PBM Magazine

NIEUW pensioenstelsel
Inkomensgat gaapt
na pensionering
De echte keuze in De Nationale Pensioendialoog
is of we straks een behoorlijk pensioen
genieten. Als we kiezen om vandaag een groter
huis te kunnen kopen of de premies te verlagen
voor een hogere belastingopbrengst, betalen we
straks de hoge prijs van latente armoede.
Liane den Haan, directeur-bestuurder seniorenorganisatie ANBO
Liane den Haan
Het goede nieuws, daar is geen Nationale
Pensioendialoog voor nodig geweest, is dat
dankzij de deflatie de koopkracht van pensioengerechtigden stijgt. Ik geef toe: het hangt
ervan af welk inflatie- of deflatiecijfer je neemt
en het gaat maar om tienden van procenten,
maar de jarenlange koopkrachtdaling is zo
ergens rond de feestdagen tot stilstand gebracht. Zo is er stiekem ook eens wat vrolijks
te vertellen over pensioenen. Minder positief
ben ik over de vernieuwing van het pensioenhuis, die staatssecretaris Jetta Klijnsma heeft
ingezet met De Nationale Pensioendialoog.
Eerst had het pensioenhuis noodreparaties
nodig, daarna zou een grondige en weloverwogen verbouwing volgen. Die noodreparaties
hebben het perspectief van een gezond
pensioenstelsel al meteen uit beeld gebracht.
Allereerst kwam het kabinet met een nieuw
Witteveenkader. De opbouw van pensioen is
teruggebracht van 2,25 naar 1,875 procent.
De geschatte opbrengst van 3 miljard euro is
de kern van de beoogde bezuinigingen van
Rutte II, maar feitelijk een greep in de schatkist
van latere kabinetten. Een grove benadering
leert dat de deelnemer zo’n vijftien procent
minder pensioen opbouwt. Als iemand op
25-jarige leeftijd de arbeidsmarkt betreedt en
keurig tot zijn 67e pensioen opbouwt, gaat het
van 94,5 procent (2,25 procent per jaar) naar
78,75 procent. (Netto valt het beter uit, maar de
vrijstelling van AOW-premie moet het dan wel
decennia overleven).
Gapend gat
De praktijk oogt weerbarstiger. De vooronderstelling dat iemand daadwerkelijk 42 jaar
pensioen opbouwt, is rijkelijk optimistisch.
De 650.000 werkzoekenden bouwen nu niets op
en de 800.000 zzp’ers veel te weinig. Een hoge
opbouw is noodzakelijk om die lacunes op te
vullen. Bovendien is het pensioen een middelloonregeling geworden. Het gapende gat
tussen het laatstverdiende loon en de
pensioenuitkering wordt steeds groter. De deelnemer valt terug naar zestig, misschien wel
vijftig procent van het laatstverdiende loon.
En dan hebben we natuurlijk nog het nieuw
Financiële Toetsingskader (nFTK), dat daar tot
tien procent koopkrachtverlies bovenop doet.
Dat is bepaald geen lonkend perspectief.
Het is me volstrekt onduidelijk op welke wijze
Pensioengeld
is bedoeld voor
pensioen
Pensioen Bestuur & Management 2.2015 27
NIEUW pensioenstelsel
deze maatregelen het vertrouwen in ons
pensioenstelsel doen herstellen. Wie al
het idee heeft dat hij later geen behoorlijk
pensioen zal ontvangen en dat je best wat
minder kunt sparen, krijgt van de politiek
een nadrukkelijke bevestiging.
Tegelijkertijd heeft het kabinet geruisloos de bijl
gezet aan de wortels van het collectieve pensioenstelsel: de aftopping. Het klonk tamelijk onschuldig: inkomens boven de ton kunnen zelf
wel uitzoeken hoe zij hun pensioen over het
bedrag boven die grens regelen. Een gevaarlijke
ontwikkeling, bleek alras. In de bijdrage aan
De Nationale Pensioendialoog pleit De Nederlandsche Bank ervoor om die inkomensgrens
langs een glijdende schaal flink naar beneden
te schroeven. Het prima collectief pensioenstelsel wordt een zaak voor de lagere inkomens.
Natuurlijk kun je hier fijne neoliberale argumenten voor aanvoeren en je kunt er in bepaalde
kringen heel goed mee wegkomen. Iedereen
moet alles zelf maar regelen. Zoals Bas
Blokker in een uitstekend artikel in NRC
Handelsblad het typeerde: de jonge, hoogopgeleide en goed verdienende D66’er is de
maatman van politiek Den Haag geworden.
Keuzevrijheid
Die gedachte kleurt inmiddels ook De Nationale
Pensioendialoog en wel in een keur van onderwerpen. Te beginnen met de keuzevrijheid, een
begrip met vele dimensies. Allereerst is het de
vraag of je per se moet deelnemen aan een
pensioenregeling. Op dit moment geldt dat niet
voor zzp’ers, uitkeringsgerechtigden en werknemers van bedrijven die niet onder een cao
vallen. Maar waarom zou dat wel moeten
gelden voor alle andere mensen in loondienst?
Die kunnen zelf toch wel keuzes maken? En dan
volgt een stortvloed van ideeën om de pensioen-
C
DC kan een interessante oplossing bieden
P
ensioenplicht lost doorsneepremieprobleem op
M
aak ook de AOW flexibel
H
ogere inkomens moeten in het stelsel blijven
P
ensioenpremie is er voor pensioen
(Foto: Patricia Steur)
Neoliberaal
premie te gebruiken voor alles behalve
pensioen. Ik noem er drie.
1. Verlagen – al dan niet via een glijdende
schaal – van de inkomensgrens, zoals
boven toegelicht.
