Korte beschrijving Zweedse model

Korte beschrijving Zweedse model (uitgerold in alle Scandinavische landen)
Door Paul Hulst, management consultant en toezichthouder GGZ en Jeugdhulp
In dit documentje treft u een bondige samenvatting aan van het WMO-beleid in de Scandinavische
landen. Aangezien dit beleid is gestart in Zweden, wordt het wel het ‘Zweedse model’ genoemd. Wat
wij in Nederland met betrekking tot de drie decentralisaties willen bereiken vanaf 2015, hebben onze
Scandinavische noorderburen al in 1990 ingevoerd. Nederland is 17 jaar later, namelijk in 2007,
begonnen met de WMO.
Er waren in het begin veel kinderziektes bij onze noorderburen. Veel van wat bij ons nu -al dan niet
experimenteel- wordt doorgevoerd, was in die fase daar ook aan de orde. Ruim 23 jaar later lijken de
kinderziektes aardig te zijn verwijderd.
De systeemverandering die in de Scandinavische landen is doorgevoerd, staat inmiddels borg voor:
Werkelijke keuzevrijheid voor de burger;
Regie cliënt / gezin op het eigen traject;
Gezonde concurrentie en tegelijkertijd samenwerking tussen de aanbieders;
Meetbare resultaten / kwaliteit;
Regie door de gemeente op het systeem (budgetplafond, regelgeving en goede werking
aanbiedersmarkt);
Weinig bureaucratie / administratieve lastendruk.
Een flink aantal Nederlandse gemeenten en zorgaanbieders hebben een studiereis naar Zweden
gemaakt. Deze hebben zich laten uitleggen hoe het -nu goed draaiende- inkoopsysteem in de
Scandinavische landen werkt. Je wenst de gemeenten in Nederland toe, dat zij een dergelijk systeem,
vertaald naar de Nederlandse, lees eigen, situatie direct goed weten neer te zetten. Zonder de dure
en moeizame leerweg van onze Scandinavische noorderburen te hoeven gaan. We kunnen daarbij
veel van onze noorderburen leren, ook hoe het niet moet.
Het inkoopsysteem in de Scandinavische landen wordt integraal toegepast voor de inkoop door
gemeenten van zorg en ondersteuning voor jeugdigen, gezinnen, volwassenen en ouderen met een
lichamelijke en/of psychische beperking. Voor alle vormen van hulp en ondersteuning met andere
woorden voor alle leeftijdscategorieën in alle leefgebieden.
De meeste gemeenten in de 4 Scandinavische landen hebben niet gekozen voor wijkteams, maar
voor (veelal goedkopere) inkoop/intake-loketten, zoals onze (tegenwoordige) wmo-loketten en cjg’s.
Op hoofdlijnen komt het Zweedse model op het volgende neer:
Concurrentie tussen aanbieders o.b.v. transparant meetbare kwaliteit, niet op
prijs. Uurtarief is vastgesteld door de gemeente in overleg met aanbieders. Is bovendien in
elke gemeente hetzelfde. Afwezigheid van prijsconcurrentie stimuleert aanbieders om
kwaliteit hoog te houden, de (vraag van de) cliënt echt centraal te stellen en de
kosten/overhead laag te houden. Het uitschakelen van prijsconcurrentie voorkomt uitwassen
zoals na de 1e thuiszorg-aanbestedingsronde 6 jaar geleden (huishoudelijke hulp).
Kunstmatige verschil tussen 1ste en 2de lijn wordt daar niet gemaakt. Gemeenten zijn daar
geïnteresseerd in het oplossen van problemen, ongeacht wie dat doet.
1
Geld (budget) volgt de cliënt. Alles begint bij wat de cliënt zelf kan; eigen kracht maw. Mocht
er professionele hulp nodig zijn, dan is keuzevrijheid van de cliënt heilig in de Scandinavische
landen. Die kiest de zorgaanbieder, met een soort gemeente-PGB (voucher) in de hand.
Ambtenaren blijven hiervan weg. Een voucher vertegenwoordigt een soort van
trekkingsrecht, wat de Nederlandse gemeente samen met het SVB willen opzetten. Gaat daar
rechtstreeks. De gemeente stelt de zorgvraag vast, geeft een voucher aan de cliënt en die
kan kiezen uit beschikbare hulpverleners, die met de voucher bij de gemeente het
ondersteuningstraject, waarmee men wordt belast, kan declareren.
Totaalbudget is per gemeente gemaximeerd. Hebben aanbieders daar nauwelijks last van,
omdat er veel geld beschikbaar is voor extramuraal. Dure intramurale sector is nagenoeg
geheel verdwenen. Begeleid wonen is (beperkt) aanwezig. Vrijwel alles gebeurt daar
extramuraal. Is er (nog) geen eigen woning, dan wordt deze geregeld door de gemeente ism
wooncorporaties. Hoeven de aanbieders zich niet mee te bemoeien. Zijn er in een zeker jaar
meer cliënten dan tevoren begroot, dan worden deze binnen hetzelfde budget opgepakt.
