Nieuwsbrief Salaris Nummer 5, Augustus 2013 Inhoud CAO Kinderopvang gewijzigd Wijzigingen PFZW 2014 Help de economie, verkoop vakantiedagen Snelle selectie afdelingen of medewerkers Teller in het rooster SDB*ZorgPlanner Geen indexatie kinderbijslag Geen herinvoering VUT VOG-verklaring kinderopvang Wijziging WOR Dienstverband-scherm in SDB*HRM Werkbonus in de loonbelasting Vrijgeven loonstroken SDB*Iris Geen inlooprisico WGA-flex Wet versobering pensioenopbouw Subsidieregeling onderwijs Personeelslening Teruggaaf premie ZVW Anoniementarief CAO Kinderopvang gewijzigd Met ingang van 1 augustus is de CAO Kinderopvang gewijzigd naar aanleiding van het akkoord voor een nieuwe CAO Kinderopvang 2012 – 2014. De loonontwikkeling in deze cao-periode is als volgt: Per 1 augustus 2013: 1,0% verhoging Per 1 februari 2014: 1,0% verhoging Per 1 december 2014: 2,0% verhoging Eenmalige bruto uitkering in maart 2014 van (naar rato van het dienstverband) maximaal € 200 Eenmalige bruto uitkering in september 2014 (naar rato van het dienstverband) maximaal € 150 Maar tegenover deze verhogingen en eenmalige uitkeringen staat het vervallen van de 3,5% eindejaarsuitkering met ingang van 1 januari 2014. Andere aanpassingen hebben vooral betrekking op het actualiseren naar aanleiding van gewijzigde wetgeving en het inspelen op huidige thema’s zoals het flexibiliteitsvraagstuk in de werktijden. De wijzigingen in de nieuwe cao zijn, voor zover relevant voor de salarisverwerking, automatisch gewijzigd in SDB*Salaris. jaar wordt. Het pensioen gaat vanaf 2014 dus iets later in; Werknemers die geboren zijn in, of na 1965 kunnen vanaf 2014 op zijn vroegst pensioen opnemen vanaf vijf jaar voordat de AOW ingaat. Nu kan dat nog vanaf 55 jaar. Deze bepaling geldt niet voor werknemers die geboren zijn vóór 1965. Zij kunnen ook in de toekomst vanaf 55 jaar met pensioen. De pensioenopbouw is er vanaf 2014 op gebaseerd e dat het pensioen ingaat op de 67 verjaardag. Nu wordt in de pensioenberekening nog uitgegaan van e een ingangsdatum op de 65 verjaardag. Help de economie, verkoop vakantiedagen Volgens het CNV hebben werknemers gemiddeld nog 16 vrije dagen van voorgaande jaren staan. Deze dagen vertegenwoordigen een totale waarde van circa € 16 miljard. De vakbond stelt voor dat de overheid deze dagen tegen een verlaagd belastingtarief van 25% belast. Dat zou werknemers stimuleren hun stuwmeer af te bouwen en met het vrijgekomen geld de economie aan te jagen. Vanuit de werkgeversvereniging AWVN is daarop gereageerd met de boodschap dat de economie ook wordt versterkt als werkgevers meer invloed wordt geboden op de opname van de verlofrechten. De AWVN stelt voor om de mogelijkheden uit te breiden om werknemers collectief hun vrije dagen aan te laten spreken. Met name in de perioden waarin leegloop dreigt. Wijzigingen PFZW 2014 De kosten van de vergrijzing van de samenleving maken het noodzakelijk dat burgers langer blijven werken. Daarom verhoogt de overheid de AOW-leeftijd in stappen naar 67 jaar in 2023. De pensioenregeling van PFZW gaat daar vanaf 2014 op aansluiten. Dit houdt de volgende wijzigingen in: Vanaf 2014 start het ouderdomspensioen op het moment dat de AOW ingaat. Nu is dat nog de eerste dag van de maand waarin de werknemer 65 Snelle selectie afdelingen of medewerkers Bij het opvragen van een rapportage in SDB*Salaris is het mogelijk de rapportage te laten samenstellen voor meer dan één medewerker of afdeling. Het