Concept rapport leerlingenprognose VO 2014-15

Leerlingenprognose VO
CONCEPT
/'
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
In opdracht van: RVE Onderwijs, Jeugd en Zorg
Projectnummer: '()*
Lotje Cohen MSc
dr. Esther Jakobs
drs. Manilde van der Oord
dr. Annika Smits
Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal )00
Telefoon 00 2' 0)02
Postbus 324, '000 AR Amsterdam
www.os.amsterdam.nl
[email protected]
Amsterdam, februari 0'2
Foto voorzijde: Het Cygnus Gymnasium, fotograaf Edwin van Eis (0'()
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Inhoud
Inleiding
Vergelijking leerlingenprognose /’ en aantallen in '.' Vergelijking van de VO basisgeneratie
'. Verschillen met de vorige prognose op stadsdeelniveau
'.) Vergelijking per school
'.( Vergelijking van basisschooladviezen
2
4
')
'2
Aanpassingen leerlingenprognose /’
%
.' Algemene uitgangspunten
. Handmatige aanpassingen
'*
'4
Leerlingenprognose /’
).' De leerlingenprognose VO 0'(/’'2
). Leerlingenprognose 0'(/’'2 per windrichting
'
(
Bijlage : Specificatie veronderstellingen
,
Bijlage : Achtergrond basisgeneratie
Werkwijze bevolkingsprognose OIS
Invoer van het prognosemodel
Veronderstellingen
)'
)
)
)
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Inleiding
In schooljaar 0')/’'( heeft OIS in opdracht van OJZ Amsterdamse leerlingenprognoses voor
het PO, VO en SO gemaakt1. In de jaren hiervoor maakte OJZ deze prognoses zelf. De
leerlingenprognose geeft inzicht in hoeveel leerlingen scholen mogen verwachten op basis van
de gesignaleerde demografische ontwikkelingen. Deze prognose wordt onder meer gebruikt
voor de planning van huisvesting van scholen.
OIS gebruikt, net zoals OJZ in de jaren hiervoor deed, het programma G(pro van het bedrijf
Pronexus om de leerlingenprognose te maken. Gegevens die dit programma gebruikt voor de
VO prognose zijn de bevolkingsprognose over de omvang van de bevolking naar leeftijd en
buurtcombinatie (OIS), de integrale ' oktober telling van de aantallen leerlingen per school per
leeftijd en het woonstadsdeel van de leerlingen (DUO/ERISA).
In de leerlingenprognose VO 0')/’'( zijn verbeteringen ten aanzien van de prognose
doorgevoerd (technische verbeteringen) en is het systeem van de prognose (in een bijgevoegd
rapport) beter uitgelegd.
In opdracht van OJZ heeft OIS voor schooljaar 0'(/’'2 een nieuwe leerlingenprognose gemaakt
die in deze rapportage wordt gepresenteerd. In het eerste hoofdstuk worden er vergelijkingen
gemaakt. Zo wordt ten eerste de jongste prognose van de VO basisgeneratie besproken en
vergeleken met de bevolkingsprognose van 0'). Dit geeft inzicht in welke stadsdelen er
veranderingen in het aantal jongeren worden verwacht. Vervolgens wordt de leerlingenprognose
van 0')/’'( vergeleken met de daadwerkelijke standgegevens. Zo worden de verschillen tussen
de geprognotiseerde aantallen en de feitelijke tellingen duidelijk en wordt inzichtelijk waar de
grote verschillen zijn. Deze vergelijkingen leiden mogelijk tot aanpassingen voor aannames van
de nieuwe leerlingenprognose.
In het tweede hoofdstuk beschrijven we hoe de leerlingenprognose 0'(/’'2 tot stand is
gekomen en welke aanpassingen er zijn gedaan. In het laatste hoofdstuk wordt de nieuwe
leerlingenprognose gepresenteerd en volgt een korte analyse van de verwachte ontwikkelingen
per stadsdeel en schoolsoort.
In de bijlage staan de precieze bevolking aannames en een gedetailleerde specificatie van de
leerlingenprognose aanpassingen beschreven.
1
OIS, Leerlingenprognose /’ PO, Amsterdam, juli 0'( & OIS, Leerlingenprognose /’ VO, Amsterdam, april
0'(
(
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Vergelijking leerlingenprognose /’ en
aantallen in In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk wordt de jongste prognose van de VO basisgeneratie
besproken en vergeleken met de bevolkingsprognose van 0'). Dit geeft inzicht in welke
stadsdelen er veranderingen in het aantal jongeren worden verwacht (in paragraaf '.).
Vervolgens wordt de leerlingenprognose van 0')/’'( vergeleken met de daadwerkelijke
standgegevens. In de laatste paragraaf gaan we in op het verloop van de verschillende
basisschooladviezen en de ontwikkelingen hierin.
. Vergelijking van de VO basisgeneratie
In het leerlingenprognosemodel worden Amsterdammers in de voortgezet onderwijs leeftijd, de
VO basisgeneratie, als input gebruikt. Deze VO basisgeneratie komt voor toekomstige jaren
voort uit de bevolkingsprognose Amsterdam van OIS. De prognose vloeit voort uit de
demografische ontwikkelingen die zich in het verleden voordeden en de aannames over de
toekomstige trends hierin. In Bijlage staat gedetailleerd beschreven hoe de
bevolkingsprognose van OIS tot stand komt. De belangrijkste ontwikkeling voor de VO scholen
is dat de leeftijdsgroep van ' - '4 jaar de komende jaren zal blijven groeien.
De basisgeneratie voor de scholen die VMBO aanbieden bestaat uit *0 procent van de '-jarigen
plus alle ')- tot en met '3-jarigen. In figuur '.' is de ontwikkeling van deze groep kinderen te
zien, de basisgeneratie VO'3.
Figuur . Basisgeneratie VO0, aantallen (feitelijk t/m , prognose daarna)
38000
36000
34000
32000
30000
28000
2008
2010
2012
2014
feitelijk
2016
2018
2020
prognose 2013
2022
2024
2026
2028
2030
prognose 2014
bron: OIS
2
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Vanaf 0'0 is de basisgeneratie VO'3 sterk toegenomen. In 0'( stond de teller op )).200
kinderen. De verwachting is dat het aantal tot en met 0'* nog verder zal blijven toenemen met
ongeveer )(0 kinderen per jaar. Vanaf 0'* zal de groei tijdelijk afzwakken, om tussen 0' en
02 weer toe te nemen tot ruim 200 kinderen per jaar. Deze kinderen zijn geboren tussen 002
en 0'); een periode waarin IJburg flink groeide en veel gezinnen met kinderen aantrok, en
waarin de crisis op de woningmarkt er vermoedelijk mede voor gezorgd heeft er meer gezinnen
in de stad zijn blijven wonen. In 02 bestaat de basisgeneratie VO'3 naar verwachting uit ruim
)*.000 kinderen. Rond dit niveau zal de omvang van de groep tot en met 0)0 blijven
schommelen. In 0)0 staat de teller op )*.200; 400 meer dan volgens de vorige prognose.
De prognose van 0'( komt hoger uit dan de prognose van 0'). Dit is het gevolg van het feit
dat gezinnen met kinderen de afgelopen jaren steeds vaker in de stad zijn blijven wonen. De
vertrekkansen zijn afgenomen, vooral voor de groep kinderen tussen 4 en '* jaar. In figuur '. is
ook goed te zien dat sinds 0' de vertrekkans voor de groep ')- tot en met '*-jarigen nog
verder is afgenomen. Hierdoor komen de aantallen voor deze groep hoger uit in de prognose van
0'(, dan in die van 0').
Figuur . Vertrekkans (binnenlands vertrek) - tot en met %-jarigen per leeftijdsgroep, 66-
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
1991
1993
1995
1997
1999
0- 3
2001
2003
2005
4- 7
8-12
13-17
2007
2009
2011
2013
bron: OIS
Daarnaast zijn de verschillen tussen beide prognoses op de langere termijn (vanaf 03) vooral
het gevolg van een hogere woningbouwproductie tussen 0'( en 0'4. In de prognose van 0')
werd uitgegaan van een toename van '0.000 woningen in deze periode (gemiddeld .200 per
jaar); in de huidige prognose is dat maar liefst '4.K00 (gemiddeld ruim (.*00 per jaar). In Bijlage
is beschreven hoe de veronderstellingen rond de woningbouwprogrammering tot stand zijn
gekomen.
3
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Voor scholen die VMBO, HAVO en VWO aanbieden wordt de basisgeneratie gevormd door *0
procent van de '-jarigen plus alle ')- tot en met '4-jarigen. In figuur '.) is de ontwikkeling van
deze groep te zien. Hier is goed te zien dat de sterke groei die vanaf 0' is ingezet, nog tot 0'4
voortduurt. Het verschil met de basisgeneratie VO'3 is het meetellen van het aantal '*- en '4jarigen. In 0'( telt de basisgeneratie VO'4 (*.400 kinderen; in 02 zijn dat er bijna 2).000. In
0)0 staat de teller op 2).*00; bijna '.000 kinderen meer dan volgens de vorige prognose. De
verschillen tussen de prognose van 0') en die van 0'( zijn nog beter te zien voor de
basisgeneratie VO'4.
Figuur . Basisgeneratie VO,, aantallen (feitelijk t/m , prognose daarna)
54000
52000
50000
48000
46000
44000
42000
2008
2010
2012
2014
feitelijk
2016
2018
2020
prognose 2013
2022
2024
2026
2028
2030
prognose 2014
bron: OIS
Als we de groei van de basisgeneratie tot en met '4 jaar per stadsdeel bekijken (figuur '.() dan
zien we een sterke groei tussen 0' en 0'4 in Oost. Deze groei komt voornamelijk voort uit
het aantal kinderen dat in het Oostelijk Havengebied en op IJburg opgroeit en de middelbare
schoolleeftijd bereikt. Na 0'4 zet de groei in Oost nog door, maar in veel lager tempo. Tussen
0( en 04 is zelfs een daling van de VO'4-generatie te zien; dit is het logische gevolg van het
ouder worden van de grote groep kinderen die sinds de beginjaren in het Oostelijk Havengebied
en IJburg opgroeiden, en het feit dat hier nu minder nieuwe woningen bijkomen dan destijds het
geval was.
In Noord groeit de basisgeneratie VO'4 van 0' tot en met 0)0 gestaag. Dit is het gevolg van
de gefaseerde nieuwbouw die in Noord plaatsvind. In Zuid is de basisgeneratie tussen 0'0 en
0'( gegroeid, deze zal eveneens gestaag blijven doorgroeien, voornamelijk als gevolg van de
nieuwbouw rondom de Zuidas. In de overige stadsdelen blijft het aantal kinderen in de VOleeftijd redelijk stabiel. In figuur @ is verder te zien dat de absolute aantallen van de VObasisgeneratie tot en met '4 jaar verreweg het grootst zijn in Nieuw-West met ongeveer 4.000
kinderen. In Centrum zijn deze aantallen het laagst. Hier wonen ongeveer ).200 kinderen in de
middelbare schoolleeftijd.
