FAQ `Het beleid`

Het beleid:
-
In het nieuwe programma ligt de focus op het MKB, betekent dit dat het programma alleen
voor het MKB bestemd is?
Antwoord SNN: Het OP EFRO 2014-2020 is gericht op het vergroten van de innovatiekracht
van het Noord-Nederlands MKB. Dit betekent niet dat subsidies alleen maar door MKB-ers
kunnen worden aangevraagd. Andere partijen als kennisinstellingen of grootbedrijven
kunnen voor subsidiëring in aanmerking komen, mits het project waarvoor zij subsidie
aanvragen, rechtstreeks ten goede komt aan het MKB. Het is aan de aanvrager dit
aannemelijk te maken.
De OP EFRO Tender Valorisatie 2015, het eerste instrument binnen het OP EFRO, is gericht
op het omzetten van ideeën in concrete innovaties binnen het MKB. Aangezien het hierbij
gaat om ondersteuning in de latere fasen van de innovatieketen, is het binnen de Tender
niet waarschijnlijk dat initiatieven die niet door het MKB zijn geïnitieerd, een hoge score
behalen bij de inhoudelijke beoordeling.
-
In vergelijking met eerdere tenders die het SNN heeft uitgevoerd, kent de OP EFRO Tender
Valorisatie 2015 vooraf weinig (beleids-)criteria. Waarom is dit?
Antwoord SNN: Het SNN wil innovatie en valorisatie binnen het MKB bevorderen en is
daarbij op zoek naar kwaliteit: innovaties die sterk vernieuwend zijn én marktpotentie
hebben. Bij het opstellen van het beleid zijn dit de criteria die belangrijk worden geacht bij
het beoordelen van een aanvraag.
-
Zijn de primaire sector en scheepsbouw uitgesloten?
Antwoord SNN: Binnen het OP EFRO 2014-2020 en de Tender Valorisatie 2015 worden
vooraf geen sectoren uitgesloten. Programma en Tender maken een afbakening naar
maatschappelijke uitdagingen.
Als projecten vanuit de primaire sector en scheepsbouw aansluiten bij de doelstellingen van
het programma en de Tender, komen deze in beginsel voor subsidie in aanmerking. Hierbij
staat echter voorop dat deze projecten verenigbaar dienen te zijn met wet- en regelgeving
op het gebied van staatssteun. Voor zover de activiteiten van het project vallen onder
industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling of proces-innovatie, zoals beschreven
in regels van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening, dan is de primaire sector en
scheepsbouw niet uitgesloten.
-
Wat zijn specifieke doelstellingen?
Antwoord SNN: Het OP EFRO 2014-2020 is, volgens voorschriften van de Europese
Commissie, sterk afgebakend. De afbakening is gemaakt langs vier zogeheten specifieke
doelstellingen. Dit zijn concrete doelstellingen die Noord-Nederland met het programma wil
bereiken. Elke doelstelling is uitgedrukt in een resultaatindicator (of, anders gezegd, met
een indicator die ‘smart’ is gemaakt).
Tenders worden door het SNN uitgeschreven voor één of meerdere van de vier specifieke
doelstellingen. Tender C bijvoorbeeld, is gericht op het bevorderen van innovatie en
valorisatie binnen het MKB. Dit doel is nader uitgedrukt met de resultaatindicator “een
hoger aandeel van de omzet van MKB-ers, wordt gerealiseerd met nieuwe of vernieuwde
producten (inclusief diensten)”.
-
Is er een agenda waaruit blijkt welke regelingen of tenders er nog komen?
Antwoord SNN:
Deze agenda is in ontwikkeling.
Het SNN wil gedurende de gehele uitvoeringsperiode, die duurt tot en met 2020, tot een
gerichte en gelijkmatige invulling van het programma komen, door middel van
verschillende deelplafonds en daarbij behorende regels. De ene keer zal het bedrag van het
openstaande gedeelte van het programma (het deelplafond) verdeeld worden op volgorde
van binnenkomst en de andere keer op door middel van een tendersystematiek.
De keuze voor de verdeling zal onder meer afhangen van de geconstateerde behoefte op
dat moment, de doelstellingen die het SNN met het instrument beoogt te bereiken, de
doelgroep die het wil bedienen en het soort projecten dat wordt gewenst.
Elk jaar zal een agenda worden opgesteld met een programmering voor dat jaar. De
planning voor het tweede deel van 2015 wordt naar verwachting in april 2015 bekend en
op de website van het SNN geplaatst.
-
Wat is het verschil tussen het OP EFRO 2014 – 2020 en INTERREG 2014 - 2020?
Antwoord SNN: Het OP EFRO 2014-2020 is een stimuleringsprogramma, specifiek voor de
regio Noord-Nederland en specifiek gericht op het MKB. INTERREG is gericht op projecten
waarbij partijen uit twee of meer landen samenwerken en kent een bredere doelgroep. Bij
INTERREG kunnen bedrijven geen ‘lead partner’ zijn.
INTERREG wordt uitgevoerd via verschillende programma’s. Noord-Nederlandse partijen
komen voor deelname aan drie programma’s in aanmerking: INTERREG DeutschlandNederland, INTERREG North Sea Region en INTERREG Europe. Voor de laatste twee
programma’s is in Nederland RVO contactpunt (www.rvo.nl/subsidies-regelingen/interreg2014-2020); voor het eerste programma EDR (www.edr.eu/nl). De coördinatie voor NoordNederland wordt verzorgd door de provincie Drenthe (Ben van Os, tel: 059 2365 665)
-
Wat is CO2 reductie?
Antwoord SNN: Bij CO2-reductie gaat het om het verminderen van de uitstoot van
broeikasgassen in de atmosfeer. Een groot deel van de uitstoot van broeikasgassen wordt
veroorzaakt door de verbranding van fossiele brandstoffen.
Een van de doelstellingen van het OP EFRO 2014-2020 en de EFRO Tender Valorisatie is
innovaties te ondersteunen die bijdragen aan de vermindering van de uitstoot van
broeikasgassen. Hierbij gaat het nadrukkelijk niet om verduurzaming van bestaande eigen
bedrijfsprocessen van ondernemingen of organisaties. Hiervoor zijn verschillende andere
subsidiemogelijkheden beschikbaar, op rijks- en regionaal niveau. Het OP EFRO is er voor
innovaties die toepasbaar zijn in uiteenlopende bedrijven en organisaties. Om in
aanmerking te komen voor subsidie dienen de innovaties het belang van de
subsidieaanvrager en projectpartners ruimschoots te overstijgen.
Het hoeft niet uitsluitend te gaan om projecten die te koppelen zijn aan de
maatschappelijke uitdaging energie. Ook innovaties gericht op CO2-reductie binnen de
andere maatschappelijke uitdagingen, komen voor subsidiëring in aanmerking.