School aan Zet MAGAZINE juni 2014 Handig e kwalite nieuwe Kijk sn itskaarten! el op p agina 17 // B A L A N S , S A A M H O R I G H E I D E N K WA LI T E I T // A A N PA K ‘ S A M E N LE R E N I N H O U D G E V E N ’ // D E P R O F E S S I O N A LI S E R I N G S T I P S VA N E LLE N E M O N D S // P L A N VA N A A N PA K TO P TA L EN T EN 2014 -2018 Ambitie met een grote A INHOUD BINNENKORT Een podium voor scholen bij de expo’s van School aan Zet Na twee succesvolle ronden expo’s organiseert School aan Zet in juni 2014 de derde serie expo’s. Expo’s zijn regionale bijeenkomsten waarop scholen hun succesvolle aanpak presenteren en met andere scholen van gedachten wisselen over allerlei actuele thema’s in de school. De expo’s zijn bedoeld voor iedereen die inspiratie op wil doen en geïnteresseerd is in schoolontwikkeling. U kunt zich nog aanmelden voor de expo op 10 juni in Amersfoort. Kijk op de website voor meer informatie en meld u gelijk aan: http://bit.ly/1gPnwst. Deelname aan de expo’s is kosteloos. Ook scholen die niet deelnemen aan School aan Zet zijn van harte welkom. Werkconferentie aansluiting PO-VO Op 11 juni 2014 organiseert School aan Zet in Utrecht de werkconferentie aansluiting PO-VO. Een goede inhoudelijke afstemming en samenwerking gericht op een soepele overgang PO-VO is van groot belang voor het welslagen van de schoolcarrière van leerlingen. Binnen het traject ‘Aansluiting POVO’ werken ruim 20 netwerken aan een betere overgang. Zij richten zich op de optimalisering van de overgang tussen PO en VO en het ontwikkelen van doorgaande leerlijnen Basisvaardigheden, Excellentie en Omgaan met verschillen. Met het programma van de werkconferentie willen we u inzicht geven in hoe u binnen een netwerk succesvol kunt samenwerken aan een soepele overgang. Alle PO- en VO-scholen die zich hierin willen verdiepen en alle scholen die al deelnemen in de netwerken van het traject ‘Aansluiting PO-VO’ zijn van harte welkom. Meer informatie over de werkconferentie aansluiting PO-VO en de mogelijkheid tot aanmelden vindt u op de website: http://bit.ly/1epwIVZ. Deelname aan de werkconferentie aansluiting PO-VO is kosteloos. Edutopia. Leren ontregelen. Het onderwijslandschap is continu in beweging. Nederland kent tal van scholen en schooltypen die allemaal het begrip onderwijs nét iets anders aanpakken. Ze hebben toch één ding gemeen: de aanpakken zijn gestoeld op een onderwijskundige methode of visie en scholen bewegen zich binnen een vastgesteld kader. Hoewel de grenzen worden verkend, zorgen de kaders er wel voor dat de ruimte om écht vernieuwend onderwijs te ontwikkelen kleiner is dan wellicht gewenst. Wat gebeurt er als professionals uit het onderwijsveld en bedrijfsleven de volledige vrijheid krijgen bij het inrichten van het onderwijs? De proef wordt op de som genomen tijdens Edutopia, een conferentie waarin kaders en begrenzingen worden weggedacht en vorm wordt gegeven aan het onderwijs van de toekomst. Edutopia is een initiatief van trainees van Eerst de Klas. De conferentie vindt plaats op vrijdag 13 juni 2014 op Landgoed De Horst (Horst 1 in Driebergen). Onder meer Ruud Veltenaar, Jan van Rossum en Bart Heuvingh verzorgen een sessie deze dag. Meer informatie en de mogelijkheid tot aanmelden vindt u via www.edutopiaconferentie.nl. 4. Balans, saamhorigheid en kwaliteit De kernwoorden van de Josephschool in Bloemendaal zijn balans, saamhorigheid en kwaliteit. Het kind staat hierbinnen centraal en ze streven naar een optimale leeromgeving waarin die drie pijlers het fundament zijn. Indien een kind een specifieke onderwijsbehoefte heeft, kijken ze gezamenlijk wat ze een kind kunnen bieden. 10. Aanpak ‘Samen leren inhoud geven’ Samen met scholen en besturen in het primair en speciaal onderwijs, heeft School aan Zet een aanpak ontwikkeld waarin het bouwen aan de structuur en cultuur van samen leren wordt versneld en versterkt. 18. Onderwijsverbetering door betere inzet ICT Op het Talentstad zijn de docenten enthousiast aan de slag gegaan met het verbeteren van het onderwijs. Er zijn verschillende ontwikkelgroepen opgericht die bezig zijn met zaken als loopbaanoriëntatie-begeleiding, vmbo-vernieuwing en ICT. Een belangrijk aandachtspunt voor de school is het verbeteren van de kwaliteit van het didactisch klimaat. Ook in dit magazine: 8 ‘Samen Leren Inhoud Geven’ in Lunteren 11 De professionaliseringstips van Ellen Emonds 12 Dag op stap met Albert Sluiter 14 Strategische keuzes vragen om draagvlak 21 De loopbaan van Maike den Houting 22 Plan van Aanpak Toptalenten 2014-2018 Zo richting de zomervakantie zijn we weer in groten getale aan de slag met het beleid, de aanpak en activiteiten voor het volgende schooljaar. Even een moment om onszelf de vraag te stellen welke ambities we nastreven, welke visie we hebben en hoe we die denken te realiseren. Veel minder vaak nemen we de tijd voor de vraag ‘wat of wie we wíllen zijn’. Op 24 maart heb ik Luitenant-generaal Mart de Kruif mogen ontmoeten op onze studieconferentie ‘Samen Leren Inhoud Geven’ in Lunteren. Ook hij sprak over het belang van de vraag ‘wie we (willen) zijn’ als onderdeel van ambitie. Hij stelde daarin dat ambitie samengaat met passie en met bevlogenheid. Hij noemde daarbij drie kernwaarden voor de Landmacht, kernwaarden die eigenlijk universeel te noemen zijn en ook best van toepassing zijn op onderwijs. Het ging om MOED (durven we de randen op te zoeken van onze opdracht, gewoon omdat we gemotiveerd zijn), TOEWIJDING (het vermogen om te kunnen handelen in de geest van de opdracht en daar ook in te vertrouwen en optimistisch willen zijn) en VEERKRACHT (het kan niet altijd goed gaan, we moeten fouten dúrven maken en ons snel willen aanpassen aan een veranderende omgeving). Over leidinggeven was hij duidelijk: “Helder water stroomt van boven” en “Leidinggeven is het bewust richting geven aan het gedrag en het inspireren van anderen om het gezamenlijke doel te bereiken”. De reacties van de aanwezigen waren unaniem enthousiast. Zo ziet u maar weer: er valt veel te leren van andere sectoren en vakgebieden. Op pagina 8 vindt u een sfeerverslag van de studieconferentie. Diezelfde week was het ook de Week van Passend Onderwijs en stond het omgaan met verschillen in de klas centraal. Want ook daar hebben we hoge ambities. Maar hoe realiseren we die ambities eigenlijk? Er zijn al talloze goede initiatieven door het hele land te vinden. Op de Josephschool in Bloemendaal speelt het altijd al een belangrijke rol om kinderen een passende onderwijsplek te bieden Op pagina 4 kunt u