1 I wish you different skies Over-leven in oorlogstijd

I wish you different skies
Over-leven in oorlogstijd
Nog nooit van mijn leven werkte ik in een land dat in oorlog is. In maart 2014, tijdens het
vorige werkbezoek aan het psycho-neurologisch instituut in Turja Remeta, hing er in
Oekraïne al wel een onheilspellende dreiging.
De Krim was zojuist op overrompelende wijze
geannexeerd. Continu checkten mensen het
nieuws op hun mobiele telefoons. Russische
troepen stonden – ondanks de ontkenning
van president Poetin – aan de grens te
wachten om het oosten van het land binnen
te vallen. Kort daarop gebeurde dat
inderdaad. Wat zich daarna, in bijvoorbeeld
de provincies Donetsk en Lugansk, voltrok,
heeft de hele wereld kunnen zien. Sindsdien
is het oorlog en hangt over Oekraïne een
deken van zorgen, verdriet en rouw.
In tijden van oorlog zijn – overal ter wereld –
de zwakkeren in de samenleving meer de
dupe dan anderen. Dat geldt ook voor
Oekraïne. Arme mensen zijn eerdere geneigd
zich als soldaat aan te melden, om zo in elk
geval iets te kunnen verdienen. Daarmee
lopen zij ook een grotere kans te sterven,
gewond te raken of getraumatiseerd terug te
keren naar huis. Voor iemand die in een
rolstoel zit, is een schuilkelder onbereikbaar.
En als je moeder, partner, kind, broer of zus
van iemand in een rolstoel bent, blijf je samen
thuis als de bommen vallen. Mensen die
afhankelijk zijn van medicatie en deze niet
meer krijgen, omdat door de oorlog de toevoer
daarvan is gestopt, lopen het risico ziek(er) te
worden of dood te gaan. Zo komt de oorlog
dubbel hard aan bij hen voor wie het leven
toch al zwaar is.
Stigmatisering en buitensluiting van mensen met beperkingen zijn een groot probleem. Bij
ons is dat zo, maar in Oekraïne is dat vele malen meer voelbaar. Ook zonder dat het oorlog
is. Oekraïne is een land waar de helft van de inwoners vindt dat iemand met een
psychiatrische aandoening in het psychiatrisch ziekenhuis thuis hoort.1 Van de mensen die
daar zijn opgenomen en een behandeling heeft afgerond, gaat de helft niet naar huis zoals je
zou verwachten, maar blijft in het ziekenhuis ‘wonen’. Enkelen omdat hun ziekte opnieuw
opleeft, maar driekwart om sociale redenen. Mensen kunnen niet vertrekken omdat ze geen
plek hebben om heen te gaan, geen werk, geen papieren, geen mogelijkheden om volledig
voor zichzelf te zorgen.2 Geestelijke gezondheidszorg is veel meer een sociaal probleem dan
wordt gedacht.
1
2
Roxolana Ivanuova, Hoofdpsychiater Psychiatrisch ziekenhuis Beregova
Alise Ladik-Brysgalova, psychiater Oekraïens onderzoeksinstituut psychiatrie en neurologie, Kiev
1
Oekraïne is ook een land waar bijna niemand zich wil laten opleiden tot (kinder)psychiater of
orthopedagoog. Waar ‘idioten, debielen en oligofrenen’ onderzocht en behandeld worden
door ‘defectologisten’ en ‘correctie-pedagogen’. En waar 30.000 volwassen mannen en
vrouwen zich bevinden in armoedige instituten voor langdurige zorg, waar zij met geen of
schamele ondersteuning en ontdaan van bijna al hun vrijheden de rest van hun leven zullen
moeten slijten.
En dan krijgt deze samenleving de komende tijd ook nog te maken met al het psychisch
leed dat de oorlog op dit moment veroorzaakt. Hoe men daarmee zal omgaan is nog zeer
onduidelijk. Er is een besef dat er iets nodig zal zijn voor alle terugkerende, gewonde,
getraumatiseerde soldaten en voor burgers die slachtoffer werden en worden. Maar hoe dit
vorm zal moeten krijgen, daar krabben de verantwoordelijken op de ministeries zich nog over
achter de oren.
In de Oekraïense Karpaten, zo’n 1400
kilometer verwijderd van het actieve
oorlogsgebied, liggen de dorpen Turja
Remeta en Mukachevo. Hier wonen ruim
300 mannen en 200 vrouwen in twee van
de 200 psycho-neurologische internaten
en waren wij met ons trainingsteam actief.
