Editie 6, juni 2014

School aan Zet
MAGAZINE
juni 2014
Handig
e
kwalite nieuwe
Kijk sn itskaarten!
el op p
agina 17
// B A L A N S , S A A M H O R I G H E I D E N K WA LI T E I T
// A A N PA K ‘ S A M E N LE R E N I N H O U D G E V E N ’
// D E P R O F E S S I O N A LI S E R I N G S T I P S VA N E LLE N E M O N D S
// P L A N VA N A A N PA K TO P TA L EN T EN 2014 -2018
Ambitie met een grote A
INHOUD
BINNENKORT
Een podium voor scholen
bij de expo’s van
School aan Zet
Na twee succesvolle ronden expo’s organiseert School
aan Zet in juni 2014 de derde serie expo’s. Expo’s
zijn regionale bijeenkomsten waarop scholen hun
succesvolle aanpak presenteren en met andere scholen
van gedachten wisselen over allerlei actuele thema’s
in de school. De expo’s zijn bedoeld voor iedereen
die inspiratie op wil doen en geïnteresseerd is in
schoolontwikkeling. U kunt zich nog aanmelden voor de
expo op 10 juni in Amersfoort. Kijk op de website voor
meer informatie en meld u gelijk aan:
http://bit.ly/1gPnwst. Deelname aan de expo’s is
kosteloos. Ook scholen die niet deelnemen aan School
aan Zet zijn van harte welkom.
Werkconferentie
aansluiting PO-VO
Op 11 juni 2014 organiseert School aan Zet in Utrecht
de werkconferentie aansluiting PO-VO. Een goede
inhoudelijke afstemming en samenwerking gericht
op een soepele overgang PO-VO is van groot
belang voor het welslagen van de schoolcarrière
van leerlingen. Binnen het traject ‘Aansluiting POVO’ werken ruim 20 netwerken aan een betere
overgang. Zij richten zich op de optimalisering van
de overgang tussen PO en VO en het ontwikkelen
van doorgaande leerlijnen Basisvaardigheden,
Excellentie en Omgaan met verschillen. Met het
programma van de werkconferentie willen we u inzicht
geven in hoe u binnen een netwerk succesvol kunt
samenwerken aan een soepele overgang. Alle PO- en
VO-scholen die zich hierin willen verdiepen en alle
scholen die al deelnemen in de netwerken van het
traject ‘Aansluiting PO-VO’ zijn van harte welkom.
Meer informatie over de werkconferentie aansluiting
PO-VO en de mogelijkheid tot aanmelden vindt u op
de website: http://bit.ly/1epwIVZ. Deelname aan de
werkconferentie aansluiting PO-VO is kosteloos.
Edutopia. Leren
ontregelen.
Het onderwijslandschap is continu
in beweging. Nederland kent tal van
scholen en schooltypen die allemaal
het begrip onderwijs nét iets anders
aanpakken. Ze hebben toch één ding
gemeen: de aanpakken zijn gestoeld op
een onderwijskundige methode of visie
en scholen bewegen zich binnen een
vastgesteld kader. Hoewel de grenzen
worden verkend, zorgen de kaders er wel
voor dat de ruimte om écht vernieuwend
onderwijs te ontwikkelen kleiner is dan
wellicht gewenst. Wat gebeurt er als
professionals uit het onderwijsveld en
bedrijfsleven de volledige vrijheid krijgen
bij het inrichten van het onderwijs? De
proef wordt op de som genomen tijdens
Edutopia, een conferentie waarin kaders
en begrenzingen worden weggedacht en
vorm wordt gegeven aan het onderwijs van
de toekomst. Edutopia is een initiatief van
trainees van Eerst de Klas. De conferentie
vindt plaats op vrijdag 13 juni 2014 op
Landgoed De Horst (Horst 1 in Driebergen).
Onder meer Ruud Veltenaar, Jan van Rossum
en Bart Heuvingh verzorgen een sessie deze
dag. Meer informatie en de mogelijkheid tot
aanmelden vindt u via
www.edutopiaconferentie.nl.
4. Balans, saamhorigheid en kwaliteit
De kernwoorden van de Josephschool in Bloemendaal zijn balans, saamhorigheid en kwaliteit.
Het kind staat hierbinnen centraal en ze streven naar een optimale leeromgeving waarin die drie
pijlers het fundament zijn. Indien een kind een specifieke onderwijsbehoefte heeft, kijken ze
gezamenlijk wat ze een kind kunnen bieden.
10. Aanpak ‘Samen leren inhoud geven’
Samen met scholen en besturen in het primair en speciaal
onderwijs, heeft School aan Zet een aanpak ontwikkeld waarin
het bouwen aan de structuur en cultuur van samen leren wordt
versneld en versterkt.
18. Onderwijsverbetering
door betere inzet ICT
Op het Talentstad zijn de docenten enthousiast aan de slag
gegaan met het verbeteren van het onderwijs. Er zijn verschillende
ontwikkelgroepen opgericht die bezig zijn met zaken als
loopbaanoriëntatie-begeleiding, vmbo-vernieuwing en ICT. Een
belangrijk aandachtspunt voor de school is het verbeteren van de
kwaliteit van het didactisch klimaat.
Ook in dit magazine:
8
‘Samen Leren Inhoud Geven’ in Lunteren
11
De professionaliseringstips van Ellen Emonds
12
Dag op stap met Albert Sluiter
14
Strategische keuzes vragen om draagvlak
21
De loopbaan van Maike den Houting
22
Plan van Aanpak Toptalenten 2014-2018
Zo richting de zomervakantie zijn we weer
in groten getale aan de slag met het beleid,
de aanpak en activiteiten voor het volgende
schooljaar. Even een moment om onszelf de
vraag te stellen welke ambities we nastreven,
welke visie we hebben en hoe we die denken
te realiseren. Veel minder vaak nemen we de
tijd voor de vraag ‘wat of wie we wíllen zijn’.
Op 24 maart heb ik Luitenant-generaal Mart
de Kruif mogen ontmoeten op onze studieconferentie ‘Samen Leren Inhoud Geven’ in
Lunteren. Ook hij sprak over het belang van
de vraag ‘wie we (willen) zijn’ als onderdeel
van ambitie. Hij stelde daarin dat ambitie
samengaat met passie en met bevlogenheid.
Hij noemde daarbij drie kernwaarden voor
de Landmacht, kernwaarden die eigenlijk
universeel te noemen zijn en ook best van toepassing zijn op onderwijs. Het ging om MOED
(durven we de randen op te zoeken van onze
opdracht, gewoon omdat we gemotiveerd zijn),
TOEWIJDING (het vermogen om te kunnen
handelen in de geest van de opdracht en daar
ook in te vertrouwen en optimistisch willen
zijn) en VEERKRACHT (het kan niet altijd goed
gaan, we moeten fouten dúrven maken en
ons snel willen aanpassen aan een veranderende omgeving). Over leidinggeven was hij
duidelijk: “Helder water stroomt van boven” en
“Leidinggeven is het bewust richting geven
aan het gedrag en het inspireren van anderen
om het gezamenlijke doel te bereiken”. De
reacties van de aanwezigen waren unaniem
enthousiast. Zo ziet u maar weer: er valt veel
te leren van andere sectoren en vakgebieden.
Op pagina 8 vindt u een sfeerverslag van de
studieconferentie.
Diezelfde week was het ook de Week van
Passend Onderwijs en stond het omgaan met
verschillen in de klas centraal. Want ook daar
hebben we hoge ambities. Maar hoe realiseren
we die ambities eigenlijk? Er zijn al talloze
goede initiatieven door het hele land te vinden.
