Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Aanvalsplan Armoede en Schulden: ontwerpnotitie ontwikkellijnen Programma / Programmanummer BW-nummer Werk & Inkomen / 1061 Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. In het coalitieakkoord Samen voor Nijmegen: sociaal, duurzaam en ondernemend hebben we afgesproken om een impuls te geven aan ons beleid ten aanzien van armoedebestrijding en schuldhulpverlening. We hebben naar aanleiding van twee strategische discussiebijeenkomsten met partners in de stad een ontwerpnotitie opgesteld. Daarin geven we langs 10 ontwikkellijnen weer hoe we de komende jaren ons beleid ten aanzien van armoedebestrijding en schuldhulpverlening vorm willen geven. We willen deze ontwerpnotitie vrijgeven voor inspraak met instellingen in de stad en ter bespreking met de raad. MO10, Martin Ruiter, 2002 Datum ambtelijk voorstel 17 november 2014 Registratienummer 14.0012785 Ter besluitvorming door het college 1. De ontwerpnotitie Aanvalsplan Armoede en Schulden: Ontwerpnotitie Ontwikkellijnen vaststellen en ter inspraak vrijgeven. 2. De brief aan de raad over de Aanvalsplan Armoede en Schulden vast te stellen. Paraaf akkoord Datum Paraaf akkoord Datum Steller Martin Ruiter Alleen ter besluitvorming door het College X Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: Bestuursagenda Portefeuillehouder collegevoorstel Collegevoorstel 1 Probleemstelling In het coalitieakkoord Samen voor Nijmegen: sociaal, duurzaam en ondernemend hebben we afgesproken om een impuls te geven aan ons beleid ten aanzien van armoedebestrijding en schuldhulpverlening. We willen ons ruimhartige minimabeleid in stand houden en het nietgebruik van voorzieningen tegen gaan. Onze focus ligt op kinderen, chronisch zieken, gehandicapten, ouderen, AWBZ-cliënten en volwassenen met een laag inkomen. Voor hen onderzoeken we de mogelijkheden om te komen tot één integrale regeling ten behoeve van cultuur, mobiliteit/vervoer, sport en een dagje uit. Ten aanzien van schulden leggen we de focus op het borgen van de vaste lasten om zodoende kostbare bewindvoeringstrajecten en oplopende schulden te voorkomen. We pakken de schuldenproblematiek voor jongeren, ondernemers en ZZP-ers aan. Bijgevoegd Aanvalsplan Armoede en Schulden: Ontwerpnotitie Ontwikkellijnen vormt een aanzet om bovengenoemde ambities te realiseren. Armoedebestrijding en schuldhulpverlening liggen beleidsmatig en ook in de praktijk steeds meer in elkaars verlengde. In de ontwerpnotitie verbinden we – voor het eerst - beide beleidsterreinen met elkaar. We hebben naar aanleiding van twee strategische discussiebijeenkomsten met partners in de stad een ontwerpnotitie opgesteld. Bij de strategische bijeenkomsten hebben inhoudelijke experts ons gevoed met hun ideeën over waar we de komende jaren aan moeten werken. We hebben deze input (én de input van diverse gemeentelijke adviescommissies) verwerkt in 10 ontwikkellijnen. We willen deze ontwerpnotitie – voordat we deze voorleggen aan de raad – vrijgeven voor inspraak. We vinden het namelijk ook belangrijk om de directies van de instellingen te consulteren en hun feedback te betrekken bij de verdere beleidsvorming. 2 Juridische aspecten Gemeenten zijn sinds 1 juli 2012 verantwoordelijk voor het verlenen van integrale schuldhulpverlening op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Doel is dat met verschillende partijen wordt samengewerkt in een keten van preventie tot en met nazorg. Bijzondere bijstand, individueel of categoriaal, wordt met ingang van 1 januari 2015 verstrekt op grond van de Participatiewet (voorheen; Wet werk en bijstand). Aanvullend bieden we in het kader van ons minimabeleid inkomensondersteuning en participatiebevordering via de individuele bijzondere bijstand, de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en onze collectieve aanvullende zorgverzekering. Als gevolg van de invoering van de Participatiewet worden de mogelijkheden voor categoriale verstrekking van bijzondere bijstand ingeperkt, wordt de langdurigheidstoeslag vervangen door een individuele inkomenstoeslag en is er een mogelijkheid een individuele studietoeslag via bijzondere bijstand te verstrekken. Dit laatste voor een precies beschreven doelgroep in de Participatiewet (ter vervanging van de studieregeling in de Wajong). In december ontvangt u over deze ‘technische’ wijziging een voorstel. Dit voorstel gaat ter besluitvorming naar de raad. 3 Doelstelling We willen bijgevoegde ontwerpnotitie vaststellen en vrijgeven voor inspraak. 4 Argumenten We willen een stad zijn waar het niet alleen voor mensen met een gemiddeld tot hoog inkomen goed toeven is. We zijn er trots op dat in Nijmegen ook kinderen uit gezinnen met Collegevoorstel Vervolgvel 2 een laag inkomen kunnen sporten en meedoen. Daarin onderscheiden wij ons en daarin willen we ons ook in de toekomst blijven onderscheiden. Wij zijn van mening dat er op hoofdlijnen een stevig fundament voor armoedebestrijding en schuldhulpverlening ligt. We hebben de afgelopen jaren – ondanks dat we op een aantal terreinen een behoorlijke terugloop in Rijksmiddelen hebben gezien (schuldhulpverlening, WTCG, CER) – in Nijmegen een robuuste infrastructuur voor huishoudens met lage inkomens en schulden in stand weten te houden. De schuldhulpverlening in deze stad kenmerkt zich door een no-nonsense aanpak en is makkelijk toegankelijk. Vooral welzijnsinstelling Het Inter-lokaal heeft op een zeer inspirerende wijze met een relatief laag budget een laagdrempelig en toch effectief hulpaanbod ontwikkeld. Dankzij deze aanpak hoeven burgers over het algemeen niet lang te wachten als ze hulp nodig hebben bij het oplossen van schuldenproblemen. In de afgelopen jaren hebben we goede resultaten geboekt, niet alleen door de inzet van de gemeente maar ook onze partners in de stad hebben hier veel aan bijgedragen. Vanuit onze optiek is het niet zinvol om alsmaar meer geld te besteden aan steeds weer nieuwe regelingen. Er moet immers een prikkel blijven om het gemeentelijk vangnet ook weer te verlaten. Daar waar nodig blijven we – zeker voor wat betreft de schuldhulpverlening – de focus houden op de doorontwikkeling van ons aanbod. Maar wat we in deze coalitieperiode vooral willen doen, is het leggen van de verbindingen en het slimmer organiseren van wat we hebben ontwikkeld. Voor een motivatie van de verschillende ontwikkellijnen verwijzen wij naar de ontwerpnotitie. 5 Financiën Op jaarbasis besteden we momenteel ongeveer € 19 miljoen op jaarbasis aan armoedebestrijding en schuldhulpverlening. Dit bedrag blijft op hoofdlijnen in de periode 2015-2018 vergelijkbaar in omvang. Vanwege de impuls van het coalitieakkoord voor armoedebestrijding en schuldhulpverlening en een stijgende Rijksbijdrage ten behoeve van armoedebestrijding - binnen het product armoedebestrijding ruimte om met het Aanvalsplan ook een financiële impuls te geven: Product armoedebestrijding x€ 1.000 Deelproduct bijzondere bijstand Deelproduct maatschappelijke participatie Deelproduct schuldhulpverlening Totaal Extra: middelen coalitieakkoord Extra: geraamde ontvangsten Klijnsmamiddelen Beschikbaar voor Aanvalsplan 1 2015 2016 2017 2018 € 14,2 Bedragen vergelijkbaar met 2015 € 1,0 € 3,5 € 18,7 € 0,5 € 0,5 € 0,5 € 0,5 € € 0,91 € 1,4 € 1,0 € 1,5 € 1,1 € 1,6 € 1,1 1,6 Inclusief de nog resterende Klijnsmamiddelen 2014 van € 377.000,-. Collegevoorstel Vervolgvel 3 We hebben een globale raming gemaakt van de middelen die nodig zijn om de tien ontwikkellijnen van het Aanvalsplan uit te voeren: Ontwikkellijn 1 Naar een bundeling van regelingen in de 2 armoedebestrijding Naar een effectievere ondersteuning van particuliere initiatieven Naar meer kennisdeling in de ketens armoede en schulden Naar meer kennis over de effectiviteit van instrumenten Naar een integraal systeem van vroegsignalering van schulden Naar een betere afstemming van vraag en aanbod in de financiële hulpverlening Naar een betere borging van de betaling van vaste lasten Naar een krachtig vangnet voor bepaalde doelgroepen met schulden Naar meer preventie en kwalitatief betere bewindvoering Naar een beter systeem bij onze landelijke partners Totaal 2 3 4 5 6 7 8 9 1 0 2015 2016 2017 2018 € 473.000 € 509.000 € 630.000 € 675.000 € 55.000 € 55.000 € 55.000 € 55.000 € 10.000 € 10.000 € 10.000 € 10.000 € 35.000 € 35.000 € 35.000 € 35.000 € 110.000 € 85.000 € 85.000 € 85.000 € 155.000 € 155.000 € 155.000 € 155.000 € 25.000 € 25.000 € 25.000 € 25.000 € 185.000 € 180.000 € 140.000 € 140.000 € 345.000 € 445.000 € 445.000 € 445.000 0 0 0 0 € 1.393.000,00 € 1.499.000,00 € 1.580.000,00 € 1.625.000,00 We gaan de kosten – op voorwaarde dat de raad hiermee instemt - dekken uit de financiële middelen die we in het coalitieakkoord hebben gereserveerd alsmede uit de van het Rijk 3 ontvangen Klijnsmamiddelen. Daarmee besteden we conform ons coalitieakkoord in beginsel nu alle voor armoedebestrijding beschikbare middelen ook voor dat doel. 2 Ten aanzien van deze ontwikkellijn nemen wij begin 2015 een afzonderlijk besluit. Op pagina 7 van ons coalitieakkoord staat: “Het Rijk erkent de lokale armoede[problematiek en stelt hiervoor extra structurele middelen beschikbaar. Beschikbare middelen voor de groep kwetsbare mensen oormerken we en zetten we volledig in voor de groepen en doelen waarvoor de middelen zijn bedoeld.” 3 Collegevoorstel Vervolgvel 4 Bovenstaande tabel is een eerste grove doorrekening van de ontwikkellijnen van het Aanvalsplan. Allereerst weten we niet hoe de kosten op bewindvoering zich ontwikkelen en hoeveel personen daadwerkelijk gebruik gaan maken van de nieuwe maatwerkvoorziening voor chronisch zieken. Op beide onderdelen is monitoring gewenst. Met de uitvoering van de ontwikkellijnen uit het Aanvalsplan verwachten wij ten aanzien van de bewindvoeringskosten de kostenontwikkeling in positieve zin te beïnvloeden. We gaan in de reguliere P&C-cyclus hierover rapporteren. Een tweede onzekerheid zit in ontwikkellijn 1 (bundeling van regelingen). Op dit moment is nog niet bekend hoe hoog de ontwikkelkosten van de zogeheten Nijmegenpas zijn. Ook moeten nog afspraken worden gemaakt over aanvullende financiering vanuit andere programma’s. Tenslotte is vooralsnog onduidelijk of wij erin slagen om de in 2014 geraamde uitgaven in het kader van de motie volwassenenparticipatie ook daadwerkelijk te besteden. We lossen dit op door nu slechts een eerste raming te presenteren. Bij de aanbieding van de ontwerpnotitie aan de raad in februari 2015 – nadat we ook de resultaten van de inspraakreacties hebben verwerkt – doen we een voorstel voor een begrotingswijziging. Op dat moment weten we ook het rekeningresultaat voor het programma Werk en Inkomen (waartoe het product Armoedebestrijding behoort) en hebben we ook meer zicht op de wijze waarop we de zogenoemde Nijmegenpas willen vormgeven. In het Aanvalsplan gaan we vooralsnog ervan uit dat de beschikbare middelen voor armoedebestrijding uit 2014 overgeheveld worden naar 2015. We stellen voor dit bij de jaarrekening in de tweede winstbestemming te effectueren. We laten in deze ontwerpnotitie zien dat we de middelen nodig hebben voor de bestrijding van armoede en schulden. 6 Participatie en communicatie We betrekken onze partners in de stad nadrukkelijk bij het Aanvalsplan. We hebben dat gedaan door (door de partners aangedragen) inhoudelijk deskundigen in twee strategische discussiebijeenkomsten om input te vragen. Ook hebben we – voordat we de ontwerpnotitie hebben opgesteld – ons oor te luister gelegd bij verschillende adviescommissies. Dit heeft ons waardevolle input opgeleverd. We willen nu ook raadsleden nadrukkelijk betrekken bij het proces. Daarom gaan we in overleg met de griffie en de raad een themabijeenkomst organiseren voor raadsleden waarbij we het proces toelichten en een presentatie verzorgen van het plan. Ook organiseren we een inspraakprocedure met een inspraakbijeenkomst waarin organisaties en burgers schriftelijk en mondeling kunnen reageren op het plan. We bundelen alle reacties in een inspraakverslag. Langs deze weg willen we komen tot een breed gedragen plan dat door de raad kan worden vastgesteld en richting geeft aan ons beleid voor de komende jaren. 7 Uitvoering en evaluatie We gaan de ontwerpnotitie vrijgeven voor inspraak. De (gewijzigde) ontwerpnotitie wordt de raad in februari 2015 aangeboden ter vaststelling. 