil erkent.
3 De aarde heeft de vrucht gegeven,
die door de hemel werd verwekt,
en uit haar schoot ontspruit nieuw leven
waar God zijn hand houdt uitgestrekt.
God is ons genegen,
onze God geeft zegen,
Hij die alles geeft,
Hij zal zijn geprezen,
Hem zal alles vrezen
wat op aarde leeft.
De lezingen
Pasen op komst: Marcus 14: 1, 2 Lector 1
Zingen: NLB 556: 1, 4
Alles wat over ons geschreven is
Gaat Gij volbrengen deze laatste dagen
Alle geboden worden thans voldragen,
Alle beproeving van de Wildernis.
Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan,
Aan U o heer ontleent het brood zijn leven,
Ons is een lofzang in de mond gegeven,
Sinds Gij de weg van ’t offer zijt gegaan.
Gebed om ontferming
Gaan wij op weg met U, met uw Zoon,
om doortocht te maken en leven te vieren
Gaan wij met uw Zoon de diepte van mensen in
Waarin Hij zich breekt omdat wij zo gebroken zijn
Waarin Hij zich schenkt omdat wij soms zo bloedeloos zijn
Heer ontferm U toch
Want wat Hij heeft gezien en Hij heeft geleden
Is het niet zijn en ons menszijn waarvan Hij toen zag
en wij nog steeds zien
Dat het pijn gedaan wordt
Onze liefde en verlorenheid
Onze kwetsbaarheid en vurigheid
Dat hart van ons dat haar redenen heeft, maar
Die de rede van ons verstand niet kent
Heer ontferm U
Over de mensen die Uw Zoon in zijn hart en op zijn schouders heeft
gedragen in zijn ontferming over hen.
Hun pijn, zijn pijn,’
Hun vrees om alleen te zijn
Is zijn harte kreet om U geweest
Waarom laat je mij alleen
Jij zegt jij draagt mij,
één stel voetstappen in het zand,
toen ik, Uw kind,
toen Hij uw Zoon
het moeilijk had
Maar waarom voelen we het vaak niet zo,
Net als Uw zoon, zo voor dat vreselijke gebeuren
Zich door mensen en U alleen gelaten voelde.
De sprong die moest Hij wagen
Heer ontferm U
Hoe vaak moeten mensen in het klein en in het groot
ook niet de sprongen wagen die hen brengen
door de hoge golven heen naar de overzijde
Beslissing op beslissing,
Tussen de angsten door
Heer ontferm U!
Is er een beloofde land
Is er bevrijding
Heer ontferm U
U breekt uzelf voor mensen
U wordt gebroken door mensen
U wordt geschonken aan mensen
Het water aan de lippen van ons mens zijn
Wordt wijn, om het leven in overvloed te vieren
Waarom doen we daar zo mondjesmaat mee soms
Naar elkaar toe
Heer ontferm U
Over een wereld die beperkt, insnoert en begrenst
prikkeldraad spant als doornenkronen
op afstand houdt waar u omarmt
die graait waar U wilt uitdelen
Ontferm U toch
Over een wereld die de hielen likt
Van hen die de kwetsbaren vertrappen
Ontferm U over de angst van mensen
voor de machten en de krachten die de vrijheid afpakken waarvoor U
nu juist hebt gestreden
Ontferm U over allen die gebroken zijn
Over ieder bloedend hart
Maak ruimte, doortocht dwars door de angst
Naar een koninkrijk van vrede
Met u, met de anderen
Ook uw schepselen en aangezicht van licht
Heer ontferm u
De gezalfde Christus: Marcus 14: 3-9 Lector 2
Stem/tekst: NLB 563 voorganger
Zingen: NLB 558: 1, 3
1 Jezus, om uw lijden groot,
om uw leven en uw dood
die volbrengen 't recht van God,
Kyrie eleison.
3 Om de zalving door een vrouw,
vreugdeolie, geur van rouw,
teken van wat komen zou,
Kyrie eleison.
