basismodel voor de kwalitatieve verplichting

Model kwalitatieve verplichting Groen Ontwikkelfonds
Brabant B.V.
Eindversie 10 maart 2015
Overeenkomst tot vestiging kwalitatieve verplichting
De ondergetekenden:
1. Het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB), vertegenwoordigd door de Directeur, te dezer zake vertegenwoordigd
door [naam en voornamen] , wonende [postcode, woonplaats, adres], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum;
voluit geschreven], wiens paspoortnummer is N [nummer], en op grond van het bepaalde in het besluit van de Directeur
deze rechtsgeldig vertegenwoordigende,
hierna te noemen het “Fonds”, die in deze in de plaats treedt van de Provincie Noord-Brabant.
2. Gegevens andere contractpartij (A),
hierna te noemen de “grondeigenaar”.
Overwegende dat:
- Het Fonds met grondeigenaren en (erf)pachters een partnerschap wil aangaan om een deel van het Natuur Netwerk
Brabant samen met hen te realiseren;
- Het Fonds en de grondeigenaar overeenstemming hebben over de wijze waarop het Natuur Netwerk Brabant wordt
gerealiseerd en dit hebben vastgelegd in het inrichtingsplan, dat aan deze overeenkomst is gehecht;
- Het Fonds en de grondeigenaar overeenstemming hebben bereikt over de wijze waarop de grondeigenaar wordt
gecompenseerd voor zijn inzet en bijdrage aan de realisatie van Natuur Netwerk Brabant zoals vastgelegd in het
inrichtingsplan;
- Bij besluit van [datum, nummer] subsidie is verleend op grond van het Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds
Brabant BV voor de financiering van de compensatie voor de grondeigenaar voor het omzetten van landbouwgrond naar
natuurfunctie;
- Het inrichtingsplan, ter realisatie en vervolgens instandhouding van Natuur Netwerk Brabant, voor onbepaalde tijd moet
worden uitgevoerd en gehandhaafd;
- Het Fonds en de grondeigenaar ten behoeve van die instandhoudingsplicht voor onbepaalde tijd op de gronden, die als
het Natuur Netwerk Brabant worden ingericht een kwalitatieve verplichting willen vestigen ten gunste van het Fonds,
en bij/na diens ontstentenis ten gunste van de provincie Noord-Brabant;
- De grondeigenaar deze verplichting die voortvloeit uit het partnerschap met het Fonds en daarmee uit het
Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV aanvaardt en als kwalitatieve verplichting wil laten vestigen
op betreffende grond(en);
Verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1
Voor de betekenis van de gehanteerde begrippen wordt aangesloten bij hetgeen in de Investeringsreglement van het Groen
Ontwikkelfonds BV XXXX [datum], hierna te noemen de “regeling”, hieromtrent is bepaald. (aanhechten of opnemen)
Artikel 2
De grondeigenaar is eigenaar van het terrein, kadastraal bekend onder [naam gemeente], sectie [nummer], nummer(s)
[nummer(s)], met een totale grootte van [aantal hectares] hectares, hierna te noemen: het “terrein”.
Artikel 3
a. De grondeigenaar gebruikt het terrein voor natuurdoelen en gedoogt op het terrein voor onbepaalde tijd de
ontwikkeling dan wel instandhouding van het natuurbeheertype waarvoor subsidie is verleend op grond van de regeling,
of de ontwikkeling, dan wel instandhouding van een ander natuurbeheertype voor zover het GOB of bij diens
ontstentenis Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant hiervoor schriftelijk toestemming heeft verleend;
b. De grondeigenaar laat datgene na dat het gestelde onder a belemmert, bemoeilijkt of verhindert;
c. De grondeigenaar gebruikt het terrein niet voor andere doeleinden dan voor de ontwikkeling dan wel instandhouding
van beheer volgens aangehecht inrichtingsplan waarvoor subsidie is verleend op grond van de regeling, of de
ontwikkeling, dan wel instandhouding van een ander natuurbeheertype voor zover Gedeputeerde Staten van de
provincie Noord-Brabant hiervoor schriftelijk toestemming hebben verleend.
d. De grondeigenaar duldt effecten op zijn terrein die ontstaan door hydrologische maatregelen in zijn omgeving ten
behoeve van natuurdoelen, Natura2000 en de Kaderrichtlijn Water.1
Artikel 4
De grondeigenaar vestigt bij deze ten laste van het (deel van het) terrein zoals weergegeven op bijgevoegde kaart ten
behoeve van het Fonds en bij diens ontstentenis de provincie Noord-Brabant een kwalitatieve verbintenis overeenkomstig
artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek van de inhoud, zoals hiervoor in artikel 3 is aangegeven. De kosten van de akte
voor de vestiging van de kwalitatieve verplichting en inschrijving ervan zijn voor rekening van het Fonds.
Artikel 5
1. Indien de grondeigenaar één of meer der bepalingen van artikel 3 van deze akte niet nakomt, kan het Fonds nakoming
vorderen en kan bij blijvende toerekenbare tekortkoming de overeenkomst ontbinden.