Op de Josephschool in Bloemendaal speelt
het altijd al een belangrijke rol om kinderen
een passende onderwijsplek te bieden Op
pagina 4 kunt u hier meer over lezen en
vertelt Maud de Zwart-Goedemans, IB’er
van de school, hoe zij ermee omgaan.
Voor nu wensen wij u een fijne zomervakantie toe en we hopen u volgend
schooljaar weer te kunnen begroeten. Tot dan!
Met vriendelijke groet,
Fabiènne Hendricks
Programmamanager
School aan Zet
3
I
eder kind heeft recht op goed onderwijs. Ook
kinderen die extra ondersteuning nodig hebben.
Daarom worden scholen vanaf 1 augustus
2014 verplicht om leerlingen met een extra
ondersteuningsbehoefte een passende onderwijsplek
te bieden.
Passend onderwijs staat voor veel scholen hoog op
de agenda. Maar wat betekent dit eigenlijk? Marléone
Goudswaard, één van de experts voor speciaal
onderwijs van School aan Zet, legt uit: “Sommige
kinderen hebben behoefte aan extra ondersteuning.
Bijvoorbeeld doordat zij zich moeilijker kunnen
focussen op de leerstof of doordat zij juist makkelijk
kunnen leren. Deze kinderen kunnen regulier onderwijs
volgen, met extra hulp, zorg of een aangepast aanbod.
Vanaf nu is het aan de school om te kijken welke
ondersteuning een kind nodig heeft en hoe de school
dit kan arrangeren. Ik vind het belangrijk dat er aan
deze kinderen geen label wordt gehangen; het zijn
alleen kinderen die extra of andere ondersteuning
nodig hebben.”
Passend onderwijs begint bij de
overeenkomsten
goed in een klas kan meedraaien. Per kind moet de
school kijken naar de behoeften en de vraag stellen:
hoe gaan we dat regelen?”
De Josephschool in Bloemendaal
Een school die volgens Goudswaard goed werkt
aan passend onderwijs is de Josephschool in
Bloemendaal. Maud de Zwart-Goedemans is hier
sinds dit schooljaar intern begeleider. “Kinderen een
passende onderwijsplek bieden speelt altijd al een
belangrijke rol bij ons op school. In de afgelopen tien
jaar hebben wij geen kinderen hoeven doorverwijzen
naar speciaal onderwijs. Dat komt niet alleen door
onze populatie, maar ook doordat wij het passend
onderwijs goed inrichten. Dat vind ik een mooi
compliment. De kernwoorden van onze school zijn
balans, saamhorigheid en kwaliteit. Het kind staat
hierbinnen centraal en we streven naar een optimale
leeromgeving waarin die drie pijlers het fundament
zijn. Indien een kind een specifieke onderwijsbehoefte
heeft, gaan we gezamenlijk kijken wat wij een kind
kunnen bieden.”
Het onderwijs is een reis
De school in Bloemendaal biedt kinderen de hulp die
zij nodig hebben. De Zwart-Goedemans: “Wij hebben
een hoog percentage makkelijk lerende kinderen.
Voor deze kinderen
hebben we een
Voor ieder kind de beste kansen
Maatklas ingericht
Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig
met onderwijs op
hebben. Passend onderwijs beoogt dat zo veel mogelijk leerlingen regulier onderwijs
maat. Maar ook
kunnen volgen. Want zo worden ze het best voorbereid op een vervolgopleiding en
voor ernstig zieke
doen ze zo goed mogelijk mee in de samenleving. Het speciaal onderwijs verdwijnt
kinderen of kinderen
niet. Kinderen die het echt nodig hebben, kunnen nog steeds naar het speciaal
met het syndroom
onderwijs. Voorheen moesten ouders van een kind dat extra ondersteuning nodig
van Down regelen
heeft, zelf op zoek naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders
wij de zorg die zij
hun kind aan bij de school van hun keuze en heeft de school de taak om het kind
nodig hebben.” Of
een passende onderwijsplek te bieden. Op de eigen school, of op een andere school
de Josephschool
in het reguliere onderwijs of het (voortgezet) speciaal onderwijs. Meer handige
het anders aanpakt
informatie, tips en praktijkvoorbeelden vindt u op
dan andere scholen
www.passendonderwijs.nl.
weet De ZwartGoedemans niet:
“Als je het onderwijs
volgens Goudswaard: “Passend onderwijs begint bij
vergelijkt met een reis, dan denk ik dat iedere school
de overeenkomsten. Een school dient zichzelf eerst te
dezelfde reis aflegt. Onderweg kom je echter allemaal
vragen: wat is ons basisaanbod en wat doen wij goed?
andere beproevingen tegen. Natuurlijk zijn er scholen
Van daaruit gaat de school per leerling kijken wat voor
die meer doorverwijzingen hebben dan wij, maar
extra zaken er nodig zijn om een leerling met een
uiteindelijk streven we allemaal hetzelfde doel na.”
extra ondersteuningsbehoefte tegemoet te komen.”
Dat klinkt wellicht logisch, maar dat is het niet volgens
Wet passend onderwijs
Goudswaard: “We kijken snel naar de belemmeringen.
De invoering van de Wet passend onderwijs vindt De
Uiteindelijk is het belangrijk dat we kijken of een kind
Zwart-Goedemans een goede vooruitgang. “Het is
Dit betekent echter niet dat een school direct moet
kijken naar de extra voorzieningen die nodig zijn
B A L A N S , SA A M H O R I G H E I D
E N K WA LI T E I T
4
5
“Onderweg kom je allemaal andere beproevingen teg
en.”
fijn dat passend onderwijs nu op de kaart wordt
gezet en we er allemaal voor willen zorgen dat we
kinderen een passende onderwijsplek kunnen
bieden in hun eigen omgeving.” Bovendien
denkt De Zwart-Goedemans dat het goed is dat
alle kinderen leren omgaan met verschillen. “De
kinderen zonder extra onderwijsbehoeften leren
makkelijker accepteren en tolereren dat kinderen
met extra behoeften er ook bij horen. Het is dus
voor beide groepen een goede stap. Iedereen
krijgt het onderwijs geboden dat hij of zij nodig
heeft en samen kijken we naar de juiste weg die
we daarvoor moeten bewandelen.”
Samenwerking essentieel
Een belangrijke factor voor het aanbieden
van passend onderwijs is volgens De ZwartGoedemans de samenwerking. “Om ieder kind
tegemoet te komen in de onderwijsbehoeften,
moet je zoeken naar de goede richting. Dat hoef je
echter niet alleen te doen. Maak vooral gebruik van
de expertise van anderen. Ik ga vaak in gesprek
met ambulant begeleiders, leerkrachten uit het
speciaal onderwijs en leraren van onze school,
maar ook met andere IB’ers. Je hebt nou eenmaal
niet zelf alle kennis in huis en daarom wisselen
we kennis uit en delen we ervaringen.” De intern
begeleider vindt het een voordeel dat ze op zoveel
mensen kan terugvallen. “Je staat er niet alleen
voor om de zorg voor een kind te dragen en dat
is een ontzettend fijn gevoel. Het houdt niet op bij
de kennis van een intern begeleider; daar zit een
groot netwerk achter.”
Samenwerkingsverband ZuidKennemerland
Een partij waar De Zwart-Goedemans nauw
mee samenwerkt is het Samenwerkingsverband
Zuid-Kennemerland. Lucas Rurup, directeur van
het samenwerkingsverband, is eveneens blij
met de invoering van de nieuwe wet. “De nieuwe
wet geeft ons veel meer mogelijkheden om te
doen wat we willen: scholen de ruimte geven om
6
zelfstandig te kijken naar het onderwijs dat bij de
leerlingen past.” De 80 basisscholen die onderdeel
uitmaken van het samenwerkingsverband zijn al
een jaar eerder met passend onderwijs van start
gegaan. “Onze scholen zijn in augustus 2013
zeer enthousiast en vol lef gestart met passend
onderwijs en ik kan zeggen dat dit heel goed gaat.