*
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Figuur . Basisgeneratie VO, naar stadsdeel, aantallen, prognose 14000
12000
10000
Nieuw-West
8000
Oost
Noord
Zuidoost
6000
West
Zuid
4000
Centrum
2000
0
2008
2010
2012
2014
2016
2018
2020
2022
2024
2026
2028
2030
bron: OIS
. Verschillen met de vorige prognose op stadsdeelniveau
De verschillen tussen de huidige en de voorgaande prognose worden hieronder per stadsdeel
beschreven. In het algemeen geldt dat de verschillen worden veroorzaakt door de verdere
afname van de vertrekkans van met name ')- tot en met '*-jarigen. Daarnaast worden de
verschillen op langere termijn (vanaf 03) veroorzaakt worden door een aangepaste
woningbouwprogrammering. Op stadsniveau bedraagt het verschil in toegevoegde woningen
tussen 0'( en 0'4 maar liefst 4.K00 woningen (gemiddeld .2 per jaar extra). Dit verschil
kan op stadsdeelniveau verder worden uitvergroot; afhankelijk van de aanpassingen in de
voortgang en prioritering van specifieke bouwprojecten.
Voor stadsdeel Centrum (figuur '.2) lopen de prognoses niet heel ver uiteen. In 0'( was het
aantal kinderen in de middelbare schoolleeftijd ).000; in 02 zijn dat er ).00. Het verschil met
de vorige prognose bedraagt *0 kinderen. Na 02 gaat de basisgeneratie in stadsdeel centrum
afnemen tot het huidige niveau van ).000 kinderen in 0)0. Deze afname is geringer dan in de
vorige prognose werd verondersteld.
4
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Figuur . Basisgeneratie VO,, stadsdeel Centrum, aantallen, prognoses en 3400
3300
3200
3100
3000
2900
2800
2008
2010
2012
2014
2016
feitelijk
2018
2020
prognose 2013
2022
2024
2026
2028
2030
prognose 2014
bron: OIS
In stadsdeel West (figuur '.3) lopen de prognoses tot en met 0'* gelijk. Daarna gaan de
aantallen verder uiteen lopen. In 0'( woonden in West zo’n 3.20 kinderen in de middelbare
schoolleeftijd. In 02 zullen dat er zo’n 3.*20 zijn; 40 meer dan volgens de vorige prognose. De
verschillen tussen beide prognoses zijn vooral groot tussen 00 en 0(; in 00 bedraagt het
verschil 24 kinderen. De oorzaak hiervan is de verdere afname van de vertrekkansen in de
leeftijdsgroep 4 tot en met '* jaar. In 0)0 staat de teller op 3.K00 kinderen; 00 meer dan
volgens de vorige prognose. De verschillen vanaf 03 zijn vooral het gevolg van een hogere
woningbouwveronderstelling in de periode 0'(-0'4. In de vorige prognose werd uitgegaan
van een saldo (nieuwbouw minus sloop) van '.)00 woningen; in de nieuwe prognose is dat ).00.
Figuur .0 Basisgeneratie VO,, stadsdeel West, aantallen, prognoses en 7000
6900
6800
6700
6600
6500
6400
6300
6200
6100
6000
5900
5800
2008
2010
2012
2014
feitelijk
2016
2018
2020
prognose 2013
2022
2024
2026
2028
2030
prognose 2014
bron: OIS
In stadsdeel Nieuw-West woonden in 0'( ''.)20 kinderen in de middelbare schoolleeftijd
(figuur '.*). Dit aantal zal verder blijven toenemen tot ''.400 in 02. Volgens de prognose van
0') zouden dat er 00 minder zijn. In 0)0 staat de teller op '.020; volgens de prognose van
0)0 zouden dat er ''.K00 zijn. Ook voor Nieuw-West geldt dat de verschillen na 03 vooral het
K
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
gevolg zijn van extra woningbouw. Per saldo ging de prognose van 0') uit van ')30 woningen
tussen 0'( en 0'4; in de prognose van 0'( is uitgegaan van )3(0 nieuwe woningen.
Figuur .% Basisgeneratie VO,, stadsdeel Nieuw-West, aantallen, prognoses en 12200
12100
12000
11900
11800
11700
11600
11500
11400
11300
11200
11100
11000
10900
10800
2008
2010
2012
2014
2016
2018
2020
2022
2024
2026
2028
feitelijk
prognose 2013
2030
prognose 2014
bron: OIS
Stadsdeel Zuid telde 0'( 2.K00 kinderen in de middelbare schoolleeftijd (figuur '.4). Dit aantal
zal toenemen tot 3.400 in 02, zij het met een kleine afname in 0'. Volgens de prognose van
0') zouden er in 02 zo’n )20 minder kinderen in de middelbare schoolleeftijd zijn. Voor
stadsdeel Zuid valt op dat de prognoses elkaar tot 0' niet veel ontlopen. De afname in de
vertrekkansen van kinderen speelt dus een geringere rol in Zuid. De verschillen als gevolg van
een andere woningbouwprogrammering zijn ook in stadsdeel Zuid goed te zien. Per saldo ging
de prognose van 0') uit van ongeveer 300 woningen tussen 0'( en 0'4; in de prognose van
0'( is uitgegaan van ruim .'20 woningen. In 0)0 staat de teller voor de basisgeneratie tot en
met '4 jaar in zuid op ruim 3.400 ; volgens de prognose van 0)0 zouden dat er ruim 3.(00 zijn.
Figuur ., Basisgeneratie VO,, stadsdeel Zuid, aantallen, prognoses en 3400
3300
3200
3100
3000
2900
2800
2008
2010
2012
2014
feitelijk
2016
2018
2020
prognose 2013
2022
2024
2026
2028
2030
prognose 2014
bron: OIS
In Oost (figuur '.K) is het aantal kinderen in de middelbare schoolleeftijd de afgelopen jaren
enorm toegenomen. Zoals genoemd zijn de ontwikkeling van het Oostelijk havengebied en
'0
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
IJburg hier mede de oorzaak van. Ook in de komende jaren wordt er veel gebouwd in Oost; met
name in het Amstelkwartier maar ook nog steeds in IJburg. Zowel de prognose van 0') als de
huidige prognose voorzien in deze ontwikkelingen. Beide prognoses ontlopen elkaar niet veel. In
0'( telde Oost ruim *.*00 kinderen in de middelbare schoolleeftijd. Dit aantal neemt verder toe
tot K.(00 in 02; volgens de prognose van 0') zou dat ruim K.)00 zijn. In 0)0 staat de teller
op bijna K.(00; de prognose van 0') zat daar net iets boven. Het nagenoeg gelijk lopen van de
beide prognoses duidt erop dat in Oost weinig verschillen in de woningbouwprogrammering zijn.
Weliswaar is het aantal toevoegingen tussen 0'( en 0'4 volgens de nieuwe prognose met
2.(00 woningen veel hoger dan volgens de oude prognose ().200), maar het gaat hier
voornamelijk om woningen voor studenten en jongeren. Van zulke doelgroepwoningen wordt
aangenomen dat de populatie in leeftijd en omvang over de jaren gelijk blijft.
Figuur .6 Basisgeneratie VO,, stadsdeel Oost, aantallen, prognoses en 9600
9400
9200
9000
8800
8600
8400
8200
8000
7800
7600
7400
7200
7000
6800
6600
6400
6200
2008
2010
2012
2014
2016
2018
2020
2022
2024
2026
feitelijk
prognose 2013
2028
2030
prognose 2014
bron: OIS
In Noord (figuur '.'0) zijn wel verschillen te zien tussen beide prognoses. Deze verschillen treden
echter pas op na 0'; tot die tijd lopen de prognoses ongeveer gelijk. In 0'( woonden er in
Noord zo’n 3.400 kinderen in de middelbare schoolleeftijd. In 02 zullen dat er ruim 4.000 zijn;
00 meer dan volgens de vorige prognose. De verschillen tussen beide prognoses zijn deels te
verklaren door de geringere vertrekkansen van kinderen volgens de nieuwe prognose, maar
vooral door de verhoogde woningbouwproductie. Tussen 0'( en 0'4 komen er in Noord ruim
.00 extra woningen bij; volgens de vorige prognose waren dat er net geen '.*00. In 0)0 staat
de teller op 4.200 kinderen; wederom 00 meer dan volgens de vorige prognose.
''
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Figuur . Basisgeneratie VO,, stadsdeel Noord, aantallen, prognoses en 8600
8400
8200
8000
7800
7600
7400
7200
7000
6800
6600
6400
2008
2010
2012
2014
feitelijk
2016
2018
2020
prognose 2013
2022
2024
2026
2028
2030
prognose 2014
bron: OIS
Voor stadsdeel Zuidoost (figuur '.'') komt de nieuwe prognose tot 0' wat lager uit dan de
oude prognose. Van 0 tot en met 0* zijn de aantallen volgens de nieuwe prognose juist
hoger; daarna komt de nieuwe prognose iets lager uit. Dit is mede het gevolg van een lagere
woningbouwproductie tussen 0'( en 0'4; volgens de prognose van 0'( krijgt Zuidoost er in
die periode net geen *20 woningen bij, terwijl dat in de prognose van 0') nog '.'00 woningen
waren. In 0'( telde Zuidoost zo’n 3.*00 kinderen in de middelbare schoolleeftijd. In 02 zijn
dat er *.000; '00 meer dan volgens de vorige prognose. In 0)0 wonen er in Zuidoost ruim 3.K00
kinderen in de middelbare schoolleeftijd.
Figuur . Basisgeneratie VO,, stadsdeel Zuidoost, aantallen, prognoses en 8000
7900
7800
7700
7600
7500
7400
7300
7200
7100
7000
6900
6800
6700
6600
6500
6400
6300
2008
2010
2012
2014
2016
2018
2020
2022
2024
2026
feitelijk
prognose 2013
2028
2030
prognose 2014
bron: OIS
'
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
.
Vergelijking per school
Uit de vergelijking tussen de leerlingenprognose voor 0'(/’'2 en de voorlopige
leerlingenaantallen van 0'(/’'2 van DUO blijkt dat de feitelijke leerlingaantallen hoger zijn dan
we op basis van het verleden konden verwachten; in werkelijkheid zijn er ruim '00 leerlingen
meer in Amsterdam naar een middelbare school gegaan dan geprognotiseerd. Vooral in Zuid en
in mindere mate in Oost zijn de leerlingenaantallen hoger dan verwacht. In Nieuw-West en in
mindere mate in Zuidoost zijn de leerlingenaantallen iets lager dan geprognotiseerd.
Tabel . Vergelijking oktober telling /’ en de leerlingenprognose voor /’ naar stadsdeel
1 oktober telling 2014/'15
leerlingenprognose voor 2014/'15
verschil
Nieuw-West
6.509
6.656
-147
Zuidoost
3.167
3.227
-60
West
3.116
3.141
-25
Noord
4.363
4.349
14
824
808
16
Oost
6.571
6.481
90
Zuid
15.658
15.413
245
totaal
40.208
40.075
Centrum
133
bron: OIS + DUO
In Nieuw-West hebben twee scholen ruim *2 leerlingen minder dan geprognotiseerd, dat zijn het
Mundus College en het Meridiaan College. Bij het Meridiaan College is de groei van de afgelopen
jaren (van )04 leerlingen in 0''/’' tot )3( in 0')/’'() omgeslagen in een forse daling (in
0'(/’'2 )04 leerlingen in plaats van de geprognotiseerde )**). Het leerlingenaantal van het
Mundus College was de afgelopen jaren redelijk stabiel, maar hier is opeens een vrij forse daling
van het leerlingenaantal te zien (van '0*4 in 0')/’'( naar K*' in 0'(/’'2).