hier meer over lezen en vertelt Maud de Zwart-Goedemans, IB’er van de school, hoe zij ermee omgaan. Voor nu wensen wij u een fijne zomervakantie toe en we hopen u volgend schooljaar weer te kunnen begroeten. Tot dan! Met vriendelijke groet, Fabiènne Hendricks Programmamanager School aan Zet 3 I eder kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Daarom worden scholen vanaf 1 augustus 2014 verplicht om leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte een passende onderwijsplek te bieden. Passend onderwijs staat voor veel scholen hoog op de agenda. Maar wat betekent dit eigenlijk? Marléone Goudswaard, één van de experts voor speciaal onderwijs van School aan Zet, legt uit: “Sommige kinderen hebben behoefte aan extra ondersteuning. Bijvoorbeeld doordat zij zich moeilijker kunnen focussen op de leerstof of doordat zij juist makkelijk kunnen leren. Deze kinderen kunnen regulier onderwijs volgen, met extra hulp, zorg of een aangepast aanbod. Vanaf nu is het aan de school om te kijken welke ondersteuning een kind nodig heeft en hoe de school dit kan arrangeren. Ik vind het belangrijk dat er aan deze kinderen geen label wordt gehangen; het zijn alleen kinderen die extra of andere ondersteuning nodig hebben.” Passend onderwijs begint bij de overeenkomsten goed in een klas kan meedraaien. Per kind moet de school kijken naar de behoeften en de vraag stellen: hoe gaan we dat regelen?” De Josephschool in Bloemendaal Een school die volgens Goudswaard goed werkt aan passend onderwijs is de Josephschool in Bloemendaal. Maud de Zwart-Goedemans is hier sinds dit schooljaar intern begeleider. “Kinderen een passende onderwijsplek bieden speelt altijd al een belangrijke rol bij ons op school. In de afgelopen tien jaar hebben wij geen kinderen hoeven doorverwijzen naar speciaal onderwijs. Dat komt niet alleen door onze populatie, maar ook doordat wij het passend onderwijs goed inrichten. Dat vind ik een mooi compliment. De kernwoorden van onze school zijn balans, saamhorigheid en kwaliteit. Het kind staat hierbinnen centraal en we streven naar een optimale leeromgeving waarin die drie pijlers het fundament zijn. Indien een kind een specifieke onderwijsbehoefte heeft, gaan we gezamenlijk kijken wat wij een kind kunnen bieden.” Het onderwijs is een reis De school in Bloemendaal biedt kinderen de hulp die zij nodig hebben. De Zwart-Goedemans: “Wij hebben een hoog percentage makkelijk lerende kinderen. Voor deze kinderen hebben we een Voor ieder kind de beste kansen Maatklas ingericht Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig met onderwijs op hebben. Passend onderwijs beoogt dat zo veel mogelijk leerlingen regulier onderwijs maat. Maar ook kunnen volgen. Want zo worden ze het best voorbereid op een vervolgopleiding en voor ernstig zieke doen ze zo goed mogelijk mee in de samenleving. Het speciaal onderwijs verdwijnt kinderen of kinderen niet. Kinderen die het echt nodig hebben, kunnen nog steeds naar het speciaal met het syndroom onderwijs. Voorheen moesten ouders van een kind dat extra ondersteuning nodig van Down regelen heeft, zelf op zoek naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders wij de zorg die zij hun kind aan bij de school van hun keuze en heeft de school de taak om het kind nodig hebben.” Of een passende onderwijsplek te bieden. Op de eigen school, of op een andere school de Josephschool in het reguliere onderwijs of het (voortgezet) speciaal onderwijs. Meer handige het anders aanpakt informatie, tips en praktijkvoorbeelden vindt u op dan andere scholen www.passendonderwijs.nl. weet De ZwartGoedemans niet: “Als je het onderwijs volgens Goudswaard: “Passend onderwijs begint bij vergelijkt met een reis, dan denk ik dat iedere school de overeenkomsten. Een school dient zichzelf eerst te dezelfde reis aflegt. Onderweg kom je echter allemaal vragen: wat is ons basisaanbod en wat doen wij goed? andere beproevingen tegen. Natuurlijk zijn er scholen Van daaruit gaat de school per leerling kijken wat voor die meer doorverwijzingen hebben dan wij, maar extra zaken er nodig zijn om een leerling met een uiteindelijk streven we allemaal hetzelfde doel na.” extra ondersteuningsbehoefte tegemoet te komen.” Dat klinkt wellicht logisch, maar dat is het niet volgens Wet passend onderwijs Goudswaard: “We kijken snel naar de belemmeringen. De invoering van de Wet passend onderwijs vindt De Uiteindelijk is het belangrijk dat we kijken of een kind Zwart-Goedemans een goede vooruitgang. “Het is Dit betekent echter niet dat een school direct moet kijken naar de extra voorzieningen die nodig zijn B A L A N S , SA A M H O R I G H E I D E N K WA LI T E I T 4 5 “Onderweg kom je allemaal andere beproevingen teg en.” fijn dat passend onderwijs nu op de kaart wordt gezet en we er allemaal voor willen zorgen dat we kinderen een passende onderwijsplek kunnen bieden in hun eigen omgeving.” Bovendien denkt De Zwart-Goedemans dat het goed is dat alle kinderen leren omgaan met verschillen. “De kinderen zonder extra onderwijsbehoeften leren makkelijker accepteren en tolereren dat kinderen met extra behoeften er ook bij horen. Het is dus voor beide groepen een goede stap. Iedereen krijgt het onderwijs geboden dat hij of zij nodig heeft en samen kijken we naar de juiste weg die we daarvoor moeten bewandelen.” Samenwerking essentieel Een belangrijke factor voor het aanbieden van passend onderwijs is volgens De ZwartGoedemans de samenwerking. “Om ieder kind tegemoet te komen in de onderwijsbehoeften, moet je zoeken naar de goede richting. Dat hoef je echter niet alleen te doen. Maak vooral gebruik van de expertise van anderen. Ik ga vaak in gesprek met ambulant begeleiders, leerkrachten uit het speciaal onderwijs en leraren van onze school, maar ook met andere IB’ers. Je hebt nou eenmaal niet zelf alle kennis in huis en daarom wisselen we kennis uit en delen we ervaringen.” De intern begeleider vindt het een voordeel dat ze op zoveel mensen kan terugvallen. “Je staat er niet alleen voor om de zorg voor een kind te dragen en dat is een ontzettend fijn gevoel. Het houdt niet op bij de kennis van een intern begeleider; daar zit een groot netwerk achter.” Samenwerkingsverband ZuidKennemerland Een partij waar De Zwart-Goedemans nauw mee samenwerkt is het Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland. Lucas Rurup, directeur van het samenwerkingsverband, is eveneens blij met de invoering van de nieuwe wet. “De nieuwe wet geeft ons veel meer mogelijkheden om te doen wat we willen: scholen de ruimte geven om 6 zelfstandig te kijken