Liturgie - Hervormd Katwijk a/d Rijn

HERVORMDE ONTMOETINGSKERK
KATWIJK AAN DEN RIJN
DIACONALE EREDIENST
“Gebrek hebben … en een levend geloof”
orde van dienst – zo. 8 februari 2015 – aanvang: 10.00 uur
voorganger: ds. J. Smit
ouderling van dienst: br. Fl. Kuijt
organist: dhr. Wim van Duijn
Orgelspel – afkondigingen: Marijke Guijt
Intochtslied: Gezang 323 : 1 en 8
1. God is tegenwoordig, God is in ons midden,
laat ons diep in 't stof aanbidden.
God is in ons midden, laat nu alles zwijgen
alles in ons voor Hem neigen.
Wie de stem heft tot Hem - sla de ogen neder,
geve 't hart Hem weder.
8. Heer kom in mij wonen, zij mijn hart en leven,
U ten heiligdom gegeven.
Gij die zo nabij zijt, wend mij toe uw wezen,
dat G’ in mij uw beeld moogt lezen.
Waar ik ga zit of sta, - laat mij U aanschouwen,
met een stil vertrouwen.
Persoonlijk gebed – Votum en Groet
Zingen: Psalm 72 : 1 en 4
4. Hij zal de redder zijn der armen,
hij hoort hun hulpgeschrei.
Hij is met koninklijk erbarmen
hun eenzaamheid nabij.
Hij helpt, met hun bestaan bewogen,
die zijn in vrees verward.
Hun bloed is kostbaar in zijn ogen.
Hij draagt hen in zijn hart.
1. Geef, Heer, de koning uwe rechten
en uw gerechtigheid
aan 's konings zoon, om uwe knechten
te richten met beleid.
Dan ruist op alle bergen vrede,
heil op der heuv'len top.
Hij zal geweldenaars vertreden,
maar armen richt hij op.
1
Wet des Heeren – Leviticus 19 : 1 – 18 HSV
1 De HEERE sprak tot Mozes:
2 Spreek tot heel de gemeenschap van de Israëlieten, en zeg tegen hen:
Heilig moet u zijn, want Ik, de HEERE, uw God, ben heilig.
3 Ieder moet ontzag hebben voor zijn moeder en zijn vader en Mijn sabbatten
in acht nemen. Ik ben de HEERE, uw God.
4 U mag u niet tot de afgoden wenden en voor uzelf geen gegoten goden
maken. Ik ben de HEERE, uw God.
5 Wanneer u nu een dankoffer aan de HEERE brengt, moet u dat zo brengen
dat u voor Hem welgevallig bent.
6 Op de dag van uw offer en op de volgende dag mag het gegeten worden,
maar wat tot de derde dag overblijft, moet met vuur verbrand worden.
7 Maar als het toch op de derde dag gegeten wordt, is het onrein vlees. Het
zal u niet ten goede komen.
8 Wie het namelijk eet, moet zijn ongerechtigheid dragen, omdat hij het
heilige van de HEERE ontheiligd heeft. Daarom moet die persoon van zijn
volksgenoten worden afgesneden.
9 Wanneer u nu de oogst van uw land binnenhaalt, mag u de rand van uw
akker niet helemaal afmaaien, en wat van uw oogst is blijven liggen, mag u
niet oprapen.
10 U mag ook uw wijngaard niet nalopen en de afgevallen druiven van uw
wijngaard niet oprapen. U moet ze voor de arme en voor de vreemdeling
achterlaten. Ik ben de HEERE, uw God.
11 U mag niet stelen, u mag niet liegen of iemand zijn naaste bedriegen.
12 U mag geen valse eed afleggen in Mijn Naam, en zo de Naam van uw God
ontheiligen.
Ik ben de HEERE.
13 U mag uw naaste niet afpersen en niet beroven. Het arbeidsloon van de
dagloner mag niet de nacht bij u overblijven tot de volgende morgen.
14 U mag een dove niet vervloeken en vóór een blinde mag u geen
struikelblok neerleggen, maar u moet uw God vrezen.
Ik ben de HEERE.