Sinds ik vijf jaar geleden als directeur aan de slag
ben gegaan, werken we echter al aan passend
onderwijs en hebben we de structuur omgegooid.
Dat is een hele stap geweest, maar ik kijk tevreden
terug op dat proces.”
Betrokkenheid scholen
Door de nieuwe wet gaat passend onderwijs
echt leven op de scholen volgens Rurup. “De
thema’s waar we aan werken in het kader van
passend onderwijs, zoals omgaan met verschillen
en gedifferentieerd werken, spelen natuurlijk
altijd al een belangrijke rol op onze scholen. Een
wetsverandering in Den Haag betekent niet dat de
kinderen ineens veranderen. De nieuwe wet zorgt
er echter wel voor dat passend onderwijs een
nieuwe impuls krijgt.” Scholen hebben meer eigen
verantwoordelijkheid en Rurup merkt dat dit voor
meer betrokkenheid zorgt. “Scholen worden extra
gestimuleerd om de eigen verantwoordelijkheid te
nemen. Dit levert nieuwe uitdagingen op en zorgt
voor meer betrokkenheid. Dat is natuurlijk mooi
om te zien.”
Pioniers in Passend onderwijs
Het primair onderwijs in Zuid-Kennemerland en het
voortgezet onderwijs in Utrecht en Stichtse Vecht en
Helmond-Peelland, zijn een jaar eerder gestart met passend
onderwijs. Dit betekent dat de scholen in die regio’s al per 1
augustus 2013 een zorgplicht hebben. Ze zijn vanaf die datum
verantwoordelijk om een passend onderwijsprogramma te
bieden voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
Wilt u weten hoe deze drie regio’s passend onderwijs hebben
ingevuld? Kijk dan op de website: http://bit.ly/QA30lF.
7
E
I
T
N
E
R
E
F
N
O
C
E
I
D
U
T
S
O
S
PO/
4
1
0
2
N
E
R
LUNTE
Jaarlijks worden er meer dan duizend mensen uit
het onderwijsveld met én door elkaar geïnspireerd
tijdens de studieconferentie in Lunteren. Heeft
u het dit jaar onverhoopt gemist? Houd dan
de website www.schoolaanzet.nl in de gaten
en zorg dat u er volgend jaar ook bij bent! De
studieconferentie vindt dan plaats op 23, 24 en 25
maart 2015, noteer de data alvast in uw agenda!
REN
E
T
N
U
L
N
I
’
N
GEVE
D
U
O
H
N
I
N
E
‘SAMEN LER
Maak van de school een lerende organisatie.
Teamleden die hun talenten kunnen ontplooien, gaan
beter om met veranderingen. Dit zijn twee belangrijke
boodschappen van de driedaagse studieconferentie
‘Samen Leren Inhoud Geven’ van eind maart
Lunteren. Ruim 1.400 schoolleiders, intern begeleiders,
leraren, directeuren en bestuurders uit het primair en
speciaal onderwijs leren op deze conferentie van én met
elkaar.
Ruimte geven
i n
Het is al vroeg dringen op maandag 24 maart bij de
inschrijfbalie in Congrescentrum De Werelt in Lunteren. Voor
de eerste dag van de conferentie hebben ruim 600 mensen
zich aangemeld. “We nemen deel aan een traject van School
aan Zet”, zegt een locatiedirecteur uit Haaren (Noord-Brabant).
“Mensen wachten op sturing, maar het moet uit henzelf
komen.” Een bouwcoördinator uit Rijsenhout vertelt: “Ik was hier
vorig jaar ook. Ik heb veel profijt gehad van de handvatten die ik
heb meegekregen. Dit jaar ga ik aan de slag met professionele
leergemeenschappen en ik ga naar de lezing over Executieve
functies bij kleuters.” Ook een schoolleider uit Coevorden heeft
goede ervaringen met de conferentie. “Vorig jaar waren wij met alle
directeuren van de stichting aanwezig. Dat is zo goed bevallen dat
we er een traditie van maken”
8
De sessies geven steeds een eigen accent aan het thema lerende
organisatie. Zo gaat de sessie ‘Verandermanagement: de weg naar
een succesvolle verandering’ in op ruimte geven en eigenaarschap.
Basisschoolleider Henny Korenromp vertelt hoe haar school intensief ging
samenwerken met een ZML-school. “Er is krimp in onze regio. Wij hadden
lokalen leeg staan. Tegelijk groeide het speciaal onderwijs. Twee groepen
van de ZML-school zijn bij ons ingetrokken. Als directeur heb ik bewust niet
opgelegd hoever de integratie van de groepen zou gaan. Leraren hebben
dat met elkaar besloten en er blijkt steeds meer te kunnen. Eerst werd
alleen Sinterklaas gezamenlijk gevierd, nu doen we ook samen muziek
en bewegen. En het mes snijdt aan twee kanten: SO-leerkrachten zien dat
je meer kunt verwachten van ZML-leerlingen dan zij tot dan toe gewend
waren en de reguliere leerkrachten leren hoe je kunt omgaan met speciale
leerbehoeftes.” Belangrijke succesfactoren bij deze verandering zijn een
enthousiaste leidinggevende en vooral veel ruimte voor eigen invulling van
de medewerkers aan de twee scholen.
Vrijheid om te leren
Na het welkomstwoord van Fabiènne Hendricks,
programmamanager School aan Zet, is het eerste onderdeel van de
dag een keynote-speech van Mart de Kruif. De Kruif is Luitenantgeneraal en commandant Landstrijdkrachten. Maar wat heeft het
onderwijs nu eigenlijk met Defensie te maken? Veel, zo blijkt.
“Ook Defensie is een lerende organisatie”, legt De Kruif uit. “Als je
een beginnend officier veel vrijheid geeft, maakt hij of zij fouten.
Dat moet kunnen. Als je wordt afgerekend op je fouten, kun je
niet leren. Een goede coach spreekt je aan op de punten die
je kunt verbeteren.” De deelnemers zijn enthousiast over de
lezing. “Eerst dacht ik: wat heeft die militair ermee te maken.
Nu zie ik wel connecties”, zegt een intern begeleider. “Het is
een heel andere invalshoek. Dat is verfrissend”, vindt haar
collega.
Ontwikkelmodel
Tijdens de sessie over het Ontwikkelmodel ‘Samen Leren Inhoud Geven’
van School aan Zet, blijkt hoeveel scholen al aan de slag zijn met ‘de lerende
organisatie’. Het ontwikkelmodel is een instrument: een school kan hiermee
een eigen koers bepalen. “Onze school steekt in op talenten van leerlingen
en van onszelf”, zegt een deelnemer. “We hebben onderzoeksteams en
kennisteams ingericht.” Een andere school heeft de intern begeleider
‘afgeschaft’. “Alle leerkrachten zijn ib’er geworden. We hebben het
opgenomen in de taakuren en kunnen nu kleinere klassen maken. Over
een jaar bekijken we of we zo verder gaan. Aan het overleg hebben we
intervisie toegevoegd.” Een directeur van een school die is ‘opgegaan’ in
een Kindcentrum vertelt: “We zijn bezig met collegiale consultatie. Een van
de instrumenten die we inzetten is ‘scaling’: je geeft aan waar je zelf goed
in bent en wat je van een ander wilt leren. Zo ontdekken we onvermoede
talenten bij de leerkrachten en kunnen we van elkaar (blijven) leren.”