2. Alvorens het Fonds de overeenkomst kan ontbinden naar aanleiding van niet-nakoming van één of meer bepalingen van
artikel 3 van deze akte door de grondeigenaar, dient zij de grondeigenaar schriftelijk bij aangetekend schrijven of
deurwaardersexploot concreet te wijzen op de niet-nakoming en aan te manen om binnen de daarbij door het Fonds
realiseerbaar geachte te bepalen termijn van in ieder geval ten minste acht weken alsnog aan zijn verplichting(en) te
voldoen.
3. Als het Fonds nakoming van de overeenkomst vordert, is de grondeigenaar verplicht om de niet-nakoming van één of
meer der bepalingen van artikel 3 van deze akte op eerste aanzegging te staken en het terrein in de staat te herstellen
waarin het verkeerde vóór de niet-nakoming van één of meer der bepalingen van artikel 3 van deze akte, zulks op, naar
keuze van het Fonds, straffe van de in het vierde lid gemelde dwangsom.
4. Na de termijn, bedoeld in het tweede lid, kan het Fonds, indien de grondeigenaar niet alsnog aan zijn verplichtingen
die voortvloeien uit één of meer der bepalingen van artikel 3 van deze akte heeft voldaan:
A. Overgaan tot invordering van een dwangsom ten bedrage van ten hoogste € 500,- vermenigvuldigd met het aantal
hectares, bedoeld in artikel 2, voor iedere week dat de grondeigenaar, na ontvangst van de in het tweede lid
omschreven aanmaning, één of meer der bepalingen van artikel 3 van deze akte niet naleeft;
B. Indien na het opleggen en invorderen van de dwangsom als hiervoor onder 4.A. is bepaald de grondeigenaar in
gebreke blijft, de overeenkomst ontbinden naar aanleiding van niet-nakoming van één of meer bepalingen van artikel 3
van deze akte door de grondeigenaar, waarbij de grondeigenaar van rechtswege een direct opvorderbare boete
verschuldigd is van ten hoogste het subsidiebedrag, zoals dat voor de grondeigenaar bij het besluit van [datum, nummer]
is vastgesteld ten behoeve van het Fonds te vermeerderen met wettelijke rente. De wettelijke rente is ten hoogste
50% van de opvorderbare boete.
5. De wettelijke rente, bedoeld in het vierde lid wordt berekend vanaf de dag van betaling van het subsidiebedrag.
6. Bij de vaststelling van de hoogte van zowel de dwangsom als de boete, als bedoeld in het vierde lid, dient rekening te
worden gehouden met de ernst van de niet-nakoming van de overeenkomst.
Artikel 6
Op initiatief van eigenaar evalueren partijen telkens na verloop van ten minste een termijn van 10 jaar na de vestiging van de
kwalitatieve verplichting of en in hoeverre de inrichtingsmaatregelen uit het aangehechte inrichtingsplan waarvoor de
kwalitatieve verplichting wordt gevestigd, in die afgelopen periode van 10 jaar of zoveel korter, hebben geleid tot de vooraf
gewenste inrichting van het terrein, waarna het Fonds en de grondeigenaar aanvullend kunnen overeenkomen of en in
welke mate het beheer kan worden aangepast.
Deze eventuele aanpassingen dienen dan bij middels notariële akte eveneens in de kwalitatieve verplichting te worden
aangepast. De kosten van de akte en inschrijving ervan zijn voor rekening van het Fonds.
Artikel 7
Alle geschillen in verband met of voortvloeiend uit deze akte zullen worden beslecht door de bevoegde burgerlijk rechter.
1
Dit speelt in de natte natuurparels, vrijwel alle gelegen in de Rijks EHS, waar nog niet overal een GGOR is bepaald. In dat
geval maken vooraf waterschap, eigenaar, GOB en indien relevant aanliggende natuurbeheerder een inschatting wat de
implicaties zijn en leggen vast in het beheer- en inrichtingsplan en bijbehorende akkoordverklaring van het waterschap. Op het
moment dat e.e.a. niet goed kan worden ingeschat wordt uitgegaan van de waterhuishouding die hoort bij vochtig hooiland.
De taxatie wordt gebaseerd op deze afspraken.
Artikel 8
Het Fonds en de grondeigenaar komen overeen dat de overeengekomen verplichtingen om te dulden of niet te doen ten
aanzien van het terrein zullen overgaan op diegenen die het desbetreffende goed onder bijzondere titel zullen verkrijgen en
dat mede gebonden zullen zijn degenen, die van de rechthebbende op het desbetreffende goed een recht tot gebruik van het
goed zullen verkrijgen. Het Fonds en de grondeigenaar machtigen elkander over en weer om de inhoud van deze akte
daartoe als beding in de zin van artikel 252 Boek 6 Burgerlijk Wetboek in te schrijven in de desbetreffende (openbare)
registers op de wijze, zoals de toepasselijke wetten dit voorschrijven. De kosten van het opmaken van deze notariële akte(n)
en van de inschrijving(en) ervan in de openbare registers zijn ten laste van het Fonds. Deze volmacht is als onderdeel van
deze overeenkomst en als mede ten bate van de gemachtigde van het Fonds gemaakt onherroepelijk en vervalt niet door
overlijden of onbekwaamheid van de grondeigenaar of beperkt gerechtigde.