LES 8 1.Hoe ging het met Israël in Kanaän? 1.Het verdreef de volken niet die het van God wel verdrijven moest. 2.Waartoe leidde dat? 2.Telkens weer liet Israël zich door die volken verleiden tot het dienen van andere goden. 3.Wat gebeurde er dan? 3.Dan zond God als straf plunderaars en bezetters. 4.Liet Hij Zijn volk in handen van die vijanden? 4.Telkens weer deed Hij richters of rechters opstaan. 5.Wat waren dat: richters? 5.Mannen die een bepaalde streek van het land verlosten en daarna een aantal jaren leidden. 6.Wat werd heel duidelijk in de jaren van de richters? 6.Dat Israël een sterke koning nodig had die hen zou voorgaan en zou leiden in de dienst van de HEERE. 7.Wie was Israëls eerste koning? 7.Saul. 8.Hoe ging het met hem? 8.Hij bleek uiteindelijk ongehoorzaam aan het woord van God(s profeet). 9.Wie werd er na hem koning? 9.Niet een zoon van Saul, maar David, een man die door de HEERE tot het koningschap verkoren was. 10.Hoe mogen we David noemen? 10.De belangrijkste koning van Israël. 11.Waarom is David zo belangrijk? 11.Hij is de voorvader van de Here Jezus. 12.Wat kun je van Davids leven en stijl van regeren zeggen? 12.Hij leefde en regeerde naar de wil van God. 13.Hoe wordt de Here Jezus in het Nieuwe Testament genoemd? 13.Davids Zoon en Heer. 14.Waarvan ken je David nog meer? 14.Van de psalmen die we 's zondags in de kerk zingen zijn er veel door David gemaakt. 15.Uit welke stam kwam hij? 15.Uit Juda. 16.Uit welke plaats? 16.Uit Betlehem. 17.Wie is er later ook in Betlehem geboren? 17.Onze Here Jezus Christus.
© Copyright 2024 ExpyDoc