8 Risico Er zijn geen risico’s gemoeid met dit voorstel. Bijlage(n): Aanvalsplan Armoede en Schulden – Ontwerpnotitie Ontwikkellijnen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail [email protected] Gemeenteraad van Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum Ons kenmerk Contactpersoon 16 december 2014 MO10/14.0014004 Martin Ruiter Onderwerp Datum uw brief Doorkiesnummer Aanvalsplan Armoede en Schulden: Ontwerpnotitie ontwikkellijnen (024) 3292002 Geachte leden van de raad In het coalitieakkoord hebben we aangekondigd dat er een “Aanvalsplan op Schulden” komt. In bijgaande ontwerpnotitie Aanvalsplan op Armoede en Schulden: Notitie Ontwikkellijnen (zie bijlage) geven we in 10 ontwikkellijnen aan, waar we de komende jaren ten aanzien van armoedebestrijding en schuldhulpverlening aandacht aan willen geven. In twee strategische discussiebijeenkomsten hebben inhoudelijke experts ons ideeën en suggesties aangereikt. We hebben ons oor ook te luister gelegd bij alle gemeentelijke adviescommissies en een aantal interviews gehouden met deskundigen en bewoners met een laag inkomen en/of schulden. Wij vinden het belangrijk om uw raad aan de voorkant van het beleidsproces de mogelijkheid te bieden om zijn visie op het plan te geven. Daarom stellen we - na overleg met de griffie - voor om een themabijeenkomst te organiseren met wethouder Tankir op dinsdag 20 januari 2015 van 18.00-19.30 uur in de Van Limburgzaal. Verder bent u van harte welkom om aan te sluiten bij de inspraakavond voor belanghebbenden die wij organiseren op donderdag 27 januari 2015 (20.00-21.30 uur) in de Burgerzaal. De resultaten van deze twee bijeenkomsten en de inspraakreacties gaan wij verwerken in een notitie die wij naar verwachting eind februari 2015 aan uw raad ter vaststelling aanbieden. college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg Bijlage: concept –notitie ontwikkellijnen Aanvalsplan Armoede en Schulden www.nijmegen.nl brief inspraak Aanvalsplan gemeenteraad.docx Aanvalsplan Armoede en Schulden Ontwerp Notitie ontwikkellijnen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Gemeente Nijmegen 1 Aanvalsplan Armoede en Schulden Ontwerp Notitie ontwikkellijnen 2 3 Inhoud Inhoud ....................................................................................................................................... 4 Inleiding..................................................................................................................................... 6 Hoe nu verder? .................................................................................................................... 9 Samenvatting ......................................................................................................................... 12 1. De hulpvraag: Armoede en schulden in Nijmegen .................................................. 18 2. Het huidige aanbod globaal….................................................................................... 20 Deel 2: Ontwikkel-lijnen ......................................................................................................... 22 1. Naar een bundeling van regelingen in de armoedebestrijding (Nijmegenpas) . 24 2. Naar een effectievere ondersteuning van particuliere initiatieven ....................... 26 3. Naar meer kennisdeling in de ketens armoede en schulden ................................. 28 4. Naar meer kennis over de effectiviteit van instrumenten ........................................ 30 5. Naar een integraal systeem van vroegsignalering van armoede en schulden ... 32 6. Naar een betere afstemming van vraag en aanbod in de financiële hulpverlening.......................................................................................................................... 38 7. Naar een betere borging van de vaste lasten.......................................................... 44 8. Naar een krachtig vangnet voor bepaalde doelgroepen ..................................... 48 Kwetsbare burgers die begeleid worden vanuit de AWBZ ......................................... 48 Vluchtelingen ..................................................................................................................... 49 Ondernemers met schulden ............................................................................................ 50 Jongeren ............................................................................................................................. 52 Werkzoekenden met schulden ........................................................................................ 52 Huishoudens met een laag inkomen en gezondheidsproblemen ............................. 53 9. Naar meer preventie en kwalitatief betere bewindvoering ................................... 56 10. Naar een beter systeem bij onze landelijke partners ............................................ 60 Bijlagen.................................................................................................................................... 62 1. Overzicht ontwikkellijnen en financieel kader ........................................................... 64 Dekking ontwikkellijnen ..................................................................................................... 65 2. Begrippenkaders rond armoede en schulden .......................................................... 66 3. Uitkomsten pilot analyse bronheffing .......................................................................... 68 4 4. Deelnemers strategische discussiebijeenkomsten armoedebestrijding ................ 72 Deelnemers strategische discussiebijeenkomst armoedebestrijding ......................... 72 Deelnemers strategische discussiebijeenkomst schuldhulpverlening ........................ 72 5. Overzicht regelingen armoedebestrijding gemeente Nijmegen ........................... 74 5 Inleiding In het coalitieakkoord hebben we ten aanzien van armoedebestrijding en schuldhulpverlening stevige ambities geformuleerd. We willen ons ruimhartige minimabeleid in stand houden en het niet-gebruik van voorzieningen tegen gaan. Onze focus ligt op kinderen, chronisch zieken, gehandicapten, ouderen, AWBZcliënten en volwassenen met een laag inkomen. Voor hen onderzoeken we de mogelijkheden om te komen tot één integrale regeling ten behoeve van cultuur, mobiliteit/vervoer, sport en een dagje uit. Ten aanzien van schulden leggen we de focus op het borgen van de vaste lasten om zodoende kostbare bewindvoeringstrajecten en oplopende schulden te voorkomen. We pakken de schuldenproblematiek voor jongeren, ondernemers en ZZP-ers aan. Deze notitie vormt een aanzet om bovengenoemde ambities te realiseren. Armoedebestrijding en schuldhulpverlening liggen beleidsmatig en ook in de praktijk steeds meer in elkaars verlengde. In het Aanvalsplan voor Armoede en Schulden verbinden we – voor het eerst - beide beleidsterreinen met elkaar. Wij zijn van mening dat er op hoofdlijnen een stevig fundament voor armoedebestrijding en schuldhulpverlening ligt. We hebben de afgelopen jaren – ondanks de terugloop in Rijksmiddelen – in Nijmegen een robuuste infrastructuur voor huishoudens met lage inkomens en schulden in stand weten te houden. Armoedebestrijding: gerichte ondersteuning voor wie het zwaar heeft We willen een stad zijn waar het niet alleen voor mensen met een gemiddeld tot hoog inkomen goed toeven is. We hebben allerlei regelingen om ook minimahuishoudens een steuntje in de rug te geven. We zijn er trots op dat in Nijmegen ook kinderen uit gezinnen met een laag inkomen kunnen sporten. Daarin 6 onderscheiden wij ons en daarin willen we ons ook in de toekomst blijven onderscheiden. De invoering van de Participatiewet, de Wet maatregelen Wet werk en bijstand op 1 januari 2015, de kostendelersnorm in de bijstand, de transities in de zorg: de Rijksbezuinigingen raken de lage inkomens hard. Door onze inspanningen verzachten we de gevolgen van de steeds vergandere Rijksbezuinigingen, al kunnen we de bezuinigingen natuurlijk niet ongedaan maken. We meten heel regelmatig hoe de financiële situatie is voor gezinnen met een kleine beurs. De Minima-effectrapportages (MER) van 2012 en 2014 laten zien dat iedereen in Nijmegen voldoende inkomen heeft voor de meest noodzakelijke uitgaven (het basispakket). Omdat uit de rapportages blijkt dat overige uitgaven vooral voor echtparen met een laag inkomen en oudere kinderen moeilijk te bekostigen zijn, besluiten we in 2012 om de resterende Rijksmiddelen ten behoeve van ons minimabeleid te besteden aan het verhogen van de gemeentelijke premiebijdrage voor de Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering (CAZ) met € 4,50 per persoon per maand. De raad steunt gezinnen met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm in november 2012 met de motie “Maatschappelijke Participatie Volwassenen”. We besluiten om eerst € 130.000,- en later nog eens € 300.000,- beschikbaar te stellen om de motie uit te voeren. We stellen voor de jaren 2014 en 2015 een regeling vast waarbij een activiteitenaanbod in de categorieën sport, cultuur en educatie beschikbaar komt ter waarde van € 150,- per persoon. In 2012 wordt – in navolging van een Voedselbank - in Nijmegen ook een Kledingbank opgericht ter bestrijding van armoede en om verspilling tegen te gaan. Op initiatief van de raad wordt in een werkconferentie over armoede met een groot aantal partijen gekeken naar de armoedeproblematiek in Nijmegen. We reageren ook op de afbouw van twee landelijke zorgkostenregelingen (Compensatie Eigen Risico en Wet tegemoetkoming chronisch zoeken en gehandicapten). De gemeente verhoogt in 2014 de lokale categoriale regeling incidenteel van € 200,- naar € 300,-. In februari 2014 verhogen we het budget voor individuele bijzondere bijstand éénmalig met € 119.000,-. In september 2014 worden de beleidsregels aangepast waardoor er ruimhartiger wordt vergoed. Het budget voor individuele bijstand wordt nu structureel verhoogd met € 320.000,- per jaar. Schuldhulpverlening: laagdrempelige materiële dienstverlening in combinatie met hoogwaardige schuldhulpverlening De schuldhulpverlening in deze stad kenmerkt zich door een no-nonsense aanpak en is makkelijk toegankelijk – ook voor burgers die niet op Henk, Ingrid of Jan Modaal 7 lijken. Vooral welzijnsinstelling Het Inter-lokaal heeft op een zeer inspirerende wijze met een relatief laag budget een laagdrempelig en toch effectief hulpaanbod uit de grond gestampt. Het is dankzij deze aanpak dat in Nijmegen burgers over het algemeen niet lang moeten wachten als ze hulp nodig hebben bij het oplossen van schuldenproblemen. Met de vaststelling van het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015 hebben we een systeem met een brede laagdrempelige basisdienstverlening voor burgers met financiële problemen en een beperkte, specialistische, gemeentelijke schuldhulpverlening gecreëerd. In plaats van de gemeente begeleiden organisaties in het maatschappelijk middenveld klanten die langdurige stabilisatietrajecten nodig hebben. Ondanks de zware Rijksbezuinigingen hebben we daarmee ook in de afgelopen collegeperiode veel huishoudens effectieve hulp kunnen bieden. In september 2013 hebben we een overeenkomst met Stuurman BV gesloten. Doel is het bieden van trajecten schulddienstverlening aan 150 werkzoekende bijstandsgerechtigden. Doel is uitstroom naar werk te realiseren door rust op het financiële vlak te realiseren. In september 2013 dient Groen Links het initiatiefvoorstel 'Een goed begin is het halve werk' in. Daarin worden diverse voorstellen gedaan om de schuldhulpverlening te verbeteren en te verbreden naar nieuwe doelgroepen. Groen Links pleit ervoor - Een aantal risicogroepen op te nemen in een nog op te stellen notitie over risicogroepen en schulden; de informatievoorziening en signalering via STIPS en Sociale wijkteams te laten lopen; een duidelijke structuur voor ketensamenwerking binnen de schuldhulpverlening op te stellen; ervoor te zorgen dat de gemeente Nijmegen geen medeveroorzaker is van schuldenproblematiek; in de schuldhulpverlening (geschoolde) vrijwilligers breed in te zetten. Naar aanleiding van dit voorstel maken we in een brief van 4 februari 2014 een analyse van de schuldhulpverlening. We zetten op een rij wat we weten over diverse risicogroepen. We pleiten voor een verdere differentiatie en uitbreiding van het aanbod voor de in het beleidsplan genoemde groep “niet regelbare schuldenaren” en een sterkere