naar het onderwijs dat bij de leerlingen past.” De 80 basisscholen die onderdeel uitmaken van het samenwerkingsverband zijn al een jaar eerder met passend onderwijs van start gegaan. “Onze scholen zijn in augustus 2013 zeer enthousiast en vol lef gestart met passend onderwijs en ik kan zeggen dat dit heel goed gaat. Sinds ik vijf jaar geleden als directeur aan de slag ben gegaan, werken we echter al aan passend onderwijs en hebben we de structuur omgegooid. Dat is een hele stap geweest, maar ik kijk tevreden terug op dat proces.” Betrokkenheid scholen Door de nieuwe wet gaat passend onderwijs echt leven op de scholen volgens Rurup. “De thema’s waar we aan werken in het kader van passend onderwijs, zoals omgaan met verschillen en gedifferentieerd werken, spelen natuurlijk altijd al een belangrijke rol op onze scholen. Een wetsverandering in Den Haag betekent niet dat de kinderen ineens veranderen. De nieuwe wet zorgt er echter wel voor dat passend onderwijs een nieuwe impuls krijgt.” Scholen hebben meer eigen verantwoordelijkheid en Rurup merkt dat dit voor meer betrokkenheid zorgt. “Scholen worden extra gestimuleerd om de eigen verantwoordelijkheid te nemen. Dit levert nieuwe uitdagingen op en zorgt voor meer betrokkenheid. Dat is natuurlijk mooi om te zien.” Pioniers in Passend onderwijs Het primair onderwijs in Zuid-Kennemerland en het voortgezet onderwijs in Utrecht en Stichtse Vecht en Helmond-Peelland, zijn een jaar eerder gestart met passend onderwijs. Dit betekent dat de scholen in die regio’s al per 1 augustus 2013 een zorgplicht hebben. Ze zijn vanaf die datum verantwoordelijk om een passend onderwijsprogramma te bieden voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Wilt u weten hoe deze drie regio’s passend onderwijs hebben ingevuld? Kijk dan op de website: http://bit.ly/QA30lF. 7 E I T N E R E F N O C E I D U T S O S PO/ 4 1 0 2 N E R LUNTE Jaarlijks worden er meer dan duizend mensen uit het onderwijsveld met én door elkaar geïnspireerd tijdens de studieconferentie in Lunteren. Heeft u het dit jaar onverhoopt gemist? Houd dan de website www.schoolaanzet.nl in de gaten en zorg dat u er volgend jaar ook bij bent! De studieconferentie vindt dan plaats op 23, 24 en 25 maart 2015, noteer de data alvast in uw agenda! REN E T N U L N I ’ N GEVE D U O H N I N E ‘SAMEN LER Maak van de school een lerende organisatie. Teamleden die hun talenten kunnen ontplooien, gaan beter om met veranderingen. Dit zijn twee belangrijke boodschappen van de driedaagse studieconferentie ‘Samen Leren Inhoud Geven’ van eind maart Lunteren. Ruim 1.400 schoolleiders, intern begeleiders, leraren, directeuren en bestuurders uit het primair en speciaal onderwijs leren op deze conferentie van én met elkaar. Ruimte geven i n Het is al vroeg dringen op maandag 24 maart bij de inschrijfbalie in Congrescentrum De Werelt in Lunteren. Voor de eerste dag van de conferentie hebben ruim 600 mensen zich aangemeld. “We nemen deel aan een traject van School aan Zet”, zegt een locatiedirecteur uit Haaren (Noord-Brabant). “Mensen wachten op sturing, maar het moet uit henzelf komen.” Een bouwcoördinator uit Rijsenhout vertelt: “Ik was hier vorig jaar ook. Ik heb veel profijt gehad van de handvatten die ik heb meegekregen. Dit jaar ga ik aan de slag met professionele leergemeenschappen en ik ga naar de lezing over Executieve functies bij kleuters.” Ook een schoolleider uit Coevorden heeft goede ervaringen met de conferentie. “Vorig jaar waren wij met alle directeuren van de stichting aanwezig. Dat is zo goed bevallen dat we er een traditie van maken” 8 De sessies geven steeds een eigen accent aan het thema lerende organisatie. Zo gaat de sessie ‘Verandermanagement: de weg naar een succesvolle verandering’ in op ruimte geven en eigenaarschap. Basisschoolleider Henny Korenromp vertelt hoe haar school intensief ging samenwerken met een ZML-school. “Er is krimp in onze regio. Wij hadden lokalen leeg staan. Tegelijk groeide het speciaal onderwijs. Twee groepen van de ZML-school zijn bij ons ingetrokken. Als directeur heb ik bewust niet opgelegd hoever de integratie van de groepen zou gaan. Leraren hebben dat met elkaar besloten en er blijkt steeds meer te kunnen. Eerst werd alleen Sinterklaas gezamenlijk gevierd, nu doen we ook samen muziek en bewegen. En het mes snijdt aan twee kanten: SO-leerkrachten zien dat je meer kunt verwachten van ZML-leerlingen dan zij tot dan toe gewend waren en de reguliere leerkrachten leren hoe je kunt omgaan met speciale leerbehoeftes.” Belangrijke succesfactoren bij deze verandering zijn een enthousiaste leidinggevende en vooral veel ruimte voor eigen invulling van de medewerkers aan de twee scholen. Vrijheid om te leren Na het welkomstwoord van Fabiènne Hendricks, programmamanager School aan Zet, is het eerste onderdeel van de dag een keynote-speech van Mart de Kruif. De Kruif is Luitenantgeneraal en commandant Landstrijdkrachten. Maar wat heeft het onderwijs nu eigenlijk met Defensie te maken? Veel, zo blijkt. “Ook Defensie is een lerende organisatie”, legt De Kruif uit. “Als je een beginnend officier veel vrijheid geeft, maakt hij of zij fouten. Dat moet kunnen. Als je wordt afgerekend op je fouten, kun je niet leren. Een goede coach spreekt je aan op de punten die je kunt verbeteren.” De deelnemers zijn enthousiast over de lezing. “Eerst dacht ik: wat heeft die militair ermee te maken. Nu zie ik wel connecties”, zegt een intern begeleider. “Het is een heel andere invalshoek. Dat is verfrissend”, vindt haar collega. Ontwikkelmodel Tijdens de sessie over het Ontwikkelmodel ‘Samen Leren Inhoud Geven’ van School aan Zet, blijkt hoeveel scholen al aan de slag zijn met ‘de lerende organisatie’. Het ontwikkelmodel is een instrument: een school kan hiermee een eigen koers bepalen. “Onze school steekt in op talenten van leerlingen en van onszelf”, zegt een deelnemer. “We hebben onderzoeksteams en kennisteams ingericht.” Een andere school heeft de intern begeleider ‘afgeschaft’. “Alle leerkrachten zijn ib’er geworden. We hebben het opgenomen in de taakuren en kunnen nu kleinere klassen maken. Over een jaar bekijken we of we zo verder gaan. Aan het overleg hebben we intervisie toegevoegd.” Een directeur van een school die is ‘opgegaan’ in een Kindcentrum vertelt: “We zijn bezig met collegiale consultatie. Een van de instrumenten die we inzetten is ‘scaling’: je geeft aan waar je zelf goed in bent en wat je van een ander wilt leren. Zo ontdekken we onvermoede talenten bij de leerkrachten en kunnen we van elkaar (blijven) leren.” 