Handout 4a Cesuur bepalen

HandOut 4a
MC
PLUS ontwerp- samenstelling & constructie – afname –
scoren en
analyseren- vaststellen van de uitslag
Centrum voor Onderwijs en Leren, Onderwijsadvies & Training
4a Cesuur bepalen
Vragen
Zowel voor als na de afname moet de zak/slaaggrens, de cesuur, worden bepaald. Er zijn
verschillende manieren om de cesuur te bepalen, ieder met voor- en nadelen. Een meer
geavanceerde manier is de methode van Nedelsky, deze wordt hieronder bij verdieping
gegeven.
• Hoe bepaal ik de beslissingsgrens voor zakken en slagen (de cesuur)?
Mogelijke antwoorden
Er zijn minimaal vijf manieren om de zak- /slaaggrens te bepalen
1. IJkpunt (5,5) bepalen door moeilijkheidsschatting vóóraf
Controleer het tentamen op moeilijkheidsgraad en maak per vraag een schatting van de scores
die een nèt voldoende student zou moeten kunnen halen. Het totaal van deze scores is een
schatting voor de cesuur-score (cijfer 5,5).
2. IJkpunt (cijfer 10) creëren door het tentamen te laten maken door een fictieve ‘uitmuntende
student’.
Een collega of studentassistent maakt het tentamen. De behaalde score wordt gelijkgesteld
met de beheersingsgraad voor het cijfer 9 of 10. Laagste score = cijfer 1. Op basis van deze
twee punten kan de cesuur-score worden berekend door interpolatie.
3. IJkpunt (cijfer 10) wordt bepaald door de scores van de 5% best presterende studenten op
het tentamen, gelijk te stellen met het cijfer 10.
4. IJkpunt op basis van gegevens voorgaand tentamen.
Cesuurscore wordt berekend aan de hand van scorepatronen op vergelijkbare of identieke
vragen van eerdere afnamen.
5. IJkpunt voor een voldoende op basis van vooraf gestelde beheersingsgraad.
Is de vereiste beheersingsgraad voor een 5.5 bijvoorbeeld > 50% dan is (Scoremax * 50%) de
cesuurscore. Vanwege vermeende raadkans bij meerkeuzevragen is de formule voor de
cesuurscore:
(B * (N-R)) + R. Waarbij B de beheersingsgraad; N het aantal vragen en R de raadkans voorstelt.
Van score naar cijfers
Is de cesuur bekend dan worden de cijfers berekend.
Naast de cesuurscore (score voor een net (on)voldoende ) is een twee-de toetsscore met cijfer
nodig om de scores lineair te kunnen transfor-meren naar cijfers. De meest gebruikte score is
de maximaal te behalen score die het cijfer 10 geeft. En om de cijferklassen gelijk van grootte
te laten zijn zou deze score meer precies het cijfer 10,54 moeten leveren.
Verdieping
Methode Nedelsky (1975)
1
HandOut 4a
MC
PLUS ontwerp- samenstelling & constructie – afname –
scoren en
analyseren- vaststellen van de uitslag
Centrum voor Onderwijs en Leren, Onderwijsadvies & Training
Bij de methode Nedelsky wordt de moeilijkheidsgraad vertaald naar de norm voor een nèt
voldoende (5,5).
In de tabel hieronder is een drietal mogelijke verdelingen in moeilijkheidsgraad weergegeven
voor een toets bestaande uit 40 vier-keuzevragen. De verdelingen komen alle overeen met een
absoluut gestelde cesuur (grens voor zakken of slagen) van 25.
Drie niveaus in beheersingsgraad (c.q. moeilijkheidsgraad) zijn onderscheiden: ‘moeilijk, pittig,
redelijk, en gemakkelijk’. De toets zou idealiter nu zo moeten worden samengesteld dat de
gemiddelde moeilijkheidsgraad over de afnames en jaren heen gelijk is en overeenkomt met
een beredeneerde beheersingsgraad die van de nèt voldoende student wordt verwacht.
