Klik hier of op de kaft om het bestand in PDF te

van de
Stembus
Het islamitische oordeel ten aanzien van de participatie
in democratische verkiezingen
bal
Hu
Jo
aun
Fir ’
en
oh
C
b
k
Fem
l
eba
Ho
t
Laa
AlAl-
e
a
em
ls
Ha
za
’Uz
l
A
dj
Da
t
naa
a
M
h
zza
’Oe
l
A
In de Naam van Allah, de Barmhartige, de genadevolle
Inleiding
H
et zal niemand ontgaan zijn dat er een storm van politieke intolerantie over Nederland raast die de
aanwezigheid van moslims in hun religieuze hoedanigheid onwenselijk acht. Deze politieke koers
kan op steun rekenen bij een aanzienlijk deel van de bevolking. Daarom worden veel moslims angstig
van het idee dat een partij als de PVV bij de volgende verkiezingen wel eens zou kunnen gaan regeren,
en zo zijn anti-islaam retoriek in beleid kan omzetten. Het idee dat moslims deze ontwikkeling kunnen
tegengaan door op traditionele partijen te stemmen lijkt voor velen dan ook een goed alternatief. Moskeeën zijn het toneel geworden van verkiezingscampagnes waar vooral de PvdA een vaak geziene gast
is. Hun campagne wordt ondersteund door imams die de moskeegangers niet alleen oproepen te gaan
stemmen, maar hen zelfs daartoe verplichten. De prangende vraag die in het licht van deze ontwikkelingen opreist is of het deelnemen aan verkiezingen verenigbaar is met de islamitische regels. Mag een
moslim wel stemmen en zo ja, wat is hiervoor zijn bewijs?
Wanneer een Moslim een bepaalde handeling wil verrichten moet hij twee dingen weten alvorens hij
de handeling verricht. Ten eerste moet hij weten wat die handeling precies inhoudt. Vervolgens moet
hij onderzoeken of de handeling niet in strijd is met de regels van zijn geloof. Een moslim die van plan is
om bij de aanstaande verkiezingen zijn stem uit te brengen op een politieke partij moet dus weten wat
stemmen precies inhoudt. Daarna moet hij nagaan of stemmen toegestaan is binnen de Islaam. Door op
deze manier te werk te gaan voorkomt hij dat hij zijn geloof schade toe brengt.
Om er achter te komen of stemmen een toegestane daad is, moeten we inzoomen op de basisprincipes
van de Islaam. Ook moeten we ingaan op het electorale proces om er achter te komen wat men doet als
hij stemt. Om tot een eenduidige conclusie te komen zullen we antwoord geven op de volgende vragen:
wat is Democratie en wat houdt stemmen in? Wat dient een moslim te weten over zijn geloof? Zijn er
situaties denkbaar wanneer het eventueel toegestaan zou zijn voor een moslim om te stemmen? Op al
deze vragen zal een verhelderend antwoord geboden worden in deze folder.
Wat is Democratie?
H
et woord ‘Democratie’ komt van de Griekse woorden ‘demos’ en ‘cratus’. Demos staat voor ‘mensen’
en cratus staat voor ‘het oordeel’. Dit verwijst naar een systeem waarin het oordeel aan de mensen
is. In dit systeem zijn mensen de wetgevers die bepalen wat goed of slecht is. Het volk wordt door middel van verkiezingen geraadpleegd en zij wordt vertegenwoordigd door volksvertegenwoordigers die
plaats nemen in een parlement. Het doel van het parlement is het verlangen van de bevolking om te
zetten in wetgeving en beleid.
De peilers van Democratie zijn tijdens de Franse Revolutie in 1789 tot stand gekomen. Het volk kwam
toen in opstand tegen koningen die eeuwenlang hadden geregeerd in naam van God. Gesteund door de
Kerk en de geestelijke elite hielden deze koningen er een afgrijselijk bewind op na. De burgerij had nauwelijks rechten en betaalden enorme belastingen om het luxe leven van de koning in stand te houden.