In Zuidoost hebben zowel de OSB, het Bindelmeer College en het ROC op Maat minimaal 0
leerlingen minder dan geprognotiseerd.
In Oost zien we een gemixt beeld, er is vooral een groei te zien op het Pieter Nieuwland College
(+K), een gevolg van een nieuwe HAVO-dependance. Ook het IJburg College ' & (+4)),College
de Meer (+()) en het Metis Montessori Lyceum (+)() laten een sterkere stijging in
leerlingenaantallen zien. Het Montessori College Oost (-'0') en het Stelle College (-2) laten
daarentegen een sterke daling aan leerlingenaantallen zien.
In Zuid zien we dat een aantal scholen sterker groeien dan geprognotiseerd: het Montessori
Lyceum Amsterdam (inclusief de MAVO dependance, +'0'), het Sint Nicolaas Lyceum (+20), het
CSB (+)*), het Geert Grootte (+))) en het Spinoza Lyceum (+)), mogelijk vanwege het
realiseren van extra klassen vanwege lotingen op deze scholen. Daarnaast heeft het Gerrit van
der Veen College in Zuid in plaats van een stabiele of dalende trend nu een stijgend
leerlingenaantal (van 4(K leerlingen in 0')/’'( naar K'( in 0'(/’'2).
Een kleiner aantal scholen in Zuid laten een dalende trend zien: het IVKO (van (*2 naar (()) en
het Ignatius Gymnasium (van 400 leerlingen naar **3 leerlingen). Alles samengenomen komen
er zo in Zuid (2 leerlingen meer dan geprognotiseerd.
')
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
In Noord zien we dat alle scholen die havo en/of vwo aanbieden meer leerlingen hebben dan
geprognotiseerd (het Damstede, de Nieuwe Havo en het Hyperion), terwijl alle scholen die vmbo
aanbieden minder leerlingen hebben dan geprognotiseerd (waarvan de grote verschillen zich
voordoen bij de Bredero Mavo, Bredero Beroepscollege en het Over-Y College).
Meer leerlingen op brede en smalle scholengemeenschappen
Als we naar de totalen per schoolsoort kijken zien we dat vooral de smalle en de brede
scholengemeenschappen meer leerlingen hebben dan geprognotiseerd (ongeveer 300 leerlingen
meer). Zo is er bijna geen gymnasium, havo/vwo school of scholengemeenschap (vmbot/havo/vwo) dat minder leerlingen heeft dan geprognotiseerd, de enige uitzondering hierop is
het Calandlyceum (-'K) en het Ignatius (-().
De categorale vmbo-t scholen en de vmbo-scholen hebben duidelijk minder leerlingen (samen
300 leerlingen minder dan geprognotiseerd). Ook hier zien we dat er bijna geen school in deze
groep zit die meer leerlingen heeft dan geprognotiseerd, de uitzonderingen zijn College De Meer
(+()), de Tobiasschool (+'0) en Wellantcollege Linnaeus (+')).
Tabel . Vergelijking oktober telling /’ en de leerlingenprognose voor /’ naar soort
school
brede vmbo school
categoraal vmbo-t (incl. havo)
1 oktober telling leerlingenprognose
verschil
2014/'15
voor 2014/'15
8.658
9.067
-409
2.461
2.661
-200
internationale school
413
433
-20
school voor praktijkonderwijs
976
970
6
gymnasia (incl. atheneum)
5.479
5.415
64
zeer brede scholengemeenschap
3.813
3.741
72
10.165
9.914
251
8.243
7.874
369
40.208
40.075
133
brede scholengemeenschap vmbo-t/havo/vwo
smalle scholengemeenschap (havo/vwo)
totaal
bron:
In figuur '.'( is de historie van de leerlingenaantallen de afgelopen negen jaar per type school
weergegeven. Omdat steeds meer Amsterdamse leerlingen hoge schooladviezen krijgen,
groeien scholen die deze hogere niveaus aanbieden, zoals havo/vwo scholen, brede
scholengemeenschappen en gymnasia, het sterkst. Het aantal leerlingen op een vmbo-school is
de afgelopen negen jaar met ruim tien procent afgenomen. Ook is in deze figuur te zien dat ten
opzichte van 0')/’'( in 0'(/’'2 de hierboven beschreven trend zich sterker voordoet dan de
jaren ervoor. In de huidige prognose zullen we rekening houden met deze trend (meer leerlingen
op scholengemeenschappen, minder of een stabiel aantal op vmbo scholen) .
'(
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Figuur . Aantal leerlingen op Amsterdamse VO-school naar type school
aantal leerlingen
16.000
14.000
havo/vwo school en
gymnasium
scholengemeenschap
12.000
10.000
vmbo-t/(en havo) school
8.000
vmbo school
6.000
school voor
praktijkonderwijs
internationale school
4.000
2.000
0
2006/'07
2007/'08
2008/'09
2009/'10
2010/'11
2011/'12
2012/'13
2013/'14
2014/'15
bron: DUO, OJZ en OIS
. Vergelijking van basisschooladviezen
Dat er minder leerlingen op vmbo-scholen zitten en meer leerlingen op (brede)
scholengemeenschappen en havo/vwo scholen zitten is een gevolg van een verschuiving in de
basisschooladviezen.
Het aandeel hoge adviezen (havo/vwo) stijgt de afgelopen jaren, en het aandeel lage adviezen
(vmbo-b/k met lwoo) daalt. Ten opzichte van 0') is er een versterking van deze trend. Zo is het
aantal hogere adviezen (vanaf vmbo-t /havo) met *% gestegen en de aantallen vmbo-b/k
adviezen met ''% gedaald (zie figuur'.'2). Dit is een sterkere toename dan was voorzien in de
scenario’s van de basisschooladviezen die OIS tijdens de voorgaande prognose had gemaakt.
Deze verschuiving in adviezen verklaart een groot deel van de verschillen in de
leerlingenprognose VO 0') met de leerlingenaantallen van de ' oktober telling van schooljaar
0'(/’'2.
'2
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Figuur . Basisschooladviezen leerlingen groep , Amsterdam, %-
%
30
25
praktijkonderwijs
lwoo
20
vmbo-bkg
vmbo-t en vmbot/havo
havo en
havo/vwo
vwo
15
10
kopklas
5
0
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
bron: OJZ
'3
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Aanpassingen leerlingenprognose /’
In dit hoofdstuk beschrijven we hoe de leerlingenprognose 0'(/’'2 tot stand is gekomen. Bij de
berekeningen is gebruik gemaakt van het softwarepakket G(PRO2. We starten met een
beschrijving van de algemene uitgangspunten en eindigen met de veronderstellingen die we
hebben gebruikt bij het handmatig aanpassen van de prognose.
. Algemene uitgangspunten
Als basis zijn per middelbare school de leerlingenaantallen van de afgelopen drie jaar ingevoerd.
Hiervoor zijn de recentste gegevens van DUO gebruikt. Enkele scholen die één BRIN-nummer
hebben maar op meerdere locaties gehuisvest zijn hebben we in overleg met OJZ gesplitst.
Daarnaast hebben we voor enkele scholen de historie gesplitst. In de bijlage staan de precieze
gegevens over de gesplitste scholen: het Metis Montessori Lyceum, de MLA MAVO, IJburg
College , Calandlyceum en DENISE.
Voor afbakening van herkomstgebieden waaruit een school zijn leerlingen trekt, wordt voor het
VO de indeling van de stadsdelen gevolgd en worden gemeenten buiten Amsterdam in zijn
geheel als herkomstgebied meegenomen. Per school wordt het voedingsgebied berekend.
Elke school heeft een eigen voedingsgebied op basis van de waargenomen herkomst
(woonlocatie) van zijn leerlingen. Een gebied behoort tot het herkomstgebied van de school als
tenminste 2 leerlingen of minimaal 2% van de leerlingen naar de school gaan. Het
voedingsgebied bestaat uit die verzameling herkomstgebieden (stadsdelen) van waaruit dit jaar
ruim 4% van de leerlingen afkomstig is. De herkomstgebieden worden in de gehele
leerlingenprognose onderscheiden. Op deze wijze wordt een nauwkeurige prognose verkregen.
Op basis van de VO-basisgeneratie (*0% van de ' + alle ') t/m '4 jarigen) en het
voedingsgebied wordt per school een prognose van de leerlingaantallen berekend. De
leerlingenprognose is een stadsbrede prognose. Dit betekent het dat totaal aantal leerlingen dat
voortvloeit uit de basisgeneratie verdeeld wordt over de scholen. Deze verdeling gebeurt op
basis van de belangstellingspercentages van de basisgeneratie voor de school. Hierbij nemen we
de ontwikkeling van de afgelopen jaren per school mee waarbij we uitgaan van een afvlakkende
trend van drie jaar: groeide een school de afgelopen jaren, dan blijft de school dit de komende
drie jaar ook nog doen, alhoewel de groei iets afgevlakt zal worden. Hetzelfde geldt voor
krimpende scholen. Als we verwachten dat groei of krimp van een school door zal zetten
(bijvoorbeeld omdat het een nieuwe school is), dan hebben we handmatige aanpassing gedaan
om de groei bij te stellen.
2
Dit programma voldoet aan het “Programma voor het opstellen van leerlingenprognoses” van de VNG.
'*
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
. Handmatige aanpassingen
Stadsbrede aannames
De afgelopen jaren groeit het aantal leerlingen op scholen die havo/vwo aanbieden sterk, de
instroom op dit schooltype is de afgelopen jaren sterk toegenomen. De deelname uit de
basisgeneratie VO '-'4 stijgt en de deelname uit de basisgeneratie VO '-'3 daalt, dit
betekent in totaal een groter aandeel van Amsterdamse jongeren die naar een VO-school gaan
(of meer leerlingen die langer op een VO-school zitten omdat ze 3 jaar vwo doen in plaats van (
jaar vmbo). Daarnaast is ook het aandeel Amsterdamse leerlingen dat buiten Amsterdam naar
school gaat de afgelopen drie jaar licht afgenomen van 2% in schooljaar 0'/’'), (,3% in
schooljaar 0')/’'( tot (,(% in schooljaar 0'(/’'23. We verwachten dat deze trend zich de
komende jaren nog zal voortzetten en dat de deelnamepercentages van de VO '-'4 jarigen nog
iets verder zullen toenemen. Naast een groei in de basisgeneratie (zoals beschreven in paragraaf
'.') verwachten we dat de ingezette stijging van de deelnamepercentages nog iets zal
toenemen (zie figuur .') en dat de groei in leerlingenaantallen daarmee dus nog iets sterker zal
zijn dan de groei van de basisgeneratie.
Figuur . Ontwikkeling deelnamepercentages per stadsdeel en basisgeneratie, ’ – ,/’6
%
80
70
60
50
40
30
20
10
0
12-16
12-18
Centrum
2012/'13
12-16
12-18
12-16
Zuid
2013/'14
12-18
12-16
IJburg
12-18
Oost
2014/'15
12-16
12-18
West
2015/'16
12-16
12-18
Nieuw-West
2016/'17
12-16
12-18
Zuidoost
2017/'18
12-16
12-18
Noord
2018/'19
Bron: OIS
3
Bron: OJZ/Erisa
'4
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Vergelijking korte en lange termijn prognose
De eerste stap om tot handmatige aanpassingen te komen is een vergelijking tussen een korte
en lange termijnprognose van de school. Voor de korte termijnprognose gebruiken we een
instroom-doorstroommodel: op basis van gelijkblijvende instroom in de brugklas worden de
komende jaren aan de hand van de doorstroompercentages (percentage van de kinderen dat
bijvoorbeeld van de e naar de )e doorstromen) doorgerekend. OIS heeft na het maken van de
eerste lange termijn prognose voor alle scholen de lange en korte termijn prognoses vergeleken.
