Tot ziens, beroepschauffeur MARCEL VAN LIESHOUT

Tot ziens, beroepschauffeur
MARCEL VAN LIESHOUT − 02/08/14, 00:00
De buurtbus, bemand door vrijwilligers, is in het landelijk gebied aan een opmars bezig nu er flink
wordt bezuinigd op openbaar vervoer. FNV Bondgenoten spreekt van werkverdringing.
Steeds vaker wordt de bus in het landelijk gebied bestuurd door een vrijwilliger. Er zijn zoveel
vrijwilligers die een aantal uren per week buschauffeur willen zijn, dat overheden en
vervoersmaatschappijen kansen zien om bezuinigingen op het openbaar vervoer op te vangen.
Dag beroepschauffeur met je grote, lege streekbus. Wees welkom vrijwilliger, doorgaans een
pensioengerechtigde die nog iets nuttigs wil doen voor de samenleving: voor het besturen van een
buurtbus (maximaal acht passagiers) is rijbewijs B toereikend. En een medische verklaring.
Werkverdringing!, schreeuwt vakbond FNV Bondgenoten, die onlangs een meldpunt in het leven heeft
geroepen nu betaalde banen in het openbaar 'onder druk staan'. 'Reguliere banen' van 'vakbekwame'
chauffeurs worden overgenomen door 'vrijwilligers en uitkeringsgerechtigden'. Dat draagt niet bij aan
'de continuïteit, kwaliteit en veiligheid van het openbaar vervoer', zo klaagt de bond.
Uitkeringsgerechtigden? Inderdaad zijn er gevallen bekend dat het UWV in regio A een werkzoekende
toestaat dan wel verordonneert als 'vrijwilliger' op een buurtbus te gaan rijden - werkervaring kan nooit
kwaad, is de redenering dan - terwijl het UWV in regio B dat juist verbiedt en dreigt met korting op de
uitkering - want dat rondrijden met een buurtbus biedt geen uitzicht op écht werk.
Dat weet althans onderzoeker Han de Waal van het in Huizen gevestigde bureau Impact. Hij heeft
zich de afgelopen jaren, in opdracht van de Stichting Arbeid en Gezondheid Beroepsvervoer,
ondergedompeld in de wereld van de 'inzet van vrijwilligers in het openbaar vervoer'. 'Mijn roots liggen
in het openbaar vervoer', zegt De Waal, ooit betrokken bij Verenigd Streekvervoer Nederland.
Anders dan de vakbond is het De Waal niet te doen om werkverdringing in kaart te brengen. Hem gaat
het om de positie van de vrijwilliger. Nu het aantal vrijwillige buschauffeurs alleen maar toeneemt,
wordt het hoog tijd voor uniforme regelgeving, vindt hij. Alleen al op het vlak van aansprakelijkheid en
verzekeringen. 'Je zit bijna te wachten tot zo'n 80-jarige buurtbusbestuurder de sloot in rijdt.'
Er zijn duizenden vrijwillige buschauffeurs in het openbaar vervoer, schat De Waal. Meer dan 10
procent van het totale aantal buschauffeurs rijdt als vrijwilliger en dat aandeel gaat groeien. Dat maakt
hij op uit zijn onderzoek naar hoe het openbaar vervoer, meer specifiek het busvervoer, in Nederland
is geregeld of geregeld gaat worden.
Exacte cijfers blijken lastig te vinden. Het ministerie van Infrastructuur zou die eigenlijk moeten
hebben. Vrijwilliger of niet, iedere buschauffeur, werkzaam binnen het openbaar vervoer, valt onder de
Wet Personenvervoer, beklemtoont De Waal.
Die wet bepaalt ook dat provincies (of stadsregio's in stedelijk gebied) verantwoordelijk zijn voor het
busvervoer. Zij verlenen de concessie aan een ov-bedrijf. De buurtbus is onderdeel van een ovconcessie want (aanvullend) openbaar vervoer.
Het commerciële vervoersbedrijf levert het materieel (bus, automaten, kaartjes), vrijwilligers doen de
rest. Het vervoersbedrijf is er formeel verantwoordelijk voor dat de buslijn voor de duur van de
contractperiode intact blijft. Is er plots een gebrek aan vrijwilligers dan moet Connexxion, Arriva of
welk bedrijf dan ook beroepschauffeurs inzetten.
Nu er fors wordt bezuinigd op het openbaar vervoer komt het aan op creatieve oplossingen. Vooral in
het landelijk gebied zijn de afgelopen jaren veel onrendabele buslijnen met beroepschauffeurs
geschrapt.
