STUK 553 (2014-2015) – Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2014-2015 3 MAART 2015 VOORSTEL VAN RESOLUTIE - van mevrouw Khadija ZAMOURI, de heer Fouad AHIDAR, de heer Paul DELVA en de heer Bruno DE LILLE - betreffende het inschrijvingsbeleid voor het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel 1318 2 TOELICHTING De Vlaamse Gemeenschap organiseert het onderwijs in Vlaanderen en het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Het is door de goede samenwerking tussen het Vlaams onderwijsbeleid en het aanvullend onderwijsbeleid vanuit de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) dat het Nederlandstalig onderwijs in onze hoofdstad vandaag bloeit en de aantrekkingskracht ervan blijft toenemen. De impact van ons onderwijs op het gebruik van het Nederlands in de hoofdstad is groot. De Raad van de VGC is ingebed in de Brusselse dagdagelijkse realiteit, zijnde een veeltalige en kosmopolitische smeltkroes in een grootstad. Een bijkomende taak van de VGC is advies te verlenen aan de Vlaamse Gemeenschap bij de opmaak van besluitvorming die gevolgen heeft voor Brussel. In het Nederlandstalig Brussels Secundair Onderwijs geldt de regel dat 55% van de plaatsen voorbehouden wordt voor Nederlandstalige leerlingen, enerzijds in het licht van het capaciteitstekort en de sterke demografische groei in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en anderzijds in functie van het behoud van het Nederlandstalig karakter. In Onderwijsdecreet XXIV van 23/04/14 werd de ‘voorrangsgroep Nederlandstaligen’ licht gewijzigd. Zo dient minstens één van de ouders nu over een attest taalniveau B2 te beschikken, in plaats van B1, zowel voor inschrijvingen voor het basis- als het secundair onderwijs. Er is momenteel voor inschrijvingen van het 1e jaar secundair onderwijs een overgangsjaar, ouders van deze kinderen vallen dit jaar nog onder de B1-regel. De ‘voorrangsgroep Nederlandstaligen’ wordt heden afgebakend door de taalkennis van de ouders en niet op basis van de taalkennis van kinderen, opgedaan uit ervaring in het Nederlandstalig onderwijs. Brusselse terreinervaring, gesterkt door wetenschappelijk onderzoek, en de rechtspraak zegt ons echter dat de meest relevante parameter om de taligheid van een leerling te meten de schoolloopbaan is, waarbij leerlingen het bij aanvang gekozen traject (hier het Nederlandstalig onderwijs) in principe moet kunnen verderzetten. Via deze resolutie willen we als Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie bij wijze van aanbeveling aan de Vlaamse Gemeenschap op basis van onze concrete Brussels terreinkennis, het voorstel doen om de Codex Secundair Onderwijs bij te sturen. We stellen voor om bij het criterium ‘Nederlandstaligheid’ ook rekening te houden met de schoolloopbaan van kinderen. 3 VOORSTEL VAN RESOLUTIE De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, - overwegende de aantrekkingskracht van het secundair Nederlandstalig onderwijs in het Brussels hoofdstedelijk gewest en de voorrangsregels in functie van het behoud van het Nederlandstalig karakter van het onderwijs; - overwegende de rechtspraak inzake waarborgen voor de gemaakte taalkeuze inzake schoolloopbaan; - overwegend het wetenschappelijk onderzoek dat uitwijst dat de schoolloopbaan bepalend is voor de kennis van het Nederlands; vraagt aan het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie: om bij de Vlaamse Regering aan te dringen op een herziening van de inschrijvingsregels voor het secundair onderwijs in Brussel, ook rekening houdend met de schoolloopbaan van de leerlingen. Khadija ZAMOURI Fouad AHIDAR Paul DELVA Bruno DE LILLE _____________________
© Copyright 2024 ExpyDoc