Overweging Zen-zaterdag 14 februari 2015 op Het Steiger door

Overweging Zen-zaterdag 14 februari 2015 op Het Steiger
door Marianne Verbakel ( staflid Leerhuis Spiritualiteit)
Alles wat ik hier zeg, zeg ik ook tegen mijzelf en nog belangrijker, ik zeg
het met schroom. Want verwoorden loopt altijd de kans, dat we datgene
‘vastpinnen’, wat eigenlijk toch moeilijk valt uit te drukken.
Dit keer wil ik opnieuw iets van Zenboeddhisme en Meister Eckhart
naast elkaar leggen.
In het Tibetaans dodenboek staat:
“Ons leven is niets anders dan een voortdurende dans van geboorte en
dood, een dans van verandering. Continue verandering, waarbij alles in
een onderlinge afhankelijkheid verkeert……..”
Dat betekent dus, zeg ik: “Elke verandering is een beetje afsterven en
onze levende verbinding met de dood". Maar, dat weten wij ook:
onbestendigheid roept bij ons heel gemakkelijk een gevoel van angst op,
wij zijn geneigd om ons dan vast te klampen.
De Boeddha zei:” de tragiek en de ironie van onze pogingen om vast te
houden is - niet alleen is dat onmogelijk - maar het veroorzaakt juist de
pijn, die we proberen te vermijden. We grijpen naar wat in wezen ongrijpbaar is. Vergankelijkheid echt ter harte nemen is langzaamaan vrij
worden van het “idee van grijpen”. Vrij worden van ons ongefundeerd en
destructief geloof in duurzaamheid; van ons bedrieglijk verlangen naar
veiligheid, waarop we geneigd zijn alles te bouwen.
Alleen nadenken over vergankelijkheid is niet voldoende. Je moet er in je
leven mee werken. Net zoals een studie “theorie en praktijk” vereist,
vereist het leven dat ook.
Als wij deze vorm van meditatie (Zenmeditatie) in ons dagelijkse leven
beoefenen met een toegewijde en zachtmoedige discipline, dan gaan we
zitten op ons kussentje/ bankje. En in dat ‘gaan zitten’ zetten we de
dagelijkse bezigheden stil. We gaan zitten. Het is een soort stoppen en
we proberen waar te nemen, wat er in ons omhoog komt, wat dat ook
mag zijn.
Naast het stoppen is het dus kijken, onder ogen zien. Schouwen,
waarmee we ons geïdentificeerd hebben en waarvan we denken, dat dàt
het wezenlijke is van onszelf, van onze identiteit.
Maar al onze identificaties, die mede zorgen voor ontstaan van ons ego
(en onze individualiteit) moeten we – net als de ringen van een ui –
afpellen. Zonder oordelen onder ogen zien, hoe we ze hebben
aangeleerd om ze vervolgens proberen los te laten.
AMA Samy (SJ en Zenmeester) zegt ergens heel mooi (vind ik): ·“Bij het
zitten probeer je jezelf te dulden, zoals je je jezelf aantreft op dat
moment.”
Het is stoppen, kijken en inzien – zonder oordelen -. Het is een dulden.
(Ik vind dat een heel mooi woord; denk ook aan ge-duld!) en op den duur
gaat er “iets” in ons groeien, dat ons langzaamaan doet veranderen. We
gaan anders naar het leven kijken, vanuit een ander soort betrokkenheid.
Maar ook onze kijk op de uiteindelijke werkelijkheid: Het Mysterie, dat
alle leven draagt / God / De Godheid / of hoe ieder van ons dit ook
noemt, verandert mee.
Naast dit alles, dat vanuit de Zen en Boeddhisme wordt aangereikt, ben
ik ook steeds weer heel verwonderd over wat Meister Eckhart ons zegt.
Eckhart, Dominicaan en Mysticus uit de dertiende eeuw en uit onze
eigen Westerse Traditie, de Rijnlandse Mystiek.
Eckhart stelt in die tijd al heel veel op losse schroeven. Hij stelt de vraag
naar identiteit en intentie bij het handelen centraal. Hij zegt dan: ·“Wees
geen letterknecht, weersta de zedenmeesters en vraag je af, wie je bent.
WAAROM JE DOET, WAT JE DOET. Om daar achter te komen, moet je
niet heel veel doen. Je moet om te beginnen heel veel laten. Doorbreek
je routines, zoek de leegte en laat de stilte haar werk doen.
Stilte is niet gemakkelijk. Ze confronteert je met de turbulenties in je
hoofd; met de angsten, die je met je dagelijkse doen en laten probeert te
over-stemmen. Alle leven is overleven: pogingen om te vergeten wie je
bent, wie je zou moeten zijn. ZIELSVERGETELHEID.
Maar: heb je eenmaal de juiste distantie ontwikkeld en weet je het een
tijdje met jezelf uit te houden, dan zal dat allengs resulteren in een
bijzondere staat van bewustzijn.
Je leert handelen vanuit een innerlijke stem, die je gedachteloos durft te
gehoorzamen. Je komt anders in het leven te staan:
• autonoom zonder arrogantie
• gewetensvol zonder moralisme
• vroom, zonder vertoon van vroomheid
• liefdevol zonder sentimentaliteit
• onzelfzuchtig zonder weekheid
• krachtig zonder geldingsdrang
• helder en wakker, met een humor die sneller is dan de lach.
Wanneer een oprecht mens, die handelt vanuit zijn eigen
bestaansgrond, de vraag kreeg:
“Waarom doe je de dingen, die je doet? Dan zou hij/ zij, als hij/zij het
juiste antwoord gaf, enkel zeggen: IK DOE DE DINGEN OM ZE TE
DOEN”.
Tot slot daarom een gezegde, dat mij dierbaar is:
Vrijheid is niet alleen maar doen, waarvan je houdt,
maar houden van wat je doet!