POSSESSIEF PRONOMEN A) Vul het juiste possessief pronomen in

POSSESSIEF PRONOMEN
A) Vul het juiste possessief pronomen in
1. Ik heb een goed idee. Het is mijn idee.
2. Bent u getrouwd? Hoe heet …………….. vrouw?
3. Mijn vader heeft …………….. agenda nodig.
4. Ze zijn fier op …………….. kinderen.
5. Hij houdt …………….. papieren netjes bij.
6. Ze vindt …………….. ticket niet meer.
7. Wij hebben …………….. huis verkocht.
8. Jullie zouden …………….. kinderen moeten opvoeden.
9. Wij hebben …………….. ijsje al op.
10. Wij vinden …………….. paraplu niet.
11. Ik heb …………….. bril laten liggen.
12. De kinderen hebben …………….. lunchpakket vergeten.
13. Katrien heeft …………….. huiswerk niet gemaakt.
14. Mevrouw, ik denk dat dit …………….. handtas is?
15. ’s Zomers zitten we liever in …………….. eigen tuin.
B) Vul in met het geschikte bezittelijk voornaamwoord.
Mevrouw Verhagen en …………….. vriendin gaan naar de supermarkt. Jan, de zoon van mevrouw
Verhagen, vraagt aan …………….. moeder: “Mag ik mee, moeder?” “Nee,” zegt …………….. moeder. “Je
moet met …………….. zus thuisblijven want die is nog te klein om alleen te blijven. Vergeet ook niet dat
…………….. tante Nelly en …………….. nonkel Dirk straks komen. Je moet dus op hen wachten. Tot
straks, …………….. jongen.”
De twee vriendinnen gaan met …………….. wagen naar de stad. Ze hebben een hele lijst. Mevrouw
Verhagen vergeet ook niet om gebakjes voor …………….. kinderen te kopen. Ze vraagt aan haar
vriendin: “Heb jij …………….. kar gezien?” Mevrouw Kok vindt …………….. winkelkar en ze gaan naar de
kassa. Bij het krijgen van de rekening realiseert mevrouw kok zich dat ze …………….. portemonnee
thuis is vergeten.
Me vrouw Verhagen heeft ook geen geld maar ze heeft …………….. bankkaart en ze betaalt voor
…………….. vriendin.
Nederlandse Academie
02/218 47 07
B2
POSSESSIEF PRONOMEN
C) Vervang de ‘van’ zoals in het voorbeeld.
Bv: De auto van Eveline staat in de garage.
Evelines auto staat in de garage.
1.
De fiets van Jan moet hersteld worden.
2.
De toekomst van België staat op het spel.
3.
Het dochtertje van meneer Janssen is een zeer schattig kindje.
4.
De werken van Plato hebben mij geïnspireerd.
5.
De auto van de directeur is al twee keer gestolen.
6.
Ik wil de fiets van Eddy Merckx kopen.
7.
Hoeveel heeft de computer van Betty gekost?
8.
Heb je de nieuwe auto van onze buren al gezien?
9.
De cursus van professor Sottinckx begint pas volgende week.
Nederlandse Academie
02/218 47 07
B2