Verraad: Marcus 14: 10-11 Lector 1
Stilte
Maak alles klaar: Marcus 14: 12-16 Lector 2
Zingen: NLB 558: 4
4 Om het brood, Heer, dat Gij breekt,
om de beker die Gij reikt,
om de woorden die Gij spreekt,
Kyrie eleison.
Bittere kruiden: Marcus 14: 17-21 Lector 1
Stilte
Overdenking
Wat gebeurt er deze nacht. Jezus gedenkt met zijn vrienden die hem
dierbaar zijn het paasfeest. Herinnering van hoe het toen was. In
Egypte. Al die onderdrukking, al die angst. Al dat niet jezelf mogen
zijn, onder het bewind van andere machten zijn. de discipelen en
Jezus weten hoe dat ook nu en in die tijd met de Romeinen weer voelt.
En bij hen is hun vriend Jezus. Wat doet Hij toch, ze zijn van kinds af
aan gewend om het brood te breken, de doortocht te vieren, maar Hij,
wat dóet hij?
Dit is niet leuk meer, dit is niet meer iets waar je trots op kunt zijn, of
de bijzonderheid van kunt inzien. Dit is mijn lichaam, dit is mijn
bloed. Nee dit was het ongezuurde brood en dit was de wijn, het bloed
aan de deurposten van Egypte, maar niet HIJ,
Wat gebeurt er deze nacht.
Deze nacht gebeurt het dwars door de angst heengaan omdat er iets is
wat dat de moeite waard maakt.
Jezus heeft iets in zich meegekregen waarvoor Hij heeft willen leven.
Groot genoeg om ervoor te willen en kunnen sterven.
De liefde voor de mensen. Schepselen van God zijn vader.
In een weten dat Hij het is die moet laten zien waar het God om gaat.
Om delen, om liefhebben, om genezen en opvangen. Om
gelijkwaardigheid en echtheid. Om een verdriet hebben om je
vergissingen, om eerlijkheid in het erkennen van je onmacht,
Om het onder ogen zien van de kansen die God je geeft
En die je misschien door allerlei suffe redenen niet ziet
Of durft te zien
Zo bang als wij zijn
De wereld is van God
Om al die economisch en theologisch niet vast te leggen essentiele
noties van mensen op deze aarde
Een leven in vrijheid
Waar je benieuwd bent naar de ander
Zonder hem of haar vast te snoeren in jouw denkbeelden
De Vrienden raken in de war en Jezus is bang.
Bang voor wat komen gaat.
Dat wat zij vinden en doen is de essentie van wat God wil dat wij zijn
en doen. Maar de wereld is daar nog maar nauwelijks aan toe en kan
armoedig omgaan met het gegeven dat God zich geeft in die oproep
aan ons: Leef, leef goed, deel, opdat alle vreugde zich
vermenigvuldigt.
Hoe halen de overheden het zich in het hoofd om deze jonge man vol
fantastische ideeen om het leven te brengen. Nee Hij heeft niemand
beschimpt of kritische tekeningen of kanttekeningen gemaakt bij het
maatschappelijke bedrijf. Hij heeft niet gezegd “je suis” zelfs niet: Ik
ben God. Maar ik ben een kind van deze God. Een gevolg van wat Hij
belangrijk vindt. Een uitdrager van wat Hij, mijn God en Vader
belangrijk vindt/
En ieder jaar weer lezen we ervan en ondergaan we deze dagen. En
iedere dag weer worden we geconfronteerd met het feit dat vrijwel
geen mens in staat is om de diepe impact van wat er daar gebeurt aan
te durven:
namelijk het angstloos vrij zijn en vertrouwen op God omdat zijn zoon
het hart heeft gehad om ondanks zijn angst
toch het hoofd te bieden aan alle bekrompenheid en beroerdheid van
het menselijk bestaan.
Dit is mijn lichaam, het liefste dat God hier aan jullie geeft. Zijn Zoon.
Dit is de wijn. Bruiloftswijn omdat God en mensen een eenheid en een
bondgenootschap met elkaar vormen. Als het goed is.