9
A A N PA K ‘ S A M E N L E R E N
INHOUD GEVEN’
“Hoe inspireren wij elkaar om te blijven leren? Als schoolteam zijn wij
dagelijks bezig met het leren en ontwikkelen van onze leerlingen. Wij
willen ze actief betrokken houden bij het onderwijs en verantwoordelijk
maken voor hun eigen leerproces. Wij vragen onze leerlingen om
samen te werken en van elkaar te leren. Maar hoe kijken wij naar ons
eigen leren en benutten wij elkaars kennis voldoende? Hoe kunnen
wij als team samen leren met het doel het onderwijs steeds beter te
maken voor onze leerlingen.”
Z
e verruilde haar studie journalistiek voor een opleiding aan
de pabo. Dat was een goede zet, want inmiddels werkt
Ellen Emonds alweer negen jaar in het basisonderwijs en is
voormalig Leraar van het Jaar. Ze geeft les aan 39 leerlingen in groep
7/8 op basisschool de Bonckert in Boxmeer. Door haar jarenlange
ervaring in het onderwijs heeft Emonds enkele belangrijke tips voor
andere leraren.
Dit is een situatie die we bij veel School aan Zet-scholen tegenkomen
“Hoe inspireren wij elkaar om te blijven leren?” is de kernvraag die
deze scholen zichzelf stellen. Het antwoord vinden op die vraag is de
uitdaging waar wij nu voor staan.
Waarom Samen leren inhoud geven?
77% van de aan School aan Zet deelnemende scholen in het primair
onderwijs en 92% van scholen in het (voortgezet) speciaal (basis)
onderwijs formuleert een ambitie met als focus de ontwikkeling naar
een meer professionele organisatie, gericht op hogere opbrengsten
en op samen leren. De scholen geven aan de inhoudelijke thema’s
(Omgaan met verschillen, Basisvaardigheden, Excellentie &
Hoogbegaafdheid en Wetenschap & Techniek) te willen verbinden met
de opbrengstgerichte en lerende organisatie.
Die ambitie brengt ze op vragen als: Wat is een lerende organisatie
en hoe geven wij daaraan vorm en inhoud? De scholen willen meer
inzicht krijgen in waar zij nu staan in hun organisatieontwikkeling en
hoe zij de eigen verandercapaciteit kunnen mobiliseren. Met als doel
het onderwijs aan leerlingen nog beter te maken.
School aan Zet heeft de afgelopen maanden samen met een aantal
scholen en besturen in het primair en speciaal onderwijs nagedacht
over een manier om het antwoord op deze vragen te vinden. Samen
met deze scholen en besturen is een aanpak ontwikkeld waarin het
bouwen aan de structuur en cultuur van samen leren wordt versneld
en versterkt.
•
•
Hebben een schoolleiding die richting geeft aan en voorziet
in facilitering van (medewerkers in hun bijdrage aan) de
schoolontwikkeling.
Kenmerken zich doordat medewerkers op elkaar kunnen
bouwen, samen leren en samenwerken
In deze organisaties:
•
Wordt meer en vaker van en met elkaar geleerd
•
Ervaren medewerkers de school als een prettige werkplek
•
Kunnen snel en effectief veranderingen worden doorgevoerd
Hoe ziet de aanpak eruit?
De aanpak ‘Samen leren inhoud geven’ is een aanpak die wordt
toegesneden op uw vraag en situatie. Vaste onderdelen hiervan zijn
onder meer een expert als kritische vriend, leernetwerken en een
catalogus met goede aanpakken van andere scholen en besturen.
10
“Het is enorm belangrijk dat iedere leraar leert luisteren naar zijn of
haar morele kompas; vaak weet je intuïtief wat een kind nodig heeft
en wat de ontwikkeling van een kind goed doet. Soms laten we ons
leiden door de waan van de dag of de organisatie. Maar ik denk dat
het belangrijk is om naar je hart te luisteren. Dat is niet altijd makkelijk,
vooral wanneer de druk van resultaten en presteren gevoeld wordt.
Probeer na te gaan waarom je ooit leraar bent geworden en houd daar
aan vast. Daar heb ik zelf veel tijd en energie in gestoken. Door met
mensen in gesprek te gaan, te achterhalen wat ik belangrijk vind in het
leven en wat ik belangrijk vind voor de kinderen aan wie ik les geef.”
Kinderen voorop
“Kijk eerst naar de kinderen en dan pas naar de aanpak. Het kind
staat voorop en dat komt soms in het gedrang door protocollen en
handelingsplannen. Een protocol kan nooit voorrang hebben op een
kind. Leraar zijn is een heel dankbaar en liefdevol beroep. Wat mij dan
ook aanspreekt aan het onderwijs, is dat je zo dicht bij de ontwikkeling
van kinderen mag komen en dat je daar zelfs een bijdrage aan mag
leveren. De kinderen zijn niet van ons, zij zijn van zichzelf. Ze hebben
alles al in huis, soms hoeft het alleen nog zichtbaar te worden. Om je
daarin te bekwamen is het belangrijk om te blijven leren en jezelf te
blijven ontwikkelen: lees literatuur, bezoek lezingen en ga in gesprek
met collega’s.”
Inspiratiebron
Wat levert deze aanpak u op?
Scholen en besturen die een lerende organisatie zijn:
•
Verbeteren zich continu om doelen te bereiken
•
Stellen de professionaliteit van alle medewerkers
centraal
•
Hebben medewerkers die allemaal een
bijdrage leveren aan de schoolontwikkeling
DE PROFESS IONAL ISER INGST IPS
VA N E L L E N E M O N D S
Ook Samen leren inhoud geven?
Bent u met de scholen binnen uw bestuur ook
bezig om het samen leren vorm te geven? Of wilt
u een start maken met het ontwikkelen naar een
lerende organisatie? Neem dan contact op via
[email protected] / 070-3119719
“Durf je bloot te geven en met anderen in gesprek te gaan. Wat
vind je moeilijk? Waar heb je hulp bij nodig? Wie kan jou helpen?
Dit betekent dat je jezelf kwetsbaar op moet kunnen stellen.
Kwetsbaarheid is geen zwakte, het is juist een kracht. De professional
die durft te twijfelen, leert het meest. Wat heeft een ander waar jij
iets mee kan en hoe kan jij iemand anders weer verder helpen? Deel
mooie en kwetsbare verhalen en doe er je voordeel mee. Ik heb
bijvoorbeeld veel geleerd van mijn zus die ook leraar is. Zij is voor mij
een inspiratiebron en dat hoop ik ook voor anderen te zijn.”
“Kijk eerst naar
de kinderen en
dan pas naar de
aanpak“
11
EEN DAG OP STAP MET
A L B E R T S LU I T E R
Ik vind School aan Zet een
ik de tien scholen van Ess
prachtig ambitieus en waa
rdevol programma. Daarom
entius ook aangemeld. Inm
themagesprekken per sch
heb
ool plaatsgevonden en van
iddels hebben de ambitie
- en
daag hebben we een bes
preking
met de directeuren van de
scholen en Jacqueline Goe
dhart, expert van School aan
Zet,
om de voortgang te bespre
ken.”
Albert Sluiter is directeur-bestuurder van Essentius;
een stichting waaronder tien katholieke basisscholen
uit de Oude IJsselstreek en Aalten vallen. Sinds
twee jaar werkt Essentius samen met School
aan Zet. Vandaag staat er onder andere een
directeurenoverleg met een expert van School aan
Zet op het programma en Sluiter neemt ons mee.