15 U mag geen onrecht doen in de rechtspraak, u mag geen partij trekken
voor de arme en de aanzienlijke niet voortrekken. Op rechtvaardige wijze moet
u uw naaste oordelen.
16 U mag onder uw volksgenoten niet met lasterpraat rondgaan, u mag uw
naaste niet naar het leven staan.
Ik ben de HEERE.
17 U mag in uw hart uw broeder niet haten. U moet uw naaste zeker
terechtwijzen, zodat u geen zonde op hem laadt.
18 U mag geen wraak nemen of een wrok koesteren tegen uw volksgenoten,
maar u moet uw naaste liefhebben als uzelf.
Ik ben de HEERE.
2
Zingen: Eén is de Heer, de God der goden (melodie Psalm 140)
1. Eén is de Heer, de God der goden,
wie buigt voor beelden wordt misleid.
Ga op de weg van zijn geboden –
er is geen god die zo bevrijdt!
2. Houd zijn naam hoog, houd die in ere,
veracht, misbruik de hemel niet;
dankbaar zal ieder respecteren
zijn dag, zijn rust – gedenk, geniet!
3. Sla wat het voorgeslacht ons leerde
niet onnadenkend in de wind.
Dood nooit wie zich niet kan verweren
wie drift bemint wordt ziende blind.
4. Breek geen verbond, voorgoed
gesloten,
blijf trouw aan wie u liefde gaf.
Diefstal kan geen geluk vergroten;
neem niet uw naaste vreugde af.
5. Leugen en laster? Valse goden!
Begeerte baart slechts bitterheid.
Ga op de weg van Gods geboden –
er is geen god die zo bevrijdt!
Gebed om schuldvergeving en om verlichting met de Heilige Geest
Schriftlezing: Jakobus 2 HSV
1 Mijn broeders, heb het geloof in onze Heere Jezus Christus, de Heere der
heerlijkheid, zonder aanzien des persoons. 2 Want als in uw samenkomst een
man zou binnenkomen met een gouden ring aan zijn vinger, in sierlijke
kleding, en er kwam ook een arme man in haveloze kleding, 3 en u zou hoog
opzien tegen hem die de sierlijke kleding draagt, en tegen hem zeggen: Gaat
u hier zitten op een mooie plaats, en u zou tegen de arme zeggen: Gaat u
daar maar staan, of: Ga hier zitten bij mijn voetbank, 4 hebt u dan niet onder
elkaar een onderscheid gemaakt en bent u zo geen rechters geworden met
verkeerde overwegingen? 5 Luister, mijn geliefde broeders, heeft God de
armen van deze wereld niet uitverkoren om rijk te zijn in het geloof, en
erfgenamen te zijn van het Koninkrijk, dat Hij beloofd heeft aan hen die Hem
liefhebben? 6 U hebt daarentegen de arme schandelijk behandeld. Zijn het
niet de rijken die u overweldigen en slepen juist zij u niet naar de rechtbank?
7 Lasteren zij niet de goede Naam, Die over u is aangeroepen? 8 Als u echter
de koninklijke wet volbrengt, volgens de Schrift: U zult uw naaste liefhebben
als uzelf, dan handelt u goed. 9 Maar als u met aanzien des persoons handelt,
begaat u een zonde en wordt u door de wet ontmaskerd als overtreders.
10 Want wie de hele wet in acht neemt, maar op één punt struikelt, die is
schuldig geworden aan alle geboden. 11 Immers, Hij Die gezegd heeft: U zult
geen overspel plegen, heeft ook gezegd: U zult niet doodslaan. Als u dan
geen overspel bedrijft, maar wel doodslaat, bent u toch een wetsovertreder
geworden. 12 Spreek zó en handel zó als mensen die geoordeeld zullen
3
worden door de wet van de vrijheid. 13 Want onbarmhartig zal het oordeel
zijn over hem die geen barmhartigheid heeft bewezen. En de barmhartigheid
triomfeert over het oordeel.