Omdat de koningen in naam van God regeerden en door de Kerk gesteund werden, richtte het verzet
zich tegen de autoriteit van God. De mensen vonden dat het geloof hen eeuwen lang had onderdrukt en
daarom moest er een nieuw systeem komen waarin niet God, maar de mens het voor het zeggen had.
Hieruit ontstond de theorie dat het ultieme gezag aan de mensen toebehoort. Deze theorie werd voorafgaand aan de Franse Revolutie uiteengezet door filosofen als John Locke, Montesquieu en Jean Jacque
Rousseua. De uitkomst van de Franse Revolutie was de geboorte van de eerste niet-religieuze republiek
waarin het eindoordeel toebehoord aan de mens i.p.v. God, en waarin individuele vrijheid de plaats innam
van religieuze voorschriften en mensgemaakte wetten superieur waren aan de beslissingen van de kerk.
Wat houdt stemmen in?
W
e hebben eerder uitgelegd dat volksvertegenwoordigers in een parlement wetgeving maken naar
gelang de behoefte van de kiezer die op hen stemt. Dadelijk zal worden uitgelegd dat het maken
van wetgeving het exclusieve recht is van Allah, en dat Zijn schepping geenszins bevoegd is om deze
taak op zich te nemen. Toch gebeurt dat in een Democratie wel. Parlementariërs eigenen zich het recht
toe op het maken van wetten en worden daarin gesteund door de mensen die op hun stemmen. Door
te stemmen geven wij dus het exclusieve recht van Allah op het vervaardigen van wetten, aan de mens.
Hiermee geven wij een stukje goddelijkheid van Allah weg en verheffen wij onterecht Zijn schepsels tot
goden.
We moeten ons ook goed realiseren dat de parlementariër waarop gestemd wordt slechts in staat is
om wetten te maken omdat er op hem gestemd is. Was dit niet gebeurd dan had hij niet de gelegenheid gehad om deze Goddelijke taak valselijk aan zichzelf toe te kennen. De kiezer is hier dus primair
verantwoordelijk voor. Omdat in een democratie het oordeel aan de mensen is zou de kiezer eigenlijk
in het parlement moeten zitten om conform zijn verlangen te bepalen wat goed en slecht is. Om praktische redenen is het echter niet mogelijk om alle Nederlanders in één parlement bijeen te brengen.
Daarom is gekozen voor een representatieve vorm van democratie. Dit houdt in dat elke kiezer wordt
vertegenwoordigd door een volksvertegenwoordiger die in zijn naam spreekt. In feite is het de kiezer
zelf die de wetgeving tot stand brengt en daarmee dus de Shirk pleegt. Misschien dat sommigen de link
tussen stemmen en Shirk niet direct kunnen leggen. Daarom is het van belang dat we terugkeren naar
de basisprincipes van de Islaam. Wat een moslim dient te weten en hoe hij op basis van die kennis moet
handelen, wordt op de volgende pagina uiteengezet.
Wat dient een moslim te weten over zijn geloof?
Islaam
Islaam betekent: overgaven aan Allah. Sheikh Al-Islaam Mohammed bin ‘Abdulwahhaab heeft het
woord Islaam als volgt gedefinieerd: “Dat is overgaven aan Allah middels Tawheed, onderwerping aan Hem
in gehoorzaamheid en het verwerpen van Shirk en haar aanhangers.” (Ad-Durar As-Sanniyah: 1/129)
Het praktische gedeelte van de moslim in zijn leven bestaat uit vijf zaken zoals de Boodschapper van
Allah sallAllahu ‘aleihi wasallam heeft gezegd: “De Islaam is gebouwd op vijf (pilaren); de Shahadah (getuigenis) dat niets/niemand het recht heeft aanbeden te worden behalve Allah en dat Mohammed Zijn
boodschapper is, het verrichten van het gebed, het geven van de zakaat, het verrichten van de Hadj en
het vasten in de (maand) Ramadaan.” (Overgeleverd door Moeslim)
De Shahadah is de eerste pilaar en hiermee ook de belangrijkste pilaar van de Islaam, zonder deze Shahadah is iemand geen moslim en zal een persoon niet gered kunnen worden van het Hellevuur. Aangezien de Shahadah de belangrijkste pilaar van de Islaam is zullen wij deze hieronder nader toelichten. Ook
komen er in de hierbovengenoemde defenitie van het woord Islaam enkele termen voor die uitgelegd
dienen te worden, zoals;Tawheed en Shirk.