Op basis van bovenstaande vergelijking en aanname is besloten voor de volgende scholen een
handmatige aanpassingen te doen:
Aanpassing toenemende belangstelling:
• Het Hyperion Lyceum: een recentelijk gestarte school. Deze school hebben we via
sterker toenemende belangstellingspercentages uit Centrum, West en Noord laten
vullen.
• Het Caland : een recentelijk gestarte school. Deze school hebben we via sterker
toenemende belangstellingspercentages uit West en Nieuw-West laten vullen.
• Het IJburg College : een recentelijk gestarte school. Deze school hebben we via sterker
toenemende belangstellingspercentages uit IJburg en overig Oost laten vullen.
• Het Pieter Nieuwland: met de start van een nieuwe havo ‘De Hof’ is de belangstelling
voor deze school toegenomen en laat de korte termijn een sterker groei zien. Deze
school hebben we via sterker toenemende belangstellingspercentages uit Centrum,
IJburg, overig Oost en Zuidoost verder laten groeien.
• De instroom van het Huygens College is in 0'(/’'2 vergeleken met het vorig jaar weer
toegenomen. We verwachten dan ook dat de sterke daling die het afgelopen jaar was
ingezet niet doorgaat. De belangstellingspercentages uit West en Nieuw-West hebben
we voor deze school niet verder laten afnemen.
• Het Montessori Lyceum Amsterdam komt met de afvlakkende trend van drie jaar lager
uit dan de korte termijn prognose. Om de lange termijn prognose beter te laten
aansluiten op de korte termijn prognose hebben we de stabiele belangstelling vanuit
Zuid en Oost (excl. IJburg) iets laten toenemen.
• Het Comenius Lyceum: deze school toont een sterke stijging in de brugklas. Door de
belangstelling uit West en Nieuw-West iets te verhogen sluit de lange termijn prognose
nu beter aan op de korte termijn prognose.
• Het AICS: vergeleken met de korte termijn mocht de belangstelling iets toenemen. De
belangstellingpercentages uit Amstelveen en Zuid zijn iets naar boven aangepast.
• Het Bredero Nieuwe Havo: heeft een instroom van 2 klassen in plaats van de vorig
schooljaar. Op basis van de korte termijn mag verwacht worden dat deze school gaat
groeien. De belangstellingspercentages uit Noord hebben we dan ook iets laten
toenemen.
Aanpassing afnemende belangstelling:
• Het IJburg College ' komt met de afvlakkende trend van drie jaar iets hoger uit dan de
korte termijn prognose. Dit is een direct gevolg van het vullen van de school de
'K
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
•
•
•
•
afgelopen drie jaar. Door de belangstellingspercentages uit IJburg en overig Oost voor
deze school iets te laten afnemen, sluit de lange termijn prognose beter aan op de korte
termijn prognose.
Het Cygnus Gymnasium komt met de afvlakkende trend van drie jaar hoger uit dan de
korte termijn prognose. Dit is een direct gevolg van het vullen van de school de
afgelopen drie jaar. Door de belangstellingspercentages uit IJburg, Zuid en overig Oost
voor deze school iets te laten afnemen, sluit de lange termijn prognose beter aan op de
korte termijn prognose.
Het Meridiaan College: deze school voor vmbo komt door een lagere instroom met de
lange termijn prognose hoger uit dan de korte termijn prognose. Door de belangstelling
uit West en Nieuw-West te laten afnemen sluiten beide prognoses beter op elkaar aan.
Het Berlage Lyceum: heeft er voor gekozen in schooljaar 0'(/’'2 te starten met een
kleiner brugjaar. De belangstellingspercentages uit Centrum en West zijn dan ook
stabiel gehouden in plaats van de groei vanuit de afvlakkende trend op basis van de
laatste drie jaar.
Het Mundus College: heeft een niet zo grote instroom dit schooljaar vergeleken met
vorige schooljaren. De belangstelling uit Nieuw-West is naar beneden bijgesteld om de
korte termijn en lange termijn beter te laten aansluiten.
0
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Leerlingenprognose /’
In dit hoofdstuk presenteren we de leerlingenprognose 0'(/’'2. Als eerste in zijn geheel, en
daarna uitgesplitst per stadsdeel en schoolsoort.
. De leerlingenprognose VO /’
In tabel ).' staat de leerlingenprognose 0'(/’'2 per school tot en met schooljaar 02/’3. De
prognose voor volgend schooljaar is dat het leerlingenaantal met bijna '.000 leerlingen stijgt tot
('.'4) in 0'2/’'3 (+,(%). Deze stijging zal volgens de prognose doorzetten tot bijna (2.000
leerlingen in 02/’3 (+''%). De verwachtte groei is iets sterker dan in de vorige prognose van
0')/’'(. Zo is de prognose voor schooljaar 0'2/’'3 met bijna 200 leerlingen, en voor 0(/’2
met bijna '.200 leerlingen naar boven bijgesteld. Dit is zowel een gevolg van de verwachte groei
van de basisgeneratie als de verwachte stijging van het aandeel jongeren dat naar een
Amsterdamse VO-school gaat (o.a. door de stijging van het aantal leerlingen dat vwo volgt).
Tabel . Leerlingenprognose VO /’, aantallen
feitelijk
naam school
Hubertus Vakschool
Ignatiusgymnasium
Wellantcollege Sloten
Wellantcollege Linnaeus
Hervormd Lyceum West
Fons Vitae Lyceum
Amsterdams Lyceum, Het
Hervormd Lyceum Zuid
Mediacollege Amsterdam
Open Schoolgemeenschap
Bijlmer
Atlant, De
Berkhoff, de
Plein, Het
Pieter Nieuwland College
College De Meer
Bindelmeer College
Cygnus Gymnasium
Stelle College
ROC op maat ZO
Tobiasschool
Westburg College
Luca
ROC op maat west
Nicolaas Lyceum, Sint
Christelijke
prognose
2012/
'13
2013/
'14
2014/
'15
2015/
'16
2016/
'17
2017/
'18
2018/
'19
2019/
'20
2020/
'21
2021/
'22
2022/
'23
2023/
'24
2024/ 2025/
'25
'26
266
804
403
291
876
1013
1098
939
311
288
799
417
315
825
989
1082
938
295
290
776
408
333
839
995
1086
944
291
295
774
410
347
836
997
1089
951
288
297
778
412
351
839
1007
1100
962
290
297
783
408
352
837
1015
1107
969
290
296
786
409
352
840
1020
1113
974
291
296
788
411
353
836
1021
1114
976
292
297
792
417
355
844
1025
1121
980
295
299
799
422
361
850
1034
1131
988
299
301
805
420
369
851
1041
1137
994
303
305
810
427
374
860
1050
1145
1000
307
307
813
431
376
866
1053
1149
1002
310
307
814
434
374
874
1054
1151
1002
309
1622
1622
1611
1619
1612
1617
1621
1618
1618
1633
1657
1674
1677
1674
200
245
207
1005
432
464
604
329
80
143
189
156
74
1081
786
208
252
212
1043
460
487
686
313
96
151
0
172
76
1125
797
205
251
214
1154
517
481
734
263
66
167
0
169
71
1194
823
206
255
218
1233
542
488
757
251
66
172
0
172
71
1233
840
207
258
220
1308
557
485
772
245
65
174
0
172
71
1256
850
207
259
219
1352
561
481
784
244
64
175
0
173
71
1268
854
206
260
219
1368
564
478
792
244
64
174
0
173
71
1275
858
208
261
220
1377
567
482
795
246
64
175
0
174
71
1276
857
209
261
222
1383
568
483
798
247
64
176
0
175
72
1283
864
213
263
225
1395
576
492
803
251
65
179
0
178
73
1292
873
217
266
226
1407
586
506
808
256
66
181
0
181
73
1301
879
220
268
230
1417
594
513
812
260
67
184
0
184
74
1311
889
221
268
233
1415
595
514
810
261
67
185
0
185
75
1315
894
220
267
234
1408
591
513
806
259
66
184
0
185
75
1316
899
'
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Scholengemeenschap
Buitenveldert
Maimonides
Montessori Lyceum
Amsterdam
IVKO
Metis Montessori Lyceum
Montessori College Oost
MLA MAVO
Geert Groote College
Comenius Lyceum
Meridiaan College
Calvijn met Junior College
Iedersland College
Damstede
Rosa Beroepscollege
IJdoorn
Over-Y College
Hogeland `t
Mundus College
AICS
Berlage Lyceum
Marcanti College
Cartesius Lyceum
Wissel, De
DENISE
Barlaeus Gymnasium
Vossius Gymnasium
Bredero Lyceum
(nieuwe HAVO)
Bredero Beroepscollege
Bredero Mavo
Hyperion Lyceum
Spinoza Lyceum
Gerrit van der Veen
College
Sweelinck College
Huygens College
Zuiderlicht
Apollo, de
Reigersbos
Scholengemeenschap
Calandlyceum
Calandlyceum - 2
Cheider
Clusius College Amsterdam
Kolom praktijkcollege Noord
Dreef, de
Passie, De
IJburg College 1
IJburg College 2
4e Gymnasium
168
162
166
168
172
174
175
176
178
181
183
184
185
186
1347
1361
1436
1484
1525
1551
1567
1571
1578
1595
1610
1623
1627
1629
492
683
986
326
736
681
337
518
224
995
237
333
626
77
1059
312
1168
682
719
45
114
800
806
475
722
1027
329
767
700
364
508
246
1051
250
326
631
83
1079
376
1152
710
753
50
113
810
782
443
815
962
381
820
747
301
484
248
1090
244
315
619
81
971
413
1177
677
773
55
115
824
802
435
859
960
396
848
765
275
472
255
1131
247
316
611
95
928
451
1176
674
793
57
128
835
805
434
884
956
408
868
779
259
470
258
1153
250
316
610
106
926
467
1185
675
805
58
130
849
817
436
896
957
412
878
790
257
466
257
1155
252
316
606
107
919
472
1191
671
811
59
131
858
825
438
900
958
413
882
806
257
466
257
1165
255
318
611
108
919
475
1191
671
814
59
132
862
829
437
901
963
412
882
815
258
468
258
1165
257
321
611
109
923
478
1188
673
813
58
131
864
832
437
905
967
414
886
822
261
473
261
1176
261
327
616
110
932
483
1193
679
815
59
132
865
838
440
916
981
419
893
829
265
480
264
1193
268
336
629
112
945
489
1208
689
825
60
133
874
848
443
925
1000
423
898
829
265
481
266
1208
274
346
644
112
951
494
1220
693
830
61
134
881
856
445
934
1015
427
904
838
269
489
270
1222
280
355
653
114
967
497
1232
705
839
62
136
888
863
444
937
1019
430
907
843
273
495
274
1226
283
360
659
115
977
500
1236
714
842
63
137
889
868
443
939
1014
431
908
852
275
498
275
1229
285
363
665
115
981
502
1238
718
845
63
138
888
870
466
388
432
457
480
498
503
505
512
523
535
544
549
556
384
350
178
1234
383
322
351
1230
354
276
501
1259
348
255
619
1274
346
249
725
1291
346
248
818
1302
348
250
853
1308
351
252
880
1309
358
257
884
1316
368
263
893
1327
379
271
904
1335
388
277
913
1345
393
280
914
1347
397
283
916
1350
866
849
914
933
954
964
969
971
974
982
990
997
998
998
500
657
383
233
576
544
393
240
591
494
392
231
612
478
395
234
619
473
398
236
621
472
398
236
620
471
398
236
622
473
400
238
627
477
402
240
637
484
408
242
646
488
413
245
656
497
420
247
662
504
422
247
661
505
421
247
800
811
829
846
844
846
844
841
840
853
872
884
887
888
1844 1891 1892 1908 1911 1905 1916 1909 1930 1941 1934 1953 1962 1979
120
251
405
588
767
777
782
779
788
793
790
799
803
812
40
45
37
36
35
35
35
36
36
36
37
37
38
38
229
250
243
249
252
252
254
256
260
266
274
279
282
285
209
199
208
208
211
212
214
217
220
226
232
237
239
241
165
160
180
185
187
186
184
186
186
190
195
198
198
197
276
63
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
692
827
925
986 1034 1073 1112 1135 1146 1153 1157 1154 1142 1127
150
300
448
529
594
646
665
676
682
688
693
695
690
685
729
738
756
769
782
787
791
790
791
800
806
812
813
813
38594 39286 40208 41183 42036 42456 42729 42868 43143 43639 44054 44518 44695 44765
bron: OIS
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
In onderstaande tabel zijn de totalen per schoolsoort en windrichting aangegeven. Duidelijk is
dat de groei op de praktijkscholen, vmbo-scholen en vmbo-t(en havo) scholen met een groei van
*% lager is dan de stedelijke groei. De leerlingenaantallen op scholengemeenschappen,
havo/vwo scholen en de vwo scholen zullen juist sterker groeien, met ongeveer ')%. Daarnaast
is de groei van leerlingenaantallen in Noord (+%) sterker dan in de rest van de stad.