14 Wat voor nut heeft het, mijn broeders, als iemand zegt dat hij geloof heeft,
en hij heeft geen werken? Kan dat geloof hem zalig maken? 15 Als er nu een
broeder of zuster zonder kleding zou zijn en gebrek zou hebben aan dagelijks
voedsel, 16 en iemand van u zou tegen hen zeggen: Ga heen in vrede, word
warm en word verzadigd, en u zou hun niet geven wat het lichaam nodig heeft,
wat voor nut heeft dat dan? 17 Zo is ook het geloof als het geen werken heeft,
in zichzelf dood.
18 Maar nu zal iemand zeggen: U hebt geloof en ik heb werken. Laat mij dan
uw geloof zien uit uw werken en ik zal u uit mijn werken mijn geloof laten zien.
19 U gelooft dat God één is en daar doet u goed aan. Maar ook de demonen
geloven dit, en zij sidderen. 20 Maar wilt u weten, o nietig mens, dat het geloof
zonder de werken dood is? 21 Is Abraham, onze vader, niet uit de werken
gerechtvaardigd, toen hij Izak, zijn zoon, op het altaar offerde? 22 Ziet u wel
dat het geloof samenwerkte met zijn werken en dat door de werken het geloof
volmaakt is geworden? 23 En de Schrift is vervuld die zegt: En Abraham
geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een
vriend van God genoemd. 24 U ziet dus nu dat een mens uit werken
gerechtvaardigd wordt en niet alleen uit geloof. 25 En is Rachab, de hoer, niet
op dezelfde manier uit werken gerechtvaardigd, toen zij de boden heeft
ontvangen en langs een andere weg heeft laten weggaan? 26 Want zoals het
lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood.
Zingen: Psalm 133 : 3 OB
3. Waar liefde woont, gebiedt de Heer de zegen:
daar woont Hij zelf, daar wordt zijn heil verkregen
en 't leven tot in eeuwigheid.
Moment met de kinderen
Preek – tekst: Jakobus 2 : 15 – 17
“Als er nu een broeder of zuster zonder kleding zou zijn
en gebrek zou hebben aan dagelijks voedsel, en iemand
van u zou tegen hen zeggen: Ga heen in vrede, word
warm en word verzadigd, en u zou hun niet geven wat
het lichaam nodig heeft, wat voor nut heeft dat dan?
Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in
zichzelf dood.”
4
Zingen: Weest daders van het Woord (melodie Gezang 294)
1. Weest daders van het Woord,
gehoorzaamt het gebod,
want wie alleen maar hoort,
doet niet de wil van God.
2. Gij zoudt gelijk zijn aan
wie in de spiegel keek,
maar daarna, weggegaan,
vergat waarop men leek.
3. Maar wie zich in Gods wet
verdiept en daaruit leeft,
wordt door het Woord gered,
omdat het leven geeft.
4. Misleidt uw harten niet:
uw godsvrucht houdt slechts stand
als gij de armen ziet
en helpt met eigen hand.
5. Houdt ook uw tong in toom,
bewaart uw zuiverheid,
opdat gij goed en vroom
in deze wereld zijt.
Dirk Kuijt vertelt over het werk dat Heidi en hij mogen doen in een
inloophuis voor dak- en thuislozen aan de Oudezijds Voorburgwal in
Amsterdam.
Filmfragment
Zingen: Lied 150 Joh. de Heer
1. Welk een vriend is onze Jezus,
die in onze plaats wil staan!
Welk een voorrecht, dat ik door Hem,
altijd vrij tot God mag gaan.
Dikwijls derven wij veel vrede,
dikwijls drukt ons zonde neer
juist omdat wij 't al niet brengen
in 't gebed tot onze Heer.
2. Leidt de weg soms door verzoeking,
dat ons hart in 't strijduur beeft,
gaan wij dan met al ons strijden
tot Hem die verlossing geeft.
Kan een vriend ooit trouwer wezen
dan Hij, die ons lijden draagt?
Jezus biedt ons aan genezing;
Hij alleen is 't, die ons schraagt.
3. Zijn wij zwak, belast, beladen
en ter neêr gedrukt door zorg.
Dierb're Heiland, onze Toevlucht,
Gij zijt onze Hulp en Borg!
Als soms vrienden ons verlaten,
gaan wij biddend tot de Heer;
in zijn armen zijn wij veilig,
Hij verlaat ons nimmermeer.