Aanbieders hebben de contractuele verplichting om daarvoor tijd vrij te spelen in de overige
trajecten.
Kwaliteit wordt "appels met appels" gemeten a.d.h.v. 1) een
jaarlijks cliënttevredenheidsonderzoek, onder alle cliënten in die gemeente en in opdracht
van die gemeente en 2) o.b.v. meetinstrumenten vergelijkbaar met onze ZelfredzaamheidMatrix (ZRM) en Routine Outcome Monitoring (ROM). Daarnaast is de beste kwaliteitscheck
daar de mogelijkheid voor burgers om een andere aanbieder te kiezen als men geen
voortgang maakt of anderszins niet tevreden is (zie ook volgende punt).
High trust, high penalty: bij onvoldoende kwaliteit (lage tevredenheid, veel klachten, etc)
kan een aanbieder snel afgesloten worden van financiering. Cliënten worden direct
overgedragen aan andere aanbieders. Dit stimuleert aanbieders om kwaliteit hoog te
houden. Client mag sowieso besluiten over te stappen, maar mag niet gaan ‘shoppen’(aantal
keren overstappen is gemaximeerd).
Sterke inzet van vrijwilligers en mantelzorgers. Informele zorg waar het kan, formele zorg
waar het moet, is ook daar het credo. De gemeente regelt de inzet van vrijwilligers en
mantelzorgers. Bij de uitgifte van de voucher wordt met hun inzet rekening gehouden. De
voucher heeft dus alleen betrekking op het aandeel professionele zorg.
Gemeente treedt bij onze noorderburen echt op als regisseur (van het systeem). Het
adagium "1 gezin, 1 plan" is daar standaard. De zorg is als gevolg hiervan veel minder
gefragmenteerd dan hier. De gemeente is regisseur van het systeem; de cliënt van zijn / haar
eigen traject.
Gemeenten grijpen daar -itt wat er nu in Nederland in veel gemeenten aan de hand is niet in in de markt van aanbieders. Elke aanbieder die voldoet aan de regelgeving
(kwaliteitscriteria) mag zich op de gemeentelijke markt begeven. Ook als dat zzp’ers zijn. Als
een aanbieder door de cliënt wordt gevraagd / aangewezen te ondersteunen, is betreffende
aanbieder verplicht alle zorg te leveren die nodig is (lees: waarvoor de voucher is verstrekt
door de gemeente). Als de aanbieder een deel van de zorg niet in eigen huis heeft, huurt hij
deze in, maar blijft zelf verantwoordelijk voor het integrale aanbod. Gemeenten krijgen
hiermee een heel zuivere rol en gaan niet ingrijpen in marktverhoudingen. Die gaan zich
vanzelf nestelen.
2
Er is daar een gemeentelijk intaketeam, in al dan niet decentrale loketten (per gemeente
verschillend), dat de ‘keukentafelgesprekken’ voert. Dit intaketeam bepaalt of de burger in
aanmerking komt voor ondersteuning. Aan CIZ-achtige indicaties wordt daar niet gedaan.
Wachtlijsten zijn verboden. Bij te weinig capaciteit wordt geschoven in de lengte en
intensiviteit van bestaande trajecten. Zie boven.
Innovatie en samenwerking worden geborgd door concurrentie tussen zorgaanbieders, die
van de gemeente(n) ruimte, perspectief en vertrouwen krijgen. Er is duidelijke regelgeving
waaraan aanbieders moeten voldoen. Samenwerking komt vanzelf tot stand, omdat
aanbieders die door de cliënt (of diens steunstructuur) worden uitverkoren , moeten het
integrale ondersteuningspakket verzorgen. Heeft men dat niet in eigen huis, dan huurt men
dat in bij de concullega’s, zonder dat de gemeente daaraan te pas komt. In Nederland wordt
momenteel een hoop energie vermorst door aanbieders te dwingen in wijkteams te gaan
zitten danwel coalities te sluiten om in een dekkend aanbod te kunnen voorzien.
Geen (jaarlijkse) aanbestedingen. Een zorgaanbieder krijgt (bij toelating) een soort van
concessie om 7 jaar lang zorg te kunnen bieden zonder nieuwe aanbesteding.
De aanbesteding is kort, weinig bureaucratisch en zonder uitgebreide papierwinkel. De
Europese aanbestedingsregels maken dit mogelijk. Geen enkele zorgaanbieder, die aan
kwaliteitseisen voldoet, wordt uitgesloten. Ook kleine zorgaanbieders / ZZP’ers niet.
De ‘aanbestedingsvorm’ die men daar hanteert zou je kunnen vergelijken met wat in
Nederland wordt genoemd: het "Zeeuwse model". Op internet staat meer informatie
daarover.
KM. Ontvangen 24-02-2014
3