Youth Self Report Verhulst F., van der Ende J., Koot H., Sophia Kinderziekenhuis, voor jongeren 11 tot Rotterdam, 2001 18 jaar (YSR) Doel Probleemgedrag en vaardigheden van jongeren beschrijven met als doel psychopathologie te beschrijven. Niet ontworpen om diagnosen verschaffen. Meet een breed spectrum van gedrag. Beschrijving De Zelf in te Vullen Vragenljst voor 11-18 jarigen (YSR, Youth SelfReport for Ages 11-18) is een vragenlijst waarop jongeren vragen over zichzelf kunnen beantwoorden over vaardigheden, emotionele en gedragsproblemen. Veel van deze vragen zijn hetzelfde als op de CBCL/6-18, aangevuld met veertien sociaal wenselijke vragen waarop de meeste jongeren positief antwoorden. Jongeren kunnen voor elke vraag aangeven hoe goed een vraag bij hun past in de afgelopen zes maanden volgens dezelfde manier als bij de CBCL 6-18. De YSR omvat de schalen Activiteiten, Sociaal, Totale Vaardigheden en empirische en DSMschalen met dezelfde betekenis als op de CBCL 6-18. A. Syndroomschalen 1. Angstig/depressief 2. Teruggetrokken/Depressief 3. Somatische klachten 4. Sociale problemen 5. Denkproblemen 6. Aandachtsproblemen 7. Regelovertredend gedrag 8. Agressief gedrag Internaliseren = 1, 2, 3 + item 103 Externaliseren = 7 + 8 B. Competenties 1. Schooluitslagen 2. Activiteiten 3. Sociaal Doelgroep Jongeren van 11 tot 18 jaar Afname Jongeren vullen deze vragenlijst zelf in. De schaal heeft 3 punten (0 = helemaal niet van toepassing, 1 = beetje of soms van toepassing, 2 = duidelijk of vaak van toepassing). Duur = 15-20 minuten. Er bestaat een papieren en een computerversie (ADM). Bij de papieren versie kunnen de ruwe uitslagen manueel overgebracht worden op een profielblad. De computerprogramma-module (ADM versie vanaf 7.2) biedt de mogelijkheid om de gegevens van meer dan dertig landen als normen te hanteren. Normen COTAN beoordeling (2013) van de normen van 2005: onvoldoende: de representativiteit van de normen is onvoldoende aangetoond, de normgroepen worden ontoereikend beschreven en over de meetinvariantie over landen en culturen wordt niet vermeld. De Amerikaanse handleiding (2001-2007) met het onderzoek van 2001 gebruikte een representatieve Amerikaanse steekproef van 1999. Het ADM scoringsprogramma (vanaf versie 7.2) baseert zich op de Amerikaanse normen van 2001 (met representatieve Amerikaanse steekproef uit 1999) en heeft nadien gegevens opgenomen van meer dan 30 culturen. Die culturen zijn verdeeld in drie groepen: Andere psychometrische kenmerken Beoordeling/ervaring Andere informatie laag, midden en hoog. België en Nederland (zoals o.m. Amerika) bevinden zich in de middengroep. In de ADM, zeker vanaf versie 9.1 (mogelijk ook al een vroegere versie) zijn de nieuwe Nederlandse normgegevens opgenomen Meer informatie op www.aseba.nl Drie stippellijnen geven drie interpretatiegebieden aan: een klinisch gebied, een grensgebied en een gebied van normaal functioneren. Voor de syndroom- en DSM-georiënteerde schalen werd de klinische grensscore vastgelegd op percentiel 98 (T-score = 70). Voor de totale probleemscore en de schalen internaliseren en externaliseren is de klinische grensscore percentiel 90 (T-score = 63) in Amerikaanse handleiding (2001): Betrouwbaarheid Interne consistentie: van .71 tot .90, waarbij de totale probleemschaal een interne consistentie heeft van .95. De interne consistentie van het competentiedeel varieert van .55 tot .75. Dit wordt deels verklaard door het feit dat deze schalen uit een klein aantal items bestaat. Test-hertest betrouwbaarheid: van .67 tot .91. Voor de totale probleemschaal bedraagt ze .87 en voor de totale competentieschaal .89. Validiteit op verschillende manieren onderzocht (begrips- en constructvaliditeit, criterium-gerelateerde validiteit, cross-culturele validiteit) Bij het gebruik van de ADM (vanaf versie 7.2): zie Amerikaanse Bijlage Multiculturele Normen (2007) Betrouwbaarheid: Interne consistentie: de gemiddelde Cronbach’s alpha varieert voor de (gedrag)Probleemschalen tussen .64 en .86 en is voor de Totale Probleemschaal .94. Voor de DSM-schalen liggen ze tussen .60 en .79. COTAN beoordeling (2013) van de versie van 2005: onvoldoende. Hoewel de bevindingen over de homogeniteit en de stabiliteit op zich bevredigend zijn, zijn zij berekend op het Nederlandse aandeel in de internationale normgroep en niet op deze normgroep zelf. PRODIA-beoordeling: 2de keuze Binnen het ASEBA-instrumentarium zijn er naast de CBCL gelijkaardige vragenlijsten voor ouders (Child Behavior Checklist ) en voor leerkrachten (Teacher Report Form) zie overeenkomstige testfiches. Er is ook een cross-informant scoring mogelijk met de ADM waarmee de TRF, de YSR en de CBCL met elkaar vergeleken kunnen worden. De discrepantie tussen de verschillende informanten is interessant omdat het de perceptie van problemen bij de verschillende informanten zichtbaar maakt. Beoordeling door Netoverschrijdende Werkgroep Faire Diagnostiek van CBCL: ‐ Afnemen in een interview - Op itemniveau kijken - Standaardisatie vaak niet mogelijk - Niet inzetten in de beginfase van een onderzoek - SDQ is een goed alternatief Gebruik, zie: ‘Toetsstenen Faire Diagnostiek’ (www.vclbkoepel.be/faire-diagnostiek2) bij indicatie klinisch/psychiatrisch beeld. - Wanneer afgenomen door een andere dienst (bv. bij een doorverwijzing) contact opnemen met desbetreffende dienst. Dus inventief, pragmatisch, cultuursensitief en zuinig gebruik van de CBCL in een schoolpsychologische context. Lees meer ... http://www.vclbkoepel.be/professionals/kansenbevordering3/fairediagnostiek/materialen23
© Copyright 2025 ExpyDoc