Prevalentie wereldwijd: 100 -140 miljoen meisjes en vrouwen ter wereld zijn besneden. Aantal meisjes dat risico loopt besneden te worden: 3 miljoen meisjes per jaar in de wereld. Prevalentie VGV in Nederland: Er wonen in Nederland naar schatting ruim 29.000 vrouwen die een besnijdenis hebben ondergaan. Het gaat bij dit cijfer om vrouwen die afkomstig zijn uit landen zoals vermeld op de officiële WHO landenlijst met risicolanden. Ongeveer 80% van deze vrouwen is afkomstig uit Somalië, Egypte, Ethiopië/Eritrea en de Koerdische autonome regio in Noord Irak. Leeftijd van besnijdenis: VGV vindt meestal plaats op de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Maar op een aantal plekken wordt een paar dagen na de geboorte al besneden. Ook tot vlak voor het huwelijk kan meisjesbesnijdenis plaatsvinden. Migratie kan eraan bijdragen dat besnijdenis op een andere leeftijd plaatsvindt dan gebruikelijk is in de oorspronkelijke omgeving. Oorsprong: Het besnijden van vrouwen is een pre-islamitisch en prechristelijk gebruik. Het staat niet in de Koran of Bijbel vermeld als religieus voorschrift. VROUWELIJKE GENITALE VERMINKING En de rol van gemeenten Meisjesbesnijdenis is een schending van mensenrechten en bij wet verboden. Pharos sluit aan bij de internationale opvatting dat vgv vanuit een breed kader moet worden bestreden. We kijken daarbij vanuit het perspectief van de: 1. Mensenrechten: meisjesbesnijdenis is een grove schending van mensenrechten (evenals vrouwenrechten en kinderrechten). 2. Gender en machtsverhoudingen: meisjesbesnijdenis komt voort uit maatschappelijke structuren die zijn gegrondvest op de ongelijkheid van mannen en vrouwen en op onevenwichtige machtsverhoudingen. 3. Gezondheid: meisjesbesnijdenis levert een gevaar voor de lichamelijke, psychische en seksuele gezondheid, en heeft daarmee naast individuele gevolgen ook gevolgen op de familie en de omgeving. 4. De Nederlandse wet stelt alle vormen van vgv strafbaar. Pharos staat achter deze strafbaarheidsstelling. 5. In de bestrijding van vgv gaan preventie en wetshandhaving hand in hand. Onderzoek prevalentie en incidentie Pharos heeft in 2013 onderzoek gedaan naar het aantal vrouwen in Nederland met vgv en het risico dat in Nederland woonachtige meisjes lopen op vgv. Met dit onderzoek hebben we goed onderbouwde, objectiveerbare cijfers (de best possible guess) gegenereerd over het aantal vrouwen in Nederland dat besneden is, en het aantal meisjes in Nederland dat risico loopt om besneden te worden. 1. In Nederland lopen jaarlijks 40 tot 50 meisjes risico om besneden te worden, en dat risico wordt reëel als ze terugkeren naar land van herkomst. Het blijkt dat de combinatie van voorlichting, preventie en strafbaarheid (en het geloof in handhaving) heeft gewerkt. Als we het beleid niet hadden gehad zou het aantal waarschijnlijk hoger liggen. 2. In Nederland wonen naar schatting ruim 29.000 duizend vrouwen in Nederland die besneden zijn. Aangezien vgv medische en psychosociale klachten kan veroorzaken, is het een belangrijke groep voor de gezondheidszorg. Het merendeel (rond 75%) bevindt zich in de reproductieve leeftijdsgroep (tussen 20 en 49). Onderzoek naar vgv in landen buiten de officiële landenlijst Er zijn (gegronde) vermoedens dat er in meer landen vgv plaatsvindt dan in de landen die nu op de officiële landenlijst van de WHO staan. In 2014 is Pharos gestart met onderzoek naar vgv in Indonesië en Maleisië. Deze uitkomsten verschijnen voor de zomer van 2015. Pharos is ook gestart met onderzoek naar andere landen waar wel vermoedens over bestaan, maar nog geen officiële prevalentiecijfers van beschikbaar zijn. Waar komt VGV voor? Landelijke prevalentiecijfers zijn bekend voor (‘risicolanden’): 29 landen – (27 Afrikaanse): Benin Djibouti Burkina Faso Egypte Eritrea Ethiopië Gambia Ghana Ivoorkust Kameroen Guinee-Bissau Guinee Kenia Liberia Mauritanië Mali Nigeria Niger Oeganda Senegal Sierra Leone