Taweed
Tawheed betekent: Allah één maken in de aanbidding. Dit houdt in dat je Allah uitzondert in de aanbidding, en alle aanbidding aan Hem alleen richt. Je aanbidt niets of niemand anders dan Allah, en kent
Hem geen deelgenoten toe. Allah draagt ons in vele verzen op om alle aanbidding enkel en alleen naar
Hem te richten.
”‫ش ْي َئا‬
َ َّ‫واعْ ُب ُدوا الل‬
ُ ‫ر‬
ِ ِ‫كوا ب‬
َ ‫ه‬
َ ‫ه‬
َ ”
ْ ‫و اَل ُت‬
ِ ‫ش‬
“En richt jullie aanbidding aan Allah en begaat geen Shirk met Hem” (Soerah an-Nisaa: 36)
Aan Allah behoren specifieke namen, eigenschappen, functie’s en bevelen toe en dat is Zijn exclusieve
recht. Hierdoor is degene die een deel van deze zaken toekent aan een ander dan Allah schuldig aan
Shirk. Bijvoorbeeld; het is Allah’s exclusieve eigenschap dat Hij doet leven en sterven, wanneer iemand
dus beweert dat een bepaalde persoon ook kan scheppen, dan heeft degene die deze persoon gelooft
zich schuldig gemaakt aan Shirk, want hij heeft namelijk een exclusieve eigenschap van Allah toegekend
aan iemand anders. Zo ook heeft Allah het alleenrecht op het maken van wetten en op het bepalen wat
goed en slecht is (halaal en haraam). Wanneer een persoon beweert ook wetten te kunnen maken of te
kunnen bepalen wat goed en slecht is dan heeft deze persoon zichzelf een eigenschap van Allah toegekent. Degene die hem vervolgens in staat stelt om deze wetten te maken door op hem te stemmen heeft
zich eveneens schuldig gemaakt aan Shirk.
Het scheppen en het maken van wetten zijn exclusieve eigenschappen van Allah, Hij noemt deze twee
soorten van alleenrecht zelfs in één en hetzelfde vers in Soerah Al-’ Araaf vers 54:
”‫م ُر‬
َ ‫َلق‬
ُ َ‫”أَ اَل ل‬
ْ َ ‫و األ‬
ُ ‫ه الخ‬
“Weet, dat scheppen en bevelen (wetgeven) aan Hem is voorbehouden”
Ook zegt Allah dat er niemand mag deelnemen in Zijn oordeel en dat Het oordeel enkel en alleen aan
Hem toebehoort:
ْ ‫ح‬
”‫ح َدا‬
ِ ‫م‬
ِ ‫ك‬
َ َ‫ه أ‬
َ ”
ْ ‫و اَل ُي‬
ُ ‫ك فِي‬
ُ ‫ر‬
ِ ‫ش‬
“En Hij laat niet één deelgenoot in Zijn oordeel toe”(Soerah Al-Kahf: 26)
“‫ه‬
ِ َّ‫ْم إِ اَّل لِل‬
ِ ِ‫”إ‬
ُ ‫الحك‬
ُ ‫ن‬
“Het oordeel is slechts aan Allah”(Soerah Yoesoef: 40)
Shirk
Het tegenovergestelde van Tahweed is Shirk. Dit betekent dat iemand iets anders aanbid