Alles wat daar een tegenbeeld van is is godgeklaagd.
NLB 559: 1, 2, 3, 4
Voor hen die zichzelf groot maken en daardoor anderen aan de kant
dringen.
Voor een wereld in nood willen we bidden.
Die respectloos omgaat met het leven van zonen en dochteren van
anderen,
Zoals Zij respectloos is omgegaan met Uw Zoon goede God.
Voor Uw gemeenschap wereldwijd willen wij bidden
Dat zij een gemeeenschap mag zijn waar de vrijheid van uw geest
mensen niet in keurslijven dwingt, maar vrij maakt om te vertrouwen,
te geloven, te zingen, en te doen wat handen en harten te doen
vinden, ongeacht voor en aan wie
Als daar uw liefde mee gediend is.
Voor wie gekluisterd en gevangen is in ziekzijn en afhankelijkheid
willen we bidden om warme mensen vol ontferming om hen heen,
naast alle medicijnen die tegenwoordig uit de kast worden getrokken
Is de warmte van de betrokken menselijke nabijheid nog steeds
dragende kracht van troost en welzijn op weg naar genezing
of aanvaarding dat menselijke grenzen bereikt zijn en wij alleen nog
maar dicht bij elkaar kunnen zijn om voor elkaar te zorgen in onze
ontluistering.
Voor wie verdrietig moeten loslaten wat lief is en was en niet meer
tastbaar is of zal zijn, voor hen die het loslaten moeten ondervinden en
volbrengen.
Om vertouwen en vriendschap willen we bidden en om het uitgroeien
van de kracht die ook uw Zoon heeft gedragen: de moed om lief te
hebben ten volle.
Stil gebed
Onze Vader
Voorbeden en onze Vader
Wij bidden voor allen in gevangenschap van pijn en nood en schaamte
Voor allen in gevangenschap van de angst wat de anderen er niet van
zullen zeggen
dat je kiest voor het licht en de ruimte, het waaien van Gods Geest
Voor allen willen we bidden die door de behoefte aan macht van
anderen machteloos worden gemaakt
Collecte
Stilte/muziek: diakenen halen wijn en brood
Lezing en instelling van het Avondmaal
Marcus 14: 22-26 voorganger
Terwijl ze aten, nam hij een brood, sprak het zegengebed uit, brak het
brood, deelde het uit en zei: ‘Neem hiervan, dit is mijn lichaam.’ 23En
hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker, en
allen dronken eruit. 24Hij zei tegen hen: ‘Dit is mijn bloed, het bloed
van het verbond, dat voor velen vergoten wordt. 25Ik verzeker jullie: ik
zal niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt
dat ik er opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van God.’
Zingen: NLB 389: 1, 2, 3, 4
Hij deelde zijn leven….(delen van brood en van wijn)
v Laten wij de Eeuwige loven
A En God danken
En nadat zij de lofzang gezongen hadden….Marcus 14: 26-31 Lector 1
Zingen: NLB 244: 3, 4
O dat Gij heel mijn leven
Met liefde blijft omgeven,
Dat Gij mij binnennoodt,
Dat het u nooit te vroeg is,Geef dat het mij genoeg is;
Heer uw nabijheid is mijn brood.
Aan ’t eind der pelgrimsreize
Zal voor mijn oog verrijzen
Uw grote eeuwigheid.
O eeuwigheid Gij schone,
Mijn hart wil in u wonen
Het vindt geen thuis in deze tijd.
V Wij gedenken de dood en de opstanding van de Heer
A Totdat Hij komt!
Heenzending
Lezing: (voorganger)
Ben ik het Heer, die Gij hier hebt genood
Om aan te zitten aan hetzelfde maal,
Om in te dopen in dezelfde schaal
Als uw verrader, vriend en logenoot?
Uw Liefde is zo diep, zo donkerrood,
Zo bitter, en zo zoet is in de taal
Het oude, ondoorgrondelijke verhaal:
Ben ik het Heer, die deel heb aan uw dood?