In onderstaande tabel zijn een viertal voorbeeld verdelingen naar moeilijkheid uitgewerkt.
Vooronderstelling is dat de moeilijkheidsgraad gelijke tred houdt met de beheersingsgraad
(Nedelsky). Er zijn in het voorbeeld 4 niveaus onderscheiden. Voor een iets grovere maat
(eenvoudiger) zou ook een 3 tal niveaus volstaan.
Een vraag is:
• Gemakkelijk als van de net voldoende student wordt verwacht dat hij/zij de vraag weet. Voor
deze vragen behaalt deze student één punt.
• Redelijk : de 5,5-student kan twee alternatieven elimineren. De verwachte score: 0,5 punt
(gelijk aan 50% raadkans).
• Pittig: de 5,5 student moet éen alternatief kunnen elimineren. De bijbehorende score is dan
1/3e –punt.
• Moeilijk: vragen zijn naar verwachting te moeilijk voor een 5,5 student en daarom is de te
verwachten score gelijk aan de raadkans: 0,25 punt.
De cesuurscore is nu de som van de toegemeten scorepunten.
Voorbeeld:
Toets 4-keuzevragen
Verhouding (bijv):
Voorbeeldverdelingen
(Bij 40 vragen)
Beheersingsgraad
( 5,5 student)
Beredeneerde
score/vraag
Beheersingsnorm voor
voldoende
(40 vragen)
Verwachte P’-waarde
(bij een slaag% van 75)
“Gemakkelijk”
Onderscheidt
onvoldoendevoldoende
“Redelijk
makkelijk”
Onderscheidt
voldoenderuimvoldoende
“Pittig”
Onderscheidt
ruimvoldoende
van goed
presteerders
“Moeilijk”
Onderscheidt
goed van
zeergoed
presteerders
35-40%
16/14/15
20-32%
8/13/12
22-30%
12/9/9
10%
4/4/4
100%
50%
33,3%
25%
1
1/2
1/3
1/4
16/14/15 punten
4/6.5/6 pt.
4/3/3 pt.
1 pt.
1.00- 0.70
0.70-0.50
0.50-0.30
0.30-0.10
Cesuur: score voor 5,5 (Toetsservice COLUU: 25)
Cesuurscore zoals standaard berekend door Toetsservice van het Centrum voor Onderwijs en
Leren (UU)
(Uitgaande van scoringssysteem ‘gedwongen raden’)
Cesuurscore = Raadscore + [Beheersingsgraad* (aantal vragen – raadscore)]
2
totaal
100%
40
25
25
HandOut 4a
MC
PLUS ontwerp- samenstelling & constructie – afname –
scoren en
analyseren- vaststellen van de uitslag
Centrum voor Onderwijs en Leren, Onderwijsadvies & Training
Waarbij Beheersingsgraad ≥ 50%, en de raadscore = Aantal vragen/aantal alternatieven:
Cesuurscore = Raadscore + [0.50 * (aantal vragen – raadscore)]
Tabel 2: cesuurscores afhankelijk van aantal vragen en aantal alternatieven (volgens
standaardmethode van het Centrum voor Onderwijs en Leren)
Aantal vragen
Aantal
Alternatieven
2
3
4
5
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
15,0
13,33
12,5
12
18,75
16,67
15,63
15
22,50
20,0
18,75
18
26,25
23,33
21,88
21
30,0
26,67
25,0
24
33,75
30,0
28,13
27
37,50
33,33
31,25
30
41,25
36,67
34,38
33
45,0
40,0
37,5
36
48,75
43,33
40,63
39
52,50
46,67
43,75
42
56,25
50,0
46,88
45
60,0
53,33
50,0
48
Meer verdieping
Dousma, T., Horsten, A. & Brants, J. (1997). Tentamineren. Groningen: Wolters-Noordhoff
Berkel van, H., Bax A.& Joosten-ten Brinke D. (2014). Toetsen in het hoger onderwijs. Houten:
Bohn Stafleu van Loghum.
3