Het welbekende beeld van de grote streekbus met die ene passagier om negen uur 's avonds brokkelt
af. Buurtbussen, een kwart eeuw geleden als proef geïntroduceerd om openbaar vervoer tussen
kleine kernen mogelijk te maken, winnen juist aan populariteit. Vrijwel overal in Nederland rijden ze
nadat bewoners hadden geklaagd over het schrappen van een buslijn.
De buurtbus mag acht passagiers vervoeren en draait geheel op vrijwilligers. Het ov-bedrijf levert de
bus (kost ongeveer 1 ton). Doorgaans rijdt de buurtbus van pakweg zeven uur 's ochtends tot zeven
uur 's avonds. De buurtbusvereniging met vrijwilligers krijgt een bescheiden subsidie van de provincie.
Omdat openbaar vervoer als een overheidstaak wordt gezien, bepaalt de provincie in principe waar er
wel of geen bus wordt ingezet. 'In 80 procent van de concessies is vastgelegd dat die buurtbussen
niet ten koste mogen gaan van het reguliere vervoer', zegt onderzoeker De Waal.
En hier begint het woordenspel. Vakbonden (ook het CNV) redeneren: onrendabele buslijnen met
beroeps-chauffeurs worden opgeheven, op enig moment komt na protest van bewoners de buurtbus
met vrijwillige chauffeurs op de proppen en dus is er sprake van werkverdringing.
In Gelderland wil gedeputeerde Conny Bieze zo ongeveer alle streekbussen verruilen voor (onder
meer) de buurtbus. Beroepschauffeurs zien de bui hangen. De kwestie is in de ondernemingsraad van
ov-bedrijf Syntus aan de orde gesteld.
Voorstanders van de buurtbus begrijpen niet zo goed waar de vakbond zich druk over maakt.
Voorzitter Ben Baars van de Buurtbusvereniging Zaanstreek Zuid: 'Wij hebben als bewoners gewoon
het initiatief genomen om de buurtbus van de grond te krijgen. Er reed hier tussen de kleine kernen
geen bus meer. In termen van de vakbond: er was dus geen vacature. Wij pikken geen baan in.'
Baars heeft wel wat anders aan zijn hoofd om zich druk over te maken. Als overal in Nederland heeft
ook zijn vereniging voornamelijk 65-plussers als chauffeur, maar hij vindt dat ook werklozen dat een
paar uur per week moeten kunnen zijn. Mag van 'zijn' UWV niet. 'Ik heb hier Jaap van 64,5 jaar en die
man wil al jaren bij ons vrijwilligerswerk doen. Hij is al drie jaar voor piet snot aan het solliciteren en nu
moet hij nog een half jaar wachten voordat-ie op de bus mag.'
Baars mag boos zijn, FNV Bondgenoten is juist blij als het UWV werkzoekenden verbiedt als
vrijwilliger op een bus te rijden. Zoals onlangs in Limburg gebeurde. In die provincie is dit jaar de
grootste ov-concessie te vergeven. In plaatsjes waar de reguliere buslijn allang is verdwenen wordt
nu, met steun van de provincie, geëxperimenteerd met de 'wensbus'.
Dat is gewoon een andere naam voor de buurtbus - zangeriger, meer Limburgs. De provincie ziet
graag dat, behalve gepensioneerden, ook werklozen die bussen gaan besturen, maar het UWV werkt
niet mee. Tot blijdschap van FNV Bondgenoten.
De vakbond vindt het hoog tijd dat minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) en het UWV duidelijk
afspraken maken over wat als écht werk wordt gezien, wat als perspectief op werk en vooral hoe het
begrip vrijwilligerswerk moet worden gedefinieerd. Daarover zijn de vicepremier en het UWV in
gesprek (zie kader).
De vakbond dringt aan op duidelijkheid. En vreest met vreze. Na de thuiszorg en andere sectoren
dreigt nu ook het busverboer reguliere banen kwijt te raken aan vrijwilligers. Bestuurder Roel Berghuis
van FNV Bondgenoten: 'Dat krijg je nou van die Participatiewet van de PvdA.'
In zoverre kan onderzoeker De Waal de woede van de vakbond begrijpen, dat er inderdaad iets aan
het schuiven is. Zo is het Ov-bureau Groningen Drenthe (een samenwerkingsverband van de beide
provincies en de stad Groningen) van plan straks ook in het stadsvervoer op reguliere lijnen
vrijwilligers in te zetten. De Waal heeft nog geen oordeel, deze maand gaat hij bij het ov-bureau op
bezoek.