Ogenschijnlijk ver weg van geweld en
gevaar, maar niets is minder waar. Ook
hier zijn de gevolgen van de oorlog
merkbaar. Zo hebben de regionale
overheden alle investeringen in de zorg
gestopt,
want
zoveel
mogelijk
overheidsgeld gaat nu naar defensie. Je
als land verdedigen tegen de brute
overmacht van Rusland kost miljarden.
Voor de internaten betekent dit dat de
verbetering van infrastructuur ‘on hold’ staat.
Daarmee blijven de beroerde omstandigheden –
geen ruimte om binnen te zitten als het regent of
om gezamenlijk activiteiten te doen, nauwelijks
sanitaire voorzieningen en stromend water – de
komende tijd waarschijnlijk zoals ze zijn.
Daarnaast drijft de oorlog de bewoners van de
internaten én de medewerkers verder in een
situatie van armoede. In Oekraïne wordt door
een enorme inflatie het geld dagelijks minder
waard.
In een half jaar tijd is het aantal hryvnia’s
dat in een euro gaat gestegen van 10 naar
17.
Internaatbewoners krijgen een kleine
uitkering, de gemiddelde medewerker
verdient er niet meer dan 80 a 100 euro
per maand. De benzine kost inmiddels één
euro per liter… Het is werkelijk de vraag
hoe deze Oekraïners aan de onderkant
van de samenleving de snel naderende
winter door gaan komen.
2
Gelukkig staan de ontwikkelingen in het
denken over zorg in het land niet stil.
Oekraïners zijn als het om oorlog en
overheersing gaat - tegen wil en dank –
ervaringsdeskundigen. Ze doen hun best
de moed er in te houden en hoopvol naar
de toekomst te kijken. Dat bleek wel bij
de
mede
door
SOFT
Tulip
georganiseerde nationale conferentie
over transsectorale samenwerking binnen
de zorg voor mensen met een
verstandelijke beperking en in de
geestelijke gezondheidszorg. Een grote
groep
vertegenwoordigers
van
de
overheid, van zorginstellingen en van
belangenorganisaties vanuit het hele land was de hele dag bijeen om te praten over
kwaliteitsverbetering en samenwerking. Zorgen, ideeën en nieuwe initiatieven werden
uitgewisseld. En gelukkig zijn er ontwikkelingen. Vaak gesteund door fondsen en middelen
van bijvoorbeeld de VN worden er goede dingen gedaan rond Early Intervention. Er worden
stapjes gemaakt op het gebied van inclusief onderwijs. De enkele particuliere initiatieven
voor dagbesteding en supported living die er zijn kunnen de vraag niet aan.
Veel leed hangt in dit land samen met verouderde en beperkende wetgeving. Zo is er onder
de naam Parasolka een prachtig woonititatief voor jongvolwassenen in de stad Uzhgorod.
Meerdere bewoners kwamen er vanuit een internaat binnen en gingen er in alle opzichten
enorm op vooruit. Echter: als zij 35 worden zullen ze opnieuw moeten verhuizen. Terug naar
het geïsoleerde internaat, een leven achter muren in barre omstandigheden. Ik vind het
onvoorstelbaar.
Eigenlijk is de oorlog hier – ook op zo’n
congresdag - nooit helemaal uit beeld. In de
avond tijdens het diner, werd er een minuut
stilte gehouden voor de slachtoffers van
MH17. Ook sprak tijdens de conferentie
Olena Kravzjenko, vertegenwoordiger van de
nationale organisatie voor de rechten van
mensen met beperkingen, het publiek toe.
Deze mevrouw uit de havenstad Marioepol
vertelde bezorgd hoe de inwoners van haar
stad op dit moment met angst en beven de
activiteiten van de Russen en de rebellen
volgen. Ondanks het staakt-het-vuren van
begin september is Marieopol belegerd en zijn er al doden gevallen. Zij besloot haar
toespraak met de woorden: ‘And for the future, I wish all of you different skies’.
Dat is ook mijn wens voor alle Oekraïners en in het bijzonder voor de mensen die zorg
krijgen en bieden in Oekraïense internaten en ziekenhuizen. Slava Oekraïne.
Audry van Vulpen, Pameijer Rotterdam.
Van 29 september tot 4 oktober 2014 bezocht ik samen met Erik Hoencamp en Petra Moonen van Parnassia
Bavo Groep, Maria Vitoloni en Clemens de Graaf van Cordaan en Natasha Dobrova-Krol van SOFT Tulip/Socires,
Turja Remeta en Mukachevo Internat in Oekraine, om daar een training voor de medewerkers te verzorgen.
www.softtulip.nl
3