Tabel . Leerlingenprognose VO /’ per schoolsoort naar stadsdeel, aantallen
feitelijk
prognose
2014/
'15
2015/
'16
2016/
'17
2017/
'18
2018/
'19
2019/
'20
2020/
'21
2021/
'22
2022/
'23
2023/
'24
2024/
'25
pro Zuid/Centrum
200
208
205
pro Noord
209
199
208
pro Oost/Zuidoost
321
332
349
pro West
207
212
214
totaal pro
937
951
976
vmbo Zuid/Centrum
837
839
850
vmbo Noord
1260 1292 1237
vmbo Oost/Zuidoost
2827 2950 2873
vmbo West
4117 3918 3698
totaal vmbo
9041 8999 8658
vmbo-t (en havo) Zuid/Centrum 1551 1620 1646
vmbo-t (en havo) Noord
976
953
895
vmbo-t (en havo) Oost/Zuidoost
vmbo-t (en havo) West
337
364
301
totaal vmbo-t (en havo)
2864 2937 2842
scholengemeenschap
4132 4153 4282
Zuid/Centrum
scholengemeenschap Noord
scholengemeenschap
3947 4282 4628
Oost/Zuidoost
scholengemeenschap West
3116 3030 3136
totaal scholengemeenschap
11195 11465 12046
havo/vwo Zuid/Centrum
5246 5262 5483
havo/vwo Noord
1461 1439 1522
havo/vwo Oost/Zuidoost
1005 1043 1154
havo/vwo West
1400 1453 1520
totaal havo/vwo
9112 9197 9679
vwo Zuid/Centrum
3508 3473 3488
vwo Noord
178
351
501
vwo Oost/Zuidoost
604
686
734
vwo West
729
738
756
totaal vwo
5019 5248 5479
internationaal (in Zuid)
426
489
528
totaal Zuid/Centrum
15900 16044 16482
totaal Noord
4084 4234 4363
totaal Oost/Zuidoost
8704 9293 9738
totaal West
9906 9715 9625
totaal
38594 39286 40208
206
208
357
218
989
855
1255
2909
3640
8659
1677
866
207
211
359
220
997
862
1270
2917
3640
8689
1697
859
207
212
359
219
997
863
1273
2918
3620
8674
1705
854
206
214
357
219
996
863
1283
2920
3619
8685
1707
861
208
217
360
220
1005
867
1294
2936
3631
8728
1709
863
209
220
361
222
1012
873
1316
2945
3667
8801
1718
873
213
226
368
225
1032
886
1350
2989
3716
8941
1738
892
217
232
376
226
1051
897
1385
3049
3734
9065
1757
915
220
237
382
230
1069
911
1416
3091
3796
9214
1775
930
221
239
383
233
1076
917
1433
3100
3840
9290
1783
939
2025/
'26
220
241
382
234
1077
914
1445
3084
3856
9299
1782
948
275
2818
259
2815
257
2816
257
2825
258
2830
261
2852
265
2895
265
2937
269
2974
273
2995
275
3005
4342
4401
4434
4449
4448
4473
4518
4552
4591
4607
4619
4839
4968
5078
5142
5171
5191
5243
5304
5341
5333
5313
3332
12513
5598
1588
1233
1558
9977
3503
619
757
769
5648
579
16760
4536
10095
9792
41183
3517
12886
5704
1633
1308
1584
10229
3544
725
772
782
5823
597
17012
4698
10324
10002
42036
3519
13031
5767
1653
1352
1601
10373
3573
818
784
787
5962
603
17152
4810
10491
10003
42456
3538
13129
5805
1668
1368
1620
10461
3590
853
792
791
6026
607
17227
4879
10579
10044
42729
3524
13143
5815
1670
1377
1628
10490
3598
880
795
790
6063
609
17254
4924
10639
10051
42868
3562
13226
5840
1688
1383
1637
10548
3616
884
798
791
6089
615
17344
4981
10678
10140
43143
3584
13345
5891
1716
1395
1654
10656
3652
893
803
800
6148
622
17520
5077
10798
10244
43639
3575
13431
5936
1743
1407
1659
10745
3679
904
808
806
6197
628
17666
5179
10944
10265
44054
3612
13544
5981
1766
1417
1677
10841
3706
913
812
812
6243
633
17817
5262
11043
10396
44518
3631
13571
5995
1775
1415
1685
10870
3719
914
810
813
6256
637
17879
5300
11041
10475
44695
3665
13597
5999
1785
1408
1697
10889
3723
916
806
813
6258
640
17897
5335
10993
10540
44765
totalen schoolsoort
2012/
'13
2013/
'14
)
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
. Leerlingenprognose /’ per windrichting
In onderstaande tabel over windrichting Centrum/Zuid is te zien dat de leerlingenaantallen over
alle schoolsoorten tot en met 02/’3 stabiel zullen stijgen. In totaal zal de toename K% zijn,
wat neerkomt op '.(00 extra leerlingen in Zuid en Centrum. Omdat het aantal leerlingen op
scholen die hogere niveaus aanbieden groot is, is deze stijging vooral terug te zien bij de
scholengemeenschappen (+)00 leerlingen ), havo/vwo scholen (+200) en vwo scholen (+00).
Daarnaast is de verwachting dat er meer leerlingen internationaal onderwijs zullen volgen, en de
enige scholen die dit aanbieden zitten in Zuid.
Tabel . Leerlingenprognose VO /’ per school naar schoolsoort Zuid/Centrum, aantallen
feitelijk
naam school
2012/
'13
prognose
2013/
'14
2014/
'15
2015/
'16
2016/
'17
2017/
'18
2018/
'19
2019/
'20
2020/
'21
2021/
'22
2022/
'23
2023/
'24
2024/
'25
2025/
'26
220
220
309
184
421
914
443
431
661
247
1782
Atlant, De
200
208
205
206
207
207
206
208
209
213
217
220
221
totaal pro
200
208
205
206
207
207
206
208
209
213
217
220
221
Mediacollege Amsterdam
311
295
291
288
290
290
291
292
295
299
303
307
310
Tobiasschool
143
151
167
172
174
175
174
175
176
179
181
184
185
Zuiderlicht
383
393
392
395
398
398
398
400
402
408
413
420
422
totaal vmbo
837
839
850
855
862
863
863
867
873
886
897
911
917
IVKO
492
475
443
435
434
436
438
437
437
440
443
445
444
MLA MAVO
326
329
381
396
408
412
413
412
414
419
423
427
430
Sweelinck College
500
576
591
612
619
621
620
622
627
637
646
656
662
Apollo, de
233
240
231
234
236
236
236
238
240
242
245
247
247
totaal vmbo-t(havo)
1551 1620 1646 1677 1697 1705 1707 1709 1718 1738 1757 1775 1783
Christelijke
Scholengemeenschap
786
797
823
840
850
854
858
857
864
873
879
889
894
899
Buitenveldert
Maimonides
168
162
166
168
172
174
175
176
178
181
183
184
185
186
Geert Groote College
736
767
820
848
868
878
882
882
886
893
898
904
907
908
Berlage Lyceum
1168 1152 1177 1176 1185 1191 1191 1188 1193 1208 1220 1232 1236 1238
Spinoza Lyceum
1234 1230 1259 1274 1291 1302 1308 1309 1316 1327 1335 1345 1347 1350
Cheider
40
45
37
36
35
35
35
36
36
36
37
37
38
38
totaal scholengemeenschap 4132 4153 4282 4342 4401 4434 4449 4448 4473 4518 4552 4591 4607 4619
Fons Vitae Lyceum
1013
989
995
997 1007 1015 1020 1021 1025 1034 1041 1050 1053 1054
Hervormd Lyceum Zuid
939
938
944
951
962
969
974
976
980
988
994 1000 1002 1002
Nicolaas Lyceum, Sint
1081 1125 1194 1233 1256 1268 1275 1276 1283 1292 1301 1311 1315 1316
Gerrit van der Veen College
866
849
914
933
954
964
969
971
974
982
990
997
998
998
Montessori Lyceum
1347 1361 1436 1484 1525 1551 1567 1571 1578 1595 1610 1623 1627 1629
Amsterdam
totaal havo/vwo
5246 5262 5483 5598 5704 5767 5805 5815 5840 5891 5936 5981 5995 5999
Barlaeus Gymnasium
800
810
824
835
849
858
862
864
865
874
881
888
889
888
Ignatiusgymnasium
804
799
776
774
778
783
786
788
792
799
805
810
813
814
Amsterdams Lyceum, Het
1098 1082 1086 1089 1100 1107 1113 1114 1121 1131 1137 1145 1149 1151
Vossius Gymnasium
806
782
802
805
817
825
829
832
838
848
856
863
868
870
totaal vwo
3508 3473 3488 3503 3544 3573 3590 3598 3616 3652 3679 3706 3719 3723
AICS
312
376
413
451
467
472
475
478
483
489
494
497
500
502
DENISE
114
113
115
128
130
131
132
131
132
133
134
136
137
138
totaal internationaal
426
489
528
579
597
603
607
609
615
622
628
633
637
640
totaal Zuid
15900 16044 16482 16760 17012 17152 17227 17254 17344 17520 17666 17817 17879 17897
(
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
In Noord is sprake van de relatief grootste groei in leerlingaantallen. Dit is een gevolg van de vele
nieuwbouw in dit stadsdeel. De verwachting is dat er de komende tien jaar bijna '.000 leerlingen
bij zullen komen, een stijging van %. Deze stijging is op alle onderwijssoorten terug te zien,
omdat het een gevolg is van een groei in de basisgeneratie . Op het Hyperion Lyceum, de enige
categorale vwo-school in Noord is de groei sterker, dat komt omdat deze school recent gestart
is.