dan Allah en iets of iemand gelijk stelt aan Allah. Shirk is de grootste zonde die een persoon
kan begaan en degene die Shirk begaat zal niet vergeven worden voor deze daad, al zijn goede daden zullen vruchteloos zijn en hij zal voor eeuwig in het Hellevuur verblijven. Allah zegt:
َ ‫ه‬
َ ‫ج َّن‬
” ‫وا ُه ال َّنا ُر‬
ِ ‫ه عَ لَي‬
ِ َّ‫ك بِالل‬
ْ ‫فق‬
َ ‫م ْأ‬
َ ‫و‬
َ ‫ة‬
َ ‫ه ال‬
َ ‫ح َّر‬
َ ‫َد‬
َ ‫” إِنَّه‬
ُ َّ‫م الل‬
ْ ‫ر‬
ْ ‫ن ُي‬
ْ ‫م‬
ِ ‫ش‬
“Waarlijk,“ hij die Shirk begaat: Allah heeft hem waarlijk het Paradijs verboden. En zijn bestemming zal
de Hel zijn. “ (Soerah Al-Maaidah: 72)
“‫ه‬
ّ ِ‫”إ‬
َ َّ‫ن الل‬
ِ ِ‫ك ب‬
َ ‫ش َر‬
ْ ‫ه اَل يَغ ِف ُر أَنْ ُي‬
“Waarlijk, Allah vergeeft het niet dat er met Hem Shirk begaan wordt.” (soerah An-Nisaa: 48)
“‫ك‬
َ ‫م ُل‬
َ َ‫ن ع‬
َ ‫ش َرك‬
ْ َ‫ْت لَي‬
ْ َ‫”لنْ أ‬
َّ َ‫حبَط‬
ِ َ‫إ‬
“Als jij Shirk begaat, dan zullen jouw daden vruchteloos worden.” (Soerah Az-Zoemar: 65)
Kalimat-Tawheed
Kalimat-Tawheed betekent: Het woord van Tawheed, hiermee wordt het eerste gedeelte van de Shahadah bedoelt: Laa ilaaha illAllah (er is niets of niemand die het recht heeft aanbeden te worden behalve
Allah.)
laa ilaaha illAllah steunt op twee pilaren, die allebei in praktijk gebracht moeten worden, wil iemand dat
zijn Shahadah geaccepteerd wordt.
Laa ilaaha
illAllah
Ontkenning / ‫نَفِي‬
Bevestiging / ‫إِ ْثبَات‬
Al-Kufr bit-Taghout ِ‫ك ْف ُر بِالطَّاغُ وت‬
ُ ‫ال‬
Ontkenning: je ontkent dat er iets of iemand is die
het recht heeft aanbeden te worden. Dit noemt
men ook wel; Al-Kufr bit-Taghout: het verwerpen
van de Taghout en ongelovig zijn in hierin.
Al-Imaan billah
‫ه‬
ِ َّ‫اإليمَانُ بِالل‬
ِ
Bevestiging: na het ontkennen van alles buiten
Allah, bevestig je dat Allah de Enige is die aanbeden mag worden. Dit deel noemt men ook wel; AlImaan billah: het geloof in Allah.
Al-Kufr bit-Taghout
De moslim is verplicht ongelovig te zijn in de Taghout en in Allah te geloven, wil hij dat zijn Imaan geaccepteerd wordt. Allah zegt in soerah Al-Baqarah vers 256:
َ ‫ه‬
ْ َ‫ن ي‬
” ‫و ْثقَى‬
ِ َّ‫ن بِالل‬
ِ ‫و ُي ْؤ‬
ْ ‫فق‬
ُ ‫ك بِال‬
َ ‫ع ْر‬
َ ‫س‬
َ ‫م‬
َ ِ‫ك ُف ْر بِالطَّاغُ وت‬
َ ‫و‬
َ ”
ْ ‫س َت‬
ْ ِ‫َد ا‬
ْ ‫م‬
ْ ‫م‬
ُ ‫و ِة ال‬
“En wie ongelovig is in de Taghout en in Allah gelooft, heeft werkelijk het stevige houvast gegrepen...”
