Incidentenprotocol jeugd Jeugd(hulp)instellingen januari 2015 Informatiedeling vanuit jeugd(hulp)instellingen bij incidenten Ondanks de inzet van jeugdhulp wordt helaas niet altijd voorkomen dat de situatie rond een jeugdige of gezin escaleert en leidt tot een calamiteit of incident. Deze factsheet legt de afspraken vast rondom het melden van incidenten en informatiedeling van incidenten. Waarom Vanwege de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de wethouder Onderwijs, Jeugd en Zorg van de gemeente Rotterdam is het van belang dat er een adequate bestuurlijke coördinatie en informatievoorziening1 kan plaatsvinden bij meldingen van incidenten van jeugdigen tot 23 jaar, waarbij een jeugd(hulp)instelling is betrokken die gecontracteerd/gesubsidieerd is door de gemeente Rotterdam voor taken die uitgevoerd worden vanuit de Jeugdwet. Wanneer (criteria) Volgens de definitie van de Inspectie Jeugdzorg is een calamiteit een gebeurtenis die onverwacht en onbedoeld kan leiden of heeft geleid tot een dodelijk of ernstig schadelijk gevolg voor een jeugdige, of een ander, als gevolg van het handelen of niet handelen van een jeugdige. Verder moet het gaan om een gebeurtenis die heeft plaatsgevonden gedurende de 1 D it betreft de bestuurlijke coördinatie en informatievoorziening bij incidenten. betrokkenheid van een jeugdinstelling of zorgaanbieder. Hierna wordt alleen de term incidenten gebruikt als geheel van calamiteiten, incidenten en vermissingen2. Bij een incident is goede communicatie van belang. Er zijn verschillende criteria voor meldingen. Dit protocol gaat over een incident met betrekking tot een jeugdige tot 23 jaar waarbij sprake is van de betrokkenheid van een jeugd(hulp)instelling (wijkteam, jeugdbeschermingsorganisatie en/of specialistische instelling). De volgende criteria zijn van kracht: 1. Wanneer er een vermoeden is van (on)natuurlijke dood incl. (poging tot) suïcide. 2. Wanneer er sprake is van ernstige mishandeling of zwaar (blijvend) letsel van een jeugdige in de gezinssituatie waardoor acuut ingrijpen van buiten nodig is. 3. Wanneer er sprake is van ernstige mishandeling of zwaar (blijvend) letsel van een jeugdige in een instelling door een medewerker van de instelling of een andere jeugdige. 4. Ernstig geweld (zwaar letsel) tegen medewerkers van een instelling, die met jeugdigen en hun ouders/verzorgers werken, door de jeugdige of ouder/verzorger. 5. Overige situaties met mogelijk grote maatschappelijke impact of onrust tot gevolg: ernstig grensoverschrijdend gedrag: fysiek, psychisch en/of seksueel door jeugdigen, ouders, professionals of verzorgers. 6. Overige situaties rond een jeugdige tot 23 jaar die (kunnen) leiden tot (landelijke/regionale/stedelijke) media-aandacht. 2 Incidenten of vermissingen zijn (in vergelijking met calamiteiten) relatief lichte verstoringen van de dagelijkse gang van zaken in een instelling (definitie handreiking VNG: Handvatten voor gemeenten – communicatie en afstemming bij een calamiteit). 7. Vermissing a. Jeugdige is niet binnen 24 uur teruggekeerd in de gesloten instelling en een gevaar voor zichzelf en zijn omgeving. b. Er heeft zich een calamiteit voorgedaan tijdens de vermissing (jeugdige is betrokken bij of slachtoffer geworden van een (seksueel) misdrijf). c. De jeugdige is < 13 jaar. Het team Kleinschalige Incidenten en Zedenzaken (KIZ) van de gemeente Rotterdam is operationeel actief bij gebeurtenissen waar maatschappelijke onrust is of wordt verwacht. Dit incidentenprotocol handelt over incidenten die mogelijk consequenties hebben op politiek, publicitair en / of het personele vlak. De drie p’s gelden als uitgangspunt voor meldingen: ●● politiek: melden is van belang als de kans aanwezig is dat de gemeenteraad het college van Burgemeester en Wethouders (BenW) zal vragen nadere uitleg te geven of ter verantwoording zal roepen. ●● pers / publiciteit: melden is van belang als de kans aanwezig is dat de pers aandacht aan het incident zal geven, hoe klein het incident ook is. Op deze manier is de wethouder / portefeuillehouder altijd op de hoogte van zaken die mogelijk in de pers komen en die zorgen voor persvragen. Uit de publiciteit kan maatschappelijke