Een van de zeven kelders onder het Notarishuis; misschien wel de “genadige Kercker” van Mechtelt. De zeven kelders van ‘t Sint Aagtenklooster Tenslotte zweert ze dat ze tegen haar wil in het Onder het witte pand aan ’t Zand 39 bevinden die het klooster bij haar intreding had gekregen. zich zeven gewelfkelders, uit de tijd toen het Sint De “Cronyk” is in te zien bij Archief Eemland, Agathaklooster hier stond. Dit werd al vóór 1400 Jos Stöver maakte de kelder-foto. klooster gezet en non gemaakt is. Ze wordt vrij gelaten. Haar familie krijgt de dertig gulden terug gesticht. Tussen 1408 en 1410 werd de bijbehorende Sint Aagtenkapel gebouwd. In de “Cronyk van Sint Aagten Convent” uit de 15 de tot 17 de eeuw kun je lezen hoe de nonnen hier indertijd leefden. De ene ramp volgde na de andere: belegeringen door de Geldersen, enorme stadsbranden, rooftochten door geuzen en wolven, hongersnood, een muizenplaag, de pest…. en het kleinere menselijk leed. Zoals dat van Mechtelt Rutgers en de nonnen om haar heen. In 1629 loopt zij uit het klooster weg, met medeneming van haar beddegoed en kleren. Gelukkig krijgt ze berouw en ze keert weer terug. Na uitgebreid boete te hebben gedaan, wordt ze weer in genade aangenomen door de prior van Windesheim (het moederklooster) en de nonnen richten een “genadige Kercker” voor haar in. Maar er ontstaat gekrakeel; ze gaat er weer vandoor, belandt in de gevangenis en wordt door de prior in een ander klooster geplaatst.
© Copyright 2025 ExpyDoc