Hoe schoon verschijnt Gij mij en ziet mij aan
In zoveel wisselende beeltenissen,
In woorden die mij ervan vergewissen
Hoezeer Gij met mijn leven zijt begaan.
Ik hoef U niet te gissen, niet te missen,
Want Gij zijt binnen in mij opgestaan……
(J.W. Schulte Nordholt; gedaanten van Jezus III “Ontmoeting”)
Dienstdoenden: ds. Afke Boezewinkel, An van Tuijl (orgel), Annelies vd Vlist
(Ouderling van dienst) Jackie kaasjager (Diaken van dienst) Shifra Jumelet en Joke
Benschop (Lectoren)
Orde van dienst voor Goede vrijdag 3 april
De zeven kruiswoorden
die leven van geloof alleen.
Hij zal een nieuwe hemel bouwen
van liefde om hun tranen heen.
Stilte
Lezen; Lucas 23: 26-33 Lector 1 (Aleid)
V Eeuwige wees ons genadig
A Op U hopen wij
V wees onze sterkte, iedere dag
A Ook onze hulp in tijd van Nood
Lezen: Lucas 23: 34 “Vader vergeef het hen want zij weten niet wat zij
doen” Lector 2 (Hermien)
Zingen: NLB 91a: 1, 2, 3 (melodie “Licht dat ons aanstoot in de
morgen”)
Stilte
Beelden: Eljakim zingt: Kyrie uit de Petite messe solennelle van Rossini
Gebed
1. Wie in de schaduw Gods mag wonen,
hij zal niet sterven in de dood.
Wie bij Hem zoekt naar onderkomen
vindt eenmaal vrede als zijn brood.
God legt zijn vleugels van genade
beschermend om hem heen als vriend.
En Hij verlost hem van het kwade,
opdat hij eens geluk zal zien.
Zingen NLB 263: 1, 2
2. Engelen zendt Hij alle dagen
om hem tot vaste gids te zijn.
Zij zullen hem op handen dragen
door een woestijn van hoop en pijn.
Geen vrees of onheil doet hem beven,
geen ziekte waar een mens van breekt.
Lengte van dagen zal God geven,
rust aan een koele waterbeek.
3. Hem zal de nacht niet overvallen
zijn dagen houden eeuwig stand.
Duizenden doden kunnen vallen
hij blijft geschreven in Gods hand.
God legt zijn schild op zijn getrouwen
2. Wees Gij mijn wijsheid, de rust in mijn hart
Bevrijding van wat mij ontstelt en verwart
De hoop die mij grond geeft als alles verdwijnt
Het duister mij aangrijpt, de zon niet meer schijnt
Lezen: Johannes 19: 25-26a (Lector 1 Aleid)
Lezen Johannes 19; 26b-27 (lector 2 Hermien)
Zingen NLB 578: 1, 2, 3, 6
Eljakim zingt: “Blijf bij mij”
Lezen: Johannes 19: 28-29 (lector 1 Aleid)
Lezen: Johannes 19: 29-30 (lector 2 Hermien)
Lezen: Lucas 23: 38-42 (lector 2; Hermien)
Lezen: Lucas 23: 43 (lector 1 Aleid)
De paaskaars wordt gedoofd; de kleden worden weggehaald
Zingen: NLB/Psalm 141: 1, 6, 7
Stilte
Eljakim zingt; “Lamb of God”
Lezen: De aanklacht van God (tekst: W.R. van der Zee)
(tekstbewerking: W.R. van der Zee)
V: Mijn volk, wat heb Ik u misdaan
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Lector 2 Hermien: Ik heb de aarde voor de dag geroepen
en aan uw handen toevertrouwd,
maar mijn tuin werd een wildernis,
mijn levenswerk een dodenakker.
Waarom laat gij dit toe?
6 Onder 't lijden zal ik nog bidden.
Gestrenge rechters, hard als steen,
Gij oordeelt hen. Ik spreek alleen
lieflijke woorden in hun midden.
8 Zo aan dood en graf prijsgegeven
hef ik tot U mijn smachtend oog,
ik schuil bij U: trek mij omhoog,
verzamel weer mijn vege leven.