focus op het borgen van de vaste lasten. We pakken de wens van de raad op naar het versterken van de ketensamenwerking door Het Inter-lokaal en Bureau Schuldhulpverlening begin 2014 met een periodiek casusoverleg te laten starten om de overdracht van casussen te verbeteren. Zoals in het raadsvoorstel van Groen Links Een Goed Begin is het Halve Werk is aangegeven, verbeteren we voor een aantal doelgroepen de informatievoorziening (zie ook ontwikkellijn 8). We pakken de vroegsignalering van schulden op, niet alleen door de aanhaking van de coördinatiefunctie bij de 8 Sociale Wijkteams (ontwikkellijn 6), maar ook door extra te investeren in het ontwikkelen van een systeem van vroegsignalering (ontwikkellijn 5). De informatievoorziening en signalering vindt voor een belangrijk deel plaats via STIPS en Sociale Wijkteams. De inzet van geschoolde vrijwilligers bij Humanitas, FIBON en straks ook bij Vluchtelingenwerk (zie ontwikkellijn 8) heeft tot doel om de kracht van de samenleving beter te benutten. We geven ook opdracht aan Het Inter-lokaal en Bureau Schuldhulpverlening om een pilot budgetbeheer/budgetcoaching uit te voeren. Achtergrond van de pilot is de constatering dat ons laagdrempelige aanbod voor delen van de niet-regelbare schuldenaren een te licht instrument is, maar bewindvoering weer te zwaar. We willen met het inzetten van de pilot ook de kostenstijging voor bewindvoering beperken en cliënten adequaat ondersteunen om hun financiële zelfstandigheid te herwinnen. We besluiten begin 2014 ook om een analyse uit te laten voeren naar beslagleggingen van 400 bijstandsontvangers in het kader van de zorgverzekering. We vinden niet dat de gemeente Nijmegen veroorzaker is van schuldenproblematiek. Daar waar de wet ons verplicht om bijvoorbeeld boetes op te leggen zijn niet wij, maar is de wetgever veroorzaker. Daar waar er vanwege het innen van boetes ten aanzien van de vaste lasten betalingsproblemen ontstaan – zijn wij bereid om samen met onze partners te kijken of en hoe we in individuele gevallen maatregelen op elkaar kunnen worden afgestemd. In juni 2014 besluiten de gemeente en drie grote corporaties om te investeren in een hoogwaardige screening voor 100 huurders in de wijken Hatert en Dukenburg met huurschulden. En in september 2014 ontvangt Het Inter-lokaal een éénmalige extra subsidie van € 100.000,- voor het wegwerken van wachtlijsten in de laagdrempelige hulpverlening voor de jaren 2014 en 2015. Heel recent besluiten we om in 2014 en 2015 een tweetal korte pilots uit te laten voeren gericht op het verbeteren van de toeleiding richting de schuldhulpverlening. Met bovengenoemde initiatieven hebben we in de afgelopen jaren goede resultaten geboekt. Niet alleen de gemeente, maar vooral ook onze partners in de stad hebben hier veel aan bijgedragen. Hoe nu verder? We zijn heel tevreden met wat we hebben weten te realiseren. We willen deze lijn doorzetten en de kwaliteit waar mogelijk nog verbeteren. Wat we in deze coalitieperiode vooral willen doen, is het leggen van de verbindingen en het slimmer organiseren van wat we hebben ontwikkeld. We gaan deze notitie –na vaststelling in het College – vrijgeven voor inspraak. We hebben in de voorfase al (vertegenwoordigers van) het Klantgroepenoverleg, de Adviescommissie Allochtonen (ACA), de commssie Homo Lebisch Beleid, de commissie Jeugd, Maatschappelijke Opvang en Gehandicapten, de Seniorenraad 9 en het Platform Schuldhulpverlening geconsulteerd. De adviezen hebben we besproken met diverse inhoudelijk deskundigen vanuit woningcorporaties, Het Interlokaal, WMO-instellingen, regieteams, Sociale Wijkteams, Vluchtelingenwerk, Kledingbank, Kinderfonds en Voedselbank. Nu gaan we de directies van onze kernpartners vragen om ons formeel te adviseren en hun steun uit te spreken voor het realiseren van het plan. Daarna gaan we de notitie aanbieden ter vaststelling aan de gemeenteraad. In 2015 gaan we de notitie waar nodig verder uitwerken samen met onze partners in de stad en vervolgens daadwerkelijk implementeren. We voeren dit aanvalsplan niet in een jaar uit, maar gedurende deze collegeperiode. Langs de 10 ontwikkellijnen gaan we de armoedebestrijding en schuldhulpverlening een impuls geven. Overigens realiseren wij ons dat we – voor een succesvolle aanpak van armoede en schulden – in vergaande mate afhankelijk zijn de ontwikkelingen op andere terreinen, bijvoorbeeld de economische ontwikkeling, het arbeidsmarktbeleid, de zorg of het onderwijs. 10 11 Samenvatting In deel 1 zetten we kort op een rij wat we ten aanzien van armoedebestrijding en schuldhulpverlening weten over vraag en aanbod. In paragraaf 1 leggen we uit dat ongeveer 1 op de 7 huishoudens in Nijmegen moet rondkomen van een inkomen op of onder het sociaal minimum. Volgens Het Inter-lokaal kampen ongeveer 9.000 van de in totaal 70.000 Nijmeegse huishoudens met schulden. 10% van alle huishoudens typeert de eigen financiële situatie als slecht, 2.000-3.000 huishoudens zelfs als heel slecht. De Minima Effect Rapportage 2014 wijst gezinnen met oudere kinderen aan als groep die moeilijk de eindjes aan elkaar kan knopen. Verder wordt in dit deel globaal het aanbod aan armoedebestrijding en schuldhulpverlening beschreven. Opvallend: als gemeente bedienen we een groot deel van de Nijmeegse burgers met een laag inkomen zelf. De bijzondere bijstand, het verstrekken van langdurigheidstoeslagen, de Collectieve Aanvullende Zorgverzekering of de kwijtscheldingen van gemeentebelastingen vormen een stevig vangnet. We doen het zeker niet alleen: via het Kinderfonds, de Voedsel- en Kledingbanken of de Formulierenbrigade worden eveneens veel mensen geholpen. In de schuldhulpverlening hebben we naast bewindvoering en de klassieke gemeentelijke schuldhulpverlening nieuwe accenten gezet met een laagdrempelige materiële dienstverlening bij Het Inter-lokaal (stabilisatietrajecten en voorzieningenchecks) of recent de pilot budgetbeheer en budgetcoaching. In deel 2 geven we langs 10 ontwikkellijnen aan waar we deze collegeperiode aan willen werken. De eerste ontwikkellijn is dat we in de armoedebestrijding vanuit verschillende programma’s willen komen tot bundeling c.q. het beter afstemmen van verschillende regelingen voor minima. Omdat in het coalitieakkoord feitelijk de richting al is bepaald, geven we vooral aan hoe we het proces willen realiseren. In ontwikkellijn 2 willen we onze armoedebestrijding verbeteren door particuliere initiatieven in de stad beter te faciliteren. Bijvoorbeeld door een stimuleringspotje voor nieuwe kleine particuliere initiatieven. En door het periodiek uitnodigen van de particuliere armoedebestrijdingsorganisaties binnen een nieuw platform armoedebestrijding en schuldhulpverlening. Kennisdeling organiseren we via deskundigheidsbevordering van onze partners in de stad en een betere ontsluiting van de sociale kaart (ontwikkellijn 3). We willen komen tot een dusdanige informatievoorziening dat alle intermediairs op de hoogte zijn van elkaars aanbod. In ontwikkellijn 4 gaan we de effectiviteit van instrumenten beter onderzoeken, een veelgehoord verzoek van de kant van diverse deskundigen. Onderzoek moet ons in staat stellen om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. We zijn overigens 12 niet de enige gemeente die meer zicht wil krijgen op de effectiviteit van instrumenteni. Ontwikkellijn 5 behelst een integraal systeem van vroegsignalering van armoede en schulden. Door eerder in te grijpen, willen we de gevolgen van armoede en/of schulden reduceren. We zetten daarvoor een breed scala aan instrumenten in, van een uitvraagprogramma Impactive in onze bijstandsverlening tot vroegsignaleringslijsten van corporaties, zorgverzekeraars en energiebedrijven. Daar hoort ook een nieuw convenant met de corporaties bij. In de basis willen we het huidige systeem van laagdrempelige materiële dienstverlening door onze partners in de stad (Het Inter-lokaal en NIM) in combinatie met een specialistische gemeentelijke schuldhulpverlening uitbouwen. Daar waar er sprake is van een complexe hardnekkige problematiek waarop maatwerk nodig is, afstemming over organisatiegrenzen heen belangrijk is voor het beantwoorden van de hulpvraag of waar er sprake is van de inzet van langdurige en hoogwaardige instrumenten, willen we een coördinatiefunctie schuldhulpverlening inrichten (ontwikkellijn 6). In de coördinatiefunctie gaan we vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen om zo de kwaliteit te verhogen. Hoe die coördinatiefunctie eruit moet zien, gaan we uitwerken. Maar dat er een coördinatiefunctie moet komen en dat de gemeente deze coördinatiefunctie moet organiseren, dat staat voor ons vast. We willen de coördinatiefunctie dicht tegen de Sociale Wijkteams aan organiseren. In de coördinatiefunctie wordt de hulpvraag geanalyseerd, wordt een passend aanbod gekoppeld aan de vraag. De coördinatiefunctie zorgt voor een goede registratie en verantwoording ten aanzien van (de effectiviteit van) de trajecten. We willen beter gaan borgen dat bijstandsgerechtigden hun vaste lasten betalen (ontwikkellijn 7). Op basis van vroegsignalering en signalen kunnen we in uitzonderingssituaties de vaste lasten rechtstreeks vanuit de uitkering betalen. Dat doen we al, maar we gaan dat instrument nu breder inzetten. Om rust te creëren en uithuiszettingen te voorkomen. Doel van de interventie: mensen weer perspectief bieden en de neerwaartse spiraal doorbreken. Voor een aantal doelgroepen gaan we in ontwikkellijn 8 maatwerk ontwikkelen omdat hier sprake is van een specifieke problematiek. Voor burgers die vallen onder de AWBZ organiseren we de financiële dienstverlening anders. Bij vluchtelingen investeren we in voorlichting. Ondernemers met schulden helpen we bij het beëindigen van hun onderneming, maar liever nog met een succesvolle voortzetting. Ook in jongeren en werkzoekenden met schulden investeren we extra. Ontwikkellijn 9 gaat over onze ambitie om de bewindvoeringskosten te reduceren. We willen de juiste personen in bewindvoeringstrajecten laten instromen. Omgekeerd helpen we klanten die er rijp voor zijn uit de (dure) bewindvoering en in lichtere vormen van ondersteuning (zoals budgetbegeleiding) met als uiteindelijk doel financiële zelfstandigheid. We gaan budgetbeheer inzetten als voorliggende 13 voorziening. De kwaliteit van bewindvoering moet omhoog! We zien bewindvoering nadrukkelijker als integraal onderdeel van ons armoede- en schuldenbeleid. Conform een veelgehoorde wens van onze partners gaan we ons in ontwikkellijn 10 als gemeente wat meer als lobbyist opstellen richting “Den Haag”. Daar waar we in de lokale context last hebben van regels van de centrale overheid, gaan we dat signaleren. 14 15 Deel 1: Vraag en aanbod 16 17 1. De hulpvraag: Armoede en schulden in Nijmegen In Nijmegen had in 2011(recentere cijfers zijn er helaas niet) 15,8% oftewel 11.100 huishoudens een inkomen tot 110% van het sociaal minimum. In deze 11.100 huishoudens wonen 17.700 mensen, waaronder 3700 minderjarige kinderen1. Meer dan 6.000 huishoudens kampen volgens Het Inter-lokaal met licht problematische schulden, meer dan 1.500 huishoudens met zware problematische schulden en bijna 1.500 huishoudens met zware structurele schulden2. 