Soedan Somalië Tanzania Tsjaad Togo Jemen Irak Centraal-Afrikaanse Republiek Overige landen: Onderbouwd, maar zonder landelijke prevalentiecijfers: India Israël Indonesië Oman* Iran* Maleisië Verenigde Arabische Emiraten Op basis van niet-onderbouwde verhalen en geruchten over VGV: Syrië*, Colombia, Sri Lanka, Peru, Democratische Republiek Congo * landen worden niet genoemd door WHO. Variatie in prevalentie: Zowel tussen landen als tussen regio’s binnen landen, kunnen grote verschillen bestaan in de mate waarin VGV voorkomt. VGV komt bijvoorbeeld vooral in de noordelijke streken van Ghana en in de Koerdische autonome regio van noord-Irak voor. Bronnen: • www.pharos.nl • FGM/C: A statistical overview and exploration of the dynamics of change, UNICEF (2013). • Eliminating FGM: an interagency statement, WHO (2008). • Exterkate, M. (2013) FGM in the Netherlands; Prevalence, incidence and determinants. Pharos. • Vloeberghs, E. e.a.(2010) Versluierde pijn: een onderzoek naar psychosociale gevolgen van meisjesbesnijdenis. Pharos. Tabel: • Bron a: Asylum trends 2014, IND • Bron b: Population Reference Bureau, Fgm/c: Data and trends, update 2014. Top aantal eerste asielaanvragen 2013 en 2014 Land van 2013 (a) 2014 (a) herkomst Syrië Eritrea Staatlozen * Somalië Irak ** Iran Afghanistan Onbekend Overige landen Totaal 2673 978 216 3078 1094 728 673 488 4471 14.399 9475 3927 2763 869 734 557 500 470 4.675 23.970 Prevalentie in land van herkomst (b) 89% 98% 8% - 50% - * De groep staatlozen bestaat met name uit Palestijnen die uit Syrië afkomstig zijn. ** De autonome Koerdische regio in Irak staat op de landenlijst met risicolanden Er zijn geen onderbouwde vermoedens maar wel geruchten dat vgv plaatsvindt in een aantal conflictgebieden, zoals Syrië. Dit geeft reden tot nader onderzoek. De rol van gemeente bij preventie en zorg vgv De Nederlandse keten aanpak is in veel landen bekend. Er zijn weinig andere landen in Europa waar de keten van preventie, zorg en wetshandhaving en voorlichting door sleutelpersonen zo goed is neergezet. Het is duidelijk dat de combinatie van voorlichting, preventie en strafbaarheid werkt. Zonder dit Nederlandse beleid zouden de aantallen hoger komen te liggen. Om in de toekomst niet met hogere aantallen geconfronteerd te worden, blijft voortzetting en borging van het beleid noodzakelijk, evenals oog hebben voor andere landen/gebieden waar vgv plaatsvindt. Wat kunnen gemeenten bijvoorbeeld doen? - Gemeenten kunnen een analyse maken van de risicogroep voor vgv in de gemeente. - In kaart brengen bij welke (bestaande) netwerken, bijvoorbeeld over kindermishandeling, de preventie en signalering van vgv belegd kan worden. - Vanaf 2015 zijn er in alle gemeenten professionals actief in de wijken die een signalerende en preventieve functie kunnen hebben voor vgv. Breng in kaart of zij versterking nodig hebben in het herkennen van en het bespreekbaar maken van het risico op vgv. - Voorlichting door sleutelpersonen is een cruciaal onderdeel van de Nederlandse aanpak. Zijn er in uw gemeente mogelijkheden om de inzet van sleutelpersonen mogelijk te maken? Pharos kan ondersteunen bij het vormgeven van een gemeentelijke aanpak. Wat doet Pharos op het gebied van meisjesbesnijdenis? Pharos houdt zich in nauwe samenwerking met groepen uit de risicolanden, professionals en een internationaal netwerk al meer dan vijftien jaar bezig met het bestrijden van meisjesbesnijdenis, onder meer door: • Gemeenten te ondersteunen in het vormgeven van hun aanpak • Professionals en sleutelpersonen te trainen; • Voorlichtings- en lesmateriaal te ontwikkelen; • Expertmeetings op dit onderwerp te organiseren; • Onderzoek te initiëren en te stimuleren; • Deel te nemen aan en initiëren van de ontwikkeling van protocollen op internationaal niveau, en kennis en ervaring uit te wisselen; • Informatie te verstrekken via Focal Point meisjesbesnijdenis. Februari 2015
© Copyright 2025 ExpyDoc