selectie- 1 Nieuwsbrief Salaris Nummer 5, Augustus 2013 vanaf 2014 in totaal € 40 miljoen. In 2013 levert deze bezuiniging nog een besparing op van € 10 miljoen. Door het schrappen van de indexatie wordt het bedrag niet verhoogd met gemiddeld € 10 per kind per jaar. scherm geeft dan een overzicht van de beschikbare medewerkers en afdelingen. U kunt alle afdelingen/medewerkers snel selecteren (en de-selecteren) door te klikken op het onderstreepte nummer. In deze voorbeelden, de Afdelingen (0 / 29) of medewerkers (0 / 17). Dit voorkomt dat u een keuze veelvuldig moet aanklikken. Het niet doorvoeren van de indexatie in de kinderbijslag per 1 juli is onderdeel van de afspraken in het regeerakkoord en draagt bij aan het op orde brengen van de overheidsfinanciën. De eerder ingevoerde verhoging van het kindgebonden budget voor gezinnen met een laag inkomen met twee of meer kinderen verzacht de maatregel voor deze groepen. Voorbeelden: Geen herinvoering VUT In juni liet minister Asscher weten dat er vanaf 1 oktober van dit jaar € 600 miljoen subsidie beschikbaar is voor projecten om banen te scheppen. Daarbij noemde hij ook de mogelijkheid om ouderen via VUT of korter werken plaats te laten maken voor jongeren. De suggestie werd gewekt dat de deur naar VUT-regelingen weer open staat. Vanuit de vakbeweging is daarop positief gereageerd, maar een meerderheid in de Tweede Kamer heeft aangegeven hier afwijzend tegenover te staan. Minister Asscher heeft daarop ook zelf al aangegeven dat het niet zijn bedoeling was om bedrijven versneld afscheid te laten nemen van de oudere werknemers. De terugkeer van de VUT-regeling is dus niet aan de orde. Teller in het rooster SDB*ZorgPlanner In bijzondere omstandigheden kan het bij storingen in de internetverbinding gebeuren dat ingevoerde, maar nog niet opgeslagen, mutaties in het werkrooster van SDB*ZorgPlanner kwijt raken. Bij het herstellen van de verbinding wordt dan automatisch teruggegrepen op de laatst opgeslagen stand. Als de roostermedewerker op dat moment een grote hoeveelheid mutaties heeft ingevoerd, maar niet tussentijds heeft opgeslagen, kan dit tot veel ergernis leiden. Om de gebruiker te stimuleren vaker tussentijds op te slaan, is een teller toegevoegd die het aantal niet opgeslagen wijzigingen in diensten in een afdelingsrooster toont. Steeds na het opslaan wordt de teller weer op nul gesteld. Regelmatig opslaan vermindert het gevolg van een eventuele storing in de verbinding en daarom wordt aangeraden om regelmatig de mutaties op te slaan. VOG-verklaring kinderopvang De kwaliteitseisen in de kinderopvang zijn aangescherpt. Werknemers in de kinderopvang met een Verklaring Omtrent het Gedrag (de VOG-verklaring) van vóór 1 maart 2013 moeten vanaf 1 juli 2013 een nieuwe verklaring aanvragen. Zo kan worden gecontroleerd of zij in het verleden een strafbaar feit hebben begaan dat werken in de kinderopvang in de weg staat. Wijziging WOR De Eerste Kamer heeft op 25 juni 2013 ingestemd met het wetsvoorstel tot aanpassing van de WOR. De wetswijziging regelt onder meer de afschaffing van de WOR-heffing (een werkgeversheffing ten behoeve van de scholing en vorming van OR-leden voor ondernemingen die onder de verplichting vallen een OR in te stellen). Verder wordt het scholingsrecht voor OR-leden duidelijker verankerd in de wet en worden werkgevers verplicht hun OR-leden scholing van voldoende kwaliteit te laten genieten. Bij de algemene