Allah plaats het ongeloof in de Taghout vóór het geloof in Allah, en maakt hiermee dus het eerste een
voorwaarde voor het tweede.
Taghout betekent: Al hetgeen wat aanbeden, gevolgd of gehoorzaamd wordt buiten Allah en hiermee de grenzen overschrijdt. (Ibn Al-Qayyim)
Voorbeelden van Tawaghiet die aanbeden worden zijn: Shaytaan en afgodsbeelden. Voorbeelden van
Tawaghiet die gevolgd worden zijn: Priesters en magiërs. Voorbeelden van Tawaghiet die gehoorzaamd
worden zijn: rechters en regeringen die niet regeren met de wetten van Allah.
De moslim is opgedragen om alle soorten Tawaghiet te verwerpen en ervan weg te blijven. Hierover
zijn duidelijke verzen te vinden in de Qoraan, zoals:
َ‫س َا‬
َ َ‫َد ب‬
” ‫وت‬
َ َّ‫ن اعْ ُب ُدو الل‬
ُ ‫ع ْث َنا فِي‬
ِ َ‫ول أ‬
ْ ‫و لَق‬
َ ُ‫اخ َتنِ ُبوا الطَّاغ‬
َ ‫ه‬
َ ”
ْ ‫و‬
َّ ‫ل ُأ‬
ِّ ‫ك‬
ُ ‫ة َر‬
ِ ‫م‬
“En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een Boodschapper gezonden (die zei): “Aanbidt
Allah en houdt afstand van de Taghout.””(Soerah An-Nahl:36)
Het is een duidelijk gegeven dat het democratische systeem een Taghout is. Het eindoordeel behoord
daarin toe aan de mens die wetgeving genereerd naar gelang zijn eigen verlangen. Hiermee wordt een
eigenschap van Allah valselijk aan de mens toegekend. Een ieder die een bijdrage levert aan het proces
van wetgeving door zijn stem uit te brengen, heeft het bevel van Allah om afstand te doen van de Taghout niet ten uitvoer gebracht, noch heeft hij deze verworpen. Hiermee heeft hij niet voldaan aan de
eerste voorwaarde van de Shahada en is zijn Islaam dus ongeldig.
Zijn er situaties denkbaar waarin stemmen toegestaan is?
V
eel moslims bevestigen het gegeven dat Democratie een systeem is dat onverenigbaar is met de Islaam. Desalniettemin zijn ze van mening dat stemmen in een turbulente tijd als deze is toegestaan.
Men moet volgens hen wel strategisch stemmen, op de partij die het minst vijandig is tegen moslims. Ze
leveren hiervoor allerlei theologische bewijzen waarmee ze deze dwaling van een islamitische rechtvaardiging trachten te voorzien. We zullen enkele van deze misplaatste bewijzen noemen en op basis van
ondubbelzinnige argumenten weerleggen.
De deelname van Yoesoef in een niet Islamitische regering.
Zo beweert men dat de profeet Yoesoef ook participeerde in de regering van de koning van Egypte. Op
basis van dit argument staat men het toe deel te nemen aan het politieke schouwspel, zij het door zich
verkiesbaar te stellen, of door te stemmen.