Zet is de
aan School aan
van deelname
l
ee
rd
olteam
de
on
sc
r
door een ho
Een ande
stenen. Dit zijn
uw
bo
de
n
va
a. De scholen
ontwikkeling
n bepaald them
ee
op
n
ke
ak
np
zoals
ontwikkelde aa
eigen thema’s,
n ieder aan hun
ke
er
w
s
chillen. Het
iu
rs
nt
ve
se
van Es
Omgaan met
en
RM
H
n,
ke
ht wer
tot mooie
Opbrengstgeric
d om te komen
en
id
le
ds
ee
st
et elkaar is
leren van en m
opbrengsten.
twikkelingen of
on
s,
je
jk
ki
or
do
12
Hoe staan w
e ervoor en
hoe verder?
organiseren
We
onze eigen te
genkracht, zi
scherp en el
jn
kaars kritisc
he vrienden
niet alleen be
.
D
at
is
langrijk, maa
r ook nog ee
ontzettend le
ns
uk!
13
I
n maart 2014 rondde Frans Claassens, rector
Rythovius College in Eersel, het schoolplan
2014-2018 af. Hoewel Claassens het plan op
papier heeft gezet, is de definitieve versie in nauwe
samenwerking met alle medewerkers van de school
tot stand gekomen.
“In het schoolplan komen de plannen voor de
komende vier jaar aan bod. Uiteraard moeten deze
plannen gedragen worden door de mensen op de
werkvloer. Daarom vonden we het belangrijk dat
alle medewerkers de kans krijgen bij te dragen aan
de toekomstplannen van onze school. Voorheen
heerste het gevoel dat de schoolleiding hoofdzakelijk
de besluiten nam en de medewerkers daar niet bij
betrokken werden. Daarom hebben we het deze keer
anders aangepakt.”
Krimp
“Een probleem waar wij als school mee kampen is
de demografische krimp. Daar krijgen wij, net als
andere scholen in de omgeving, veel last van. Dat
raakt iedereen binnen onze school; kunnen we
met hetzelfde personeel door? Moeten er mensen
omgeschoold worden? Blijven we dezelfde vakken
aanbieden? De keuzes voor de komende jaren zijn
belangrijk. Dat is een extra reden waarom we zoveel
mogelijk partijen bij het schoolplan hebben betrokken;
onze medewerkers, maar ook de gemeenten en
basisscholen uit de omgeving.
“Hoe zien onze medewerkers de
toekomst?”
Drie fases
S T R AT E
G
V R AG E I S C H E K E UZ
ES
N OM D
R A AG V
LAK
14
“Het schoolplan is in drie fases tot stand gekomen.
Tijdens de eerste fase hebben we een externe
onderzoeker ingehuurd om bij tien basisscholen te
inventariseren hoe zij naar onze school kijken: wat
gaat goed en wat kan beter? Op basis van de eerste
fase hebben we een eerste conceptversie opgesteld
met het managementteam. De tweede fase was
echter het belangrijkst: hoe zien onze medewerkers
de toekomst van het Rythovius College?”
Brainstormsessies
“Tijdens de tweede fase kwamen alle 130
medewerkers bij elkaar om hierover te brainstormen.
Het is niet alleen nuttig, maar ook nog eens leuk
om te horen waar iedereen mee komt. De meeste
medewerkers waren erg enthousiast over deze dag;
zij kregen het gevoel gehoord te worden. Daarnaast
heb ik gemerkt dat het mensen in beweging brengt;
ze denken actief mee en willen ook hun steentje
bijdragen. Het managementteam heeft hier veel van
opgepikt en ik ben aan het schrijven gegaan.”
Je moet het samen doen
“Na enkele conceptversies hebben alle docenten
er nog een keer naar kunnen kijken (derde fase)
en nu ligt de eindversie op tafel. Ik denk dat de
totstandkoming van dit schoolplan goed laat zien
waar wij voor staan; iedereen heeft talent en dat
mag gezien en ontwikkeld worden. De slogan van
onze school is niet voor niets; accent op jouw talent.
Persoonlijk vind ik het heel belangrijk dat zowel onze
medewerkers als de leerlingen het gevoel hebben
dat ze gehoord worden en de kans krijgen om hun
dromen te verwezenlijken. Je moet het samen doen.”
Medewerkers aan het woord
Jorine Ham, docent wiskunde, kijkt tevreden terug op
de samenwerking: “We werden echt aan het denken
gezet. Het is fijn om met collega’s te brainstormen en
samen te kijken wat we belangrijk vinden. Ik werk hier
pas 2,5 jaar en was er bij het opstellen van het vorige
schoolplan niet bij, maar ik vond de brainstormdag erg
fijn”. Annelies Blox werkt op de leerlingenadministratie
en is ook erg enthousiast over de samenwerking
omtrent het schoolplan: “Je merkt echt dat je gehoord
wordt en dat is belangrijk. Ik werk hier al heel wat jaren
en dit keer werd er naar mijn mening echt geluisterd.”
Geïnspireerd geraakt? Bekijk dan
op de website hoe het Rythovius
College het aanpakt om het
schoolplan met álle medewerkers
op te stellen: http://bit.ly/1ro1MG9
15
K WA L I T E I T S K A A R T E N
V E R N I E U W D E O N L I N E DATA B A S E
O P W W W . S C H O O L A A N Z E T. N L
Gericht zoeken naar hulpmiddelen voor uw
professionalisering en schoolontwikkeling
Op de website van School aan Zet vindt u allerlei
& P U B LI CATI E
Kwaliteitskaart ‘Differentiatie op taakgerichtheid’
In een oogwenk komt alles bij elkaar: een leerling die niet aan het werk gaat, de stof die vandaag op het
programma staat en van de klas even doorpakken vraagt, de visie van school of minister: via de lessen de
talenten van alle leerlingen ontwikkelen. Hoe doe je dit in dat ene moment? Wat krijgt voorrang? Wat is de
juiste balans? Omgaan met verschillen speelt zich voortdurend af in deze ‘20 seconden’. Een docent maakt
op zo’n moment voortdurend keuzes om te kunnen handelen. Van belang is daarbij een goed beeld te hebben
van de leer-en gedragskenmerken van de leerlingen in de groep.
http://bit.ly/1i1CLe8
hulpmiddelen voor uw professionalisering en
schoolontwikkeling. Om het zoeken in deze
Kwaliteitskaart ‘Inzicht in
pedagogische en didactische
onderwijsbehoeften’
middelen voor u te vergemakkelijken, is de online
database opnieuw vormgegeven en de zoekfunctie
verbeterd. Via het tabblad ‘Thematische inhoud’
Publicatie ‘Excellentie en Differentiatie’
kunt u vanaf nu uitgebreid zoeken in bijna 500
Excellentie en differentiatie zijn in het onderwijs onlosmakelijk
met elkaar verbonden. Elke leerling verdient het uitgedaagd te
worden om zijn of haar talenten optimaal te ontwikkelen. Maar
leerlingen verschillen in hun ontwikkelingsmogelijkheden. Een
aantal van hen zal door hun bijzondere talenten excellente
prestaties kunnen leveren. Wil je die excellente prestaties
in je klas en school realiseren, dan moet je gedifferentieerd
onderwijs bieden. http://bit.ly/1lcOpem
praktijkvoorbeelden, instrumenten, onderzoeken
en aanpakken.
Filter de database op uw onderwijssector en kies het thema of aspect
Selectie en begeleiding van (beginnende) leraren
waar u een hulpmiddel bij zoekt. Zo heeft u snel een overzicht van de
De meeste scholen hebben regelmatig een vacature. Soms ontstaan
vacatures onverwacht en is er tijdsdruk. Ook dan is een professionele
en zorgvuldige procedure gewenst. In beide gevallen is het handig om
over een standaardprocedure voor werving en selectie te beschikken.
