tien geboden, gebod 1 en 2 - een geur van hoger honing

LES 22
1.Mag je zelf weten wat je doet?
1.Nee, ik moet zo leven als God van me vraagt.
2.Waarom moet je doen wat God wil?
2.Hij is mijn Vader en ik ben Zijn kind.
3.Is het moeilijk wat God vraagt?
3.Nee, het is het beste wat we kunnen doen.
4.Hoe weet je wat God wil?
4.Uit de wet.
5.Waar wordt die wet samengevat?
5.In de tien geboden.
6.Waar ken je die van?
6.Die worden iedere zondagmorgen in de kerk gelezen.
7.Wat wil God van ons?
7.Dat we God liefhebben en onze naaste.
8.Wie is onze naaste?
8.Iedereen met wie we in contact komen.
9.Waar vinden we onze naasten vooral?
9.Thuis, in de kerk en op het werk.
10.Kunnen wij God en onze naaste liefhebben?
10.Van onszelf kunnen we dat niet.
11.Komt dat omdat het zo moeilijk is?
11.Nee, het komt doordat wij zondaren zijn.
12.Wie kon het wel?
12.De Here Jezus.
13.Wat moeten wij daarom doen?
13.Bidden of de Here ons Zijn Geest wil geven.
14.Wat mag je bedenken als het je moeite kost om Gods wil
te doen?
14.Dat de Here het fijn vindt als we doen wat Hij wil.
15.Zijn er nog goden naast de HEERE?
15.Nee, de HEERE is de enige God.
16.Wat wil God daarom van jou?
16.Dat ik Hem liefheb met heel mijn hart.
17.Mag je op mensen of dingen vertrouwen?
17.Nee, want die kunnen niks als God ze niet helpt.
18.Wat betekent het dat je op God vertrouwen mag?
18.Hij kan zelfs uitkomst bieden als niemand het meer ziet zitten.
19.Wat moet je doen als je ziek bent?
19.God vragen om beterschap en Hem vragen de dokter te geven
wat die nodig heeft.
20.Wat vind je van waarzeggers, sterrenbeelden en bijgeloof?
20.Dat verbiedt de HEERE.