Tabel . Leerlingenprognose VO /’ per school naar schoolsoort Noord, aantallen
feitelijk
naam school
prognose
2012/ 2013/ 2014/ 2015/ 2016/ 2017/ 2018/ 2019/ 2020/ 2021/ 2022/ 2023/ 2024/ 2025/
'13
'14
'15
'16
'17
'18
'19
'20
'21
'22
'23
'24
'25
'26
Kolom praktijkcollege
209 199 208 208
Noord
totaal pro
209 199 208 208
Rosa Beroepscollege
237 250 244 247
IJdoorn
333 326 315 316
Hogeland `t
77
83
81
95
Bredero Beroepscollege
384 383 354 348
Clusius Colleg
229 250 243 249
e Amsterdam
totaal vmbo
1260 1292 1237 1255
Over-Y College
626 631 619 611
Bredero Mavo
350 322 276 255
totaal vmbo-t(havo)
976 953 895 866
Damstede
995 1051 1090 1131
Bredero Lyceum
466 388 432 457
(nieuwe HAVO)
totaal havo/vwo
1461 1439 1522 1588
Hyperion Lyceum
178 351 501 619
totaal vwo
178 351 501 619
totaal Noord
4084 4234 4363 4536
211
212
214
217
220
226
232
237
239
241
211
250
316
106
346
212
252
316
107
346
214
255
318
108
348
217
257
321
109
351
220
261
327
110
358
226
268
336
112
368
232
274
346
112
379
237
280
355
114
388
239
283
360
115
393
241
285
363
115
397
252
252
254
256
260
266
274
279
282
285
1270 1273 1283 1294 1316 1350 1385 1416 1433
610 606 611 611 616 629 644 653 659
249 248 250 252 257 263 271 277 280
859 854 861 863 873 892 915 930 939
1153 1155 1165 1165 1176 1193 1208 1222 1226
1445
665
283
948
1229
480
498
503
505
512
523
535
544
549
556
1633 1653 1668 1670 1688 1716 1743 1766 1775
725 818 853 880 884 893 904 913 914
725 818 853 880 884 893 904 913 914
4698 4810 4879 4924 4981 5077 5179 5262 5300
1785
916
916
5335
bron: OIS
2
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
In de windrichting Oost/Zuidoost zal het aantal leerlingen met ')% groeien van K.*)4 in 0'(/’'2
tot '0.KK) in 02/’3. Er komen dus in totaal ruim '.00 leerlingen bij. Deze groei is
voornamelijk te zien bij de nieuwe scholen in het stadsdeel: IJburg College '& en bij de nieuwe
Havo dependance van het Pieter NIeuwland College.
Tabel . Leerlingenprognose VO /’ per school naar schoolsoort Oost/Zuidoost, aantallen
feitelijk
naam school
Luca
Dreef, de
totaal pro
Wellantcollege Linnaeus
Berkhoff, de
College De Meer
Stelle College
Montessori College Oost
Bindelmeer College
ROC op maat ZO
totaal vmbo
IJburg College 1
IJburg College 2
Metis Montessori Lyceum
Open Schoolgemeenschap
Bijlmer
Reigersbos
Scholengemeenschap
totaal scholengemeenschap
Pieter Nieuwland College
totaal havo/vwo
Cygnus Gymnasium
totaal vwo
totaal Oost/Zuidoost
prognose
2012/ 2013/ 2014/
'13
'14
'15
2015/
'16
2016/
'17
2017/
'18
2018/
'19
2019/
'20
2020/
'21
2021/
'22
2022/
'23
2023/
'24
2024/
'25
156 172 169
165 160 180
321 332 349
291 315 333
245 252 251
432 460 517
329 313 263
986 1027 962
464 487 481
80
96
66
2827 2950 2873
692 827 925
150 300 448
683 722 815
172
185
357
347
255
542
251
960
488
66
2909
986
529
859
172
187
359
351
258
557
245
956
485
65
2917
1034
594
884
173
186
359
352
259
561
244
957
481
64
2918
1073
646
896
173
184
357
352
260
564
244
958
478
64
2920
1112
665
900
174
186
360
353
261
567
246
963
482
64
2936
1135
676
901
175
186
361
355
261
568
247
967
483
64
2945
1146
682
905
178
190
368
361
263
576
251
981
492
65
2989
1153
688
916
181
195
376
369
266
586
256
1000
506
66
3049
1157
693
925
184
198
382
374
268
594
260
1015
513
67
3091
1154
695
934
185
198
383
376
268
595
261
1019
514
67
3100
1142
690
937
2025/
'26
185
197
382
374
267
591
259
1014
513
66
3084
1127
685
939
1622 1622 1611
1619
1612
1617
1621
1618
1618
1633
1657
1674
1677
1674
846
844
846
844
841
840
853
872
884
887
888
800
811
3947
1005
1005
604
604
8704
4282
1043
1043
686
686
9293
829
4628 4839 4968 5078 5142 5171 5191 5243 5304 5341 5333 5313
1154 1233 1308 1352 1368 1377 1383 1395 1407 1417 1415 1408
1154 1233 1308 1352 1368 1377 1383 1395 1407 1417 1415 1408
734
757
772
784
792
795
798
803
808
812
810
806
734
757
772
784
792
795
798
803
808
812
810
806
9738 10095 10324 10491 10579 10639 10678 10798 10944 11043 11041 10993
bron: OIS
3
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
In West is de stijging met '0% van het leerlingenaantal gemiddeld, er komen in totaal ruim K00
leerlingen bij. De grootste groei is te zien bij de nieuwe school het Calandlyceum . Daarnaast is
de groei over de verschillende schoolsoorten redelijk evenwichtig verdeeld.
Tabel .0 Leerlingenprognose VO /’ per school naar schoolsoort West, aantallen
feitelijk
naam school
Plein, Het
totaal pro
Wellantcollege Sloten
Westburg College
Calvijn met Junior College
Iedersland College
Mundus College
Hubertus Vakschool
ROC op maat west
Marcanti College
Wissel, De
Huygens College
totaal vmbo
Meridiaan College
totaal vmbo-t(havo)
Hervormd Lyceum West
Calandlyceum
Calandlyceum - 2
Passie, De
totaal
scholengemeenschap
Comenius Lyceum
Cartesius Lyceum
totaal havo/vwo
4e Gymnasium
totaal vwo
totaal West
prognose
2012/ 2013/ 2014/ 2015/
'13
'14
'15
'16
2016/
'17
2017/
'18
2018/
'19
2019/
'20
2020/
'21
2021/
'22
2022/
'23
2023/
'24
2024/
'25
207 212 214 218
207 212 214 218
403 417 408 410
189
0
0
0
518 508 484 472
224 246 248 255
1059 1079 971 928
266 288 290 295
74
76
71
71
682 710 677 674
45
50
55
57
657 544 494 478
4117 3918 3698 3640
337 364 301 275
337 364 301 275
876 825 839 836
1844 1891 1892 1908
120 251 405 588
276
63
0
0
220
220
412
0
470
258
926
297
71
675
58
473
3640
259
259
839
1911
767
0
219
219
408
0
466
257
919
297
71
671
59
472
3620
257
257
837
1905
777
0
219
219
409
0
466
257
919
296
71
671
59
471
3619
257
257
840
1916
782
0
220
220
411
0
468
258
923
296
71
673
58
473
3631
258
258
836
1909
779
0
222
222
417
0
473
261
932
297
72
679
59
477
3667
261
261
844
1930
788
0
225
225
422
0
480
264
945
299
73
689
60
484
3716
265
265
850
1941
793
0
226
226
420
0
481
266
951
301
73
693
61
488
3734
265
265
851
1934
790
0
230
230
427
0
489
270
967
305
74
705
62
497
3796
269
269
860
1953
799
0
233
233
431
0
495
274
977
307
75
714
63
504
3840
273
273
866
1962
803
0
2025/
'26
234
234
434
0
498
275
981
307
75
718
63
505
3856
275
275
874
1979
812
0
3116 3030 3136 3332
3517
3519
3538
3524
3562
3584
3575
3612
3631
3665
681 700 747 765
779
790
806
815
822
829
829
838
843
852
719 753 773 793
805
811
814
813
815
825
830
839
842
845
1400 1453 1520 1558 1584 1601 1620 1628 1637 1654 1659 1677 1685 1697
729 738 756 769
782
787
791
790
791
800
806
812
813
813
729 738 756 769
782
787
791
790
791
800
806
812
813
813
9906 9715 9625 9792 10002 10003 10044 10051 10140 10244 10265 10396 10475 10540
bron: OIS
*
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Bijlage : Specificatie veronderstellingen
Bij het maken van de leerlingenprognose VO 0'(/’'2 zijn er verschillende veronderstellingen
gedaan. In deze bijlage beschrijven we deze aanpassingen: allereerst de aanpassingen die we
vooraf hebben toegepast, daarna de aannames van het G(PRO programma voor de lange
termijn prognose en voor de korte termijn prognose.
Aanpassingen vooraf toegepast
Leerlingen met borgingstrajecten zijn net zoals in de prognose 0')/’'( meegenomen. In
het verleden (voor 0'() werden deze weggelaten om huisvestingsreden.
Bij deze prognose hebben we gebruikt gemaakt van de woonplaatsen van leerlingen uit
DUO gegevens (postcode () omdat dat voldoende informatie leverde over
herkomstgebieden naar stadsdelen en volledig aansluit bij de DUO teldata. Omdat twee
postcode-vier gebieden ('0') en '03') stadsdeeloverstijgend zijn heeft OIS voor deze twee
gebieden Erisa data gebruikt.
In overleg met OJZ hebben we enkele BRIN-nummers uit elkaar gehaald. Het gaat om de
volgende BRIN-nummers en scholen:
•
voor de jaren 0' en 0') zijn '*YS00 en '*YS0 samengevoegd tot het Mundus
College. Vervolgens zijn leerlingen die op het Mundus College internationaal
onderwijs volgen (element codes 0*00 en 0400) ondergebracht onder het BRINnummer '*YS0 Het AICS.
•
Voor de jaren 0', 0') en 0'( hebben we verschillende aanpassingen gedaan bij
scholen van het MSA. Voor 0' vormen ) BRIN’s samen het METIS College
('3PS0*, '3PS'3 en '3PS'*). In 0') en 0'( is het METIS samengesteld uit twee
BRIN’s ('3PS0* en '3PS'3). Voor 0') en 0'( is er een apart BRIN nummer voor
de MLA MAVO ('3PS'*) die op een andere locatie is gehuisvest dan het MLA
('3PS00). Voor 0' hebben we in overleg met OJZ bij benadering eenzelfde groep
van het MLA verplaatst naar de MLA MAVO. Van OJZ hebben we het totaal aantal
leerlingen op de MLA MAVO en het MLA gekregen. Daarnaast hebben we in het
Erisa bestand via de BSN-nummers van de leerlingen die leerlingen die in 0') en
0'( op de MLA MAVO zaten teruggeplaatst voor 0'.