geschillenregeling komt de verplichte voorafgaande inschakeling van de bedrijfscommissie te vervallen. Nieuw is ook dat iedere (ongeorganiseerde) werknemer zichzelf verkiesbaar kan stellen voor de OR zonder hiervoor afhankelijk te zijn van een vakbond of dertig handtekeningen van andere werknemers. De datum van inwerkingtreding is nog niet vastgesteld. Geen indexatie kinderbijslag De kinderbijslag is per 1 juli niet aangepast aan de prijsontwikkeling. Het niet aanpassen van de kinderbijslag aan de inflatie bespaart de overheid op jaarbasis 2 Nieuwsbrief Salaris Nummer 5, Augustus 2013 Dat moet natuurlijk wel binnen de termijn van 24 uren na de productie gebeuren. Dienstverband-scherm in SDB*HRM Bij het muteren van contractwijzigingen op het scherm ‘Dienstverband’ in SDB*HRM, bijvoorbeeld bij het invoeren van een nieuw contract voor bepaalde tijd, komt het regelmatig voor dat een gebruiker de ingangsdatum invult in het veld ‘Datum in dienst’, terwijl het veld ‘Datum ingang gegevens; bedoeld wordt. Het gevolg van deze onjuiste keuze is dat onder meer de roosters in SDB*ZorgPlanner leeggemaakt worden. Al vanaf versie 8.0F is het mogelijk deze vergissing te voorkomen. Alleen de applicatiebeheerder kan in bijzondere gevallen nog de ‘datum in dienst’ wijzigen. Het advies is dan ook om zoveel mogelijk als ‘normale’ gebruiker in SDB*HRM te werken, en het profiel ‘applicatiebeheerder’ alleen te gebruiken als dit echt nodig is. Het mutatiescherm ziet er dan als volgt uit: Geen inlooprisico WGA-flex Met ingang van 2014 komt er premiedifferentiatie voor de financiering van de WGA van vangnetters. Dit betreft de vangnetters die in 2010 ziek zijn geworden en een aanspraak hebben gedaan op de Ziektewet. Vanaf 2016 is eigen risico dragen voor WGA-vangnetters mogelijk, maar alleen in combinatie met niet-vangnetters. Op dat moment wordt de WGA-vast en WGA-flex namelijk samengevoegd tot één gedifferentieerde WGApremie. Werkgevers die nu eigenrisicodrager WGA-vast zijn, hebben zich zorgen gemaakt over de eventuele terugwerkende krachtwerking van de dan lopende ziektegevallen van vangnetters, het zogenoemde inlooprisico. Minister Asscher heeft recent deze angst kunnen wegnemen. Werkgevers die eigenrisicodrager WGA zijn of worden, hoeven alleen de lasten te dragen van de flexwerkers die op of na 1 januari 2016 ziek worden. Wet versobering pensioenopbouw De Tweede Kamer heeft op 27 juni de wetsvoorstellen Wet versobering pensioenopbouw en Wet pensioenaanvullingsregelingen aangenomen. Door deze wijziging in de wet wordt de jaarlijkse maximale pensioenopbouw verlaagd. Bij toepassing van de middelloonregeling daalt de maximale opbouw van 2,25% naar 1,75% van het pensioengevend loon. Daarnaast wordt er een maximum gesteld aan het pensioengevend loon. Het meerdere boven € 100.000 wordt dan niet meer meegeteld. Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft op 28 juni 2013 in een brief aan de Eerste Kamer verzocht om deze wetsvoorstellen met spoed te behandelen, met name opdat pensioenuitvoerders voldoende tijd hebben om de veranderingen in de fiscale pensioenregelgeving te kunnen doorvoeren. Maar de coalitiepartijen hebben in de Eerste Kamer geen meerderheid. Het is dan ook zeer de vraag of de wetswijzigingen al per 1 januari 2014 van kracht worden. Werkbonus in de loonbelasting Sinds dit jaar hebben oudere werknemers onder bepaalde condities recht op een extra heffingskorting op de te betalen inkomstenbelasting. Die