Brief aan werkgevers - Snel op de hoogte van de nieuwe PME

B0158a
Opbouw
•
•
•
•
•
•
Vanaf 2015 verschuift de standaard pensioenleeftijd van 65 naar 67 jaar. Dat betekent dat we voor
het berekenen van het pensioen uitgaan van 67 jaar. Het tot en met 31 december 2014 al
opgebouwde pensioen behoudt zijn waarde, maar wordt omgerekend naar ingang op 67 jaar (het
pensioenbedrag wordt door de omrekening dus hoger).
Eerder met pensioen gaan dan op 67-jarige leeftijd blijft mogelijk, net als uitstel van het pensioen tot
uiterlijk 70 jarige leeftijd.
De pensioenopbouw start op zijn vroegst op 18-jarige leeftijd.
De pensioenopbouw stopt op de individuele AOW-leeftijd. Deze schuift de komende jaren in stapjes
op. Stelt de werknemer zijn pensioen uit tot ná de AOW-leeftijd, dan bouwt hij of zij in de periode die
ligt ná de individuele AOW-leeftijd dus géén pensioen meer op.
Uw werknemer bouwt ieder jaar over 1,875% van de pensioengrondslag pensioen op. Dit is iets
lager dan in 2014 (1,90%). Daar staat tegenover dat de franchise – het salarisdeel waarover geen
pensioen wordt opgebouwd – de komende jaren jaarlijks lager wordt. Kortom: uw werknemer gaat
in opbouwpercentage minder opbouwen, maar wel over een groter deel van het pensioengevend
salaris. De verlaagde opbouw wordt dus voor een deel gecompenseerd en voor de laagste inkomen
wordt de opbouw zelfs hoger. De verplichte basisregeling geldt voor iedereen tot een salaris van €
70.000 (niveau 2015). Voor het deel van het salaris tussen € 70.000 en € 100.000 komt er een voor
werkgevers vrijwillige “excedentregeling”. Als een werkgever besluit mee te doen aan deze
aanvullende regeling, dan doen in principe alle in aanmerking komende werknemers van deze
werkgever verplicht mee.
Is de premie in een jaar onvoldoende voor een volledige pensioenopbouw, en kan de premie niet
(volledig) worden aangevuld vanuit het egalisatiedepot ? Dan wordt het opbouwpercentage van
1,875% voor dat jaar verlaagd.
Het opbouwen van pensioen kan wegens wettelijke beperkingen voortaan alleen over een
pensioengevend salaris van maximaal € 100.000 per jaar.
Let op, dit heeft ook gevolgen voor de hoogte van het partnerpensioen. Met name nabestaanden
van jongere werknemers met een pensioengevend salaris boven de € 100.000 (die nog niet veel
pensioen hebben opgebouwd), kunnen worden geconfronteerd met een veel lager partnerpensioen
dan zij verwachten.
Voor werknemers met een pensioengevend salaris boven de € 100.000 zou vóór 1 januari 2015
een risicoverzekering aangeboden kunnen worden om het nabestaandenrisico af te dekken.
Nabestaandenpensioen (partner- en wezenpensioen)
• Het partnerpensioen is 70% van het ouderdomspensioen. Vanaf 2015 wordt jaarlijks 50% van het
op te bouwen ouderdomspensioen als partnerpensioen opgebouwd. De resterende 20% is een
risicoverzekering. Dat wil zeggen: als iemand de sector verlaat of met pensioen gaat, dan vervalt
deze 20% van het partnerpensioen. Het reeds opgebouwde partnerpensioen tot en met 31
december 2014 blijft vanzelfsprekend zijn waarde behouden. De opbouw van wezenpensioen blijft
net als in de huidige regeling 14% van het op te bouwen ouderdomspensioen.
B0158a
Indexatie
• Er gelden vanaf 1 januari 2015 nieuwe en strengere wettelijke financiële eisen, die de pensioenen
toekomstbestendiger moeten maken. Eén van de eisen is dat er pas geïndexeerd mag worden bij
een dekkingsgraad vanaf 110%. Ook mogen pensioenfondsen alleen nog indexeren als zij dat
langjarig kunnen volhouden. Door deze nieuwe regels wordt indexeren moeilijker. De kans op
indexatie is daardoor de komende jaren helaas gering.
• De ambitie van het fonds is het pensioen van zowel werknemers als gepensioneerden jaarlijks te
verhogen met de inflatie, de zogenoemde prijsindex. Dit is een wijziging van het beleid vóór 2015.
De ambitie was de pensioenen van de werknemers te verhogen met de loonindex en die van
gepensioneerden met de prijsindex. De indexatie blijft voorwaardelijk en wordt betaald uit het
fondsrendement. Er wordt geen premie voor betaald. Er bestaat dus, net als onder de huidige
pensioenregeling, geen recht op en het is alleen mogelijk als het fonds over voldoende reserves
beschikt.
•
Wanneer er meerjarige ruime overschotten ontstaan in het eerder in deze brief genoemde premieegalisatiedepot, dan kunnen deze worden aangewend voor een extra indexatie voor de
premiebetalende deelnemers.
Kijk voor meer informatie op onze website
Bovengenoemde zaken zijn hoofdlijnen van onze nieuwe regeling. Meer informatie vindt u op
www.metalektropensioen.nl/mijnnieuwepensioen. Onder ‘Toolkit voor werkgevers’ vindt u een reeks
communicatiemiddelen met meer informatie op detailniveau. Deze middelen kunt u inzetten voor de
interne communicatie in uw organisatie. De toolkit wordt steeds aangevuld met nieuwe middelen. Wij
informeren u per digitale nieuwsbrief wanneer er nieuwe communicatiemiddelen in de toolkit staan en/of
uw werknemers een brief ontvangen.
Het nieuwe pensioenreglement is nog niet beschikbaar, maar wordt naar verwachting eind december op
www.metalektropensioen.nl gepubliceerd.
Uw werknemers worden de komende tijd op diverse manieren geïnformeerd
Uw werknemers ontvangen in februari 2015 een brief over de nieuwe regeling. Verder ontvangen al uw
werknemers die bij PME pensioen opbouwen, in januari een special van het PME Magazine over de
nieuwe regeling. Het magazine staat rond 20 december op de website van PME en in de toolkit voor
werkgevers. In het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) dat uw werknemers in 2015 ontvangen, is de
nieuwe regeling verwerkt. Daarnaast kunnen zij ook op elk moment www.metalektropensioen.nl/
mijnnieuwepensioen bekijken om op de hoogte te blijven.
Heeft u nog vragen?
Bel dan met uw accountbeheerder. Deze is bereikbaar van maandag tot en met donderdag van 8:00 tot
18:00 uur en op vrijdag van 8:00 tot 17:00 uur. Of kijk op www.metalektropensioen.nl.
De telefoonnummers van accountbeheer zijn:
020 - 607 2635 (regio Noord-Oost)
020 - 607 2636 (regio West)
020 - 607 2637 (regio Zuid)
Of neem contact op met de pensioenconsulent in uw regio.
Met vriendelijke groet,
Pensioenfonds van de Metalektro
B0158a
Kees Wissing
manager pensioenadministratie