Allereerst dient men zich ervan bewust te zijn dat het een grove zonde is om een profeet van Allah te
betichten van deelname aan een regering waarin de Wet van Allah niet superieur is. Profeten zijn juist
gezonden met de taak de Wet van Allah te doen zegevieren. De boodschap van iedere profeet was de
mensen op te roepen naar de verwerping van de Taghout en de acceptatie van Tawheed:
َ‫س َا‬
َ َ‫َد ب‬
” ‫وت‬
َ َّ‫ن اعْ ُب ُدو الل‬
ُ ‫ع ْث َنا فِي‬
ِ َ‫ول أ‬
ِ ‫م‬
ْ ‫و لَق‬
َ ُ‫اخ َتنِ ُبوا الطَّاغ‬
َ ‫ه‬
َ ”
ْ ‫و‬
َّ ‫ل ُأ‬
ِّ ‫ك‬
ُ ‫ة َر‬
“En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een Boodschapper gezonden (die zei): “Aanbidt
Allah en houdt afstand van de Taghout.””(Soerah An-Nahl:36)
Dit moet dus ook de boodschap van Yoesoef zijn geweest. Hoe kan hij dan handelen in strijd met zijn
eigen boodschap? Neen! Zijn werkelijke mening aangaande het regeren met mensgemaakte wetten
blijkt uit zijn woorden aan zijn medegevangenen:
“‫ه‬
ِ َّ‫ْم إِ اَّل لِل‬
ِ ِ‫”إ‬
ُ ‫الحك‬
ُ ‫ن‬
“Het oordeel is slechts aan Allah” (Soerah Yoesoef:40)
Zou Yoesoef het legislatieve recht toekennen aan Allah toen hij gevangen zat, en het weggeven nadat
hij vrijkwam?
Daarnaast is er geen enkel bewijs dat de regering waarin Yoesoef plaatsnam in tegenstrijd was met zijn
Shari’ah. In plaats daarvan heeft At-Tabari overgeleverd dat Mujahid zei: “de koning met wie Yoesoef was is
de Islaam binnen getreden”. Als de koning moslim was, is er dus geen enkele reden om aan te nemen dat
zijn bewind gebaseerd was op mensgemaakte wetten.
Ook heeft At-Tabari overgeleverd van As-Suddi dat hij zei: “de koning heeft Yoesoef als algemeen heerser
aangesteld over heel Egypte, en de wil van Yoesoef was bepalend in alle zaken”. Dit wordt ondersteund door
de Qoraan waarin Allah zegt:
َ ‫و‬
َّ ‫م‬
“‫شا ُء‬
ِ ‫و ُأ‬
َ ‫م ْن‬
َ َ‫ث ي‬
َ ‫ها‬
َ ‫وس‬
َ ‫ك‬
َ ِ‫ك َذل‬
َ ”
َّ َ‫ض يَ َتب‬
ُ ‫ح ْي‬
ُ ‫ك َّنا لِ ُي‬
ِ ‫ف فِي األ َ ْر‬
“En zo gaven Wij Yoesoef een machtige positie in het land, hij vestigde zich daarin zoals hij wilde.”
(Soerah Yoesoef: 56)
Als de koning geen moslim was, dan was Yoesoef in ieder geval niet gebonden aan zijn regels. Allah
zegt namelijk dat Yoesoef kon doen wat hij wilde. Er zijn meerdere voorbeelden te noemen waaruit blijkt
dat Yoesoef een autonome heerser was over Egypte. De vraag is of hij zijn autonomie gebruikte om zijn
onderdanen te regeren met mensgemaakte wetten, of deze juist gebruikte om de Wet van Allah te doen
prevaleren? Trek hieruit uw eigen conclusie.
Kiezen uit het minst van de twee kwaden.
Een ander argument dat gebruikt wordt om stemmen te rechtvaardigen is het feit dat er gekozen wordt
voor het minst van twee kwaden. Stemmen is volgens hen weliswaar niet toegestaan, maar niets doen
leidt tot een overwinning van partijen die vijandig zijn ten opzichte van moslims. Deze partijen zouden
het de moslims heel moeilijk kunnen maken, dus moeten we een gematigde partij aan de macht helpen.