onrust voortkomen. ●● personeel: melden is van belang als personeel van een instelling betrokken is in de uitoefening van hun taak (het werken met jeugdigen en ouders), bijvoorbeeld bij gebruik van geweld. Het gaat om medewerkers in de rol van dader én van slachtoffer (bijv. buitensporig geweld tegen personeel). De maatschappelijke impact daarvan is zeer groot zoals een zedenzaak zoals ’t Hofnarretje laat zien. Melding is gewenst ten aanzien van het (dis)functioneren van medewerkers van instellingen, maar ook van gemeentelijke / regionale bestuurders en ambtenaren. Hoe melden Wanneer een incident zich heeft voorgedaan bij een jeugdige die bekend is bij een jeugd(hulp)instelling, dan meldt de medewerker van de betreffende instelling dat bij zijn leidinggevende. Samen maken zij de inschatting aan de hand van de gestelde criteria of dit incident gemeld moet worden bij de gemeente. De leidinggevende meldt het incident bij de gemeente Rotterdam. Er is een formulier beschikbaar waarop de onderdelen van de benodigde informatie staan vermeld. Dit kan per e-mail naar [email protected]. Bij dringende zaken kan gebeld worden naar telefoonnummer 010-498 40 19. Wanneer er sprake is van betrokkenheid van een wijkteam of gebiedsteam Gecertificeerde Instelling (GI), dan meldt de medewerker het incident daar. De medewerker checkt of dit bericht is ontvangen. Het betreffende wijkteam of gebiedsteam GI is vervolgens verantwoordelijk voor de melding richting gemeente via zijn/haar leidinggevende. Wanneer er geen sprake is van betrokkenheid van een wijkteam of gebiedsteam GI, dan meldt de leidinggevende van de jeugd(hulp) instelling een incident rechtstreeks bij de gemeente. De verantwoordelijke gemeente wordt bepaald aan de hand van het woonplaatsbeginsel, daar ligt dan ook de coördinatie. Met de gemeenten in de regio RotterdamRijnmond is afgesproken dat de gemeente die de melding ontvangt, de verantwoordelijkheid heeft om de andere gemeenten die betrokken zijn te informeren en te zorgen voor onderlinge afstemming. Wat melden Er zijn bij de melding direct al een aantal gegevens nodig. Gezien de gevoeligheid van de incidenten en het belang van bescherming van persoonsgegevens is zorgvuldigheid van groot belang bij het doorgeven van persoonlijke informatie. We werken dan ook met initialen van de jeugdige waar het om gaat. De volgende informatie wordt gevraagd: 1. Naam, adres, postcode en woonplaats gegevens (ook naam, adres, postcode en woonplaats van gezaghebbenden ten behoeve van woonplaatsbeginsel), geboortedatum, geslacht van de jeugdige; 2. naam, locatie/afdeling instelling en naam/functie betrokken medewerker; 3. gegevens over de inhoud van de calamiteit; 4. gegevens over aan wie is gemeld/geïnformeerd (ketenpartners, politie, ouders/wettelijke vertegenwoordigers ed.) en wie onderzoek doet (voor zover al bekend); 5. informatie over de actuele veiligheid van de jeugdige en eventuele anderen incl. geboden hulp/ begeleiding jeugdige; 6. of er sprake is van (dreigende) maatschappelijke onrust; 7. of er sprake is van (verwachte) media-aandacht. In de daaropvolgende uren dient de overige informatie gemeld te worden. 1. geschiedenis hulpverlening aan jeugdige(n); wie heeft er betrokkenheid gehad met persoon, voor hoe lang, zijn er beschermingsmaatregelen van kracht (aard, omvang en duur hulpverlening); 2. beschrijving gezinsrelaties/geschiedenis hulpverlening incl. eventueel namen en geschiedenis overige kinderen; 3. Informatie over het afhandelen van de calamiteit (incl. verantwoordelijke instantie op tijd van melden, eventuele aangifte bij politie). Is er een officier bij betrokken? Uiterlijk na 24 uur is de incidentmelding compleet of zo spoedig mogelijk met begrip voor de afhandeling van het incident. Indien noodzakelijk wordt in overleg op een later moment het feitenrelaas opgeleverd. Communicatie Wanneer een situatie (landelijk) media-aandacht krijgt, dient er zo snel mogelijk afstemming plaats te vinden tussen de jeugd(hulp)instelling/zorgaanbieder en de gemeente over de mate en wijze van communicatie. Organogram met een melding vanuit de jeugd(hulp)instelling. De betreffende leidinggevende meldt.
© Copyright 2025 ExpyDoc