9 A A N PA K ‘ S A M E N L E R E N INHOUD GEVEN’ “Hoe inspireren wij elkaar om te blijven leren? Als schoolteam zijn wij dagelijks bezig met het leren en ontwikkelen van onze leerlingen. Wij willen ze actief betrokken houden bij het onderwijs en verantwoordelijk maken voor hun eigen leerproces. Wij vragen onze leerlingen om samen te werken en van elkaar te leren. Maar hoe kijken wij naar ons eigen leren en benutten wij elkaars kennis voldoende? Hoe kunnen wij als team samen leren met het doel het onderwijs steeds beter te maken voor onze leerlingen.” Z e verruilde haar studie journalistiek voor een opleiding aan de pabo. Dat was een goede zet, want inmiddels werkt Ellen Emonds alweer negen jaar in het basisonderwijs en is voormalig Leraar van het Jaar. Ze geeft les aan 39 leerlingen in groep 7/8 op basisschool de Bonckert in Boxmeer. Door haar jarenlange ervaring in het onderwijs heeft Emonds enkele belangrijke tips voor andere leraren. Dit is een situatie die we bij veel School aan Zet-scholen tegenkomen “Hoe inspireren wij elkaar om te blijven leren?” is de kernvraag die deze scholen zichzelf stellen. Het antwoord vinden op die vraag is de uitdaging waar wij nu voor staan. Waarom Samen leren inhoud geven? 77% van de aan School aan Zet deelnemende scholen in het primair onderwijs en 92% van scholen in het (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs formuleert een ambitie met als focus de ontwikkeling naar een meer professionele organisatie, gericht op hogere opbrengsten en op samen leren. De scholen geven aan de inhoudelijke thema’s (Omgaan met verschillen, Basisvaardigheden, Excellentie & Hoogbegaafdheid en Wetenschap & Techniek) te willen verbinden met de opbrengstgerichte en lerende organisatie. Die ambitie brengt ze op vragen als: Wat is een lerende organisatie en hoe geven wij daaraan vorm en inhoud? De scholen willen meer inzicht krijgen in waar zij nu staan in hun organisatieontwikkeling en hoe zij de eigen verandercapaciteit kunnen mobiliseren. Met als doel het onderwijs aan leerlingen nog beter te maken. School aan Zet heeft de afgelopen maanden samen met een aantal scholen en besturen in het primair en speciaal onderwijs nagedacht over een manier om het antwoord op deze vragen te vinden. Samen met deze scholen en besturen is een aanpak ontwikkeld waarin het bouwen aan de structuur en cultuur van samen leren wordt versneld en versterkt. • • Hebben een schoolleiding die richting geeft aan en voorziet in facilitering van (medewerkers in hun bijdrage aan) de schoolontwikkeling. Kenmerken zich doordat medewerkers op elkaar kunnen bouwen, samen leren en samenwerken In deze organisaties: • Wordt meer en vaker van en met elkaar geleerd • Ervaren medewerkers de school als een prettige werkplek • Kunnen snel en effectief veranderingen worden doorgevoerd Hoe ziet de aanpak eruit? De aanpak ‘Samen leren inhoud geven’ is een aanpak die wordt toegesneden op uw vraag en situatie. Vaste onderdelen hiervan zijn onder meer een expert als kritische vriend, leernetwerken en een catalogus met goede aanpakken van andere scholen en besturen. 10 “Het is enorm belangrijk dat iedere leraar leert luisteren naar zijn of haar morele kompas; vaak weet je intuïtief wat een kind nodig heeft en wat de ontwikkeling van een kind goed doet. Soms laten we ons leiden door de waan van de dag of de organisatie. Maar ik denk dat het belangrijk is om naar je hart te luisteren. Dat is niet altijd makkelijk, vooral wanneer de druk van resultaten en presteren gevoeld wordt. Probeer na te gaan waarom je ooit leraar bent geworden en houd daar aan vast. Daar heb ik zelf veel tijd en energie in gestoken. Door met mensen in gesprek te gaan, te achterhalen wat ik belangrijk vind in het leven en wat ik belangrijk vind voor de kinderen aan wie ik les geef.” Kinderen voorop “Kijk eerst naar de kinderen en dan pas naar de aanpak. Het kind staat voorop en dat komt soms in het gedrang door protocollen en handelingsplannen. Een protocol kan nooit voorrang hebben op een kind. Leraar zijn is een heel dankbaar en liefdevol beroep. Wat mij dan ook aanspreekt aan het onderwijs, is dat je zo dicht bij de ontwikkeling van kinderen mag komen en dat je daar zelfs een bijdrage aan mag leveren. De kinderen zijn niet van ons, zij zijn van zichzelf. Ze hebben alles al in huis, soms hoeft het alleen nog zichtbaar te worden. Om je daarin te bekwamen is het belangrijk om te blijven leren en jezelf te blijven ontwikkelen: lees literatuur, bezoek lezingen en ga in gesprek met collega’s.” Inspiratiebron Wat levert deze aanpak u op? Scholen en besturen die een lerende organisatie zijn: • Verbeteren zich continu om doelen te bereiken • Stellen de professionaliteit van alle medewerkers centraal • Hebben medewerkers die allemaal een bijdrage leveren aan de schoolontwikkeling DE PROFESS IONAL ISER INGST IPS VA N E L L E N E M O N D S Ook Samen leren inhoud geven? Bent u met de scholen binnen uw bestuur ook bezig om het samen leren vorm te geven? Of wilt u een start maken met het ontwikkelen naar een lerende organisatie? Neem dan contact op via [email protected] / 070-3119719 “Durf je bloot te geven en met anderen in gesprek te gaan. Wat vind je moeilijk? Waar heb je hulp bij nodig? Wie kan jou helpen? Dit betekent dat je jezelf kwetsbaar op moet kunnen stellen. Kwetsbaarheid is geen zwakte, het is juist een kracht. De professional die durft te twijfelen, leert het meest. Wat heeft een ander waar jij iets mee kan en hoe kan jij iemand anders weer verder helpen? Deel mooie en kwetsbare verhalen en doe er je voordeel mee. Ik heb bijvoorbeeld veel geleerd van mijn zus die ook leraar is. Zij is voor mij een inspiratiebron en dat hoop ik ook voor anderen te zijn.” “Kijk eerst naar de kinderen en dan pas naar de aanpak“ 11 EEN DAG OP STAP MET A L B E R T S LU I T E R Ik vind School aan Zet een ik de tien scholen van Ess prachtig ambitieus en waa rdevol programma. Daarom entius ook aangemeld. Inm themagesprekken per sch heb ool plaatsgevonden en van iddels hebben de ambitie - en daag hebben we een bes preking met de directeuren van de scholen en Jacqueline Goe dhart, expert van School aan Zet, om de voortgang te bespre ken.” Albert Sluiter is directeur-bestuurder van Essentius; een stichting waaronder tien katholieke basisscholen uit de Oude IJsselstreek en Aalten vallen. Sinds twee jaar werkt Essentius samen met School aan Zet. Vandaag staat er onder andere een directeurenoverleg met een expert van School aan Zet op het programma en Sluiter neemt ons mee. Zet is de aan School aan van deelname