Week 10 net-als-woorden: smoes, ziek slim de smoes snel de spin

Week 10
net-als-woorden: smoes, ziek
slim
de smoes
snel
de spin
stom
ik slaap
ik snap
hij snikt
eens
vals
zes
ziek
zoet
de zon
zuur
zwaar
zwart
zij zegt
hij ziet
hij zoekt
Luisterweg
 Ik hoor /ziek/
 Ik zeg /zzzz/ie/k/ en voel trillingen in
mijn keel
3. Ik luister naar de klanken
 Ik luister goed of ik een s of een z
hoor. Ik hoor /zzzzz/
4. Ik bedenk de letters die erbij horen Bij /zzzzz/ hoort de z
5. Ik zeg de klanken zacht mee
terwijl ik schrijf
 Ik zeg /zzz/ie/k/ terwijl ik z-ie-k schrijf
1. Ik luister naar het woord
2. Ik zeg het woord na
6. Ik controleer het woord
 Ik lees nu ziek. Ja het klopt.