Position paper 27 maart 2015 Waar blijft de beleidsagenda voor fragiliteit? Het gisteravond gelanceerde rapport van de OESO-DAC States of Fragility 2015. Meeting Post-2015 Ambitions legt de vinger op de zere plek. Wanneer de internationale gemeenschap de armoede in één generatie uit de wereld wil helpen, is het bittere noodzaak dat de problematiek van fragiele en conflictgebieden eindelijk serieus wordt genomen. Het OESO-DAC rapport wijst erop dat 2/3 van de fragiele staten niet de doelstelling hebben behaald om de absolute armoede te halveren (MDG 1). 80% van deze staten is er niet in geslaagd om kindersterfte te halveren, en 75% heeft het aantal mensen dat toegang heeft tot schoon drinkwater niet kunnen halveren. Het roer moet dus om. De oproep die de OESO-DAC doet in het rapport – en die Cordaid onderschrijft – is om prioriteit te geven aan een specifieke aanpak voor fragiele contexten in de Sustainable Development Goals. Indien dat niet gebeurt, zullen in 2030 meer dan een half miljard mensen onder de absolute armoedegrens blijven. Fragiliteit is heel dichtbij gekomen 2014 heeft de ogen van de wereld geopend: het structureel negeren van fragiele en door conflict getroffen gebieden heeft desastreuze gevolgen. Allereerst voor de getroffen mensen in deze gebieden zélf, daarnaast ook voor de omliggende regio en de wijdere wereld, die geconfronteerd wordt met massale vluchtelingenstromen en grensoverschrijdend geweld. Conflicten in Zuid-Soedan, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Syrië, Irak en Jemen zijn daar slechts enkele voorbeelden van. Naar aanleiding hiervan schreef Cordaid in 2014 een position paper. Hierin pleitten we voor een zogenaamde ‘fragiliteitsnorm’. De strekking daarvan komt vrijwel één op één overeen met het OESODAC rapport. We hebben minister Ploumen sindsdien herhaaldelijk gevraagd om een brief om het Nederlandse fragiliteitsbeleid uit 2008 aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid van 2014. Tot nu toe is hier geen gehoor aan gegeven en staat in het Nederlandse beleid nog steeds het hulp & handel paradigma centraal. Maar dat volstaat niet voor de specifieke problemen in fragiele regio’s en conflictgebieden. 2015 moet wat ons betreft dus het jaar worden waarin Nederland en de internationale gemeenschap een adequate reactie gaan formuleren voor het aanpakken van fragiliteit. In september moet in New York de agenda voor duurzame ontwikkeling (SDG’s, of post-2015 agenda) in VN verband worden overeengekomen. Voorafgaand daaraan, in juli, wordt in Addis Abeba onder meer gesproken over het financiële raamwerk van deze agenda. Cordaid pleit net als de OESO-DAC voor een ambitieuze en urgente beleidsagenda voor fragiliteit. Wij roepen daarom de internationale gemeenschap – en Nederland voorop – om een gerichte aanpak van fragiliteit in alle doelstellingen van de SDG agenda mee te nemen. Belangrijkste aanbevelingen Het is onvoldoende dat fragiliteit in slechts één van de Sustainable Development Goals expliciet wordt genoemd (SDG 16: peaceful societies). Naar álle andere doelstellingen zou door een fragiliteitslens moeten worden gekeken. Zo ontstaat er een conflictsensitieve en contextspecifieke aanpak voor fragiele en door conflict getroffen gebieden. Met andere woorden: de specifieke aanpak van fragiliteit moet, behalve in doelstelling 16, in alle 17 doelstellingen van de SDG agenda worden meegenomen. Het zou moeten leiden tot een samenhangend en effectief beleid op het gebied van vrede en veiligheid, mensenrechten, sociale en institutionele ontwikkeling, economische groei, rechtstaatontwikkeling etc. Ontwikkelingsgeld (ODA) blijft cruciaal voor fragiele gebieden. Ze kunnen simpelweg voorlopig onvoldoende middelen genereren om hun eigen broek op te houden. Hulp en handel is een paradigma dat in deze gebieden heel weinig effect zal sorteren. Wat Cordaid betreft zou meer dan 50% van het wereldwijde ODA budget geoormerkt moeten worden voor fragiele gebieden. Het voorstel dat nu in de VN circuleert om 0,15-0,20% van het BNP van donoren hiervoor te reserveren is naar onze mening een eerste stap, maar nog niet voldoende. Dat percentage zou omhoog moeten naar minimaal 0,4% BNP. Naast een geoormerkt ODA-budget voor fragiele staten, dienen financiële instrumenten ontwikkeld en gestimuleerd te worden om multistakeholder financiering van programma’s in fragiele staten te ondersteunen. Enkele voorbeelden: ondersteun NGO’s met verzekeringsproblemen of wisselkoersverliezen in fragiele contexten; neem in investeringsfondsen voor fragiele gebieden als donoren het eerste verlies; stimuleer de bewezen systematiek van ‘resultaatgericht financieren’, nu nog voornamelijk. gericht op gezondheidssystemen. Maatschappelijke organisaties spelen een sleutelrol in fragiele gebieden. Ze zijn – in afwezigheid van goed functionerende overheidsstructuren – cruciaal in het leveren van basisvoorzieningen aan de bevolking. Maar ze zijn ook belangrijk om de overheid en internationale donoren accountable te houden en erop toe te zien dat beloftes worden waargemaakt. Als gevolg van bijvoorbeeld repressieve NGO wetgeving en krimpende ontwikkelingsbudgetten staan maatschappelijke organisaties ster onder druk. Het waarborgen van de ‘enabling space for civil society’ is wat Cordaid betreft het fundament voor de fragiliteitsagenda. Waar minister Ploumen pleit voor ruimte voor CSO’s constateren we dat in veel landen de ruimte voor het maatschappelijk middenveld juist kleiner wordt. Nederland en de internationale gemeenschap dienen alles op alles te zetten om de politieke, financiële en operationele ruimte van maatschappelijke organisaties te maximaliseren. Terecht wijst de OESO-DAC op het belang van accountability, monitoring en evaluatie bij het vaststellen en de implementatie van de SDG agenda. Cordaid onderschrijft volledig het belang van transparantie en accountability. Consequent gebruik van open data via bijvoorbeeld de IATI standaard kan naar onze mening instrumenteel zijn in het implementeren van de SDG agenda. Hierdoor wordt co-creatie gestimuleerd, is community-based agendering mogelijk geworden en wordt volledig inzicht gegeven in de resultaten van projecten en de financiering daarvan.
© Copyright 2024 ExpyDoc