Klik hier om het memorandum te openen in pdf

Belastingadviseurs
Advocaat Generaal bij Europese Hof van Justitie adviseert een ruime uitleg van het begrip
‘verzekering’ in de zin van de btw-vrijstelling
Op 4 februari 2015 heeft de advocaat-generaal M. Szpunar van het Europese Hof van Justitie (HvJ
EU) conclusie genomen in de Franse zaak Mapfre Asistencia en Mapfre Warranty SpA tegen
Directeur général des finances publiques. In deze zaak staat de vraag centraal of het betalen van een
tevoren bepaald (vast) bedrag in ruil voor het verstrekken van een garantie voor een bepaalde
periode, ter dekking van de kosten van reparatie van defecten aan tweedehands auto’s, moet worden
aangemerkt als een verzekeringspremie vanuit btw-optiek. De zaak is van belang voor de reikwijdte
van de verzekeringsvrijstelling voor btw-doeleinden.
1.
Inleiding
De Europese btw-richtlijn stelt “handelingen terzake van verzekeringen en herverzekering…” vrij
van btw. Het HvJ EU heeft in een aantal zaken aanwijzingen gegeven over de reikwijdte van het
begrip “handelingen ter zake van verzekering”. Vast staat dat het hier gaat om een autonoom begrip
van Unierecht, en dat algemeen als kenmerkend wordt aangenomen dat de verzekeraar tegen
voorafgaande betaling van een premie zich ertoe verbindt de verzekerde bij het intreden van het
verzekerde risico de uitkering te doen die bij het sluiten van de overeenkomst is overeengekomen.
Daarbij is ook al uitgemaakt dat belastingplichtigen die niet de hoedanigheid van een verzekeraar
hebben – vanuit btw-optiek – toch van btw vrijgestelde verzekeringsdiensten kunnen verrichten.
Mapfre Warranty SpA (Mapfre W) verstrekt een garantie op het (gedurende een afgebakende
periode) naar behoren functioneren van bepaalde onderdelen in tweedehands auto’s. Deze garantie
wordt door wederverkopers van tweedehands auto’s verstrekt aan hun klanten bij aankoop van een
tweedehands auto. Als zich een (door deze garantie gedekt) defect voordoet, kan de koper van de
auto zich melden bij een garage (die niet noodzakelijkerwijs de garage van de wederverkoper van de
auto is) en wordt de prijsopgave van de reparatie ter goedkeuring voorgelegd aan Mapfre W. Na
goedkeuring voert de garage de reparatie uit en worden de reparatiekosten betaald door Mapfre W.
Mapfre W ontvangt voor deze dienstverlening een vast bedrag van de wederverkopers van de
tweedehands auto’s, en zij heeft zich ingedekt tegen eventuele verliezen uit deze activiteit middels
een verzekering bij Mapfre Asistencia.
De Franse belastingdienst wenst in de relatie Mapfre Asistencia-Mapfre W in plaats van de
afgedragen 9% Franse assurantiebelasting, Franse assurantiebelasting te heffen naar een tarief van
18%. Deze discussie is verder niet aan de orde in de nu lopende zaak voor het HvJ EU. Verder vindt
de Franse belastingdienst dat de dienstverlening van Mapfre W kwalificeert als een (van btw
vrijgestelde) verzekeringsdienst, en niet (zoals door Mapfre W wordt betoogd) als een met btw
belaste dienst. Over dit geschilpunt gaat de conclusie van de A-G.
Belastingadviseurs
Pagina 2
2.
Conclusie A-G
De A-G volgt de eerdere aanwijzingen van het HvJ EU over wat de kenmerken van een verzekering
vanuit btw-optiek zijn. Uit de zaak komt niet duidelijk naar voren hoe de rechtsverhouding is tussen
de deelnemers aan de handelingen. Hoewel de A-G opmerkt dat het aan de betrokken nationale
rechter is dit vast te stellen, denkt hij dat deze kwestie niet wezenlijk is voor de uitlegging van de
btw-vrijstelling voor verzekeringshandelingen. In zijn visie geldt de btw-verzekeringsvrijstelling in
ieder geval in de volgende drie situaties:
 Mapfre W sluit een overeenkomst met de koper van de auto en de wederverkoper treedt op
als bemiddelaar;
 De wederverkoper sluit de overeenkomst met Mapfre W op eigen naam maar voor rekening
van de koper van de auto;
 De wederverkoper van de auto draagt de rechten uit een in eigen naam en voor eigen
rekening met Mapfre W gesloten overeenkomst over aan de koper.