l ee rd olteam de on sc r door een ho Een ande stenen. Dit zijn uw bo de n va a. De scholen ontwikkeling n bepaald them ee op n ke ak np zoals ontwikkelde aa eigen thema’s, n ieder aan hun ke er w s chillen. Het iu rs nt ve se van Es Omgaan met en RM H n, ke ht wer tot mooie Opbrengstgeric d om te komen en id le ds ee st et elkaar is leren van en m opbrengsten. twikkelingen of on s, je jk ki or do 12 Hoe staan w e ervoor en hoe verder? organiseren We onze eigen te genkracht, zi scherp en el jn kaars kritisc he vrienden niet alleen be . D at is langrijk, maa r ook nog ee ontzettend le ns uk! 13 I n maart 2014 rondde Frans Claassens, rector Rythovius College in Eersel, het schoolplan 2014-2018 af. Hoewel Claassens het plan op papier heeft gezet, is de definitieve versie in nauwe samenwerking met alle medewerkers van de school tot stand gekomen. “In het schoolplan komen de plannen voor de komende vier jaar aan bod. Uiteraard moeten deze plannen gedragen worden door de mensen op de werkvloer. Daarom vonden we het belangrijk dat alle medewerkers de kans krijgen bij te dragen aan de toekomstplannen van onze school. Voorheen heerste het gevoel dat de schoolleiding hoofdzakelijk de besluiten nam en de medewerkers daar niet bij betrokken werden. Daarom hebben we het deze keer anders aangepakt.” Krimp “Een probleem waar wij als school mee kampen is de demografische krimp. Daar krijgen wij, net als andere scholen in de omgeving, veel last van. Dat raakt iedereen binnen onze school; kunnen we met hetzelfde personeel door? Moeten er mensen omgeschoold worden? Blijven we dezelfde vakken aanbieden? De keuzes voor de komende jaren zijn belangrijk. Dat is een extra reden waarom we zoveel mogelijk partijen bij het schoolplan hebben betrokken; onze medewerkers, maar ook de gemeenten en basisscholen uit de omgeving. “Hoe zien onze medewerkers de toekomst?” Drie fases S T R AT E G V R AG E I S C H E K E UZ ES N OM D R A AG V LAK 14 “Het schoolplan is in drie fases tot stand gekomen. Tijdens de eerste fase hebben we een externe onderzoeker ingehuurd om bij tien basisscholen te inventariseren hoe zij naar onze school kijken: wat gaat goed en wat kan beter? Op basis van de eerste fase hebben we een eerste conceptversie opgesteld met het managementteam. De tweede fase was echter het belangrijkst: hoe zien onze medewerkers de toekomst van het Rythovius College?” Brainstormsessies “Tijdens de tweede fase kwamen alle 130 medewerkers bij elkaar om hierover te brainstormen. Het is niet alleen nuttig, maar ook nog eens leuk om te horen waar iedereen mee komt. De meeste medewerkers waren erg enthousiast over deze dag; zij kregen het gevoel gehoord te worden. Daarnaast heb ik gemerkt dat het mensen in beweging brengt; ze denken actief mee en willen ook hun steentje bijdragen. Het managementteam heeft hier veel van opgepikt en ik ben aan het schrijven gegaan.” Je moet het samen doen “Na enkele conceptversies hebben alle docenten er nog een keer naar kunnen kijken (derde fase) en nu ligt de eindversie op tafel. Ik denk dat de totstandkoming van dit schoolplan goed laat zien waar wij voor staan; iedereen heeft talent en dat mag gezien en ontwikkeld worden. De slogan van onze school is niet voor niets; accent op jouw talent. Persoonlijk vind ik het heel belangrijk dat zowel onze medewerkers als de leerlingen het gevoel hebben dat ze gehoord worden en de kans krijgen om hun dromen te verwezenlijken. Je moet het samen doen.” Medewerkers aan het woord Jorine Ham, docent wiskunde, kijkt tevreden terug op de samenwerking: “We werden echt aan het denken gezet. Het is fijn om met collega’s te brainstormen en samen te kijken wat we belangrijk vinden. Ik werk hier pas 2,5 jaar en was er bij het opstellen van het vorige schoolplan niet bij, maar ik vond de brainstormdag erg fijn”. Annelies Blox werkt op de leerlingenadministratie en is ook erg enthousiast over de samenwerking omtrent het schoolplan: “Je merkt echt dat je gehoord wordt en dat is belangrijk. Ik werk hier al heel wat jaren en dit keer werd er naar mijn mening echt geluisterd.” Geïnspireerd geraakt? Bekijk dan op de website hoe het Rythovius College het aanpakt om het schoolplan met álle medewerkers op te stellen: http://bit.ly/1ro1MG9 15 K WA L I T E I T S K A A R T E N V E R N I E U W D E O N L I N E DATA B A S E O P W W W . S C H O O L A A N Z E T. N L Gericht zoeken naar hulpmiddelen voor uw professionalisering en schoolontwikkeling Op de website van School aan Zet vindt u allerlei & P U B LI CATI E Kwaliteitskaart ‘Differentiatie op taakgerichtheid’ In een oogwenk komt alles bij elkaar: een leerling die niet aan het werk gaat, de stof die vandaag op het programma staat en van de klas even doorpakken vraagt, de visie van school of minister: via de lessen de talenten van alle leerlingen ontwikkelen. Hoe doe je dit in dat ene moment? Wat krijgt voorrang? Wat is de juiste balans? Omgaan met verschillen speelt zich voortdurend af in deze ‘20 seconden’. Een docent maakt op zo’n moment voortdurend keuzes om te kunnen handelen. Van belang is daarbij een goed beeld te hebben van de leer-en gedragskenmerken van de leerlingen in de groep. http://bit.ly/1i1CLe8 hulpmiddelen voor uw professionalisering en schoolontwikkeling. Om het zoeken in deze Kwaliteitskaart ‘Inzicht in pedagogische en didactische onderwijsbehoeften’ middelen voor u te vergemakkelijken, is de online database opnieuw vormgegeven en de zoekfunctie verbeterd. Via het tabblad ‘Thematische inhoud’ Publicatie ‘Excellentie en Differentiatie’ kunt u vanaf nu uitgebreid zoeken in bijna 500 Excellentie en differentiatie zijn in het onderwijs onlosmakelijk met elkaar verbonden. Elke leerling verdient het uitgedaagd te worden om zijn of haar talenten optimaal te ontwikkelen. Maar leerlingen verschillen in hun ontwikkelingsmogelijkheden. Een aantal van hen zal door hun bijzondere talenten excellente prestaties kunnen leveren. Wil je die excellente prestaties in je klas en school realiseren, dan moet je gedifferentieerd onderwijs bieden. http://bit.ly/1lcOpem praktijkvoorbeelden, instrumenten, onderzoeken en aanpakken. Filter de database op uw onderwijssector en kies het thema of aspect Selectie en begeleiding van (beginnende) leraren waar u een hulpmiddel bij zoekt. Zo heeft u snel een overzicht van de De meeste scholen hebben regelmatig een vacature. Soms ontstaan vacatures onverwacht en is er tijdsdruk. Ook dan is een professionele en zorgvuldige procedure gewenst. In beide gevallen is het handig om over een standaardprocedure voor werving en selectie