•
Per 0'( is er een nieuwe school voor nieuwkomers: DENISE ('*YS0). Voor 0'
en 0') hebben we het leerlingenaantal van het Berlage Lyceum ('*YS0))
aangepast om ook de historie van de DENISE te kunnen bepalen. Van OJZ hebben
we het totaal aantal leerlingen op de DENISE en op het Berlage Lyceum gekregen
voor 0' en 0'). Daarnaast hebben we in het Erisa bestand via de BSN-nummers
van de leerlingen die leerlingen die in 0'( op de DENISE zaten teruggeplaatst voor
0' en 0'). Omdat dit om zeer kleine aantallen gaat (waarschijnlijk stromen de
nieuwkomers door in het reguliere onderwijs) is dit geen ideale situatie. De komende
jaren zullen de historie gegevens van de DENISE beter kloppen en zal daardoor de
prognose van deze school beter worden.
•
Het Calandlyceum- heeft per 0') een eigen BRIN-nummer ('GD0'). Om de
historie van 0' te bepalen hebben we het leerlingenaantal van het Calandlyceum
4
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
('GD00) aangepast. Van OJZ hebben we het totaal aantal leerlingen op het
Calandlyceum ' & gekregen voor 0'. Daarnaast hebben we in het Erisa bestand
via de BSN-nummers van de leerlingen die leerlingen die in 0') en 0'( op het
Calandlyceum zaten teruggeplaatst voor 0'.
•
Het IJburg College heeft per 0'( een eigen BRIN-nummer (4DH0'). Om de
historie van 0' en 0') te bepalen hebben we het leerlingenaantal van het IJburg
Colllege ' (4DH00) aangepast. Van OJZ hebben we het totaal aantal leerlingen op
het IJburg College ' & gekregen voor 0' en 0'). Daarnaast hebben we in het
Erisa bestand via de BSN-nummers van de leerlingen die leerlingen die in 0'( op
het IJburg College zaten teruggeplaatst voor 0' en 0').
Om een volledig beeld te hebben van de totale groep VO scholieren zijn in deze prognose de
MBO scholen die vmbo aanbieden meegenomen. Deze scholen vallen qua huisvesting niet
onder de gemeente. Het gaat om de volgende scholen: Het Wellant College Sloten (0'OE)
en Linneaus (0'OE)), het Media College (0PA00) en het Clusius College (2EF0)).
Ook dit jaar gebruiken we als input voor de leerlingenprognose voor de leerlingen die niet in
Amsterdam wonen maar in omringende gemeentes de bevolkingsprognose van Primos4.
Aannames in softwarepakket GPRO voor de lange termijn prognose
De eerste stap in G(PRO is het bepalen van de basisgeneratie uit de bevolkingsprognose van
OIS. Voor het VO zijn er twee basisgeneraties. Een voor de VMBO scholen (*0% van de 'jarigen en alle ') t/m '3-jarigen) en een voor de brede scholengemeenschappen en de
HAVO en/of VWO scholen (*0% van de '-jarigen en alle ') t/m '4 jarigen).
Vervolgens wordt informatie over het leerjaar van de leerling (uit DUO gegevens) omgezet
naar leeftijd (zodat het gebruikt kan worden als match met de basisgeneratie). Voor het VO
worden alle leerlingen van 'K jaar en ouder opgeteld bij de '4-jarigen en de leerlingen van ''
jaar en jonger opgeteld bij de '-jarigen.
Op basis van de herkomst van de leerlingen wordt per school een voedingsgebied
vastgesteld. In de huidige leerlingenprognose is het gebied onderdeel van het
herkomstgebied van de school als tenminste 2 leerlingen of minimaal 2% van de leerlingen
uit een bepaald gebied naar de school gaan. Het voedingsgebied van de school dat zo is
bepaald bestaat uit die verzameling herkomstgebieden (stadsdelen) van waaruit ruim 4%
van de leerlingen afkomstig is.
Op basis van de voedingsgebieden van de scholen worden vervolgens
belangstellingspercentages voor de scholen per voedingsgebied (stadsdeel) bepaald. Per
voedingsgebied wordt een overzicht gegeven van de belangstellingspercentages van alle
scholen die hier leerlingen uit betrekken. Hier kunnen we zien welke gevolgen het heeft als
de belangstelling van de scholen veranderd.
Op basis van de belangstellingspercentages en de basisgeneratie wordt vervolgens de lange
termijn prognose per school berekend. Hier gaan we uit van een afvlakkende trend van drie
jaar. De belangstelling van het eerste prognosejaar is het laatst waargenomen
belangstellingscijfer plus het gemiddelde verschil van de laatste drie jaar. Die van het tweede
prognosejaar is de helft van het verschil plus het belangstellingspercentage van het eerste
prognosejaar, etc. Op deze manier ontstaat een afvlakkende lijn die op korte termijn
rekening houdt met trends uit het recente verleden.
4
Primos 0')
K
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Aannames in softwarepakket GPRO voor de korte termijn prognose
Voor het maken van de korte termijn prognose zijn we in principe uitgegaan van een
gelijkblijvende instroom in de brugklas van het laatste jaar. Daarnaast hebben we de
doorstroompercentages (hoeveel procent van de kinderen uit bijv. de e naar de )e gaan
bijvoorbeeld) van het laatste jaar de komende jaren doorgetrokken.
Voor de recentelijk gestarte scholen hebben we de doorstroompercentages op een volgende
manier aangepast:
•
Bij het Caland ('GD0') hebben we de doorstroompercentages van Het Caland
Lyceum gebruikt voor de overgang van )-(, (-2, 2-3
•
Het IJburg (4DH0') hebben we door laten groeien tot één grote vmbo-t/havo
school. Daarvoor zijn de doorstroompercentages )-( en (-2 van het IJburg '
gebruikt.
•
Voor het Hyperion ('AS04) hadden we geen vergelijkbare school. Daar hebben we
de doorstroom van (-2 en 2-3 op één gezet: dat betekent dat we in het model ervan
uitgaan dat elke leerling doorstroomt naar het volgende schooljaar.
•
Ook voor de nieuwe school voor nieuwkomers Denise ('*YS0) hadden we geen
vergelijkbare school. De doorstroompercentages zijn daarom op één gezet.
)0
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Bijlage : Achtergrond basisgeneratie
In dit hoofdstuk beschrijven we hoe de bevolkingsprognose van OIS tot stand komt. De
achterliggende veronderstellingen voor de prognose worden toegelicht, en waar ze afwijken van
de veronderstellingen in de vorige bevolkingsprognose zal hier extra uitleg voor worden
gegeven.
Werkwijze bevolkingsprognose OIS
OIS maakt jaarlijks een nieuwe bevolkingsprognose. Het maken van een nieuwe
bevolkingsprognose begint altijd met een vergelijking van de laatste prognosecijfers met de
feitelijke aantallen. Zo wordt per leeftijdsgroep bekeken of de geprognosticeerde aantallen
overeen komen met de werkelijke stand, zowel op stadsniveau als op het niveau van stadsdelen
en buurtcombinaties. Eventuele verschillen kunnen dan gebruikt worden om de
veronderstellingen voor de nieuwe prognose aan te passen.
Voor het opstellen van de prognose op stadsniveau wordt gebruikgemaakt van de cohortcomponentenmethode. Dat wil zeggen dat voor alle leeftijdscohorten de componenten van de
bevolkingsprognose (geboorte, sterfte, vestiging en vertrek) apart worden doorgerekend.
Hiervoor moet als eerste worden vastgesteld hoeveel Amsterdammers er volgens de
Basisregistratie Personen (BRP) op ' januari staan ingeschreven.
Vervolgens worden de randvoorwaarden voor de bevolkingsontwikkeling bepaald. Hiertoe
worden er veronderstellingen gedaan over toekomstige ontwikkelingen in geboorte, sterfte,
buitenlandse migratie, woningbouw, inwoning en leegstand. Historische en actuele
ontwikkelingen zijn hiervoor een belangrijke leidraad. Soms is het nodig de veronderstellingen
aan te passen, bijvoorbeeld wanneer de cijfers van de laatste bevolkingsprognose te veel
afwijken van de inmiddels gerealiseerde cijfers, of wanneer er grote aanpassingen in de
landelijke bevolkingsprognose worden doorgevoerd.
Middels een stuurkaart kunnen in het model voor alle toekomstige jaren de parameters worden
ingegeven voor het verwachte gemiddelde vruchtbaarheidscijfer, de gemiddelde
levensverwachting (apart voor mannen en vrouwen), het buitenlands migratiesaldo (vestiging
minus vertrek), en de factoren voor inwoning en leegstand . Ook wordt per jaar bepaald wat het
verwachte aantal toevoegingen aan de woningvoorraad is . De binnenlandse migratie wordt, op
basis van de woningvoorraad, pas in laatste instantie berekend.
Na invoer van alle parameters worden - per leeftijd en geslacht - de kansen op geboorte, sterfte,
vestiging vanuit het buitenland en vertrek naar het buitenland doorgerekend op basis van de
kansen in de afgelopen vijf jaar. Ze worden begrensd door de ingegeven parameters. Voor
bijvoorbeeld het aantal geboorten wil dat zeggen dat als er in bepaald jaar op basis van de
kansberekeningen meer geboorten zijn dan op basis van het ingegeven vruchtbaarheidscijfer
)'
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
verwacht mag worden, de kansen voor alle leeftijden evenredig naar beneden worden bijgesteld.
Nadat per jaar de bevolkingsgroei op basis van de demografische componenten berekend is, is
ook het verwachte inwonertal – uitgaande van een binnenlands migratiesaldo van nul - bekend.
Dat wordt omgezet naar het verwachte aantal huishoudens. Het binnenlands migratiesaldo
wordt nu bepaald door het aantal huishoudens in te passen in de verwachte woningvoorraad.
Wanneer er, gegeven de inwoning en leegstand, meer huishoudens zijn dan woningen, zal het
binnenlands migratiesaldo negatief zijn: er trekken meer mensen weg dan er naar de stad toe
komen. Op basis van de binnenlandse vestigingskansen uit het verleden worden de totale
vestiging en het totale vertrek uitgesplitst naar leeftijd en geslacht.
Invoer van het prognosemodel
Het Amsterdamse prognosemodel, op stadsniveau, bestaat uit de volgende variabelen:
• De standbevolking op ' januari van het laatst bekende jaar, uitgesplitst naar '-jaars
leeftijdsgroep en geslacht. In de prognose van 0'( is de standbevolking die op ' januari
0'(.
Om de analyse compleet te maken en de kansen voor de verschillende gebeurtenissen
uit het verleden te kunnen bepalen is het noodzakelijk om ook een x-aantal jaren uit het
verleden in te voeren. Het minimaal aantal benodigde jaren hiervoor is ( jaar.
• Geboorten. Per jaar (minimaal ) jaarreeksen) het aantal geboorten naar leeftijd van de
moeder in '-jaars leeftijdsgroep. De groep vruchtbare vrouwen bevindt zich in de groep
'2- tot en met (K-jarigen.
• Sterfte. Per jaar (minimaal ) jaarreeksen) het aantal gestorvenen naar leeftijd en
geslacht.
• Vertrek binnenland. Per jaar (minimaal ) jaarreeksen) het aantal mensen dat vertrekt uit
de stad naar een locatie binnen Nederland per '-jaars leeftijdsgroep en geslacht.
• Vertrek buitenland. Per jaar (minimaal ) jaarreeksen) het aantal mensen dat vertrekt uit
de stad naar een locatie buiten Nederland per '-jaars leeftijdsgroep en geslacht.