Zij gebruiken correcte islamitische regels op incorrecte wijze. Kiezen voor het minst van twee kwaden
doet men alleen als een keuze onvermijdelijk is. Iemand bevindt zich bijvoorbeeld in de woestijn zonder
proviand en dreigt dood te gaan. Dan komt hij iemand tegen die hem twee glazen alcohol aanbiedt. Het
ene glas bevat 40 procent alcohol, de ander 5 procent. In dit geval is een keuze onvermijdelijk en kiest
hij dus voor het minst van twee kwaden, en dat is het glas met 5 procent alcohol. Maar het kiezen tussen
wel en niet stemmen is geen onvermijdelijke keus. Je kunt namelijk kiezen om niet te gaan stemmen en
niemand zal jou daartoe verplichten. Er staan geen sancties op als men wegblijft. Overigens is de Shirk
die het gevolg is van stemmen een vele malen groter kwaad dan de schade die vijandige partijen eventueel zouden kunnen aanrichten.
Onze intentie is niet om Shirk te begaan.
We horen vaak dat als men stemt hij niet beoogd Shirk te plegen, maar dat hij slechts het goede voor
de moslims wenst. Oftewel, zijn intentie is goed, al is de daad zelf slecht. Zij beroepen zich op een overlevering van de Profeet sallallahu ‘aleihi wasallam waarin hij zegt: “Waarlijk, alle daden worden beoordeeld
volgens de intentie.” (Overgeleverd door Al-Bukhari en Moeslim). Waar men echter aan voorbijgaat is het
feit dat een slechte daad, een zonde, nooit legitiem kan worden vanwege een goede intentie. We kunnen
ook niet stellen dat iemand die steelt met de intentie een moskee te bouwen, goed bezig is. Hoe kunnen
we dan zeggen dat het plegen van Shirk toegestaan is zolang men de intentie heeft de moslims te behoeden voor vijandige partijen? Een zonde kan men alleen legitiem verrichten als daar een duidelijk bewijs voor is in de Qoraan of Soennah, zoals het eten van varkensvlees in noodsituaties. Wat betreft Shirk,
dit kan men slechts legitiem verrichten als hij onder dwang staat. We zullen later ingaan op wat dwang
precies inhoudt. Een intentie kan echter wel een goede daad omzetten in een zonde, zoals iemand die
liefdadigheid uitgeeft met de intentie gezien te worden en bekend te staan als een gulle man. Ook kan
de intentie een neutrale daad omzetten in een goede daad, zoals iemand die werkt met de intentie geld
te verdienen om het te kunnen uitgeven aan liefdadigheid. Een zonde kan echter nooit door de intentie
omgezet worden in een goede daad. De betekenis van de eerder genoemde overlevering is dan ook
beperkt tot neutrale en goede daden.
Wij stemmen slechts omdat we ons gedwongen voelen.
Veel moslims beweren dat de grimmige politieke situatie hen dwingt tot het uitbrengen van een stem
op een gematigde partij. Alleen zo kan volgens hen het kwaad van de vijandige partijen afgewend worden. Ze legitimeren het stemmen dus door te stellen dat er dwang in het spel is, en dwang legitimeert
een daad van ongeloof. Degenen die dit argument gebruiken slaan de plank weer volledig mis. Ze interpreteren de toegenomen verharding in het politieke debat als een ontwikkeling die hen dwingt tot het
plegen van ongeloof middels het uitbrengen van een stem. Willen wij een beroep doen op de licentie
van dwang (Ikraah), dan moeten wij dwang echter wel in een islamitische context begrijpen. We mogen daar niet uit eigen logica een definitie aan toekennen. ‘Ala’ Ad-Din Al-Bukhari definieerde dwang als
volgt: “iemand wordt gedwongen iets te doen dat hij weigert terwijl hij wordt bedreigd, wetende dat degenen
die hem bedreigd in staat is om de bedreiging uit te voeren. Hierdoor wordt hij bang waardoor zijn vrijwilligheid (bij het plegen van de daad) volledig verdwijnt”. Van deze definitie van dwang is bij stemmen geenszins sprake. Niemand wordt bedreigd als hij niet gaat stemmen, en dus kan men geen beroep doen op
dit argument.