In die procedure kan onderscheid worden gemaakt tussen tijdelijke
en ‘echte’ vacatures. Deze kwaliteitskaart heeft als doel u ideeën aan
te reiken voor een aanpak voor werving, selectie en begeleiding van
nieuwe leraren. http://bit.ly/Sd5aJK
hulpmiddelen die u kunt gebruiken. Werkt u bijvoorbeeld in het voortgezet
onderwijs en bent u op zoek naar handige tools rondom excellentie? In onze
database vindt u met deze zoekfilters onder meer een onderzoekspublicatie
over excellentie en de leeromgeving en een kwaliteitskaart over een
doorgaande leerlijn po-vo voor excellente leerlingen.
Als u gerichter wilt zoeken, bijvoorbeeld omdat u een
bepaalde tool of publicatie wilt vinden, dan kunt u ook zoeken
op trefwoord. Vervolgens kunt u binnen de resultaten weer
filteren op onderwijssector, thema/aspect, subthema en
categorie. Deze functie is ook handig als u bijvoorbeeld een
16
overzicht wilt krijgen van alle beschikbare kwaliteitskaarten
voor het primair onderwijs.
Docenten in het voortgezet onderwijs krijgen
dagelijks meer dan 150 leerlingen voor
zich in hun lessen. Ze zien deze leerlingen
doorgaans twee of drie keer in de week. Hoe
krijg je alle leerlingen aan het leren? In het
voorgezet onderwijs draait het om twee zaken
tegelijkertijd: de leerling en de vakinhoud.
Ongeacht het vak dat je geeft, voor iedere
docent is het belangrijk om goede instructie
te geven en daarbij leerlingen in de eigen
mogelijkheden te waarderen en te erkennen.
http://bit.ly/1jcFvrs
Kwaliteitskaart ‘Opbrengstgericht werken aan onderzoekend en
ontwerpend leren met behulp van de Vaardigheden Lijst Onderzoeken &
Ontwerpen (VLOO)’
Met behulp van de VLOO kun je zicht krijgen op vaardigheden van individuele leerlingen in je
groep. Dit kan je handvatten geven voor waar je bij deze individuele leerlingen extra aandacht aan
zou kunnen besteden. Je kunt ook de data van de individuele leerlingen samennemen, om zo te
kijken waar de meeste leerlingen in je groep bij gebaat zouden zijn. In deze kwaliteitskaart staat een
stappenplan beschreven om opbrengstgericht te werken met de VLOO. http://bit.ly/1qTxyw8
O
p het Talentstad –een vmbo met zo’n 470
leerlingen en 60 docenten- zijn de docenten
enthousiast aan de slag gegaan met het
verbeteren van het onderwijs. Er zijn verschillende
ontwikkelgroepen opgericht die bezig zijn met zaken
als loopbaanoriëntatie-begeleiding, vmbo-vernieuwing
en ICT. Een belangrijk aandachtspunt voor de school
is het verbeteren van de kwaliteit van het didactisch
klimaat.
“Ons pedagogisch klimaat is prima”, vertelt Bart
Valkenier, docent Natuurkunde. “Maar ons didactisch
klimaat behoeft enige vernieuwing. Op onze school
-bij teamleiding en
docenten- staat
didactiek daarom
hoog op de agenda.
Volgens mij kan ICT
Bent u die ambitieuze docent die in het nieuwe schooljaar
hier een belangrijke rol
weer aan de slag gaat met het verbeteren van de
bij spelen. Er zijn heel
onderwijskwaliteit? Meld u dan vóór 28 juni aan voor het
veel mogelijkheden als
leernetwerk Teach & Learn. Na het succes van de eerste
je ICT op een goede
tranche, waarbij het thema Opbrengstgericht werken
manier gebruikt. Op
centraal stond, is er besloten om vanaf schooljaar 2014onze school is hier
2015 een nieuwe lichting docenten de kans te geven te
nu alleen nog geen
werken aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit van
coherent beleid voor.”
hun school. Docenten wisselen gedurende een schooljaar
in regionale intervisiebijeenkomsten ervaringen uit met
Rebecca Baars,
elkaar. Daarnaast krijgen deelnemers middels intervisie
teamleider, beaamt
nieuwe inzichten op het gebied van verandermanagment
dit: “In de ontwikkeling
en opbrengstgericht werken. Het doel van het traject is
van ons pedagogisch
dat deelnemers de kennis en ervaringen die zij opdoen de
didactisch klimaat in
school inbrengen en na een jaar beter in staat zijn succesvol
onze school hebben
een interventie door te voeren. De hele school profiteert op
we de afgelopen jaren
die manier van Teach & Learn. In de tweede tranche is er
de focus gelegd op
plaats voor 150 docenten, deelname aan traject is kosteloos
de pedagogiek. Op dit
en alleen voor docenten van scholen die deelnemen aan
moment verschuiven
het programma School aan Zet. Voor meer informatie en de
wij onze focus van
mogelijkheid tot aanmelden gaat u naar de website
pedagogiek naar
www.schoolaanzet.nl.
didactiek, om zo
Aanmelding tweede tranche
Teach & Learn geopend
ONDERWIJSVERBETERING
DOOR BETERE INZET ICT
18
een verbeterslag te
realiseren. Tijdens het proces ontvingen wij via School
aan Zet een uitnodiging om twee van onze docenten
deel te laten nemen aan het intervisietraject Teach
& Learn.” Toevalligerwijs ontving Baars op datzelfde
moment een e-mail van Valkenier met zijn ideeën over
ICT en didactiek. De keuze om hem te laten deelnemen
was dan ook niet moeilijk volgens Baars: “Ik word
erg enthousiast als collega’s initiatief nemen om ons
onderwijs te verbeteren. Het is natuurlijk goed dat wij als
schoolleiding mooie ideeën hebben. Maar je wilt juist dat
die ideeën ook van docenten komen, dat zij gedreven
zijn en dat je hen vervolgens in hun kracht kunt zetten.”
Valkenier: “Ik denk dat de teamleiding mij heeft
gevraagd voor Teach & Learn, omdat ik probeer zo
vernieuwend mogelijk bezig te zijn en open sta om na
te denken over mijn lespraktijk. Ook kan ik collega’s
meenemen in nieuwe trajecten. Dit blijkt in de praktijk
overigens nog best lastig. Ik had een enquête uitgezet
onder mijn collega’s over hun gebruik van ICT, maar de
respons was laag. Bij Teach & Learn heb ik geleerd dat je
een idee beter niet per e-mail kunt verspreiden. Je moet
het laten zien, zodat mensen de meerwaarde kunnen
ervaren.”
“Bij Teach & Learn heb ik geleerd
dat je het moet laten zien, zodat
collega’s de meerwaarde kunnen
ervaren.”
De interventie van Valkenier is tijdens Teach & Learn
gegroeid. “Tijdens een Summercourse, onderdeel van
het traject, stond ‘Flipping the classroom’ centraal: je
vervangt de kennisoverdracht in de klas door video’s
en andere vormen van online instructie, die leerlingen
als huiswerk tot zich nemen. Daardoor komt er meer
tijd in de klas vrij voor het beantwoorden van vragen en
verdieping. Ook differentiatie wordt makkelijker. Ik vraag
leerlingen bijvoorbeeld een filmpje te bekijken en daarna
een online vragenformulier via Google Forms in te
vullen. Op die manier weet ik voor de les begint wie het
onderwerp heeft begrepen en wie niet. Mijn interventie
is inmiddels breder en omvat de aanpak van het
pedagogisch-didactisch klimaat en de rol van ICT daarin.