2. De AFM wil deelnemers zelf laten bepalen
hoeveel pensioenpremie ze betalen – met
een minimum, dat nog wel. Een uitnodiging
om zo weinig mogelijk pensioen op te
bouwen. Uit alle onderzoeken blijkt dat voor
de meeste mensen honderd euro nu meer
waard is dan duizend over dertig jaar.
Vandaag moet je de duurdere kinderopvang
betalen – of je gaat gewoon op vakantie.
Trouwens, je moet maar afwachten of je
zeventig wordt, niet?
3. Als derde: laat huiseigenaren een lagere
premie betalen als ze het meerdere
gebruiken om in een eigen huis te steken.
Staatssecretaris Klijnsma heeft al enthousiast
gereageerd op dit idee, geopperd door de
Reformatorische Unie. Een curieus argument
daarbij is dat Klijnsma denkt dat mensen
dan ook een groter huis kunnen kopen.
Gapende gat
tussen het
laatstverdiende
loon en
de pensioenuitkering
Ik citeer hier graag uit een weldoordacht
artikel van Hans de Geus op Follow The Money:
‘Zink pensioen niet af met duurdere stenen’.
Ik ben het volledig met hem eens: elke extra
euro die je naar de huizenmarkt brengt, zorgt
voor hogere prijzen. Ik vraag me bovendien af
Pensioen Bestuur & Management 2.2015 29
NIEUW pensioenstelsel
waarom het beleggen in stenen beter rendeert
dan premie in een pensioenfonds.
Het saldo lijkt mij juist negatief. Bovendien: wat
als iemand zijn huis verkoopt en weer gaat
huren? Waar blijft dat geld dan? En waarom kunnen huurders niet profiteren en huiseigenaren wel? En waarom mag je
pensioengeld wel aan ‘woongenot’ (Klijnsma)
besteden en niet aan ander levensgenot?
Ik ben hier absoluut niet voor en bevind me in
tamelijk onverdacht gezelschap van het
Pensioenfonds van de Rabobank, de grootste
hypotheekverstrekker van Nederland. Uit
onderzoeken blijkt overigens dat de meeste
Nederlanders helemaal niet op al dit soort
keuzen zitten te wachten. En ik waarschuw
alvast maar voor het prijskaartje dat eraan
komt te hangen.
Pensioengeld is voor pensioen
Ik ben voor
individuele
potjes met
risicodeling
Ik denk dat pensioengeld bedoeld is voor pensioen.
Dat heeft namelijk een dubbel doel. Wij willen
dat mensen op latere leeftijd niet tot armoede
vervallen en hun leven op een acceptabele wijze
kunnen voortzetten. De armoede onder Nederlandse ouderen is de laagste ter wereld. Daar
moeten we trots op zijn. Dat hoort bij beschaving.
Het tweede doel past bij de veranderende samenleving: ouderen moeten meer voor zichzelf
zorgen en daar hoort een redelijk inkomen bij.
Het gaat niet aan om deze eisen te stellen en
tegelijkertijd de mogelijkheden in te perken.
Het gevolg van lagere pensioenen kan zijn dat
ouderen een groter beroep op sociale voorzieningen moeten doen. En daarmee krijgen allerlei
keuzemogelijkheden een heel andere dimensie.
Flexibele AOW
Het rare is: ik ben echt niet tegen nieuwe, verfrissende ideeën. Keuzevrijheid kan worden uitgebreid door bijvoorbeeld een flexibele AOW te
creëren, aansluitend op het flexibel pensioen
dat al bestaat. Zorg ervoor dat deeltijd-AOW en
-pensioen mogelijk wordt. Er bestaan hoog-laagconstructies (waar bijna niemand gebruik van
maakt). Voor partnerpensioen dan wel een hoger
ouderdomspensioen moet je al kiezen. Als individuele potjes met genoeg solidariteit (geen pechgeneraties, langlevenrisico, etc.) kunnen zorgen
voor een betere pensioenuitkomst, ben ik voor.
Ik ben ook voor een algemene pensioenverplichtstelling, dus ook voor zzp’ers. Dat zorgt
voor een level-playing-field tussen gewone
werknemers en zelfstandigen. Die laatsten
moeten zich profileren op vakmanschap en
flexibiliteit – niet op ongezonde prijsstelling.
Dat leidt tot een ‘race to the bottom’.
Bovendien kun je op die manier de doorsneepremie-problematiek oplossen, een kluwen die
op een andere manier feitelijk onontwarbaar is
en waarvoor nog niemand een geloofwaardige
en betaalbare ontknoping heeft verzonnen.
Ook zou juist een verhoging van de pensioenopbouw ruimte bieden voor allerlei andere
keuzes, zonder het pensioen aan te tasten.
Zoals een minder knellend nFTK pensioenfondsen meer keuzevrijheid zou bieden.
Latente armoede
Met het verlagen van de pensioenopbouw in
het Witteveenkader heeft het kabinet de toon
gezet. Hogere belastingopbrengsten nu staan
voorop en dat die dus logischerwijs in de
toekomst lager komen te liggen, ziet een later
kabinet wel weer. En dat heeft Klijnsma feitelijk
als denkmodel ook voor de deelnemers
neergezet. Kortetermijndenken, zoals dit nu
ook ontluikt bij De Nationale Pensioendialoog.
Voor het uithollen van ons pensioenstelsel
betalen we echter op termijn de hoge prijs van
latente armoede. Of we dat willen, is pas een
echte keuze. <
Artikelen raadplegen? Opgeven voor het PBM Pensioensymposium?
Deel uit de PBM Dossierreeks opvragen
of gewoon uw kennis up-to-date houden?
www.pensioenbestuurenmanagement.nl
30 Pensioen Bestuur & Management 2.2015