heffingskorting geldt als de werknemer geboren is in 1949, 1950, 1951 of 1952 en een inkomen heeft tussen € 17.139 en € 33.326. Deze heffingskorting over 2013 kunnen werknemer alleen via de inkomstenbelasting claimen. Voor 2014 bestaat het voornemen om de werkbonus in de loonbelasting op te nemen. Oudere werknemers die voor de werkbonus in aanmerking komen, kunnen dit voordeel dan vanaf 2014 maandelijks automatisch via hun loonstrookje verrekend krijgen. Vrijgeven loonstroken SDB*Iris Medewerkers kunnen via SDB*Iris toegang krijgen tot hun loonstroken. Indien van toepassing gebeurt dat standaard 24 uur nadat de loonproductie is gedraaid. Het kan gebeuren dat deze termijn te kort is. Het moment van vrijgeven van de loonstroken via SDB*Iris kunt u om die reden dan ook zelf aansturen. Wel zo handig als de loonproductie al vroeg in de maand wordt gedraaid of als de salarisadministratie een dagje afwezig is. Daartoe geldt klantoptie 498: Vrijgeven loonstrook SDB*Iris activeren. Als deze klantoptie geactiveerd is, kunnen de berekende datum en tijdstip (24 uur na het productiemoment) via het menu van SDB*Salaris overschreven worden door een eigen datum en tijdstip (menu: Salarissen | Output | Vrijgeven salarisstroken) Subsidieregeling onderwijs In 2012 is een evaluatie uitgevoerd naar de Afdrachtsvermindering Onderwijs over de periode 2006 t/m 2011. De bevindingen uit deze evaluatie, die in september 2012 is opgeleverd, zijn aanleiding geweest tot een herziening van de regeling. Eind mei 2013 heeft minister Bussemaker de Tweede Kamer geïnformeerd over de plannen. Met ingang van 1 januari 2014 wordt de Afdrachtvermindering Onderwijs omgevormd tot een subsidieregeling. Die subsidieregeling onderwijs wordt ten opzichte van de afdrachtvermindering onderwijs aanzienlijk ingeperkt, met name door het verminderen van de doelgroepen. De regeling gaat nog wel gelden voor: 3 Nieuwsbrief Salaris Nummer 5, Augustus 2013 gevers had, of naast het loon nog een uitkering ontvangen had. Een werkgever komt in aanmerking voor teruggaaf van premie als het totale loon of het loon plus de uitkering over 2012 méér is geweest dan € 50.064. Het door u ontvangen bedrag hoeft niet aan de werknemer te worden uitbetaald. In 2012 hebt u immers de ingehouden premie ZVW al vergoed. Maar de restitutie van premie ZVW 2012 moet in principe wel via de loonadministratie lopen om de te veel berekende loonheffing (de premie ZVW is immers een fiscale bijtelling) te verrekenen. Daartoe kunt u gebruik maken van loonfactor 484: Verrekende premie ZVW vorig jaar. Het gebruik van deze loonfactor leidt niet tot een betaling aan de werknemer (het betreft immers een werkgeversvergoeding), maar tot een eenmalige verrekening in het belastbaar loon, waardoor de loonheffing 2012 als het ware verrekend wordt. De werkgever mag er ook voor kiezen om de premierestitutie ZVW buiten de loonadministratie te houden. In dat geval geldt dat tot een bedrag van € 14 de werkgever mag kiezen om het bedrag zelf te houden of het aan de werknemer netto uit te betalen. Is het bedrag hoger dan € 14, en wilt u het buiten de loonadministratie houden, dan bent u verplicht het bedrag aan de medewerker uit te betalen. Leerlingen in het mbo die een beroepsbegeleidende leerweg volgen (BBL); Studenten in het hbo die een techniekopleiding (inclusief agro) volgen bestaande uit een combinatie van leren en werken (zowel duaal als deeltijdhbo). Maar de volgende