10% van alle in de Burgerpeiling 2013 ondervraagden (vertaalt naar alle huishoudens zijn dit 8.000 huishoudens) beoordeelt de eigen financiële situatie als “slecht”. Binnen deze groep beoordelen 2000-3000 huishoudens de eigen financiële situatie zelfs als zeer slecht. In een figuur: financiële situatie "slecht"; 5500 financiële situatie "zeer slecht"; 2500 financiële situatie "goed"; 60000 Figuur 1 Beoordeling eigen financiële situatie. Bron: Burgerpeiling 2013 bureau Onderzoek en Statistiek gemeente Nijmegen 40% van alle respondenten zegt dat de eigen financiële situatie het afgelopen jaar achteruit is gegaan. Vooral bij de groep waar het slecht mee gaat, is de situatie verder verslechterd, terwijl bij mensen waar het goed mee gaat, er een relatief grote groep is die de eigen financiële situatie juist heeft zien verbeteren. In een figuur: 1 2 Bron: CBS, Regionaal Inkomensonderzoek. Aanvraag budgetsubsidie werk en inkomen van Het Inter-lokaal 2013 18 slecht niet goed/niet slecht goed 0 5000 10000 15000 20000 25000 30000 35000 40000 verbeterd gelijk verslechterd Figuur 2 Verandering financiële situatie huishouden. Bron: Burgerpeiling 2013 bureau Onderzoek en Statistiek gemeente Nijmegen De Minima Effect Rapportage (MER) 2014 van het NIBUD geeft inzicht in de koopkracht van de armste groepen in de gemeente en effecten van landelijke en gemeentelijke maatregelen daarop. Bekeken is voor zes soorten huishoudens hoe groot de koopkracht is als zij een inkomen hebben op bijstandsniveau, 110% of 120% van het netto minimum inkomen. De meeste minimahuishoudens met uitzondering van paren met twee (oudere) kinderen al dan niet met zorgkosten kunnen het zogeheten basispakket bekostigen. Gaan we kijken naar niet alleen het basispakket maar ook het restpakket, dan is de situatie omgekeerd: alleen (al dan niet alleenstaande) ouderen met of zonder zorgvraag kunnen zowel basispakket én restpakket bekostigen. Het NIBUD geeft aan dat niet zozeer de gemeentelijke inkomensondersteuning onvoldoende is, maar de landelijke normbedragen voor sommige groepen (zoals het paar met oudere kinderen). Mensen met een lage sociaal economische status, een laag inkomen en een lager opleidingsniveau zijn minder gezond, hebben een lagere levensverwachting en minder gezonde levensjaren. Er is bij arme mensen vaker sprake van een stress, een ongezonde leefstijl. Omgekeerd moeten mensen met al dan niet chronische gezondheidsproblemen ook vaker rondkomen van een laag inkomen. 19 2. Het huidige aanbod globaal… De afgelopen jaren hebben we een uitgebreid aanbod ontwikkeld aan producten voor armoedebestrijding en schuldhulpverlening. Aanbod armoedebestrijding Een groot deel van onze inspanningen ten aanzien van armoedebestrijding gaat in toekenningen voor allerlei vormen van bijzondere bijstand. We ondersteunen daarnaast relatief veel burgers via de Collectieve Aanvullende Zorgverzekering (CAZ) en de individuele inkomenstoeslag (nu nog: langdurigheidstoeslag). Via het kinderfonds kunnen kinderen sporten of een cursus volgen. Ook schelden we gemeentebelastingen kwijt. Particuliere initiatieven zoals Voedselbank en Kledingbank ondersteunen eveneens behoorlijk wat gezinnen. De Formulierenbrigade helpt met het aanvragen van voorzieningen. In onderstaand figuur hebben we het bereik van de verschillende voorzieningen3 in beeld gebracht (voor een overzicht van de regelingen voor armoedebestrijding zie ook bijlage 5). voorzieningenchecks formulierenbriga de; 750 voedsel en kledingbank; 900 ouderbijdrage kinderfonds; 1817 aantal kwijtscheldingen gemeentelijke heffingen; 6100 toekenningen bijzondere bijstand; 12927 deelnemers CAZ; 5954 cultuurbijdrage kinderfonds; 1478 sportbijdrage verstrekkingen kinderfonds; regeling 2512 chronisch zieken; 3314 verstrekkingen langdurigheidstoeslag; 4087 3 In het figuur zijn alleen de voorzieningen meegenomen waar ook gemeentelijke middelen mee zijn gemoeid. Daarnaast zijn er uiteraard in de stad nog meer initiatieven waarmee gezinnen met een laag inkomen worden bereikt, bijvoorbeeld via de kerken. Omdat we daar geen bijdrage aan leveren, zijn deze niet meegenomen in dit overzicht. In de aantallen voor bijzondere bijstand zijn de bewindvoeringen niet meegenomen, omdat we de bewindvoeringen zien als een vorm van schuldhulpverlening (zie onder aanbod schuldhulpverlening). 20 Aanbod schuldhulpverlening Ook in de schuldhulpverlening worden diverse trajecten aangeboden. Zo worden er op jaarbasis 1300 burgers ondersteund door een bewindvoerder. Bij Bureau Schuldhulpverlening worden op jaarbasis 950 aanvragen voor schuldhulpverlening afgehandeld en meer dan 900 personen bereikt door middel van groepsgerichte en 250 personen door individuele preventieactiviteiten, waaronder jongeren van het ROC en het jongerenloket. Het Inter-lokaal en Bureau Schuldhulpverlening willen voor 400 personen budgetbeheer en budgetcoaching aanbieden. 80 burgers met psychische problemen worden ondersteund door Het Inter-lokaal met het project Papierwinkel en het Inter-lokaal voert voor 600 klanten voorzieningenchecks uit. Daarnaast worden er 475 stabilisatietrajecten aangeboden aan huishoudens met schulden, waaronder jongeren. FIBON helpt 140 ouderen per jaar met de financiële administratie en Humanitas 125 burgers met thuisadministratie. Daarnaast ondersteunen we multiproblemhuishoudens via de regieteams bij de omgang met schulden. In een schema het huidige aanbod en het aantal trajecten dat door de verschillende organisaties wordt uitgevoerd: stabilisatietrajecten; 475 FIBON ondersteuningstrajecten; 140 bewindvoeringen; 1300 thuisadministratie; 125 doorbetalingen vaste lasten; 250 persoonlijke leningen SHV; 450 aanvraag gemeentelijke SHV; 950 voorzieningenchecks; 600 Papierwinkel; 80 budgetbeheer/bud getcoaching; 400 individuele preventieact SHV; 250 groepsgerichte preventieact SHV; 900 SHV multiproblemhuishoudens; 200 21 Deel 2: Ontwikkel -lijnen 22 23 1. Naar een bundeling van regelingen in de armoedebestrijding (Nijmegenpas) Knelpunt Voor de 11.000 huishoudens die moeten rondkomen van een laag inkomen bestaan er op dit moment diverse regelingen. Iedere regeling kent haar eigen procedures, regelgeving enz. In het coalitieakkoord zijn globale afspraken gemaakt over bundeling van regelingen en over de uitbreiding van het aantal activiteiten binnen het armoedebeleid. Op dit moment weten we echter nog niet in welke vorm we de regeling het beste beschikbaar kunnen maken. Opties zijn vouchersystemen, strippenkaarten of webshops. Ook willen we kijken of het mogelijk is om te komen tot een bundeling van mogelijkheden in een nieuwe vervoerspas, eventueel gekoppeld aan de integrale regeling voor minima. Oplossingsrichting We onderzoeken op dit moment de mogelijkheden voor een kortingspas voor participatiebevorderende activiteiten. Het gaat dan vooral om activiteiten binnen de thema’s cultuur, mobiliteit/vervoer, sport en recreatie. We overwegen om een digitale pas te ontwikkelen met hierop differentiaties voor diverse doelgroepen als minima, wmo gerechtigden, ouderen etc. De gemeente bepaalt aan welke kortingen zij bijdraagt. Het doel is om zoveel mogelijk ondernemers mee te laten doen aan de pas. Ook wordt gedacht aan een pas die de gehele provincie Gelderland beslaat of in ieder geval een aantal grote Gelderse steden. Resultaat 24 - Inventariserend onderzoek bij andere steden, ondernemers, inwoners, interne programma’s en ontwikkelaars van de pas. begin 2015 collegebesluit over ontwikkeling pas, projectorganisatie en kosten. Kortingspas (vanaf 2016) Kosten We nemen begin 2015 een besluit over de dekking van de ontwikkelkosten en de structurele exploitatie van de Nijmegenpas. Raming vooralsnog: - € 473.000,- (2015), € 509.000 (2016), € 630.000 (2017) en € 675.000,- (2018) Uitwerking Begin 2015 zal een collegebesluit genomen worden over de ontwikkeling van de pas, de projectorganisatie en de (structurele) kosten. In 2015 wordt de pas ontwikkeld en in 2016 is er een concreet product en een structurele regeling. Besluit 1. Kennis nemen van de wijze waarop de uitwerking van het coalitieakkoord ten aanzien van de minimaregelingen vorm gaat krijgen. 25 2. Naar een effectievere ondersteuning van particuliere initiatieven Knelpunt Een door deskundigen ingebracht knelpunt is dat het in de stad aanwezige potentieel nog onvoldoende wordt benut. Maatschappelijk bestaat er een behoefte om bij te dragen, maar vooral ook veel potentie qua organiserend vermogen. Feit is ook dat bedrijfsleven en particulieren zich vaak kortstondig of incidenteel willen inzetten. De vraag is hoe wij dergelijke initiatieven kunnen ondersteunen zonder dat de gemeente volledig opdraait voor alle structurele kosten. De gemeente ziet dat er jaarlijks tal van kleine initiatieven in de stad ontstaan. Veel van deze initiatieven vragen slechts een beperkte eenmalige bijdrage van de gemeente. Het beoordelen van al deze aanvragen kost echter veel tijd, ook omdat iedere aanvraag door middel van een voorstel, bestuursbesluit en een beschikking moet worden afgehandeld. Oplossingsrichting De afgelopen jaren zijn er heel goede particuliere kleinschalige initiatieven ontstaan zoals de Voedselbank of de Kledingbank. Door slim te organiseren kunnen deze organisaties met een relatief bescheiden gemeentelijke bijdrage veel mensen heel effectief helpen. Wij gaan een budget van € 30.000,beschikbaar stellen binnen het product armoedebestrijding om kleinschalige initiatieven te ondersteunen. Per aanvraag kan maximaal € 10.000 worden toegekend. We gaan vertegenwoordigers vanuit de stakeholders vragen om de wethouder Armoedebestrijding te adviseren. We maken een reglement met toetsingscriteria. Aan het einde van deze 26 collegeperiode gaan we evalueren of het wenselijk is om dit instrument te continueren. Ten tweede willen we de (vrijwilligers)organisaties in de armoedebestrijding uitnodigen voor het platform schuldhulpverlening. Dit platform wordt wat ons betreft verbreed. Wij zijn ervan overtuigd dat we daarmee de samenwerking tussen de organisaties op het terrein van de armoedebestrijding en schuldhulpverlening kunnen verbeteren. Ook biedt dit aan de organisaties in de armoedebestrijding de mogelijkheid om op structurele basis met de gemeente te overleggen over initiatieven in de stad. Tenslotte gaan we de Kledingbank Nijmegen samen met regiogemeenten ondersteunen met een a-structurele subsidie voor huisvestingslasten. Resultaat - Beoordeling van kleinschalige particuliere initiatieven door externe commissie Organisaties op het terrein van de armoedebestrijding worden uitgenodigd voor het platform schuldhulpverlening Kosten - € 55.000 (structureel) Uitwerking We moeten kijken of er vanuit de organisaties personen te vinden zijn die bereid zijn om zitting te nemen in/handen en voeten te geven aan een dergelijke commissie. We gaan met het platform schuldhulpverlening overleggen hoe we kunnen komen tot een platform schuldhulpverlening en armoedebestrijding. Besluit 1. Een fonds kleinschalige particuliere initiatieven armoedebestrijding creëren. 2. Een commissie instellen die particuliere initiatieven beoordeelt en bijdragen verstrekt uit het fonds kleinschalige particuliere initiatieven armoedebestrijding. 3. Na overleg met de regiogemeenten een a-structurele subsidie toe te kennen aan de Kledingbank Nijmegen ten behoeve van huisvestingslasten. 27 3. Naar meer kennisdeling in de ketens armoede en schulden Knelpunt Het veld van armoede en schulden is constant in beweging. De wetswijzigingen volgen elkaar in hoog tempo op en zelfs voor ingewijden is het haast onmogelijk om al deze ontwikkelingen bij te houden. Meerdere geraadpleegde deskundigen geven aan dat meer kennisdeling tussen organisaties wenselijk is. Vooral het weten van elkaar waar je met welke problemen naartoe kunt, is belangrijk. Ook ontbreekt in de huidige situatie een “opschalingsmodel” voor materiële en financiële dienstverlening. Oplossingsrichting In onze optiek vormen de Sociaal Raadslieden van de gemeente het punt waar ten aanzien van de materiële dienstverlening de meest ingewikkelde vragen beantwoord kunnen worden. Maar de capaciteit van de Sociaal Raadslieden is beperkt. Dus willen wij komen naar een opschalingsmodel waarin we rond de Sociaal Raadslieden en schil van deskundigheid creëren die de minder complexe hulpvragen kan beantwoorden. Om dat te doen, gaan we vanuit de gemeente investeren in kennisoverdracht. Dit doen we enerzijds door de organisaties te in de periodieke platformbijeenkomsten rondom armoede en schuldhulpverlening (zie ook ontwikkellijn 2) te voeden. Daarnaast gaan we rondom een bepaald thema een themasessie organiseren. Ten slotte gaan we de sociale kaart van Nijmegen beter toegankelijk maken voor intermediairs. We zijn van mening dat de sleutel voor een succesvolle verwijzing een goede kennis van de sociale kaart is. We vragen organisaties om met voorstellen te komen om deze kennis breder en beter te ontsluiten. Resultaat - Jaarlijkse deskundigheidsbevorderingsbijeenkomst Betere ontsluiting sociale kaart Nijmegen Kosten € 10.000 (structureel). Uitwerking 28 We gaan onze bureaus Inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en sociale raadslieden vragen om de oplading van de deskundigheidsbevorderingsbijeenkomsten ter hand te nemen. We organiseren een bijeenkomst met intermediaire organisaties om te kijken hoe we de sociale kaart beter kunnen benutten. Besluit 1. De kennisdeling tussen organisaties op het vlak van armoedebestrijding en schuldhulpverlening verbeteren door het organiseren van deskundigheidsbevorderingsbijeenkomsten. 