Daarnaast moet dwang, wil het islamitisch geaccepteerd worden, aan vier voorwaarden voldoen. Ten
eerste moet degene die een ander bedreigd in staat zijn de bedreiging uit te voeren, en moet degene
die bedreigd wordt dit niet kunnen tegenhouden, zelfs niet door te vluchten. Ten tweede moet het zeer
aannemelijk zijn dat degene die dwingt de bedreiging zal uitvoeren. Ten derde moet het gaan om een
bedreiging die direct uitgevoerd kan worden. Als de uitvoer op een ander moment geschiedt dan het
moment waarop het dreigement wordt uitgesproken, is er geen sprake van dwang. Tot slot moet degene
die gedwongen wordt niets laten zien waaruit enige vrijwilligheid blijkt.
De vraag is of de moslim nu echt gedwongen is te gaan stemmen. Niemand bedreigd hem als hij het
niet doet en de keus om het wel te doen neemt hij volledig vrijwillig. Zijn situatie valt dus niet met de
islamitische definitie van dwang te karakteriseren. En als er al sprake zou zijn van dwang, dan voldoet zijn
situatie al zeker niet aan de gestelde voorwaarden.
Naast de hier genoemde argumenten worden ook vaak andere argumenten aangehaald waarmee
stemmen wordt gerechtvaardigd. Wij kunnen in volle overtuiging stellen dat ook die argumenten eenvoudig te weerleggen zijn met duidelijke bewijzen. Helaas staan tijd en ruimte ons niet toe deze allemaal
te noemen.
Conclusie
Op grond van verschillende bewijzen is aangetoond dat deelname aan democratische verkiezingen
niet verenigbaar is met het geloof van een Moslim. We hebben gesproken over het exclusieve legislatieve recht van Allah en hoe dit door stemmen onterecht wordt toegekend aan mensen. De uiteenzetting
van het electorale proces heeft aangetoond dat de kiezer zich juist aan die zonde schuldig maakt. Daarnaast is een uitleg gegeven van de twee pilaren van de Shahadah. We hebben uitgelegd wat de
Taghout inhoudt en hoe we deze moeten verwerpen. Aan de hand van deze uitleg concludeerde wij dat
het democratische systeem een Taghout is die verworpen dient te worden. Dat impliceert dat een ieder
die een bijdrage levert aan de werking van democratie door te stemmen, dit systeem niet verworpen
heeft. Hierdoor is de eerste pilaar van de Shahadah niet in praktijk gebracht en is er dus geen sprake van
Imaan.
In deze folder zijn verschillende onderwerpen aan bod gekomen. Zo is ingegaan op het democratische
systeem en het bijbehorende electorale proces, alsook de basisprincipes van de Islaam, en hoe deze zich
verhouden tot participatie in democratische verkiezingen.
Elke moslim die van plan is te stemmen dient deze informatie zorgvuldig te bestuderen. Er zijn immers
ondubbelzinnige bewijzen geleverd die het stemmen ten stelligste verbieden en waarmee het tot ongeloof gemarkeerd wordt. Geen weldenkend moslim zal het stemmen tegenover zijn Heer kunnen verantwoorden nadat hij is geconfronteerd met de gevaren ervan. Zelfs degenen die religieuze argumenten
aandragen om stemmen te legitimeren hebben we kunnen weerleggen.
Ons rest niets anders dan al onze moslimbroeders en zusters nog een laatste keer te waarschuwen tegen de gevaren van deze afgoderij. Slechts de liefde die wij voor jullie koesteren, en de wetenschap dat
we niet opgewassen zijn tegen het Hellevuur, zet ons ertoe aan dit te doen.
Onze boodschap aan degene die we niet hebben overtuigd is eenvoudig: Wij zijn niet verantwoordelijk
voor jullie en voor wat jullie naast Allah aanbidden. Wij verwerpen jullie en er is tussen ons en jullie vijandschap en haat ontstaan, voor altijd, tot jullie in Allah, de Enige geloven.
Moge Allah’s vrede en zegeningen rusten op
Zijn Boodschapper Mohammed
en zijn metgezellen.
Voor vragen, op- of aanmerkingen:
[email protected]