te beschikken. In die procedure kan onderscheid worden gemaakt tussen tijdelijke en ‘echte’ vacatures. Deze kwaliteitskaart heeft als doel u ideeën aan te reiken voor een aanpak voor werving, selectie en begeleiding van nieuwe leraren. http://bit.ly/Sd5aJK hulpmiddelen die u kunt gebruiken. Werkt u bijvoorbeeld in het voortgezet onderwijs en bent u op zoek naar handige tools rondom excellentie? In onze database vindt u met deze zoekfilters onder meer een onderzoekspublicatie over excellentie en de leeromgeving en een kwaliteitskaart over een doorgaande leerlijn po-vo voor excellente leerlingen. Als u gerichter wilt zoeken, bijvoorbeeld omdat u een bepaalde tool of publicatie wilt vinden, dan kunt u ook zoeken op trefwoord. Vervolgens kunt u binnen de resultaten weer filteren op onderwijssector, thema/aspect, subthema en categorie. Deze functie is ook handig als u bijvoorbeeld een 16 overzicht wilt krijgen van alle beschikbare kwaliteitskaarten voor het primair onderwijs. Docenten in het voortgezet onderwijs krijgen dagelijks meer dan 150 leerlingen voor zich in hun lessen. Ze zien deze leerlingen doorgaans twee of drie keer in de week. Hoe krijg je alle leerlingen aan het leren? In het voorgezet onderwijs draait het om twee zaken tegelijkertijd: de leerling en de vakinhoud. Ongeacht het vak dat je geeft, voor iedere docent is het belangrijk om goede instructie te geven en daarbij leerlingen in de eigen mogelijkheden te waarderen en te erkennen. http://bit.ly/1jcFvrs Kwaliteitskaart ‘Opbrengstgericht werken aan onderzoekend en ontwerpend leren met behulp van de Vaardigheden Lijst Onderzoeken & Ontwerpen (VLOO)’ Met behulp van de VLOO kun je zicht krijgen op vaardigheden van individuele leerlingen in je groep. Dit kan je handvatten geven voor waar je bij deze individuele leerlingen extra aandacht aan zou kunnen besteden. Je kunt ook de data van de individuele leerlingen samennemen, om zo te kijken waar de meeste leerlingen in je groep bij gebaat zouden zijn. In deze kwaliteitskaart staat een stappenplan beschreven om opbrengstgericht te werken met de VLOO. http://bit.ly/1qTxyw8 O p het Talentstad –een vmbo met zo’n 470 leerlingen en 60 docenten- zijn de docenten enthousiast aan de slag gegaan met het verbeteren van het onderwijs. Er zijn verschillende ontwikkelgroepen opgericht die bezig zijn met zaken als loopbaanoriëntatie-begeleiding, vmbo-vernieuwing en ICT. Een belangrijk aandachtspunt voor de school is het verbeteren van de kwaliteit van het didactisch klimaat. “Ons pedagogisch klimaat is prima”, vertelt Bart Valkenier, docent Natuurkunde. “Maar ons didactisch klimaat behoeft enige vernieuwing. Op onze school -bij teamleiding en docenten- staat didactiek daarom hoog op de agenda. Volgens mij kan ICT Bent u die ambitieuze docent die in het nieuwe schooljaar hier een belangrijke rol weer aan de slag gaat met het verbeteren van de bij spelen. Er zijn heel onderwijskwaliteit? Meld u dan vóór 28 juni aan voor het veel mogelijkheden als leernetwerk Teach & Learn. Na het succes van de eerste je ICT op een goede tranche, waarbij het thema Opbrengstgericht werken manier gebruikt. Op centraal stond, is er besloten om vanaf schooljaar 2014onze school is hier 2015 een nieuwe lichting docenten de kans te geven te nu alleen nog geen werken aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit van coherent beleid voor.” hun school. Docenten wisselen gedurende een schooljaar in regionale intervisiebijeenkomsten ervaringen uit met Rebecca Baars, elkaar. Daarnaast krijgen deelnemers middels intervisie teamleider, beaamt nieuwe inzichten op het gebied van verandermanagment dit: “In de ontwikkeling en opbrengstgericht werken. Het doel van het traject is van ons pedagogisch dat deelnemers de kennis en ervaringen die zij opdoen de didactisch klimaat in school inbrengen en na een jaar beter in staat zijn succesvol onze school hebben een interventie door te voeren. De hele school profiteert op we de afgelopen jaren die manier van Teach & Learn. In de tweede tranche is er de focus gelegd op plaats voor 150 docenten, deelname aan traject is kosteloos de pedagogiek. Op dit en alleen voor docenten van scholen die deelnemen aan moment verschuiven het programma School aan Zet. Voor meer informatie en de wij onze focus van mogelijkheid tot aanmelden gaat u naar de website pedagogiek naar www.schoolaanzet.nl. didactiek, om zo Aanmelding tweede tranche Teach & Learn geopend ONDERWIJSVERBETERING DOOR BETERE INZET ICT 18 een verbeterslag te realiseren. Tijdens het proces ontvingen wij via School aan Zet een uitnodiging om twee van onze docenten deel te laten nemen aan het intervisietraject Teach & Learn.” Toevalligerwijs ontving Baars op datzelfde moment een e-mail van Valkenier met zijn ideeën over ICT en didactiek. De keuze om hem te laten deelnemen was dan ook niet moeilijk volgens Baars: “Ik word erg enthousiast als collega’s initiatief nemen om ons onderwijs te verbeteren. Het is natuurlijk goed dat wij als schoolleiding mooie ideeën hebben. Maar je wilt juist dat die ideeën ook van docenten komen, dat zij gedreven zijn en dat je hen vervolgens in hun kracht kunt zetten.” Valkenier: “Ik denk dat de teamleiding mij heeft gevraagd voor Teach & Learn, omdat ik probeer zo vernieuwend mogelijk bezig te zijn en open sta om na te denken over mijn lespraktijk. Ook kan ik collega’s meenemen in nieuwe trajecten. Dit blijkt in de praktijk overigens nog best lastig. Ik had een enquête uitgezet onder mijn collega’s over hun gebruik van ICT, maar de respons was laag. Bij Teach & Learn heb ik geleerd dat je een idee beter niet per e-mail kunt verspreiden. Je moet het laten zien, zodat mensen de meerwaarde kunnen ervaren.” “Bij Teach & Learn heb ik geleerd dat je het moet laten zien, zodat collega’s de meerwaarde kunnen ervaren.” De interventie van Valkenier is tijdens Teach & Learn gegroeid. “Tijdens een Summercourse, onderdeel van het traject, stond ‘Flipping the classroom’ centraal: je vervangt de kennisoverdracht in de klas door video’s en andere vormen van online instructie, die leerlingen als huiswerk tot zich nemen. Daardoor komt er meer tijd in de klas vrij voor het beantwoorden van vragen en verdieping. Ook differentiatie wordt makkelijker. Ik vraag leerlingen bijvoorbeeld een filmpje te bekijken en daarna een online vragenformulier via Google Forms in te vullen. Op die manier weet ik voor de les begint wie het onderwerp heeft begrepen en wie niet. Mijn interventie is inmiddels breder en omvat de aanpak van het pedagogisch-didactisch klimaat en de rol