5
Dankgebed en voorbede
Collecten – 1. diaconie 2. instandhouding eredienst
Zingen: Psalm 146 : 1, 5, 6 en 8 OB (staande)
1. Prijs de Heer met blijde galmen;
gij, mijn ziel, hebt rijke stof;
'k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen
vrolijk wijden aan Zijn lof:
'k zal, zo lang ik 't licht geniet,
Hem verhogen in mijn lied.
5. 't Is de Heer, die 't recht der armen,
der verdrukten gelden doet;
die uit liefderijk erbarmen,
hongerigen mild’lijk voedt;
die gevang’nen vrijheid schenkt
en aan hun ellende denkt.
6. 't Is de Heer, wiens mededogen
blinden schenkt het lief’lijk licht:
wie in 't stof lag neergebogen,
wordt door Hem weer opgericht.
God, die lust in waarheid heeft,
mint hem, die rechtvaardig leeft.
8. 't Is de Heer van alle heren,
Sions God, geducht in macht,
die voor eeuwig zal regeren
van geslachte tot geslacht.
Sion, zing uw God ter eer,
prijs Zijn grootheid, loof de Heer!
Zegen (de zegen wordt beaamd met Gez. 456 : 3)
Amen, amen, amen!
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer,
amen, God, uw naam ter eer!
Deurcollecte: Thuis- en daklozen in Amsterdam (tot Heil des Volks)
www.ontmoetingskerkkatwijk.nl
6
AKTIVITEITEN:
maandag 9 februari
19.30 uur: filmavond in wijkgebouw ‘De Mijlpaal’ - Dorsvloer vol confetti.
20.00 uur: belijdeniscatechisatie
dinsdag 10 februari
09.30 uur: koffieochtend vrouwenkring DABAR
10.00 uur: inloophuis
16.00 uur: basiscatechese ‘On Track’
donderdag 12 februari
15.00 uur: wijkmiddag
16.30 uur: catechese 12/15-jarigen
vrijdag 13 februari
19.00 uur: Dinges (wordt begonnen met een warme maaltijd)
'Amsterdammers helpen Amsterdammers' (AHA)
Al acht jaar helpen Dirk en Heidi vrijwel elke dinsdag bij 'Amsterdammers
helpen Amsterdammers' (AHA), een inloophuis voor dak- en thuislozen aan de
Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam. Veel bezoekers van AHA hebben diepe
indruk gemaakt op het Katwijkse echtpaar. "Je merkt dat God mensen totaal
kan veranderen, hoe kapot ze ook zijn." "Of de Amsterdamse daklozen niet
teveel in de watten worden gelegd?" Dirk en Heidi Kuijt moeten erom
glimlachen. "Koffie kun je er inderdaad genoeg krijgen. Maar de geestelijke
nood is enorm. Je belandt echt niet zomaar op straat. Veel daklozen worstelen
met trauma’s. Ze zijn zo kapot dat ze niet meer kunnen meedraaien in de
maatschappij." Bij AHA proberen medewerkers deze mensen een warm thuis
te bieden. Een kop koffie, een eenvoudige maaltijd. Maar ook in geestelijk
voedsel wordt voorzien. Voor het eten is er de ‘preek van de week’. "Heidi kan
heel goed preken", zegt Dirk. "Daar ben ik best jaloers op. Ze kan de Bijbel
heel dicht bij de belevingswereld van de gasten brengen."
Ome Jan
Een deel van de vaste gasten die Dirk en Heidi in de begintijd leerden kennen,
leeft al niet meer. Zoals ome Jan. "Een oudere man, een schatje," zegt Heidi.
"Iedereen kon goed met hem opschieten. Uit kranten knipte hij puzzeltjes en
nam die mee voor de jongens." Maar ome Jan verwaarloosde zichzelf meer en
meer. Op een dag kwam hij binnen met een opgeblazen gezicht. Zijn kleding
was helemaal nat van de urine. Het was duidelijk dat er snel hulp moest
komen. Heidi belde met de GGD, maar omdat ze niet wist hoe ome Jan verder
heette en of hij verzekerd was, kon de GGD zo snel geen hulp bieden.