Met een ontwikkelgroep zijn we daarmee aan de slag. Er
valt veel te doen. We hebben bijvoorbeeld smartboards,
maar die worden over het algemeen gebruikt als scherm
en schrijfbord. We moeten laten zien wat de meerwaarde
is van ICT. Nu zien mijn collega’s ‘Flipping the classroom’
als iets waar ze veel tijd in moeten steken. We gaan hen
laten zien dat die tijdsinvestering ook tijd gaat opleveren
en de kwaliteit van je lessen ten goede zal komen.”
Voor Baars is het verkleinen van de discrepantie tussen
de kwaliteit van pedagogiek en didactiek een belangrijk
thema voor de komende jaren. “ICT past daar prima
in. Daarom zijn we erg blij met de interventie en de
plannen van Valkenier. We laten dit thema regelmatig
terugkomen op de teamvergaderingen. Nu zijn we
samen met de ontwikkelgroep aan het nadenken over
hoe we dit de komende jaren verder gaan ontwikkelen.
We gaan meer bij elkaar in de klas kijken, dat is best
spannend. En we willen de leerlingen betrekken.
Wat vinden zij aantrekkelijk onderwijs? Ik ben erg
enthousiast over wat we de komende tijd gaan doen.”
Het bezig zijn met de interventie en het intervisietraject
Teach & Learn is voor Valkenier erg motiverend. “Het
houdt me scherp om mijn eigen onderwijspraktijk onder
de loep te nemen. Dat vind ik een enorme meerwaarde
van dit traject. Als ik niet had meegedaan had ik
de plannen ook niet zo scherp en compact kunnen
presenteren aan de schoolleiding. Tegelijkertijd is dit
traject een stok achter de deur om ermee bezig te
blijven.”
19
S
LU S T RU M E E R S T D E K L A
D E LO O P BA A N VA N
MAIKE DEN HOUTING
H
et traineeprogramma Eerst de Klas bestaat vijf jaar. De
unieke combinatie van ervaring opdoen in het onderwijs,
een intensieve lerarenopleiding en het volgen van een
leiderschapsprogramma maakt nog ieder jaar zowel trainees als
scholen en bedrijven enthousiast.
Eindhoven Area, Netherlands | Education
Leeftijd
Functie
Education
Eerst de Klas is in 2009 gestart door toenmalig staatssecretaris Marja van
Bijsterveldt. Projectleider Lieke Kwantes is vanaf het begin betrokken bij Eerst
de Klas. “Er was een groot tekort aan academici in het onderwijs en daarom
zijn we met Eerst de Klas gestart. De eerste lichting bestond uit 19 trainees, 13
scholen en 10 bedrijven die allemaal even enthousiast waren om van start te
gaan. In het begin is het natuurlijk zoeken naar de juiste invulling, maar ik denk
dat we tevreden terug kunnen kijken want een half jaar later volgde de tweede
lichting trainees.”
https://www.linkedin.com/in/maikedenhouting
Hoe zou u uw loopbaan omschrijven?
Trots op Eerst de Klas
Vooral heel gevarieerd. Ik heb van alles en nog wat gedaan. Van het geologisch karteren van een
goudgebied in Australië tot het geven van workshops aan wiskundedocenten en lesgeven in het
reken-wiskundeonderwijs. Nog steeds doe ik heel afwisselend werk in het reken-wiskundeonderwijs.
In vijf jaar tijd hebben 86 alumni het programma met succes doorlopen.
Kwantes: “Als ik terugkijk op de afgelopen jaren ben ik vooral trots. Trots op
het enthousiasme van de trainees en de ontwikkeling die zij doormaken, op de
bedrijven die de talenten van de trainees erkennen en het maatschappelijke
karakter van het programma direct steunden en ik ben ook trots op de scholen
die zich in grote getale aanmelden en hun vertrouwen schenken.” Kwantes
kijkt dan ook positief naar de toekomst. “Ik ben benieuwd wanneer de eerste
alumnus als rector aan de slag gaat.”
Zoals wat?
Iedere week geef ik les aan twee iPad-klassen op een middelbare school. Ik verdiep me in de
mogelijkheden en de didactische meerwaarde van de iPad en andere ICT-toepassingen in de
wiskundeles. Daarnaast verzorg ik wat lessen rekendidactiek op de pabo en ben ik bezig met
auteurswerk, waarbij ik zowel geschreven als digitaal reken-wiskundemateriaal ontwerp van
basisonderwijs tot pabo.
fotografie: Jord Visser
Alumni aan het woord
Waarom heeft u voor het reken-wiskundeonderwijs gekozen?
Trainee van het eerste uur is Simon Verwer. Hoewel
er nog weinig bekend was over het programma,
was hij direct enthousiast: “Deelname aan Eerst
de Klas is een luxe: je krijgt de kans om ervaring
op te doen in twee werelden: het bedrijfsleven
en het onderwijs. Dat vond ik heel aantrekkelijk.”
Voor de praktijkervaring heeft Verwer zelf contact
opgenomen met het Teylingen College in Noordwijkerhout. “Toen ik de rector
vertelde over het programma van Eerst de Klas, stond hij direct open voor de
mogelijkheden en durfde hij het aan om deel te nemen. Dat is voor mij een
groot geluk geweest.”
Ook alumnus Marlies Heijdra van de tweede lichting
is blij met haar deelname. “Dankzij Eerst de Klas
heb ik een enorme ontwikkeling doorgemaakt
als persoon, maar ook als professional.” Heijdra
ging als leraar biologie aan de slag op het Joke
Smit College in Amsterdam. “Deze school heeft
veel vertrouwen in Eerst de Klas en ik ben blij dat
ik de kans kreeg me hier te bewijzen. Ik ben ervan overtuigd dat deelname
ook voor scholen aantrekkelijk is. Door het inzicht dat trainees tijdens het
leiderschapsprogramma krijgen in hun kwaliteiten, kunnen zij in de praktijk
initiatieven omzetten in acties. Dat is wat de trainees waardevol maakt.”
45 jaar
Deeltijd docent wiskunde en zzp’er
Geologie en tweedegraads lerarenopleiding wiskunde
Nadat ik mijn studie geologie cum laude had afgerond, besloot ik een tweedegraads
lerarenopleiding wiskunde te volgen. Simpelweg omdat er destijds maar weinig banen in mijn
studierichting waren. Toch heb ik geen moment spijt gehad van mijn keuze. Ik had nooit verwacht
dat ik dit zo interessant zou vinden!
Wat maakt uw werk bijzonder?
Wiskunde is een mooi vak. Ik ben dol op meetkundige activiteiten, op structuren en ja, ook op getallen.
Ik kijk met een soort reken-wiskundig oog naar de wereld en dat is erg leuk. Het maakt me enthousiast
voor het vak en dat enthousiasme probeer ik over te dragen. Ik kom op elk niveau leerlingen en
studenten tegen die angst voor rekenen hebben ontwikkeld. Dat vind ik heel jammer, want rekenen
is leuk en niet eng. Ik probeer leerlingen het zelfvertrouwen en daarmee uiteindelijk ook het plezier in
rekenen terug te geven. Dat gaat vaak met hele kleine stapjes, maar het lukt wel.
U klinkt als iemand die erg ambitieus is, klopt dat?
“Ik ben benieuwd
wanneer de eerste
alumnus als rector
aan de slag gaat “
Dat valt eigenlijk wel mee. Ik loop meer mijn eigen neus achterna door mijn ongeremde
nieuwsgierigheid en een kleine drang naar perfectie. Door de jaren heen ben ik een soort vakidioot
geworden, maar dat betekent niet direct dat ik een (reken-wiskunde)wereldverbeteraar wil zijn. Ik ben
iemand die ieder piepklein stapje voorwaarts enorm kan waarderen.
Hoe kijkt u tot nu toe terug op uw carrière?