van ICT daarin. Met een ontwikkelgroep zijn we daarmee aan de slag. Er valt veel te doen. We hebben bijvoorbeeld smartboards, maar die worden over het algemeen gebruikt als scherm en schrijfbord. We moeten laten zien wat de meerwaarde is van ICT. Nu zien mijn collega’s ‘Flipping the classroom’ als iets waar ze veel tijd in moeten steken. We gaan hen laten zien dat die tijdsinvestering ook tijd gaat opleveren en de kwaliteit van je lessen ten goede zal komen.” Voor Baars is het verkleinen van de discrepantie tussen de kwaliteit van pedagogiek en didactiek een belangrijk thema voor de komende jaren. “ICT past daar prima in. Daarom zijn we erg blij met de interventie en de plannen van Valkenier. We laten dit thema regelmatig terugkomen op de teamvergaderingen. Nu zijn we samen met de ontwikkelgroep aan het nadenken over hoe we dit de komende jaren verder gaan ontwikkelen. We gaan meer bij elkaar in de klas kijken, dat is best spannend. En we willen de leerlingen betrekken. Wat vinden zij aantrekkelijk onderwijs? Ik ben erg enthousiast over wat we de komende tijd gaan doen.” Het bezig zijn met de interventie en het intervisietraject Teach & Learn is voor Valkenier erg motiverend. “Het houdt me scherp om mijn eigen onderwijspraktijk onder de loep te nemen. Dat vind ik een enorme meerwaarde van dit traject. Als ik niet had meegedaan had ik de plannen ook niet zo scherp en compact kunnen presenteren aan de schoolleiding. Tegelijkertijd is dit traject een stok achter de deur om ermee bezig te blijven.” 19 S LU S T RU M E E R S T D E K L A D E LO O P BA A N VA N MAIKE DEN HOUTING H et traineeprogramma Eerst de Klas bestaat vijf jaar. De unieke combinatie van ervaring opdoen in het onderwijs, een intensieve lerarenopleiding en het volgen van een leiderschapsprogramma maakt nog ieder jaar zowel trainees als scholen en bedrijven enthousiast. Eindhoven Area, Netherlands | Education Leeftijd Functie Education Eerst de Klas is in 2009 gestart door toenmalig staatssecretaris Marja van Bijsterveldt. Projectleider Lieke Kwantes is vanaf het begin betrokken bij Eerst de Klas. “Er was een groot tekort aan academici in het onderwijs en daarom zijn we met Eerst de Klas gestart. De eerste lichting bestond uit 19 trainees, 13 scholen en 10 bedrijven die allemaal even enthousiast waren om van start te gaan. In het begin is het natuurlijk zoeken naar de juiste invulling, maar ik denk dat we tevreden terug kunnen kijken want een half jaar later volgde de tweede lichting trainees.” https://www.linkedin.com/in/maikedenhouting Hoe zou u uw loopbaan omschrijven? Trots op Eerst de Klas Vooral heel gevarieerd. Ik heb van alles en nog wat gedaan. Van het geologisch karteren van een goudgebied in Australië tot het geven van workshops aan wiskundedocenten en lesgeven in het reken-wiskundeonderwijs. Nog steeds doe ik heel afwisselend werk in het reken-wiskundeonderwijs. In vijf jaar tijd hebben 86 alumni het programma met succes doorlopen. Kwantes: “Als ik terugkijk op de afgelopen jaren ben ik vooral trots. Trots op het enthousiasme van de trainees en de ontwikkeling die zij doormaken, op de bedrijven die de talenten van de trainees erkennen en het maatschappelijke karakter van het programma direct steunden en ik ben ook trots op de scholen die zich in grote getale aanmelden en hun vertrouwen schenken.” Kwantes kijkt dan ook positief naar de toekomst. “Ik ben benieuwd wanneer de eerste alumnus als rector aan de slag gaat.” Zoals wat? Iedere week geef ik les aan twee iPad-klassen op een middelbare school. Ik verdiep me in de mogelijkheden en de didactische meerwaarde van de iPad en andere ICT-toepassingen in de wiskundeles. Daarnaast verzorg ik wat lessen rekendidactiek op de pabo en ben ik bezig met auteurswerk, waarbij ik zowel geschreven als digitaal reken-wiskundemateriaal ontwerp van basisonderwijs tot pabo. fotografie: Jord Visser Alumni aan het woord Waarom heeft u voor het reken-wiskundeonderwijs gekozen? Trainee van het eerste uur is Simon Verwer. Hoewel er nog weinig bekend was over het programma, was hij direct enthousiast: “Deelname aan Eerst de Klas is een luxe: je krijgt de kans om ervaring op te doen in twee werelden: het bedrijfsleven en het onderwijs. Dat vond ik heel aantrekkelijk.” Voor de praktijkervaring heeft Verwer zelf contact opgenomen met het Teylingen College in Noordwijkerhout. “Toen ik de rector vertelde over het programma van Eerst de Klas, stond hij direct open voor de mogelijkheden en durfde hij het aan om deel te nemen. Dat is voor mij een groot geluk geweest.” Ook alumnus Marlies Heijdra van de tweede lichting is blij met haar deelname. “Dankzij Eerst de Klas heb ik een enorme ontwikkeling doorgemaakt als persoon, maar ook als professional.” Heijdra ging als leraar biologie aan de slag op het Joke Smit College in Amsterdam. “Deze school heeft veel vertrouwen in Eerst de Klas en ik ben blij dat ik de kans kreeg me hier te bewijzen. Ik ben ervan overtuigd dat deelname ook voor scholen aantrekkelijk is. Door het inzicht dat trainees tijdens het leiderschapsprogramma krijgen in hun kwaliteiten, kunnen zij in de praktijk initiatieven omzetten in acties. Dat is wat de trainees waardevol maakt.” 45 jaar Deeltijd docent wiskunde en zzp’er Geologie en tweedegraads lerarenopleiding wiskunde Nadat ik mijn studie geologie cum laude had afgerond, besloot ik een tweedegraads lerarenopleiding wiskunde te volgen. Simpelweg omdat er destijds maar weinig banen in mijn studierichting waren. Toch heb ik geen moment spijt gehad van mijn keuze. Ik had nooit verwacht dat ik dit zo interessant zou vinden! Wat maakt uw werk bijzonder? Wiskunde is een mooi vak. Ik ben dol op meetkundige activiteiten, op structuren en ja, ook op getallen. Ik kijk met een soort reken-wiskundig oog naar de wereld en dat is erg leuk. Het maakt me enthousiast voor het vak en dat enthousiasme probeer ik over te dragen. Ik kom op elk niveau leerlingen en studenten tegen die angst voor rekenen hebben ontwikkeld. Dat vind ik heel jammer, want rekenen is leuk en niet eng. Ik probeer leerlingen het zelfvertrouwen en daarmee uiteindelijk ook het plezier in rekenen terug te geven. Dat gaat vaak met hele kleine stapjes, maar het lukt wel. U klinkt als iemand die erg ambitieus is, klopt dat? “Ik ben benieuwd wanneer de eerste alumnus als rector aan de slag gaat “ Dat valt eigenlijk wel mee. Ik loop meer mijn eigen neus achterna door mijn ongeremde nieuwsgierigheid en een kleine drang naar perfectie. Door de jaren heen ben ik een soort vakidioot geworden, maar dat betekent niet direct dat ik een (reken-wiskunde)wereldverbeteraar wil zijn. Ik ben iemand die ieder piepklein stapje voorwaarts enorm kan waarderen. Hoe kijkt u tot nu toe terug op uw carrière? Het is totaal anders gelopen dan dat ik op voorhand had verwacht. Als ik nu voor dezelfde keuzes zou komen te staan weet ik niet of ik dezelfde weg in zou slaan, maar ik ben erg blij waar ik terecht gekomen ben. Ik kom op plekken waar ik anders nooit gekomen was en ik ontmoet mensen die ik anders nooit ontmoet had. Dat vind ik bijzonder! 