2. Onderzoeken hoe de sociale kaart van Nijmegen beter ontsloten kan worden voor intermediairs op het terrein van armoedebestrijding en schuldhulpverlening. 29 4. Naar meer kennis over de effectiviteit van instrumenten Knelpunt Er is relatief weinig bekend over de effectiviteit van ons armoedebeleid en de schuldhulpverlening. Natuurlijk weten we hoeveel regelingen we hebben verstrekt en we weten ook hoeveel personen zich melden met hulpvragen over schulden. Maar we weten niet wie we niet bereiken en wat de verschillende interventies opleveren. Zeker in de schuldhulpverlening is een belangrijke vraag, waarom sommige klanten succesvol uitstromen en andere klanten niet. Ook kost de uitvoering van veel regelingen relatief veel uitvoeringstijd. Deze tijd is belangrijk om de rechtmatigheid te beoordelen, maar gaat ten koste van de efficiency en effectiviteit. Ten aanzien van de ophoging van de bijzondere bijstand voor klanten met een chronische ziekte willen we graag weten hoeveel klanten hier een beroep op doen, voor welke voorzieningen en hoeveel aanvragen wel of niet worden toegekend. Tenslotte is er onvoldoende bekend over de tevredenheid van onze klanten met de door ons ingezette instrumenten. Zeker in de schuldhulpverlening is er te vaak sprake van uitval in trajecten. We willen graag weten waar dit aan ligt. Oplossingsrichting Allereerst willen we dat onze afdeling Onderzoek en Statistiek voor een aantal trajecten de 30 effectiviteit onderzoekt. We denken daarbij vooral aan de wat duurdere trajecten in de schuldhulpverlening: stabilisatietrajecten schuldhulpverlening van Het Interlokaal, de schuldsaneringen van Bureau Schuldhulpverlening, de trajecten van Stuurman BV en een aantal bewindvoeringstrajecten. We willen weten wat de oorzaken zijn van succesvolle uitstroom en wat de oorzaak is dat trajecten mislukken. Ten tweede vragen we bureau Inkomensondersteuning om ten aanzien van de verstrekkingen van bijzondere bijstand aan chronisch zieken monitoringgegevens te verzamelen. Ten derde gaan we onderzoeken hoe we de klanttevredenheid ten aanzien van een aantal regelingen en trajecten incidenteel en liefst structureel kunnen meten. Op basis hiervan kunnen we kijken hoe we de effectiviteit van onze instrumenten kunnen verbeteren. We gaan daarnaast kijken of het wenselijk is om los van de al bestaande klachtenregelingen - een centraal klachtenmeldpunt schuldhulpverlening - te organiseren. We gaan externe partners zoals bijvoorbeeld het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van het Radboudumc betrekken bij de vraag, hoe we de effectiviteit van onze instrumenten kunnen meten. De inrichting van de coördinatiefunctie schuldhulpverlening (zie paragraaf 0) gaat voor de schuldhulpverlening op termijn in ieder geval ook informatie opleveren over de kwaliteit en effectiviteit van de diverse trajecten. Resultaat - Enkele onderzoeken naar effectiviteit trajecten schuldhulpverlening Enkele klanttevredenheidsonderzoeken. Kosten - € 35.000 (structureel) Uitwerking Besluit 1. De afdeling Onderzoek en Statistiek (eventueel in samenwerking met externe partijen) verzoeken de effectiviteit van een aantal trajecten schuldhulpverlening te onderzoeken. 2. De klanttevredenheid bij deelnemers van trajecten schuldhulpverlening meten ter verbetering van de effectiviteit van onze instrumenten. 3. Onderzoeken of het wenselijk is om een centraal klachtenmeldpunt voor deelnemers van trajecten schuldhulpverlening/armoedebestrijding te organiseren. 31 5. Naar een integraal systeem van vroegsignalering van armoede en schulden Knelpunt De ervaring leert dat mensen vaak lange tijd (volgens deskundigen jaren) zelf proberen om hun schulden op te lossen. Ze komen bij de hulpverlening pas in beeld als er sprake is van een ernstige schuldenproblematiek. Schaamte speelt een belangrijke rol bij het laat zoeken om hulp. Op dit moment ontvangen we tijdens de winterperiode van 1 oktober tot 1 april gegevens van energiemaatschappijen over huishoudens met achterstanden bij het betalen van de energierekening. Bureau Schuldhulpverlening nodigt deze huishoudens uit voor een afspraak. Op dit moment vindt er geen actie plaats indien de klant geen contact opneemt, wat vaak het geval is. Ten aanzien van huurachterstanden komt de gemeente vaak in beeld als de casussen worden gemeld bij de regieteams in het kader van dreigende ontruimingen of als burgers met huurschulden zich melden bij Bureau Schuldhulpverlening. Corporaties hebben te maken met zulke grote groepen 32 huurders met enige vorm van achterstand (onder andere de zogeheten “slepers4” vormen een groot probleem), dat het voor de schuldhulpverlening niet mogelijk is om iedereen te benaderen. Achterstanden bij de zorgverzekeringspremies zien wij als er vanuit het Zorginstituut Nederland bij bijstandsgerechtigden beslag wordt gelegd op de uitkering (de zogeheten bronheffing. Uit het onderzoek naar beslagleggingen in het kader van de bronheffing (zie bijlage 3) blijkt dat er ongeveer 400 personen met een bijstandsuitkering vanwege achterstanden bij de betaling van de zorgverzekeringspremie in de bronheffing zitten. Sinds kort weten wij dat we via het Inlichtingenbureau achterstanden bij de premiebetaling kunnen opvragen5. Al met al zijn er diverse bronnen om achterstanden bij het betalen van de vaste lasten in beeld te krijgen. Maar deze bronnen zijn niet altijd even makkelijk toegankelijk (zorgverzekering), of de melding komt niet op het gewenste moment (corporaties). En ten aanzien van energieleveranciers zijn er weliswaar wel betrouwbare gegevens, maar is de aanpak veel ingewikkelder omdat er veel keuzevrijheid is en het veld van aanbieders heel groot is. We constateren ook dat we na het aflopen van een convenant met woningcorporatie Portaal momenteel geen afspraken meer hebben met de woningcorporaties. Langs verschillende kanalen ontvangen we signalen dat de samenwerking tussen gemeentelijke uitvoeringsafdelingen en de corporaties stroef verloopt. De corporaties staan onder grote druk door allerlei bezuinigingen waardoor het bijvoorbeeld lastig is om flexibel om te gaan met verzoeken om akkoord te gaan met schuldregelingen. We zien tenslotte ook dat niet alle Nijmegenaren met een laag inkomen gebruik maken van alle regelingen die voor deze doelgroep beschikbaar zijn. Oplossingsrichting We willen stapsgewijs de vroegsignalering van armoede en schulden intensiveren. We beperken ons daarbij nadrukkelijk tot de vroegsignalering van schulden met betrekking tot de vaste lasten omdat het signaleren van alle schulden onbegonnen werk is. Ook gaan we ons richten op het signaleren van schulden van 4 Slepers zijn huishoudens die hun huur niet vóór, maar gedurende de maand betalen. Vaak duidt dit op financiële problemen. 5 Gegevens die wij eerder hebben opgevraagd bij zorgverzekeraars waren niet bruikbaar als vroegsignaleringslijsten. 33 bijstandsgerechtigden. Niet omdat we de vroegsignalering van schulden bij andere groepen onbelangrijk vinden, maar omdat we eenvoudigweg niet de middelen hebben om de bredere vraag adequaat op te pakken. Allereerst gaan we vanaf 2015 bij nieuwe aanvragen voor een bijstandsuitkering het uitvraagprogramma Impactive gebruiken om al aan de poort van de bijstandsverlening te checken of er sprake is van schulden. We ontwikkelen een aanbod dat is afgestemd op de situatie, variëren van een workshop budgetteren tot een aanbod schuldhulpverlening. Ook bij bepaalde aanvragen van leningen gaan we klanten actief een preventief aanbod schuldhulpverlening aanbieden. Ten tweede gaan we bij aanvragen om geldleningen vanuit de gemeentelijke kredietbank in voorkomende gevallen een aanbod doen voor een budgetcursus. We denken dat het aanvragen van bepaalde leningen namelijk een duidelijk signaal kan zijn voor een (beginnende) schuldenproblematiek. We gaan dit instrument evalueren en nemen dan een besluit of we deze aanpak uitgebreider willen inzetten. We willen de problemen met betrekking tot huurschulden vooral bij bijstandsgerechtigden oppakken omdat daar de grootste risico’s zijn op forse maatschappelijke kosten en diepe persoonlijke ellende. We gaan aan de corporaties voorstellen dat iedere corporatie aan de gemeente een lijst van huurders verstrekt waarbij sprake is van huurachterstanden van meer dan één maand. We gaan vervolgens deze huurders uitnodigen voor een intakegesprek bij de coördinatiefunctie voor schuldhulpverlening (zie paragraaf 8). Afhankelijk van de problematiek en zijn inkomenssituatie gaan we zoeken naar een maatwerkoplossing. Bij bijstandsgerechtigden gaan we naar verwachting vaak over tot inhouding van de huurlasten op de uitkering. Daarnaast willen we kijken of we in samenwerking met in ieder geval de grootste twee zorgverzekeraars kunnen komen tot een goed lijstwerk van uitkeringsgerechtigden met zorgpremieachterstanden. Om te beginnen kijken we of de lijsten van het zogeheten Inlichtingenbureau bruikbaar zijn. Als dit niet het geval is, moeten we zoeken naar een wijze van gegevensuitwisseling die past binnen de kaders van de privacy-wetgeving, betrouwbaar is en niet te veel bureaucratie met zich meebrengt. Opnieuw richten we ons vooral op personen met een bijstandsuitkering. We hebben voor deze groep allereerst meer sturingsmogelijkheden dan bij andere groepen en ten tweede met de Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering ook een interessant aanbod om op zorgkosten te besparen. Een tweede groep die we op termijn in beeld willen krijgen is de groep overige minima. Als we bovenstaande actiepunten hebben opgepakt, willen we kijken of we een bijdrage kunnen leveren om de achterstanden bij de energierekening aan te pakken. Zoals hierboven al is aangegeven is dit een veel complexere problematiek omdat er geen simpele oplossing bestaat. Je kunt immers bijvoorbeeld bij 34 uitkeringsgerechtigden weliswaar inhouden op de uitkering, maar het staat klanten vrij om vervolgens te wisselen van energieleverancier, hun meterstanden niet door te geven of een te laag maandbedrag te kiezen. We gaan in gesprek met energiebedrijven om te kijken of we een gezamenlijke strategie kunnen ontwikkelen. Wat ons betreft leggen we ook hier de prioriteit bij uitkeringsgerechtigden. Gezocht wordt naar verlaging van de kosten en tegelijkertijd een bijdrage leveren aan onze doelstellingen met betrekking tot duurzaamheid. Daarnaast blijven we schriftelijk burgers in Nijmegen met betalingsachterstanden wijzen op de mogelijkheden om hulp te krijgen. Ten aanzien van de woningcorporaties willen we komen tot een stadsbreed convenant tussen gemeente en woningcorporaties zodat huurders sneller en beter geholpen kunnen worden. We continuëren de inzet van de Formulierenbrigade door de eerder aangekondigde bezuiniging van € 50.000,- terug te draaien. We willen daarmee nadrukkelijk doelgroepen bereiken die een laag inkomen hebben en recht hebben op gemeentelijke regelingen. Resultaat - - Vroegsignalering schulden bij Bureau Schuldhulpverlening door inzet van het uitvraagprogramma Impactive bij nieuwe aanvragers van een bijstandsuitkering. Aanbieden budgetcursussen aan aanvragers voor geldlening gemeentelijke kredietbank inclusief evaluatie instrument. Vroegsignaleringslijst met huurschulden va n langer dan één maand van ten minste drie Nijmeegse corporaties. Vroegsignaleringslijst met achterstanden bij de zorgverzekeringspremie bij tenminste twee zorgverzekeraars. Bijstandsgerechtigden met achterstanden bij de energierekening toeleiden naar coördinatiefunctie schuldhulpverlening. Komen tot een gezamenlijke strategie met energiebedrijven rond energiebesparing. Nieuw convenant met woningcorporaties over schuldhulpverlening Continuering inzet Formulierenbrigade. Kosten - € 110.000 (2015, € 85.000 (structureel vanaf 2016). Uitwerking We moeten diverse afspraken maken met woningcorporaties, energiebedrijven en zorgverzekeraars en zijn voor behalen van onze doelstellingen in belangrijke mate afhankelijk van hun medewerking. 35 Besluit 1. Nieuwe bijstandsaanvragers met schulden actief wijzen op de mogelijkheden van schuldhulpverlening, maar niet verplicht doorleiden naar de coördinatiefunctie schuldhulpverlening. 2. 10 aanvragers van geldleningen bij onze gemeentelijke kredietbank een budgetcursus aanbieden. 3. Een procesregisseur vroegsignalering aan te stellen bij Bureau Schuldhulpverlening om de vroegsignalering een impuls te geven. 4. Samen met de corporaties een vroegsignaleringslijst huurschulden bijstandsgerechtigden ontwikkelen. 