Download de orde van dienst - Soest

VESPER
OUDEJAARSAVOND 2014
DE OPEN HOF
Liturgische kleur: wit
THEMA: ‘STA IN HET LICHT’
Voorganger:
Lector:
Organist:
ds. Gerrit Olsman
Gerrit Meine Muis
Gert Muts
Orgelspel
Luiden van de klok
Binnenkomst kerkenraad
Aansteken van de tafelkaarsen
Stilte
Drempelgebed:
v Eeuwige,
nu de avond valt,
ontvonk de vlam
van uw nabijheid,
a LAAT UW LICHT ONS LEIDEN!
v een vuurkolom
het duister door,
van de nieuwe dag
ons teken,
a LAAT UW LICHT ONS LEIDEN!
v In de lichtkring
van uw liefde verzameld,
nu hier de avond valt
zingt ons de stilte
uw Naam ter eer.
a LAAT UW LICHT ONS LEIDEN.
AMEN.
Zingen: ‘God heeft het eerste woord’ (LB 513)
alle coupletten
Inleiding
Gebed
Acclamatie: ‘God van mensen, Bron van liefde’
Lezing: Wijsheid van Jezus Sirach 18: 1 - 14
1 Hij die tot in eeuwigheid leeft, heeft al het
bestaande geschapen. 2 Alleen de Heer zal
rechtvaardig blijken, buiten hem is er geen ander.
3 Hij regeert de wereld met uitgestrekte hand,
alles gehoorzaamt aan zijn wil. Want door zijn macht
is hij koning van alle dingen, hij scheidt het heilige
van het profane. 4 Hij heeft niemand in staat gesteld
zijn daden voluit te verkondigen, wie kan zijn grote
werken doorgronden? 5 Wie meet de kracht van zijn
majesteit en wie verkondigt ál zijn barmhartigheid?
6 Daar wordt niets van afgedaan en niets aan
toegevoegd, de wonderdaden van de Heer zijn niet te
doorgronden. 7 Wanneer een mens denkt ze te
begrijpen, begint hij pas, en wanneer hij ophoudt, is
2
hij volkomen verbijsterd. 8 Wat is de mens, waar
dient hij toe? Wat is er goed aan hem, wat slecht?
9 Als hij honderd jaar wordt leeft een mens lang,
maar het tijdstip van zijn sterven komt hij nooit te
weten. 10 Als een druppel uit de zee, als een korrel
zand is dat luttel aantal jaren op de eeuwigheid.
11 Daarom heeft de Heer geduld met de mens
en overstelpt hij hem met zijn barmhartigheid.
12 Hij keek naar hem, en zag dat zijn einde ellendig is,
daarom biedt hij rijkelijk verzoening. 13 De
barmhartigheid van een mens gaat uit naar zijn
naaste, maar de barmhartigheid van de Heer gaat uit
naar alles wat leeft. Hij wijst de mens terecht,
onderricht en vormt hem, hij voert hem terug zoals
een herder zijn kudde. 14 Hij ontfermt zich over wie
zijn onderricht aanvaardt, over wie zijn voorschriften
zonder aarzelen opvolgt.
Zingen: ‘Gij die mijn wezen’
Gij die mijn wezen en mijn hart doorgrondt,
de woorden die nog schuilgaan in mijn mond,
mijn wegen kent en meegaat aan mijn zij:
hoe wonderlijk is uw geheim voor mij.
Gij die mij ziet vanaf de moederschoot,
mij aan het licht roept in het morgenrood,
mij hebt gekend, bemind van meet af aan:
hoe ontzagwekkend is voor mij uw naam.
Waar ik ook ga, ik ben niet ver van u,
gij meldt u in mijn hartslag hier en nu,
als adem die mij sterkt en voort doet gaan:
wie ben ik als gij mij niet roept bij naam?
Geef dan mijn woorden en mijn daden kracht,
herschep mij in het duister van de nacht:
dat ik als mens mag leven in uw licht
en eenmaal schouwen zal uw aangezicht.
Lezing: Johannes 8: 12 – 18
12 Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het
licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer
in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’ 13
De farizeeën wierpen tegen: ‘Uw getuigenis is niet
betrouwbaar, want u getuigt over uzelf.’ 14 Maar
Jezus ging verder: ‘Ook al getuig ik over mezelf, toch
is mijn getuigenis betrouwbaar, omdat ik weet waar
ik vandaan gekomen ben en waar ik naartoe ga. Maar
u weet niet waar ik vandaan kom of waar ik naartoe
ga. 15 U oordeelt met menselijke maatstaven, maar ik
oordeel over niemand. 16 En wanneer ik toch een
oordeel vel, is mijn oordeel betrouwbaar, omdat ik
niet alleen ben, maar samen met de Vader die mij
gezonden heeft. 17 In uw wet staat geschreven dat
het getuigenis van twee mensen betrouwbaar is. 18
3
Wel, ik getuig over mezelf, en de Vader die mij
gezonden heeft, getuigt over mij.’
Zingen: ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’
(LB 601)
alle coupletten
Overweging
Stilte
Voorbeden, stil gebed en het Onze Vader
Brengen van de gaven
Orgelspel
Zingen: ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’
(LB 416)
alle coupletten
Zegen
Orgelspel
4