groepen komen vanaf 2014 niet meer in aanmerking voor de subsidie: Leerlingen met een mbo-bol-opleiding; Leerlingen die een leerwerktraject volgen in het vmbo; Voormalige werklozen die worden opgeleid tot startkwalificatie; Personen die via een EVC-traject een ervaringscertificaat behalen; Studenten in het hbo die een niet-technische opleiding volgen. Voor het wegvallen van deze groepen zal er zeer waarschijnlijk geen overgangsregeling komen. Personeelslening Een werkgever kan aan een medewerker een lening of voorschot verstrekken. Een voorschot heeft geen fiscale gevolgen en mag zonder rente worden verstrekt. Voorwaarde is dat de looptijd van het voorschot beperkt is tot circa één loonbetaling. Een lening heeft een langere looptijd en heeft daarom wel fiscale gevolgen. Bij een lening behoort de medewerker rente te betalen. De Belastingdienst gaat uit van een rente van ten minste 3%. Wordt minder of geen rente in rekening gebracht, dan ontstaat een rentevoordeel. Dit is het verschil tussen de betaalde rente (of geen rente) en de fiscale rente van 3%. Dit rentevoordeel moet bij het loon worden geteld, een fiscale bijtelling waarover de werknemer belasting moet betalen. Wordt de werkkostenregeling toegepast, dan mag het rentevoordeel in een aantal gevallen onbelast blijven, namelijk als de lening wordt gebruikt voor: Het kopen, onderhouden of verbeteren van een eigen woning; Het kopen van een (elektrische) fiets of scooter ten behoeve van het woon-werkverkeer. Wordt nog het oude regime van de loonbelasting toegepast, dan is de lijst iets langer, namelijk: Het kopen, onderhouden of verbeteren van een eigen woning; Voor zaken die de werkgever onbelast mag verstrekken (waaronder de fiets van de zaak; De aanschaf van een computer die voor ten minste 90% zakelijk zal worden gebruikt; De inrichting van de werkplek thuis. Anoniementarief Een werkgever is bij het aangaan van de dienstbetrekking verplicht een aantal schriftelijke registraties en visuele controles uit te voeren ten aanzien van de persoonlijke gegevens van de nieuwe werknemer. Zolang de werkgever niet aan deze verplichting heeft voldaan, (er is bijvoorbeeld geen kopie van het bij indiensttreding geldig identiteitsbewijs in het personeelsdossier), moet op het loon van de werknemer het anoniementarief worden toegepast. Zo niet, dan loopt de werkgever het risico met een flinke naheffing te worden geconfronteerd op het moment dat de Belastingdienst een controle uitvoert. Werknemers zijn verplicht mee te werken aan deze identificatie. Voldoet de werknemer niet, of niet volledig aan deze verplichting, dan moet de werkgever het anoniementarief (het hoogste belastingtarief) toepassen, zonder rekening te houden met de loonheffingskorting. Het anoniementarief moet worden toegepast als: De werknemer zijn persoonlijke gegevens niet schriftelijk opgeeft of onjuiste gegevens opgeeft; Zich niet op de juiste wijze wil of kan identificeren aan de hand van een geldig identiteitsbewijs. SDB Groep BV Weigelia 25 2260 AB Leidschendam Postbus 302 2260 AH Leidschendam Teruggaaf premie ZVW In juli heeft de Belastingdienst voor de laatste maal de premie ZVW terugbetaald aan de werkgevers die in 2012 te veel premie ZVW hebben afgedragen. Dit kan zijn veroorzaakt omdat de werknemer meerdere werk- Hebt u vragen of opmerkingen over de inhoud van deze nieuwsbrief, dan kunt u contact opnemen met SDB*SalarisService tel. 070-3570888 4
© Copyright 2024 ExpyDoc