5. Samen met zorgverzekeraars een lijstwerk van uitkeringsgerechtigden met zorgpremieachterstanden ontwikkelen. 6. In samenwerking met corporaties nieuw convenant ontwikkelen over aanpak huurschulden. 7. De inzet van de Formulierenbrigade continueren door de eerdere bezuiniging terug te draaien. 36 37 6. Naar een betere afstemming van vraag en aanbod in de financiële hulpverlening Knelpunt Op dit moment melden burgers met schulden zich bij allerlei organisaties. Klanten komen onder andere in beeld bij de organisaties die samen de keten schuldhulpverlening vormen, de sociale wijkteams, de rechter, de STIPS, bij de gemeente of vanwege huurachterstanden bij een corporatie. Vanuit de Sociale Wijkteams bereikt ons het signaal dat in 3 van de 4 casussen er sprake is van een vaak heftige financiële problematiek. Veel wordt opgevangen door onze stedelijke welzijnsinstellingen en Bureau Schuldhulpverlening. Onderstaand schema geeft een beeld van de vele wegen die op dit moment kunnen leiden tot een instroom in een schuldhulpverleningstraject: Gemeente Veiligheidshuis/ Regieteams Bureau Schuldhulpverlen. Wijkbur. Hatert Werk Bewindvoerders NIM Werkbedrijf Stedelijke welzijnsinstellingen Humanitas Zelfmelders Het Inter-lokaal STIPS FIBON Corporaties Sociale Wijkteams AWBZ-instellingen Iedere organisatie probeert – vanuit de beste motieven – de hulpvraag te matchen met het binnen de organisatie aanwezige aanbod. In veel gevallen komen klanten 38 ook terecht bij een passend aanbod. Maar we zien soms ook situaties waar personen in langdurige en dure trajecten instromen zonder dat er aan het begin een goede analyse is gemaakt van de cliënt en zijn problematiek. Het gaat dan vaak om complexe casussen. Een organisatieoverstijgende beoordeling en regie zou in deze gevallen wenselijk zijn. Niet alle organisaties hebben een goed overzicht wat er bij andere organisaties aan aanbod beschikbaar is. Het komt voor dat klanten pas na het mislukken van een traject terecht komen bij een passend aanbod. Het rondpompen van personen zonder uitzicht op in ieder geval een stabilisatie van de financiële situatie wordt door alle ketenpartners bijzonder onwenselijk genoemd. Het rondpompen “verstopt” ook de keten doordat er wachtlijsten ontstaan. Oplossingsrichting We koesteren onze laagdrempelige materiële dienstverlening en ons preventief aanbod. Mede door de activiteiten van Het Inter-lokaal, FIBON, Humanitas en de preventieactiviteiten van ons Bureau Schuldhulpverlening zijn we in staat grote groepen mensen met financieel-juridische en schuldenproblemen effectief te ondersteunen. We zien geen aanleiding om ten aanzien van de materiële dienstverlening meer te 39 gaan sturen6 en vertrouwen er op dat de organisaties ook in de toekomst “gewoon doen wat nodig is”. Het gaat in dit verband om de volgende producten: - - Thuisadministratie (Humanitas); Financieel beheer ouderen (FIBON); Laagdrempelige inloop, Formulierenbrigade, Papierwinkel en voorzieningenchecks (Het Inter-lokaal); Preventieactiviteiten en persoonlijke leningen (Bureau Schuldhulpverlening). Als er echter méér nodig is en financiële hulpverlening aan de orde is, dan is het belangrijk dat hulpvraag en hulpaanbod goed op elkaar worden afgestemd. Financiële hulpverlening is bijvoorbeeld aan de orde als - er sprake is van een complexe hardnekkige financiële of schuldenproblematiek; klanten eerder gebruik hebben gemaakt van hulp- en dienstverlening maar dit niet heeft geleid tot een succesvolle afronding; afstemming over organisatiegrenzen heen belangrijk is voor het beantwoorden van de hulpvraag de inzet van langdurige of hoogwaardige instrumenten7 wenselijk is. Voor deze specifieke situaties willen we een extra kwaliteitsimpuls geven door de instroom en toeleiding in deze trajecten via een coördinatiefunctie schuldhulpverlening te laten verlopen. Doel van de coördinatiefunctie 6 Waar nodig gaan we wel samen met onze partners kijken of met de doorontwikkeling van de materiële dienstverlening en een adequate doorleiding naar financiële hulpverlening (zie hieronder) nog winst geboekt kan worden. 7 In concreto gaat het om de inzet van de volgende producten: - Bewindvoering; - Budgetbeheer; - Budgetcoaching; - Stabilisatietrajecten; - Schuldregelingen. 40 schuldhulpverlening is dat burgers met complexe financiële problemen/schulden snel, niet-bureaucratisch en efficiënt daar terecht komen waar ze effectief kunnen worden geholpen. Niet het aanbod, maar de hulpvraag is voor de coördinatiefunctie het belangrijkste uitgangspunt. De coördinatiefunctie zorgt voor een analyse van de hulpvraag en de toeleiding van de casus naar een passend aanbod. Een ander doel is dat professionals vanuit de Sociale Wijkteams, het nieuwe Werkbedrijf, de WMO-instellingen of de corporaties één duidelijk aanspreekpunt hebben waarnaar ze cliënten met complexe financiële problemen en/of schulden kunnen doorverwijzen. We gaan de coördinatiefunctie zelf organiseren. Als gemeente hebben we de (wettelijke) taak om ten aanzien van schuldhulpverlening de regie te voeren. Bovendien zijn we opdrachtgever én hebben we het overzicht over de hele keten. Ook zijn we maar voor een heel klein deel uitvoerder. Dat maakt dat we makkelijker kunnen kijken welk aanbod past bij een hulpvraag dan bijvoorbeeld een aanbieder van trajecten. We gaan een deel van de coördinatiefunctie realiseren door medewerkers van Bureau Schuldhulpverlening hiervoor in te zetten. We pakken de regie, maar we doen het wel samen met onze partners in de stad. Complexe casussen worden besproken in een casusoverleg schuldhulpverlening. Op deze manier benutten we de bij de ketenpartners beschikbare kennis en ervaring om de coördinatiefunctie effectief invulling te geven. De coördinatiefunctie wordt zo dicht mogelijk tegen de in de wijken aanwezige zorgstructuur (Sociale Wijkteams, Regieteams en Meldpunt Bijzondere Zorg) gepositioneerd en krijgt de status van voorliggende voorziening. Daarmee wordt het mogelijk om samen met de sociale wijkteams integraal afgestemde trajecten aan te bieden. De coördinatiefunctie schuldhulpverlening zal fungeren als expertisefunctie voor de sociale wijkteams. Doordat we de schuldhulpverlening nadrukkelijk koppelen aan zorg, denken we dat we ook meer zicht gaan krijgen op de vraag of er – als financiële hulpverlening wordt geboden – ook voldoende flankerend aanbod (bijvoorbeeld maatschappelijk werk of woonbegeleiding) beschikbaar is. Dit is een belangrijke ontwikkelopgave binnen het programma Zorg voor de komende jaren. Het is evident dat niet in alle Sociale Wijkteams een coördinatiefunctie met inzet van medewerkers vorm gegeven kan worden. Onze ambitie is om in twee STIPS XL en bij de poort voor bijstandsaanvragen een coördinatiefunctie schuldhulpverlening in te richten. Naast instroom vanuit de sociale wijkteams melden ook aanbieders van bovengenoemde hulpverleningstrajecten casussen aan bij de coördinatiefunctie. Belangrijk is dat de coördinatiefunctie informatie verzamelt over welke personen welke trajecten volgen dan wel hebben gevolgd. Door meer zicht te krijgen op wat eerder is uitgevoerd hopen we op termijn een veel gerichter aanbod te kunnen 41 ontwikkelen, zorgen we voor kwalitatief hoogwaardige hulp en kunnen we zorgen dat de werkdruk binnen de keten afneemt. De coördinatiefunctie houdt bij waar naartoe de klant is verwezen en rapporteert periodiek over vraag en aanbod. We gaan met onze gesubsidieerde instellingen afspraken maken waarbij we de signalen vanuit de coördinatiefunctie betrekken. We willen de coördinatiefunctie na twee jaar evalueren en kijken of deze meerwaarde heeft. In een schema: Gemeente Veiligheidshuis Wijkbureaus / Hatert Werk Stedelijke welzijnsinstellingen NIM AWBZ-instellingen Werkbedrijf Sociaal wijkteam Regieteams Corporaties Coördinatiefunctie schuldhulpverlening Bewindvoerders Humanitas Bureau Schuldhulpverlening Het Inter-lokaal FIBON Zelfmelders Om een goede analyse van de hulpvraag te maken, gaan we binnen de keten schuldhulpverlening het landelijk ontwikkelde screeningsinstrument MESIS inzetten. We gaan ook onze partners in de stad opleiden om – indien gewenst – MESIS in te zetten. Resultaat - Coördinatiefunctie operationeel in tenminste twee STIPS-XL en de poort bijstandsverlening. integrale analyses (inclusief MESIS-screening) en toeleiding naar ketenpartners schuldhulpverlening. 42 - Casusoverleggen schuldhulpverlening ten behoeve van integrale casusregie. Periodieke rapportage aan College . Kosten - € 155.000 (structureel) Uitwerking We gaan de verdere uitwerking van de coördinatiefunctie in overleg met de ketenpartners schuldhulpverlening vormgeven. Afhankelijk van de nadere uitwerking moet nog een registratie- c.q. klantvolgysteem worden aangeschaft. Besluit 1. Bureau Schuldhulpverlening opdracht geven om een coördinatiefunctie schuldhulpverlening te ontwikkelen in twee STIPS-XL en de poort bijstandsverlening. 43 7. Naar een betere borging van de vaste lasten Knelpunt Als er geen geld is voor de betaling van huur, energie of zorgverzekering, stapelen problemen zich op. Hulpverleners wijzen op de stress die mensen ervaren die een dergelijke situatie komen. Vaak zijn burgers in zo’n situatie helemaal niet meer in staat om regie te voeren op hun financiële huishouding. Het (tijdelijk) overnemen van de regie is volgens alle bevraagde professionals noodzakelijk om ondersteuning te kunnen bieden. Oplossingsrichting We willen onze wettelijke mogelijkheden (artikel 578 van de Wet werk en bijstand) effectiever inzetten daar waar bijstandsgerechtigden niet in staat zijn zorg te dragen voor het betalen van de vaste lasten. We gebruiken dit instrument op dit moment vooral in situaties waarbij de belanghebbende beschermd moet worden tegen het afglijden in de maatschappij en tekort schiet in zijn zelfredzaamheid: bijvoorbeeld bij dakloosheid, psychosociale problemen, verslaving en schulden. We willen nu ook gebruik maken van artikel 57 Wwb als bijstandsgerechtigden zich in een problematische schuldsituatie bevinden of daarin dreigen te geraken. De wetgever staat dit uitdrukkelijk toe. We hebben (gemotiveerd) de mogelijkheid om ook andere kosten dan de vaste lasten in te houden. We willen ons als gemeente echter beperken tot de vaste lasten omdat we anders een te zware inbreuk plegen op het zelfbeschikkingsrecht van de bijstandsgerechtigde. 8 Indien en zolang er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de belanghebbende zonder hulp niet in staat is tot een verantwoorde besteding van zijn bestaansmiddelen, kan het college: a. aan de bijstand de verplichting verbinden dat de belanghebbende eraan meewerkt dat het college in naam van de belanghebbende noodzakelijke betalingen uit de toegekende bijstand verricht; b. de bijstand in natura verstrekken. 