Uiteindelijk is er een arts van de Kruispost gekomen. Hij schreef direct een
verwijzing voor het ziekenhuis. Dirk nam hem in de auto mee naar het OnzeLieve-Vrouwegasthuis. "Daar is hij heel goed verzorgd’, zegt Heidi. "De
verpleegsters waren gek op hem en ome Jan was dankbaar voor alle hulp die
hij kreeg. Hij lag in een waterbedje als in Abrahams schoot." Lichamelijk was
7
ome Jan echter aan het eind van zijn Latijn. Een paar dagen na zijn
ziekenhuisopname overleed hij.
Welk een vriend…
De begrafenis van ome Jan zullen Dirk en Heidi niet snel vergeten. Er waren
veel gasten uit AHA, sommigen hadden er wel tien kilometer voor gelopen.
Henny Tinga van het Leger des Heils preekte over Psalm 23:2: "Mij ontbreekt
niets." Ook Freek, een vaste gast van AHA, had een opvallende bijdrage.
‘Freek kan soms enorm tieren en vloeken’, zegt Heidi. "Maar op de begrafenis
liep hij met een grote, rode roos in zijn hand en zong 'Welk een vriend is onze
Jezus.' Voor zijn kameraden had hij de tekst op papier gezet. Die liepen achter
hem en een aantal zong mee. Nou, dan weet je ook niet wat je ziet. Ik zei
tegen Dirk: "Zo’n begrafenis zou ik ook wel willen."
Dandy
Een andere gast die veel indruk heeft gemaakt op Dirk en Heidi is Filip. "Een
knappe man met een zwarte krullenkop," aldus Heidi. "Echt een dandy." Filip
kwam elke dinsdag bij AHA. Daarna zagen ze hem een periode niet meer, tot
hij opeens tegen het raam klopte. "Ik kom afscheid nemen, want ik ga
sterven," zei hij. Het bleek dat hij hartproblemen had. De drugs hadden zijn
lichaam gesloopt. Een paar dagen later zochten Dirk en Heidi hem op in een
ziekenhuis in Den Haag. "Hij wilde schoon schip maken," herinnert Heidi zich.
"Hij vertelde ons over zijn leven. Nou, dan zit je wel even rechtop in je stoel."
"Vind je het goed om te bidden?" vroeg Heidi. Dat wilde hij. "Ik weet niet eens
meer wat ik allemaal heb gebeden. God weet het." Van de verpleging hoorde
Dirk en Heidi dat hij daarna veel rustiger is geworden. Vlak voordat hij stierf,
zijn ze nog bij Filip langs geweest. "Je bent heel lang op reis geweest," zei
Heidi tegen hem. "En nu ga je aan je laatste reis beginnen." Samen lazen de
‘reispsalm’, Psalm 121. "Filip kon zich helemaal overgeven, "zegt Heidi. Hij is
43 jaar geworden.
Pijnlijk contrast
De begrafenis van Filip vormde een pijnlijk contrast met die van ome Jan. Er
waren amper aanwezigen. Wel was de stadsdichter van Den Haag er. Hij las
een gedicht voor: "Je rammelde met de sleutels van je nooit gevonden huis…"
Daarna vroeg de uitvaartbegeleider of er nog iemand was die iets wilde
zeggen. "Ik zat helemaal vol," zegt Heidi. "Ik zei alleen maar: 'Toen geen je
meer zag, zag Hij je.' Daarna is Filip begraven. Dat ging zo snel, daar word je
koud van. Poppetje gezien, kastje dicht en zand erover."
"Waarom moet je zo huilen?" vroeg Dirk aan Heidi toen ze de begraafplaats
afliepen. Heidi antwoordde: "Omdat er geen mens is die om hem huilt." Heidi
en Dirk zijn dankbaar dat ze Filip nog vlak voor zijn laatste reis hebben
ontmoet. Dat hij vrede met God heeft gevonden. "Zoiets vergeet je nooit meer.
God is zo machtig. Hij kan mensen totaal veranderen, hoe kapot ze ook zijn."
8