De A-G merkt op dat het risico dat door de garantie wordt gedekt niet bij de wederverkoper, maar bij
de koper van de auto ligt, en dat de essentie van een verzekering is dat de verzekerde zichzelf
beschermt tegen het risico van een onzeker maar potentieel ernstig financieel verlies in de toekomst
tegen betaling van een zeker, maar beperkt bedrag (dat niet wordt gerestitueerd).Hij redeneert voorts
dat Mapfre W het verzekerde risico spreidt doordat de premies betaald voor alle door de garantie
gedekte auto’s de kosten dekken van de reparaties van de auto’s waarbij zich daadwerkelijk defecten
voordoen. De wijze van berekening van de hoogte van de premie en het beheren van de
reparatiekosten is een kwestie van interne organisatie en is niet van belang voor de vraag of btwtechnisch sprake is van en handeling terzake van verzekeringen. Hij acht het onverenigbaar met het
beginsel van fiscale neutraliteit als de btw-verzekeringsvrijstelling afhankelijk zou zijn van interne
aspecten van het economisch model van een onderneming, die niet van invloed zijn op het wezen
van de door hen verrichte handelingen.
De stelling van Mapfre W dat aftersales-diensten door producenten/verkopers van auto’s btw-belast
zijn, en dat met het vrijstellen van haar dienstverlening de fiscale neutraliteit wordt geschonden,
schuift de A-G met een aantal argumenten terzijde. Hij merkt daarbij op dat producenten en
wederverkopers zich niet zozeer verbinden een bepaalde dienst uit te voeren in geval zich een
bepaald risico verwezenlijkt, maar garanderen dat dat risico niet zal intreden; de garantieverplichting
is dus accessoir aan het voornaamste voorwerp van de overeenkomst, namelijk de verkoop van de
zaak.
Al met al is de A-G van mening dat het hier niet gaat om een garantie van de wederverkoper van de
auto, en dat de dienstverlening van Mapfre W los staat van de overeenkomst inzake de verkoop van
de auto. Aldus verricht Mapfre W – in de ogen van de A-G – een van btw vrijgestelde
verzekeringsdienst.
Belastingadviseurs
Pagina 3
3.
Vervolg
De (door het HvJ EU nog te bepalen) uitkomst van de Mapfre Warranty zaak is van belang voor de
reikwijdte van het begrip ‘verzekering’, met name in gevallen waarin wordt overeengekomen dat
tegen een vast bedrag (reparatie)diensten worden verricht aan goederen in geval van mechanische
defecten. Van belang daarbij lijkt dat de partij die de reparatiediensten tegen vaste vergoeding
“garandeert” een ander is dan de producent/verkoper van deze goederen. Let wel dat de
rechtsverhoudingen in deze zaak niet duidelijk zijn. Wij missen in de conclusie van de A-G de
analyse van de situatie waarin de wederverkoper de dienstverlening van Mapfre W inkoopt op eigen
naam en voor eigen rekening, en de wederverkoper deze kosten niet (als zodanig) doorbelast aan de
koper van de auto.
Bij het concluderen dat sprake is van een verzekering zal – ook in Nederland – niet btw, maar
assurantiebelasting aan de orde zijn. Ook moet dan worden gekeken of de verzekeringsvrijstelling in
de weg staat aan het recht op aftrek van btw op (reparatie)kosten, en of deze consequentie zou
kunnen worden gemitigeerd door in plaats van te werken met verzekering in natura, uit te gaan van
een verzekering in geld.
Uiteraard kunnen de adviseurs van de Indirect Tax Financial Services Group van Meijburg & Co u
verder in deze problematiek assisteren. Neemt u gerust contact op met een van hen of uw
gebruikelijke adviseur.
Meijburg & Co
februari 2015
De in dit memorandum opgenomen informatie is van algemene aard en heeft geen betrekking op de specifieke
omstandigheden van een bepaald individu of een bepaalde entiteit. Hoewel bij de totstandkoming van dit
memorandum de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, kunnen wij niet garanderen dat de daarin
opgenomen informatie op de datum van ontvangst juist en volledig is of dat in de toekomst zal blijven. Op grond
van deze informatie dient geen actie ondernomen te worden zonder adequate professionele advisering na een
grondig onderzoek van de specifiek van toepassing zijnde situatie.