44 We gaan stapsgewijs te werk. Wij vragen zorgverzekeraars, energiebedrijven en woningcorporaties om ons het ontstaan van (zorgelijke) achterstanden bij de betaling van zorgverzekeringspremies, energienota’s en huurbetalingen te melden (zie ook paragraaf 5). Is dit het geval, melden we bijstandsgerechtigden aan bij de coördinatiefunctie schuldhulpverlening (zie ook paragraaf 0) om een nadere analyse te maken. Het heeft onze voorkeur dat bijstandsgerechtigden ons toestemming verlenen om de vaste lasten rechtstreeks door te betalen aan corporaties, energiebedrijven of zorgverzekeraars. Als de bijstandsgerechtigde niet instemt, beoordeelt de coördinatiefunctie of het wenselijk is om op basis van artikel 57 Wwb toch te doen. Dit is het geval als de bijstandsgerechtigde zich in een problematische schuldsituatie bevindt of daarin dreigt te geraken. Een dreigende problematische schuldsituatie kan bijvoorbeeld ontstaan als ten gevolge van een slecht bestedingspatroon, verslavingen of andere omstandigheden, het risico bestaat dat huur- en energierekeningen niet langer worden betaald. We betrekken bij de afweging ook de vraag of kinderen deel uitmaken van het huishouden. We kijken in het onderzoek overigens niet alleen naar huurschulden, maar ook naar energielasten en de zorgverzekering. Indien nodig worden alle drie vaste lasten ingehouden. Het spreekt voor zich dat we het middel – altijd in overleg met de regieteams - zorgvuldig inzetten en klanten wijzen op de mogelijkheden om ons besluit juridisch te laten toetsen. We willen in eerste instantie 500 inhoudingen doen, waarmee we ongeveer 170 burgers kunnen helpen. Daarna gaan het instrument evalueren, waarbij we kijken naar effectiviteit, maar ook bij welke cliënten we de regie (op termijn) weer bij henzelf kunnen leggen en bij welke cliënten dit juist onwenselijk is. Ook kijken we of het voor bovengenoemde partners mogelijk is een financiële bijdrage te leveren zodat de kosten voor de inhouding voor de gemeente lager worden. Resultaat - 500 inhoudingen van vaste lasten op bijstandsuitkering na signalen woningcorporaties, zorgverzekeraars en energiebedrijven. Kosten - € 25.000 (structureel) Uitwerking We moeten met corporaties, energiebedrijven en zorgverzekeraars afspraken maken over het periodiek melden van (zorgelijke) betalingsachterstanden (zie paragraaf 5). Bij een melding verzoeken we de cliënt om zich te melden bij de coördinatiefunctie schuldhulpverlening zodat de (totale) schuldenproblematiek in kaart kan worden gebracht. Als het wenselijk wordt geacht om de vaste lasten 45 rechtstreeks in te houden op de uitkering, dan informeren we onze klant (en de organisatie waarvoor we gaan inhouden) hierover. Besluit 1. De coördinatiefunctie instroom/toeleiding de opdracht geven om – als er sprake is van een (dreigende) problematische schuldsituatie - te onderzoeken of (in overleg met de afdeling Inkomen) doorbetaling van vaste lasten rechtstreeks vanuit de uitkering plaats kan vinden onder gebruikmaking van artikel 57 Wwb. 46 47 8. Naar een krachtig vangnet voor bepaalde doelgroepen Wij zijn van mening dat voor de meeste doelgroepen het huidige aanbod voldoende gedifferentieerd is. Toch zijn in de expertsessies een aantal doelgroepen in beeld gekomen waarvoor maatwerk wenselijk is. Het gaat dan om: Kwetsbare burgers die begeleid worden vanuit de AWBZ Knelpunt Het scheiden van wonen en zorg heeft tot gevolg dat niet in alle gevallen de woonbegeleiding van kwetsbare burgers met bijvoorbeeld een licht verstandelijke handicap vanuit de AWBZ-instellingen goed is geborgd. Woningcorporaties hebben vaak geen zicht op wie de woonbegeleider is van een bepaalde cliënt en constateren dat woonbegeleiders niet altijd zicht hebben op bijvoorbeeld de vraag of de cliënt wel of niet zijn huur betaalt. AWBZ-instellingen geven aan dat zij financiële dienstverlening niet rekenen tot hun kerntaak en op dit vlak ook niet altijd de expertise in huis hebben om de begeleiding adequaat vorm te geven. Meer in het algemeen legt een goede begeleiding van cliënten op financieel gebied een groot beslag op de voor de zorg beschikbare capaciteit. Op dit moment hebben diverse AWBZ-instellingen nog eigen financiële ondersteuningsfuncties in de vorm van onafhankelijke stichtingen die het beheer van de cliëntgelden regelen. De instellingen vinden deze vorm van financiële dienstverlening echter te duur. We zien de afgelopen jaren dat instellingen onder druk van de bezuinigingen in het kader van de decentralisaties in de zorg de financiële dienstverlening aan de eigen cliënten steeds meer beperken. Oplossingsrichting Allereerst gaan we met alle instellingen die woonbegeleiding aanbieden dusdanige afspraken maken dat zij - aan alle Nijmeegse corporaties melden voor welke huurwoning zij als aanspreekpunt fungeren als er sprake is van achterstanden bij huurschulden; het toezicht houden op het betalen van de huur een vast onderdeel is van de signaleringsfunctie van de woonbegeleider ten aanzien van financiële dienstverlening. We gaan op basis van de vroegsignaleringslijsten van de corporaties steekproefsgewijs onderzoeken of de woonbegeleiding functioneert en – indien er sprake is van achterstanden – of de kwaliteit van de woonbegeleiding voldoende invulling wordt gegeven. 48 Ten tweede gaan we als gemeente het proces van de AWBZ-instellingen om de krachten te bundelen als het gaat om financiële dienstverlening aan AWBZ-cliënten faciliteren. We formuleren samen met de instellingen een opdracht en stellen vervolgens een procesregisseur aan voor de duur van 2 jaar. Uiterlijk begin 2016 willen we een concreet voorstel van de WMO-instellingen hebben in welke vorm we – binnen de toekomstige financiële en beleidskaders (schuldhulpverlening en WMO)- een zo effectief en efficiënt mogelijk aanbod aan financiële dienstverlening kunnen organiseren, waarbij a. Instellingen zo weinig mogelijk worden belast met administratieve klussen en zich kunnen richten op het bieden van hulpverlening; b. Cliënten deskundig worden begeleid en geholpen met hun financiële dienstverlening; c. De financiële lasten voor gemeente en instellingen zoveel mogelijk worden beperkt. De procesregisseur heeft vervolgens in 2016 de opdracht om het voorstel te helpen implementeren. Tenslotte gaan we afspraken maken dat AWBZ-instellingen geen cliënten meer rechtstreeks toeleiden naar bewindvoering, maar altijd eerst een goede analyse plaatsvindt in de coördinatiefunctie schuldhulpverlening. Vluchtelingen Knelpunt Op dit moment komen grote groepen vluchtelingen uit met name Eritrea en Syrië ons land binnen. Vaak hebben deze vluchtelingen grote bedragen uitgegeven om naar Nederland te komen. Vaak brengt gezinshereniging eveneens hoge kosten met zich mee. Het Nederlandse systeem van bijvoorbeeld toeslagen stelt hoge eisen aan de zelfredzaamheid van burgers. Er is dringend behoefte aan voorlichting in eigen taal, aangevuld met coaching en woonbegeleiding. Gebeurt dit niet, dan dreigen deze vluchtelingen al aan het begin van hun verblijf in Nederland te belanden in een uitzichtloze financiële situatie. Oplossingsrichting Wij zijn van mening dat de begeleiding van vluchtelingen een eerste verantwoordelijkheid is van de Rijksoverheid. Zeker ten aanzien van het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal is het logischer om dit op nationaal niveau op te pakken. Wij zien het wel als onze taak om bij het Rijk aandacht voor dit probleem te vragen (zie ook paragraaf10). 49 Ten tweede willen we Vluchtelingenwerk Nijmegen eenmalig een kleine subsidie beschikbaar stellen om vluchtelingen met een status vanuit Syrië en Eritrea op te leiden tot voorlichter/tolk voor deze doelgroep. De voorlichters kunnen vervolgens de vluchteling globaal informeren over zijn toekomstige financiële situatie, de voorwaarden van diverse regelingen en loketten waar aanvullende informatie kan worden verkregen. Wel stellen wij als voorwaarde dat Vluchtelingenwerk deze opdracht gaat uitvoeren in samenwerking met Het Inter-lokaal en/of Bureau Schuldhulpverlening. Ondernemers met schulden Knelpunt De afgelopen jaren zien wij een groei in het aantal aanvragen en toekenningen van Bbz (bijstand) door kleine ondernemers met financiële problemen. Lag dat aantal in 2009 nog bij 54, hebben in 2014 al 78 gevestigde ondernemers een toekenning gekregen vanuit de bijstand. Veel ondernemers komen in de problemen omdat ze te optimistisch zijn (waardoor ze bij problemen te laat aan de bel trekken) en er een taboe heerst om toe te geven dat het allemaal niet lekker loopt. Ondernemers zijn of voelen zich soms onmachtig om voldoende omzet te genereren en vaak heeft ook de administratie niet de hoogste prioriteit. Er zijn geregeld achterstanden in de betaling van de boekhouder/accountant ontstaan, zodat er een gebrekkig zicht op de bedrijfsvoering bestaat. Ondernemers komen vaak te laat op het spoor van bureau zelfstandigen. Dit heeft ook te maken met de relatieve onbekendheid van de Bbz-regeling bij ondernemers en de beeldvorming bij ondernemers over gemeentelijke instellingen. Als de ondernemers zich bij ons melden, moet in een groot aantal gevallen worden besloten om de gevraagde ondersteuning af te wijzen omdat het bedrijf niet (langer) levensvatbaar blijkt. Nu kunnen slechts 40% tot 45% van de aanvragen worden gehonoreerd. Oplossingsrichting 50 Het Bedrijvenloket van de gemeente Nijmegen voorziet in een laagdrempelige brede dienstverlening aan ondernemers in Nijmegen. Bureau Zelfstandigen helpt ondernemers met problemen. Recent hebben we besloten om Bureau Zelfstandigen organisatorisch nauw te koppelen aan het Bedrijvenloket. In de toekomst wordt het Bedrijvenloket een logische ingang voor starters en gevestigde ondernemers die te kampen hebben met een dreigend faillissement. Daarmee willen we voorkomen dat ZZP-ers en zelfstandigen, wanneer zij in financiële problemen komen, te laat in de schuldhulpverlening terecht komen. We willen ondernemers helpen langs twee sporen: ten eerste willen we ondernemers helpen met advies zodat de onderneming succesvol kan worden voortgezet. Daar waar een doorstart niet mogelijk is, gaan we ondernemers actief helpen om nietlevensvatbare ondernemingen te beëindigen. Doorstart Voor de ondernemingen die wel levensvatbaar zijn, gaan we de advisering verbeteren zodat een succesvolle doorstart vaker mogelijk is. Momenteel onderzoeken we de mogelijkheid om naast financiële hulp vanuit het Bbz in samenwerking met de Hogeschool Arnhem Nijmegen, het Ondernemersklankbord en Bureau Zelfstandigen van de gemeente Nijmegen begeleiding en advies aan te bieden. Deze voorziening moet ertoe leiden dat ondernemers eerder worden ondersteund. Verbeteringen in de bedrijfsvoering als gevolg van het geboden adviestraject leiden naar verwachting tot meer kansen op een succesvolle doorstart van een onderneming. Daaraan gekoppeld neemt de kans toe dat een eventuele gemeentelijke financiële ondersteuning doeltreffend wordt ingezet. Daarnaast is voor een aantal specifieke schuldsaneringstrajecten het inschakelen van externe deskundigheid wenselijk. Het gaat dan om het bereiken van een akkoord met de crediteuren, wat naar verwachting in 50% van de gevallen haalbaar is. Wij willen in het noodfonds een voorziening opnemen om voor gevestigde ondernemers een schuldsaneringstraject op te kunnen starten. Tenslotte willen we de toegankelijkheid van onze voorzieningen vergroten door de ondernemersverenigingen en intermediairs zoals banken en accountantskantoren actiever te benaderen. We gaan de informatie op de gemeentelijke website optimaliseren en periodiek advertenties in dagbladen plaatsen. Op Ondernemersplein.nl zetten we in de toekomst alle overheidsinformatie die relevant is voor ondernemers. Bedrijfsbeëindiging Voor wat betreft de bedrijfsbeëindigingen willen we ondernemers helpen om te stoppen door een traject tot schuldregeling mogelijk te maken. Daarvoor is het nodig om ondersteuning te bieden bij onderhandelingen met de boekhouder zodat de boekhouder de boeken kan sluiten. Hiervoor breiden wij het huidige noodfonds schuldhulpverlening uit met een bedrag van € 15.000,- ten behoeve van 51 bedrijfsbeëindigingen. De onderhandelingen met de boekhouders voeren we zelf uit via Bureau Zelfstandigen. Daarna melden we de ondernemers aan bij Bureau Schuldhulpverlening zodat er zo snel mogelijk een traject gericht op schuldsanering plaats kan vinden. Uitzicht op een oplossing van de schulden bevordert de kans van slagen van een traject naar werk Jongeren Knelpunt Vanuit diverse kanten bereiken ons signalen dat de voorlichting van jongeren ten aanzien van het betalen van de zorgverzekeringspremie onvoldoende is en dat grote groepen jongeren specifiek op dit punt in de problemen komen. Dit ondanks het feit dat zorgverzekeraars nu al jongeren informeren over het feit dat zij zich moeten verzekeren op het moment dat zij 18 jaar worden. Oplossingsrichting We gaan jongeren die zich melden bij het loket voor een bijstandsuitkering in de bijeenkomst over verplichtingen nadrukkelijk wijzen op de noodzaak van het betalen van een zorgverzekeringspremie. Verder gaan we dit onderwerp meenemen in de voorlichtingsbijeenkomst van Bureau Schuldhulpverlening op bijvoorbeeld het ROC. Verder gaan we langs diverse kanalen meer aandacht vragen voor dit onderwerp. We willen onderzoeken in hoeverre we voorlichting over schulden kunnen meenemen in het GGD programma De Gezonde School. Ook gaan we vanuit ons jeugdgezondheidsbeleid een verkenning uitvoeren hoe we jongeren uit gezinnen met lage inkomens beter kunnen bereiken. Werkzoekenden met schulden Knelpunt Bij onze afdeling Werk en Inkomen zien wij dat uitstroom naar werk in sommige gevallen niet lukt omdat schulden zorgen voor te veel onrust. Dit kost de gemeente uiteindelijk veel geld omdat mensen met arbeidspotentieel in een uitkeringssituatie blijven hangen. En voor de bijstandsgerechtigden blijft er sprake van een uitzichtloze situatie met veel stress. 