• Vestiging binnenland. Per jaar (minimaal ) jaarreeksen) het aantal mensen dat zich
vanuit Nederland in de stad vestigt naar '-jaars leeftijdsgroep en geslacht. Bovendien is
nodig de meest recente bevolkingsprognose voor Nederland in 2-jaars leeftijdsgroepen.
Deze is nodig om de verdeling van de vestigers naar leeftijd voor de toekomst te
corrigeren.
• Vestiging buitenland, per jaar (minimaal ) jaarreeksen) het aantal mensen dat zich van
buiten Nederland in de stad vestigt naar '-jaars leeftijdsgroep en geslacht.
• Woningvoorraad en woningbouwprogrammering. Hier gaat om de meest recente stand
van de woningvoorraad en de meest actuele verwachting van de jaarlijkse toevoegingen.
Veronderstellingen
Veronderstellingen over de geboorte
In de Amsterdamse prognose werd tot en met de prognose van 004 verondersteld dat de TFR
van autochtonen gelijk zal blijven en die van niet-westerse allochtonen zal afnemen tot
uiteindelijk het autochtone niveau. Dat betekent dat de totale TFR van Amsterdam zal afnemen.
)
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Omdat de vruchtbaarheidscijfers van autochtonen tussen 'KK3 en 0'0 onophoudelijk stegen
(zie figuur '), is die aanname aangepast.
Figuur Total fertility Rate (TFR), Amsterdam, 66- , naar herkomstgroepering
2,5
2
1,5
1
0,5
0
1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 19992000 2001 2002 2003 2004 20052006 2007 20082009 2010 2011 2012 2013
totaal
niet-westerse allochtonen
westerse allochtonen
autochtonen
bron: OIS
Zo is de TFR vanaf het jaar 0)* bijgesteld van ',(' in de prognose van 004, naar ',(* in de
prognose van 0'(. Als gevolg hiervan komt het verwachte aantal geboorten volgens de nieuwe
prognose hoger uit.
Tabel 2 Aantal geboorten in 2015, 2020, 2025 en 2030, volgens prognose 2008 en 2014
Volgens
prognose
004
Volgens
prognose
0'(
'03)4
''(00
*3
00
'0*3K
'0(4
'*K
02
'04)*
'00)
''33
0)0
'0K)3
''(3K
2))
Verschil
Aantal geboorten
0'2
bron: OIS
Veronderstellingen over de sterfte
De levensverwachting in Nederland neemt de laatste '0 jaar erg sterk toe, wel ) maanden per
jaar. Het is onwaarschijnlijk dat dat altijd maar door blijft gaan. Aangezien het hier om een
landelijke ontwikkeling gaat en niet om een Amsterdamse, wordt de ontwikkeling gevolgd zoals
het CBS die voorspelt. Dat betekent dat is uitgegaan van de Amsterdamse cijfers, maar dat deze
))
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
zodanig worden aangepast voor de toekomst, dat de stijging van de levensverwachting gelijk is
aan die van de CBS-prognose.
Het volgen van de landelijke trend in de levensverwachting heeft er meerdere malen toe geleid
dat de sterftekansen in het Amsterdamse prognosemodel werden bijgesteld. Sinds de prognose
van 004 werden deze kansen voor zowel mannen als vrouwen naar beneden bijgesteld in
prognoses van 00K, 0'0, 0' en 0'). De levensverwachting in Amsterdam ligt ongeveer een
jaar onder het Nederlands gemiddelde. In de bevolkingsprognose van 0'( gaan we uit van een
levensverwachting van 4(,( jaar in 0)0 voor vrouwen (Nederland: 42,) jaar) en 4',* jaar voor
mannen (Nederland: 4,3 jaar).
Veronderstellingen over de woningvoorraad
Conform de ambitie die in de Structuurvisie Amsterdam 0(0 is opgenomen, zal de
woningvoorraad in Amsterdam tussen 0'0 en 0(0 met *0000 woningen toenemen. In de
prognose van 0'( zijn de woningen op een andere manier over de jaren verdeeld, dan in de
prognose van 0'). Bij het opstellen van de vorige prognose waren de verwachtingen rond het
aanhouden van de kredietcrisis nog grotendeels bepalend. De bouwproductie was nog laag en er
was nog geen teken van een opleving. In de huidige prognose zijn actuele ontwikkelingen met
betrekking tot (het stijgen van) de bouwproductie verwerkt. Het jaarlijkse aantal verwachte
opleveringen is, conform de ambities uit het Actieplan 0'(-0'4, op de korte termijn naar
boven bijgesteld. Tussen 0'( en 0'2 loopt het verwachte aantal toevoegingen per jaar op tot
(200 in het piekjaar 0'*. Vanaf 0'4 wordt dit aantal afgebouwd.
Net als in voorgaande prognose wordt verondersteld dat vanaf 0)2, wanneer de groei van het
aantal huishoudens in Nederland is afgevlakt (CBS prognose 0')), het draagvlak om te bouwen
zal afnemen. De groei bedraagt vanaf dan ook nog slechts ')00. De voornaamste groei van de
woningvoorraad vindt dus naar verwachting voor 0)2 plaats, met een piek op de korte termijn. .
Een belangrijke meerwaarde van het Amsterdamse prognosemodel is dat de ontwikkeling van
de bevolking op stadsdeel- en buurtcombinatieniveau weergegeven wordt. Hierbij is inzicht in de
woningbouwplanning per buurtcombinatie nodig. Voor de prognose op stadsdeel- en
buurtcombinatieniveau wordt dan ook gedetailleerd onderzoek gedaan naar de huidige
bouwplannen die er binnen de gemeente bekend zijn. Onderzocht wordt in welke fase de
plannen zich bevinden, van het verlenen van de bouwvergunning tot het gereedkomen van het
project. Bouwplannen die vertraging oplopen worden doorgeschoven naar de langere termijn.
Bouw- en sloopplannen voor woningen met een leeftijdsspecifieke doelgroep, zoals studenten
en ouderen, worden in de buurtprognose apart gehouden. Deze woningen tellen niet mee in de
doorberekening van de kansen op geboorte, sterfte, vestiging en vertrek, omdat verondersteld
wordt dat de populatie in deze woningen stabiel blijft qua omvang (indien de woningvoorraad
voor deze doelgroep stabiel blijft) en gemiddelde leeftijd.
)(
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
Veronderstellingen over de migratie
Het saldo van vestiging in Amsterdam vanuit het buitenland en vertrek naar het buitenland
vanuit Amsterdam, oftewel het buitenlands migratiesaldo5, is de loop der tijd erg grillig. Het
hangt veelal af van het migratiebeleid en buitenlandse ontwikkelingen zoals
vluchtelingenstromen. De buitenlandse migratiestroom van en naar Amsterdam hangen samen
met de landelijke migratiestromen. In de veronderstelling voor de toekomstige buitenlandse
migratiesaldo voor Amsterdam wordt verondersteld dat de stad '0% van het totale landelijk
buitenlands migratiesaldo krijgt. Dit percentage blijkt op de lange termijn de meest robuuste
voorspeller te zijn.
In de meest recente bevolkingsprognose van het CBS zijn de verwachtingen omtrent de
buitenlandse migratie flink naar boven bijgesteld. Gebleken was dat de buitenlandse migratie in
de afgelopen periode omvangrijker was dan eerder was geprognosticeerd. De hogere
immigratiestromen zijn vooral het gevolg van toegenomen arbeidsmigratie vanuit de EU en
toegenomen asielmigratie vanuit Syrië en Eritrea. In de nieuwe prognose gaat het CBS er vanuit
dat als gevolg hiervan ook de gezinsmigratie hoger zal uitvallen. Voor de korte termijn verwacht
het CBS dat de arbeidsmigratie, asielmigratie en gezinsmigratie nog hoog blijven. De cijfers
vallen daardoor hoger uit dan in de vorige prognose. Ook op lange termijn zal het aantal arbeidsen gezinsmigranten hoger zijn dan eerder geprognosticeerd, maar is het aantal asielmigranten
bijna gelijk aan dat van de eerdere prognose.
Veronderstellingen over inwoning en leegstand
In het Amsterdamse prognosemodel is ook een mogelijkheid om de inwoning te bepalen: dit is
de verhouding tussen het aantal huishoudens en het aantal bewoonde adressen. Deze
verhouding is mede afhankelijk van de ruimte op de woningmarkt en de economische situatie.
Bij een krappe woningmarkt en grote populariteit van Amsterdam zal de inwoning hoog zijn en
bij een ruime markt en/of geringe populariteit van Amsterdam zal de inwoning laag zijn.
In 0' is het bevolkingsprognosemodel aangepast omdat de bevolking veel harder groeide dan
de woningvoorraad. Amsterdam telde veel meer huishoudens dan woningen. Met de aanpassing
is het mogelijk geworden om, per jaar, de leegstand te laten toe- of afnemen. Tegelijkertijd is het
mogelijk het aandeel bewoonde niet-woningen te bepalen. Hierbij kan gedacht worden aan
bewoonde kantoorruimtes. Verondersteld is dat de leegstand van woningen laag is, en het
aandeel bewoonde niet-woningen hoog is, tijdens krapte op de woningmarkt.
Figuur ) toont de loop van de Amsterdamse bevolking. Voor de jaren na 0'( is de nieuwste
bevolkingsprognose gebruikt. De figuur laat duidelijk zien dat er voor de jaren 0'2-0(0 nog
steeds een groei voorzien wordt. Deze groei is voornamelijk het gevolg van natuurlijke aanwas.
Opvallend is de omslag in de omvang van het binnenlands migratiesaldo en het buitenlands
migratiesaldo. Conform de verwachting van het CBS zal het buitenlands migratiesaldo de
komende jaren nog hoog blijven; en op termijn gaan afnemen. Tot 00 gaat het per saldo om
gemiddeld (.000 personen per jaar die zich vanuit het buitenland in Amsterdam vestigen. Het
opvangen van al deze nieuwe inwoners vereist voldoende woonruimte. De figuur laat duidelijk
5
In dit saldo is het ambtshalve vertrek inbegrepen; dat zijn uitschrijvingen uit het bevolkingsregister van personen die
zich niet zelf hebben uitgeschreven, maar waarvan, na een uitgebreide onderzoeksprocedure, het vermoeden
bestaat dat ze niet langer in Nederland verblijven.
)2
Gemeente Amsterdam
Onderzoek, Informatie en Statistiek
Leerlingenprognose VO
zien dat, ondanks het feit dat de woningbouwproductie in de periode tot 00 juist hoog is, er
toch een negatief binnenlands saldo zal gaan ontstaan. Er zullen meer Amsterdammers zijn die
de stad verruilen voor een andere Nederlandse gemeente, dan dat er vanuit andere gemeenten
naar Amsterdam verhuizen.
Figuur Loop van de bevolking, 6,- (vanaf volgens prognose )
20
x 1.000
10
0
-10
-20
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
2015
2020
2025
natuurlijke aanwas
binnenlands migratiesaldo
buitenlands migratiesaldo
toe/afname
2030
2035
2040
bron: OIS
Voor de leerlingenprognoses voor het VO wordt de basisgeneratie uit de bevolkingsprognose
van OIS gebruikt. Dat is *0 procent van alle '-jarigen, plus '00 procent van de ')- tot en met
'4-jarigen (VO'4) of ')- tot en met '3-jarigen (VO'3).
)3