Wet Verbetering Poortwachter e 1 verzuimdag De medewerker doet telefonisch een verzuimmelding bij de leidinggevende. De leidinggevende zorgt ervoor dat het verzuim geregistreerd wordt in SAP HR en noteert alle vereiste gegevens van de medewerker op het formulier “checklist verzuimmelding” (zie bijlage 1). Week 1 De leidinggevende voert het eerste verzuimgesprek en maakt daarvan een kort verslag voor het re-integratiedossier. Week 1 t/m 4 De leidinggevende kan de medewerker wel/niet laten oproepen door de bedrijfsarts. Wanneer de leidinggevende hiervoor kiest is het wel van belang dat de leidinggevende de bedrijfsarts van informatie voorziet en een heldere adviesvraag stelt. De medewerker kan, indien gewenst, ook zelf een afspraak maken met de bedrijfsarts. Week 4 Eigen Verklaring Wanneer een medewerker 28 dagen verzuimt, stuurt de Arbodienst een Eigen Verklaring naar het huisadres van de medewerker. De medewerker wordt middels deze verklaring gevraagd naar de reden van het verzuim en indien nodig opgeroepen door de bedrijfsarts. Week 6 Probleemanalyse De bedrijfsarts stelt de Probleemanalyse op waarin staat wat de beperkingen van de werknemer zijn, hoe deze beperkingen mogelijk het werk belemmeren en wat de mogelijkheden zijn tot werkhervatting. De leidinggevende bespreekt de Probleemanalyse, die de bedrijfsarts heeft opgesteld, en de mogelijkheden voor re-integratie met de medewerker. Week 8 Plan van Aanpak Binnen 8 weken na de verzuimmelding of uiterlijk 2 weken na de Probleemanalyse stelt de leidinggevende samen met de medewerker een ‘Plan van Aanpak’ op. In dit plan wordt beschreven wat beiden gaan doen om te zorgen voor een spoedige re-integratie, dit plan is onderdeel van het reintegratieverslag. Week 9 t/m 42 Leidinggevende en medewerker evalueren eenmaal per 6 weken het Plan van Aanpak geëvalueerd en stellen het plan indien nodig bij. De bedrijfsarts kan adviseren over de re-integratie en de aanpassingen in het Plan van Aanpak. Week 42 e 42 weeksmelding bij het UWV e De werkgever meldt uiterlijk de eerste werkdag na de 42 ziekteweek de werknemer ziek bij het UWV. De Personeels- en Salarisadministratie van de HvA draagt zorg voor deze melding. Week 46 - 52 De leidinggevende evalueert samen met de medewerker het afgelopen jaar en stellen vast welk re-integratieresultaat zij in het tweede verzuimjaar willen behalen en hoe ze dat gaan doen. © 2012, Hogeschool van Amsterdam Voor week 50 e Loondoorbetaling 2 ziektejaar Leidinggevende informeert de medewerker mondeling over de loondoorbetaling e in het 2 ziektejaar (wel of geen korting van 30%) en zorgt ervoor dat dit juist geregistreerd wordt bij Personeels- en Salarisadministratie. Week 52- 87 De leidinggevende en medewerker voeren samen het Plan van Aanpak uit en de leidinggevende houdt het re-integratiedossier bij. Week 87- 89 Opstellen re-integratiedossier De leidinggevende en medewerker stellen samen het re-integratiedossier op (zie bijlage 3) en ondertekenen het re-integratieverslag. Het re-integratiedossier is nodig voor de WIA-aanvraag. Week 90 Indien geen WIA uitkering wordt aangevraagd heeft de leidinggevende overleg met P&O over de loondoorbetaling, de inzet in passende werkzaamheden en e de aanstellingsomvang in het 3 ziektejaar. Week 90 WIA-aanvraag De medewerker dient vóór week 91 een WIA-aanvraag in. Het UWV beoordeelt deze aanvraag en bepaalt het arbeidsongeschiktheidspercentage. Week 105 Volledige of gedeeltelijke toekenning WIA door UWV Volledige of gedeeltelijke toekenning WIA of sanctie UWV (loondoorbetaling) als werkgeversverplichtingen niet voldoende zijn nagekomen. < 35% arbeidsongeschikt = geen WIA uitkering, wel passende arbeid 35 – 80 % arbeidsongeschikt of tijdelijk 100 % arbeidsongeschikt = WGA en aanpassing van de omvang van de aanstelling. 80 -100% duurzaam arbeidsongeschikt = IVA, beëindiging dienstverband. Zie voor meer informatie: http://www.uwv.nl/Werkgevers/mijn_medewerker_is_ziek/fase_4/index.aspx Bij onvoldoende inspanning van de werkgever: Indien, uit de beoordeling van het UWV blijkt, dat de werkgever onvoldoende inspanning heeft geleverd voor de re-integratie van de medewerker, kan het UWV een sanctie opleggen. De sanctie kan zijn dat de werkgever het loon langer moet doorbetalen (tot maximaal een jaar). De werkgever dient het loon dan doorbetalen tot dat wel een uitkering is toegekend. Bij onvoldoende inspanning van de medewerker: Als de medewerker onvoldoende meewerkt aan zijn of haar re-integratie en/of passende arbeid weigert kan de werkgever de loondoorbetaling tijdelijk stopzetten en als uiterste middel ontslag aanzeggen. Als het UWV vaststelt dat de medewerker onvoldoende heeft meegewerkt aan zijn reintegratie, kan het UWV de medewerker een lagere uitkering toekennen. © 2012, Hogeschool van Amsterdam
© Copyright 2024 ExpyDoc