G: HEILIGE GOD, GENADE, ONTFERM U OVER ONS
(Eljakim zingt: Als alles duister is….)
V: Ik heb u onder mijn regenboog gesteld,
een teken van vrede en toekomst,
maar dodelijke wapens staan gericht op mensen
en bedreigen mijn dierbare schepping.
Waarom laat gij dit toe?
G: HEILIGE GOD, GENADE, ONTFERM U OVER ONS
(Eljakim zingt: Als alles duister is)
Lezen: Matteus 27: 45-46 (lector 1, Aleid)
Lezen: woorden van NLB 579 (lector 2, Hermien)
Lector 1 Aleid: Ik heb mij laten kennen als uw bevrijder,
de bondgenoot van alle onderdrukten,
maar tallozen worden getergd en geteisterd
door terreur en tirannie.
Waarom laat gij dit toe?
Ik heb u met overvloed gezegend,
met dagelijks brood en meer dan dat,
maar op mijn akker sterven mensen onverzadigd
en kinderhanden blijven ongevuld.
Waarom laat gij dit toe?
Ik heb u bewaard in mijn hand, in mijn hart,
Ik heb u mijn trots, mijn Zoon, geofferd.
Wat had Ik nog meer moeten doen
dat Ik niet heb gedaan?
Elkjakim zingt: “Via Dolorosa”
Het kleine lichtje wordt aangestoken
G: HEILIGE GOD, GENADE, ONTFERM U OVER ONS
(Eljakim: Als alles duister is…)
Lector 2 Hermien : Ik heb mijn woord aan u gegeven
en mijn hartsgeheimen toevertrouwd,
maar afgoden vinden overal gehoor
en mensen kiezen wegen ten dode.
Waarom laat gij dit toe?
G: HEILIGE GOD, GENADE, ONTFERM U OVER ONS
(Eljakim: Als alles duister is….)
Lector 1 Aleid : Ik heb mijn eigen Zoon tot u gezonden,
mijn sprekend evenbeeld, mijn uitgestrekte hand,
maar hij is afgewezen, uitgestoten,
vernederd tot de laagste dood.
Ik heb hem bij u teruggebracht,
de levende, de bron van alle leven,
maar hij gaat dood aan alle kruizen
waaraan mijn mensen worden vastgespijkerd.
Waarom laat gij dit toe?
G: HEILIGE GOD, GENADE, ONTFERM U OVER ONS
(Eljakim: Als alles duister is…)
V: Mijn volk, wat heb Ik u misdaan
Of waarmee heb Ik u bedroefd?
Ik heb u geëerd als kroon van de schepping,
Ik heb u gezocht als mijn kostbaarste sieraad,
We zingen: NLB 894: 1, 2, 4 melodie Gezang 303 LvdK
Wanneer ik zoek naar woorden en niets dan stilte vind,
Dan weet ik heer Gij hoorde één stem: uw eigen kind.
Uw adem wekt mijn leven, uw liefde kleurt mijn bloed;
Uw stilte is vergeven, Mijn zwijgen keurt Gij goed.
Wanneer ik zoek naar zinnen/ en bid om een gebed,
Niet weet hoe te beginnen/ niet spreek, in stil verzet,
Dan roep ik mij te binnen/ uw stem o Christus- Gij,
Gij zult eens overwinnen/ de tegenstem in mij.
Wanneer ik zoek naar woorden/ is mij uw woord genoeg;
Dat woord dat wij eens hoorden,/ dat woord dat mij al droeg,
Dat zal mij blijven dragen-/ mij maakt geen stilte bang;
Slechts dit wilt Gij mij vragen;/ dat ik naar U verlang……
We verlaten in stilte de kerk
Dienstdoenden: Ds. Afke Boezewinkel, An van Tuijl (orgel) Interkerkelijk Koor
Eljakim olv Henkjan Velvis Dick van Honk (Ouderling van dienst) Ali Schriever
(Diaken van dienst) Riet Overweg en Gerard Rinkel (lectoren)