21 COLUMN DE ‘LERENDE’ SCHOOL P L A N VA N A A N PA K T O P TA LE N T E N 2 014 -2 01 8 “Uitdagend onderwijs voor álle kinderen, óók voor de kinderen die meer uitdaging nodig hebben”, zo stelt staatssecretaris Dekker in het Plan van Aanpak Toptalenten. “Onze meest talentvolle leerlingen presteren onder hun kunnen. Te vaak voelen ze zich niet uitgedaagd op school.” maatregelen gepresenteerd, waardoor ook deze leerlingen het uitdagende onderwijs krijgen dat zij verdienen. Op de website www.talentstimuleren.nl vindt u onder meer veel concrete tips, good practices en achtergrondinformatie. Ook uitwerking van het plan van aanpak, door daar uw ideeën over de inhoud van het plan te delen. 22 I k zit met een vraag, zo eentje waar je je hoofd over breekt; die je zomaar hoofdpijn op kan leveren. Nou is hoofdpijn heel normaal als je de hele dag in een noodgebouw zit tijdens de verbouwing van de school, maar dat is niet de achterliggende reden. Ik probeer nu al een paar dagen -al worstelend en schrijvend aan deze columnde volgende vraag te beantwoorden: Wat is nou eigenlijk een ‘lerende’ school? Ik ben een docent. En een mentor. En een coach. En een loopbaanoriëntatiebegeleider. En een toetsenmaker. En passant ben ik een surveillant. Ik werk met ICT in de les. Ik ben een schoolopleider. En een onderwijskundig kartrekker. In het plan van aanpak heeft staatssecretaris Dekker ruim 20 kunt u via www.talentstimuleren.nl bijdragen aan de verdere HANNA NIEUWDORP In 2011 heeft de SCOPE scholengroep MIKpunt opgericht, het centrum voor Materialen, Informatie en Kennis voor (hoog)begaafde leerlingen van de SCOPE scholengroep. Ook hebben zij de bovenschoolse plusklas Kaleidoscope opgezet, waar (hoog)begaafde leerlingen die op een van de SCOPE-scholen zitten één dagdeel per week kunnen werken aan hun portfolio, projecten en verschillende andere activiteiten. Bij MIKpunt kunnen, naast de ouders, ook de leerkrachten terecht. Zij krijgen hier zoveel mogelijk tools aangereikt om de (hoog)begaafde leerlingen in hun klas onderwijs op maat te kunnen aanbieden. Nieuwsgierig? Ga dan naar de website: http://bit.ly/1ktuKDy Oud-leerlingen van OSG Sevenwolden deden het minder goed dan je zou mogen verwachten op het hbo. Om die reden is Sevenwolden dit schooljaar gestart met het International Business College om ook een goede havo te zijn voor leerlingen die meer en andere uitdagingen nodig hebben. De school wilde hiermee de aansluiting met het hbo versterken én ervoor zorgen dat leerlingen betere keuzes maken. Leerlingen met het profiel Economie & Maatschappij uit havo 4 en havo 5, krijgen één dag in de week les in het vak ondernemerschap. Ook hierover kunt u meer lezen op de website: http://bit.ly/QKLjjV Om docent te mogen worden heb ik een opleiding aan de universiteit gevolgd. Op school kreeg ik verschillende cursussen die mij leerden om te gaan met mentorleerlingen. Een aantal jaren opleiding zorgt er nu voor dat ik probeer de juiste vragen te stellen aan mijn coachees. Binnenkort krijg ik een training in het begeleiden bij het kiezen van een goede loopbaan. Ik overleg over het maken van de juiste toetsen met een op school rondlopende expert. De e-coaches trainen me op ICT gebied. Als onderwijskundig kartrekker ben ik regelmatig in opleiding of gesprek om te kijken hoe ik zo goed mogelijk onderwijsvernieuwing in gang kan zetten. Voor het surveilleren moet ik misschien nog ‘even’ een cursus volgen: “hoe-om-te-gaan-met-het-feit-dat-ik-alleenmaar-stil-zit-en-niks-anders-kan-doen.” Dit alles maakt mij dus een lerende docent, op een lerende school. Toch? Ik heb -en heel veel collega’s met mij- immers al deze cursussen en opleidingen gevolgd? Wat zijn we op school met zijn allen on-ge-lo-fe-lijk goed aan het leren! Toch knaagt er iets: wat maken al deze dingen uiteindelijk tot wie ik ben voor de klas? Wie wij zijn voor de klas? Hoe zorgen we dat we al deze opgedane kennis bundelen en behouden? Hoe borgen we wat we hebben geleerd? Hoe leren we van elkaar voor de leerling? Want de hamvraag blijft: wat leren mijn leerlingen hiervan? En HOE leren mijn leerlingen dit? Het gevaar van het zijn van een ‘lerende docent’ of ‘lerende school’ is dat onze focus verplaatst naar het ‘gedaan hebben van’ een cursus of opleiding, in plaats van ons uit te leVen in de praktijk: ons leslokaal. Zo zouden we het Ontwikkelmodel Lerende Organisatie ook kunnen benaderen. Mooi dat we een aantal tools in hebben gezet, en yes, we zitten op niveau 4. Weer wat afgevinkt... Schoolleiders kunnen zich eindeloos buigen over wat we moeten doen om tot een niveau 5 te komen, daar cursus na cursus voor organiseren, en ja, we moeten ergens beginnen. Máár, we zouden het ontwikkelmodel ook meer kunnen zien als een kapstok om onze cursussen, activiteiten, ideeën, speerpunten, visie, et cetera aan op te hangen en als een stimulans om met elkaar in gesprek te blijven gaan over waarom we welke cursus voor welk doel inzetten, hoe we het geleerde met elkaar verbinden en hoe dat zich precies vertaalt naar onze (gezamenlijke) lespraktijk. Laten we elkaar eens de volgende vraag stellen: Ben ik een lerende of een levende docent? Ik heb nog geen precies antwoord op mijn vraag, maar we komen in de buurt. Laten we het vooral geen hoofdpijndossier maken! Ik pleit voor een leVende school! Hanna Nieuwdorp is docent Engels in de bovenbouw van het tweetalig VWO en coach van (nieuwe) docenten op RSG Slingerbos/ Levant in Harderwijk. Ook zit zij in de klankbordgroep van School aan Zet om mee te denken over het Ontwikkelmodel Lerende Organisatie. 23 Colofon Dit magazine is een uitgave van School aan Zet. Contact Meer informatie over School aan Zet op www.schoolaanzet.nl Adresgegevens Lange Voorhout 20, 2514 EE Den Haag Postbus 556, 2501 CN Den Haag Digitale nieuwsbrief aanmelden via [email protected] Twitter @schoolaanzet Coördinatie en teksten: Claudia Wijnants-Crama, Irene Boer en Martijn de Graaff Fotografie en vormgeving: Stumedia.nl en Joeri Multimedia Druk: Rijser Grafische Communicatie
© Copyright 2025 ExpyDoc