Het is totaal anders gelopen dan dat ik op voorhand had verwacht. Als ik nu voor dezelfde keuzes
zou komen te staan weet ik niet of ik dezelfde weg in zou slaan, maar ik ben erg blij waar ik terecht
gekomen ben. Ik kom op plekken waar ik anders nooit gekomen was en ik ontmoet mensen die ik
anders nooit ontmoet had. Dat vind ik bijzonder!
21
COLUMN
DE ‘LERENDE’ SCHOOL
P L A N VA N A A N PA K
T O P TA LE N T E N 2 014 -2 01 8
“Uitdagend onderwijs voor álle kinderen, óók voor de kinderen
die meer uitdaging nodig hebben”, zo stelt staatssecretaris
Dekker in het Plan van Aanpak Toptalenten. “Onze meest
talentvolle leerlingen presteren onder hun kunnen. Te vaak
voelen ze zich niet uitgedaagd op school.”
maatregelen gepresenteerd, waardoor ook deze leerlingen
het uitdagende onderwijs krijgen dat zij verdienen. Op de
website www.talentstimuleren.nl vindt u onder meer veel
concrete tips, good practices en achtergrondinformatie. Ook
uitwerking van het plan van aanpak, door daar uw ideeën over
de inhoud van het plan te delen.
22
I
k zit met een vraag, zo eentje waar je
je hoofd over breekt; die je zomaar
hoofdpijn op kan leveren. Nou is hoofdpijn
heel normaal als je de hele dag in een
noodgebouw zit tijdens de verbouwing van
de school, maar dat is niet de achterliggende
reden. Ik probeer nu al een paar dagen -al
worstelend en schrijvend aan deze columnde volgende vraag te beantwoorden: Wat is
nou eigenlijk een ‘lerende’ school?
Ik ben een docent. En een mentor. En een
coach. En een loopbaanoriëntatiebegeleider.
En een toetsenmaker. En passant ben ik een
surveillant. Ik werk met ICT in de les. Ik ben
een schoolopleider. En een onderwijskundig
kartrekker.
In het plan van aanpak heeft staatssecretaris Dekker ruim 20
kunt u via www.talentstimuleren.nl bijdragen aan de verdere
HANNA NIEUWDORP
In 2011 heeft de SCOPE scholengroep MIKpunt
opgericht, het centrum voor Materialen,
Informatie en Kennis voor (hoog)begaafde
leerlingen van de SCOPE scholengroep.
Ook hebben zij de bovenschoolse plusklas
Kaleidoscope opgezet, waar (hoog)begaafde
leerlingen die op een van de SCOPE-scholen
zitten één dagdeel per week kunnen werken
aan hun portfolio, projecten en verschillende
andere activiteiten. Bij MIKpunt kunnen, naast de
ouders, ook de leerkrachten terecht. Zij krijgen
hier zoveel mogelijk tools aangereikt om de
(hoog)begaafde leerlingen in hun klas onderwijs
op maat te kunnen aanbieden. Nieuwsgierig? Ga
dan naar de website: http://bit.ly/1ktuKDy
Oud-leerlingen van OSG Sevenwolden deden
het minder goed dan je zou mogen verwachten
op het hbo. Om die reden is Sevenwolden
dit schooljaar gestart met het International
Business College om ook een goede havo
te zijn voor leerlingen die meer en andere
uitdagingen nodig hebben. De school wilde
hiermee de aansluiting met het hbo versterken
én ervoor zorgen dat leerlingen betere keuzes
maken. Leerlingen met het profiel Economie &
Maatschappij uit havo 4 en havo 5, krijgen één
dag in de week les in het vak ondernemerschap.
Ook hierover kunt u meer lezen op de website:
http://bit.ly/QKLjjV
Om docent te mogen worden heb ik een
opleiding aan de universiteit gevolgd.
Op school kreeg ik verschillende
cursussen die mij leerden om te gaan
met mentorleerlingen. Een aantal jaren
opleiding zorgt er nu voor dat ik probeer de
juiste vragen te stellen aan mijn coachees.
Binnenkort krijg ik een training in het
begeleiden bij het kiezen van een goede
loopbaan. Ik overleg over het maken
van de juiste toetsen met een op school
rondlopende expert. De e-coaches trainen
me op ICT gebied. Als onderwijskundig
kartrekker ben ik regelmatig in opleiding
of gesprek om te kijken hoe ik zo goed
mogelijk onderwijsvernieuwing in gang
kan zetten. Voor het surveilleren moet ik
misschien nog ‘even’ een cursus volgen:
“hoe-om-te-gaan-met-het-feit-dat-ik-alleenmaar-stil-zit-en-niks-anders-kan-doen.”
Dit alles maakt mij dus een lerende docent,
op een lerende school. Toch? Ik heb -en
heel veel collega’s met mij- immers al deze
cursussen en opleidingen gevolgd? Wat zijn
we op school met zijn allen on-ge-lo-fe-lijk
goed aan het leren!
Toch knaagt er iets: wat maken al deze
dingen uiteindelijk tot wie ik ben voor
de klas? Wie wij zijn voor de klas? Hoe
zorgen we dat we al deze opgedane kennis
bundelen en behouden? Hoe borgen we
wat we hebben geleerd? Hoe leren we van
elkaar voor de leerling? Want de hamvraag
blijft: wat leren mijn leerlingen hiervan? En
HOE leren mijn leerlingen dit?
Het gevaar van het zijn van een ‘lerende
docent’ of ‘lerende school’ is dat onze focus
verplaatst naar het ‘gedaan hebben van’ een
cursus of opleiding, in plaats van ons uit te
leVen in de praktijk: ons leslokaal.
Zo zouden we het Ontwikkelmodel Lerende
Organisatie ook kunnen benaderen. Mooi
dat we een aantal tools in hebben gezet,
en yes, we zitten op niveau 4. Weer wat
afgevinkt... Schoolleiders kunnen zich
eindeloos buigen over wat we moeten
doen om tot een niveau 5 te komen, daar
cursus na cursus voor organiseren, en ja, we
moeten ergens beginnen.
Máár, we zouden het ontwikkelmodel ook
meer kunnen zien als een kapstok om onze
cursussen, activiteiten, ideeën, speerpunten,
visie, et cetera aan op te hangen en als
een stimulans om met elkaar in gesprek te
blijven gaan over waarom we welke cursus
voor welk doel inzetten, hoe we het geleerde
met elkaar verbinden en hoe dat zich precies
vertaalt naar onze (gezamenlijke) lespraktijk.
Laten we elkaar eens de volgende vraag
stellen: Ben ik een lerende of een levende
docent?
Ik heb nog geen precies antwoord op mijn
vraag, maar we komen in de buurt. Laten we
het vooral geen hoofdpijndossier maken! Ik
pleit voor een leVende school!
Hanna Nieuwdorp is docent Engels in de
bovenbouw van het tweetalig VWO en coach
van (nieuwe) docenten op RSG Slingerbos/
Levant in Harderwijk. Ook zit zij in de
klankbordgroep van School aan Zet om mee
te denken over het Ontwikkelmodel Lerende
Organisatie.
23
Colofon
Dit magazine is een uitgave van School aan Zet.
Contact
Meer informatie over School aan Zet op www.schoolaanzet.nl
Adresgegevens Lange Voorhout 20, 2514 EE Den Haag
Postbus 556, 2501 CN Den Haag
Digitale nieuwsbrief aanmelden via [email protected]
Twitter @schoolaanzet
Coördinatie en teksten: Claudia Wijnants-Crama, Irene Boer en Martijn de Graaff
Fotografie en vormgeving: Stumedia.nl en Joeri Multimedia
Druk: Rijser Grafische Communicatie