52 Oplossingsrichting Het afgelopen jaar hebben we voor 150 werkzoekenden met schulden trajecten budgetcoaching ingekocht. Re-integratie door rust op het financiële vlak” ingekocht. We willen voor de komende periode opnieuw werkzoekenden met schulden ondersteunen bij het vinden naar werk door ondersteuning bij het op orde krijgen van de financiële huishouding. Huishoudens met een laag inkomen en gezondheidsproblemen Knelpunt We zien veel gezondheidsproblemen bij gezinnen met lage inkomens. Ook is het lastig om deze doelgroep vanuit ons gezondheidsachterstandenbeleid effectief te bereiken. Oplossingsrichting We gaan kijken of we in onze individuele preventieactiviteiten en budgetcursussen mensen ook kunnen informeren en adviseren inzake een gezonde leefstijl. Denkbaar zijn adviezen hoe je gezond én goedkoop kan eten. Resultaat - - Afspraken met AWBZ-instellingen over samenwerking met woningcorporaties over woonbegeleiding. Ondersteuning bij doorstarts van ondernemers met financiële problemen en bedrijfsbeëindigingen van niet-levensvatbare ondernemingen, gekoppeld aan trajecten schuldsanering. Arabisch of Eritrees sprekende voorlichters voor voorlichting voor vluchtelingen over financiële regelingen. Jongeren die zich melden voor een uitkering, moeten gedurende de zoekperiode zich aanmelden bij een zorgverzekering (liefst CAZ). Verkenning stimuleringsmogelijkheden gezondheidsbeleid via schuldhulpverlening (bijvoorbeeld uitbreiding preventieaanbod met adviezen gezonde leefstijl). Kosten - € 185.000 (2015), 180.000 (2016), € 140.000 (structureel vanaf 2017) 53 Uitwerking We moeten de medewerkers van het Jongerenloket voorlichten over het belang om jongeren goed te adviseren en te stimuleren over het afsluiten en betalen van een zorgverzekering. Besluit 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. In de contractering van AWBZ-instellingen betere afspraken maken over de woonbegeleiding zodat betaling van de vaste lasten voor deze doelgroep is geborgd. Voor de duur van 2 jaar een procesregisseur aan te stellen bij de afdeling Maatschappelike Ontwikkeling om de financiële dienstverlening voor klanten in AWBZ-instellingen te stroomlijnen. De AWBZ- en welzijnsinstellingen informeren dat toeleiding van cliënten naar bewindvoering altijd via de coördinatiefunctie schuldhulpverlening plaats dient te vinden. Ondernemers helpen met het beëindigen van hun bedrijf via een fonds bedrijfsbeëindigingen. Ondernemers helpen met de doorstart van hun onderneming via een schuldsaneringstraject, samenwerking met de HAN en het Ondernemersklankbord alsmede door de informatievoorziening van gemeentelijke regelingen voor ondernemers te optimaliseren. Jongeren via het Jongerenloket beter informeren over de noodzaak van het betalen van een zorgverzekeringspremie. Een verkenning uitvoeren naar mogelijkheden om via de preventieactiviteiten schuldhulpverlening ook adviezen over een gezonde leefstijl te geven. Cliënten met arbeidsperspectief en schulden financiële coaching aanbieden. 54 55 9. Naar meer preventie en kwalitatief betere bewindvoering Knelpunt De afgelopen jaren zijn de kosten voor bewindvoering net als in andere gemeenten ook in Nijmegen fors gestegen. Oorzaak is de toename van het aantal personen dat om medische of psychische redenen onder bewindvoering wordt gesteld. Ook het hebben van schulden is tegenwoordig voldoende reden om bewindvoering in te stellen. Voor een aantal personen is bewindvoering een goede oplossing, omdat de financiële situatie gestabiliseerd wordt en bewindvoering maximale bescherming biedt. De zorginstellingen kunnen de boekhouding overlaten aan de bewindvoerder en zich richten op het verlenen van zorg. Bewindvoering is echter behoorlijk duur. Voor cliënten met een laag inkomen wordt dit vergoed vanuit de Bijzondere Bijstand. Voor een aantal cliënten zijn minder zware instrumenten voldoende om het gewenste resultaat (stabilisatie) te bereiken. Bewindvoerders hebben als private partijen geen werkelijk belang bij uitstroom. Zeker niet de ‘lichtere gevallen’. Met als gevolg jarenlange kosten voor bewindvoering voor de gemeente. De toewijzing naar bewindvoering is voor de gemeente lastig te sturen. De gangbare praktijk is: “De rechter bepaalt, de gemeente betaalt”. Waarbij vanwege de enorme stroom verzoeken de rechtbank nauwelijks in staat is om te komen tot een goede beoordeling van de noodzakelijkheid van de aangevraagde ondersteuning. Ook is de kwaliteit van bewindvoering soms onvoldoende en zijn partijen op deze nieuwe markt actief die het predicaat “bonafide” niet verdienen. Bovenstaande problemen spelen overigens landelijk. 56 Oplossingsrichting Het afgelopen jaar hebben we met budgetcoaching en budgetbeheer een alternatief ontwikkeld. De resultaten van deze pilot hebben we nog niet. Vooralsnog gaan we ervan uit dat we door het continueren van budgetcoaching en budgetbeheer de bewindvoeringskosten kunnen stabiliseren c.q. terug kunnen dringen. We willen verder de coördinatiefunctie schuldhulpverlening een beoordeling laten maken welk instrument geschikt is voor welke hulpvraag. We gaan met door de gemeente gesubsidieerde organisaties afspraken maken dat casussen eerst langs de coördinatiefunctie gaan. We gaan ook kijken of we de kwaliteit van de bewindvoering kunnen verbeteren. Dat doen wij onder andere door te kijken of we meer zicht kunnen krijgen op de tevredenheid van klanten over dit instrument (zie ook paragraaf 4). Bij klachten over bewindvoerders gaan we de rechtbank verzoeken om de kwaliteit van de bewindvoering te onderzoeken. Ook willen we kijken of we kunnen gaan sturen op kwaliteit door bewindvoerders te vragen om verantwoording af te leggen over welke activiteiten zijn uitgevoerd en met welk resultaat. Dit doen we omdat we als bestuursorgaan moeten en mogen toezien op een goede en zorgvuldige besteding van gemeenschapsgeld. Om de kosten voor bewindvoering te verminderen gaan we stapsgewijs te werk. Allereerst gaan we actief het gesprek aan met bewindvoerders om te kijken of er personen in bewindvoering zijn die ook in een lichtere vorm van dienstverlening geholpen kunnen worden. Als bewindvoerders, klant en gemeente tot de conclusie komen dat er een andere vorm van hulpverlening passend is, wordt de bewindvoering beëindigd. In tweede instantie willen we ons richten op de herbeoordeling van klanten die niet langer in bewindvoering willen blijven maar waarvan de bewindvoerder voorstander is van voortzetting van het traject. Wij gaan zorgvuldig onderzoeken in de coördinatiefunctie schuldhulpverlening of een minder ingrijpend middel toereikend is. Als we tot de conclusie komen dat bewindvoering een te zwaar middel is, gaan we kijken of we deze cliënten uit de bewindvoering kunnen halen. Daarvoor is een besluit van de rechtbank noodzakelijk en we gaan onderzoeken wat nodig is om een dergelijk besluit tot stand te brengen. 57 Pas als we deze twee groepen hebben onderzocht, besluiten we of we ook willen komen tot een herbeoordeling van trajecten waar zowel klant als bewindvoerder voorstander zijn van voortzetting van het bewindvoeringstraject. Omgekeerd gaan we actief personen aanmelden voor bewindvoering indien we van mening zijn dat een cliënt deze vorm van ondersteuning nodig heeft. De coördinatiefunctie gaat bewindvoering meenemen als één van de instrumenten om te komen tot een effectief hulpaanbod. We gaan in overleg met de rechtbank om te kijken of er mogelijkheden zijn om te komen tot afstemming met betrekking tot de instroom in bewindvoering. We hebben ook geconstateerd dat de bezuiniging op het aantal stabilisatietrajecten bij Het Inter-lokaal onwenselijk is. De afgelopen jaren hebben we deze bezuiniging steeds op incidentele basis ongedaan gemaakt. We willen dit nu structureel regelen. Resultaat - Voortzetting budgetbeheer/budgetcoaching Afspraken met gesubsidieerde instellingen over doorleiding casussen bewindvoering naar coördinatiefunctie schuldhulpverlening Doorleiding signalen misstanden bewindvoering naar rechtbank Opvragen verantwoordingrapportage prestaties bij bewindvoerders. 475 stabilisatietrajecten Het Inter-lokaal. Kosten - € 345.000,- (2015), € 445.000,- (structureel vanaf 2016) Uitwerking We gaan in gesprek met zowel de bewindvoerders als de zorg- en welzijnsinstellingen om bovenstaande ontwikkellijn te realiseren. Besluit 1. 2. 3. 4. 5. De pilot budgetcoaching/budgetbeheer in principe structureel voortzetten in afwachting van de resultaten van de pilot. Met gemeentelijk gesubsidieerde instellingen afspraken maken over het doorleiden van klanten naar de coördinatiefunctie schuldhulpverlening indien bewindvoering wenselijk wordt geacht. De tevredenheid van klanten ten aanzien van bewindvoering in beeld brengen en bij misstanden de rechtbank informeren. Verantwoordingsrapportages over de geleverde prestaties opvragen bij bewindvoerders. De coördinatiefunctie verzoeken om een herbeoordeling te doen voor bestaande trajecten bewindvoering waarbij 58 6. a. cliënten en bewindvoerder van mening zijn dat er een lichtere vorm van hulpverlening wenselijk en toereikend is; b. cliënten van mening zijn dat een lichtere vorm van hulpverlening wenselijk en toereikend is en de bewindvoerder geen voorstander is van beëindiging van de bewindvoering. De prestatieafspraken met Het Inter-lokaal (conform de praktijk van de afgelopen jaren) te verhogen naar 475 stabilisatietrajecten op jaarbasis en de subsidie daarom structureel te verhogen met €145.000,- en deze uitgaven voortaan te dekken uit het product Armoedebestrijding (in plaats van uit het product Werk). 59 10. Naar een beter systeem bij onze landelijke partners Knelpunt Er zijn veel problemen met landelijk opererende organisaties zoals de Belastingdienst die het beleid rondom toeslagen niet onder controle lijkt te hebben. Ook is er vanuit Nijmeegse organisaties veel kritiek op nieuwe wetgeving zoals de Wet maatregelen WWB waardoor huishoudens met schulden opgezadeld worden met te hoge schulden door boetes. De Nijmeegse organisaties verzoeken ons om onze positie te gebruiken om deze signalen ook richting “Den Haag” kenbaar te maken. Oplossingsrichting We zijn van mening dat het inderdaad wel wenselijk is om onze landelijke partners te informeren als er zich op lokaal niveau problemen voordoen die de effectiviteit van ons beleid in negatieve zin beïnvloeden. Wij zijn van mening dat we door de organisaties wel goede en betrouwbare informatie moeten krijgen om een eventueel signaal richting onze landelijke partners te rechtvaardigen. We gaan het initiatief nemen om de klachten over bijvoorbeeld de Belastingdienst te concretiseren, te verifiëren en vervolgens bij de instantie in kwestie (in dit geval de Belastingdienst) neer te leggen. We willen daarbij in eerste instantie vooral ook de Belastingdienst uitnodigen om met de organisaties op lokaal niveau te zoeken naar een oplossing. Daar waar landelijke afspraken lokaal maatwerk onmogelijk maken, gaan we op basis van de uitkomsten van dit gesprek de landelijke partners informeren. We gaan dat zo veel mogelijk samen met andere gemeenten doen, of in VNG- en G32-verband om de kansen op een effectieve beïnvloeding te vergroten. Resultaat 60 We geven als gemeente ten aanzien van een aantal problemen op het terrein van armoedebestrijding en schuldhulpverlening signalen af richting onze landelijke partners. Kosten We gaan ervan uit dat deze ontwikkellijn geen kosten met zich meebrengt behalve ambtelijke ureninzet. Uitwerking We gaan in het platform schuldhulpverlening (en armoedebestrijding, zie paragraaf 2) inventariseren welke problemen spelen waar we lokaal last van hebben. Daarna gaan wij bestuurlijk kijken op welke wijze wij landelijk aandacht voor deze problemen kunnen vragen. Besluit 1. Als gemeente signalen vanuit het veld over problemen bij landelijke uitvoeringsorganisaties op het terrein van armoedebestrijding en schuldhulpverlening kenbaar maken richting deze organisaties en de landelijke politiek. 61 Bijlagen 62 63 1. Overzicht ontwikkellijnen en financieel kader Ontwikkellijn Naar een bundeling van regelingen in de 1 armoedebestrijding (Nijmegenpas) Naar een effectievere 2 ondersteuning van particuliere initiatieven 2015 2016 2017 2018 € 473.000 € 509.000 € 630.000 € 675.000 € 55.000 € 55.000 € 55.000 € 55.000 3 Naar meer kennisdeling in de ketens armoede en schulden € 10.000 € 10.000 € 10.000 € 10.000 4 Naar meer kennis over de effectiviteit van instrumenten € 35.000 € 35.000 € 35.000 € 35.000 € 110.000 € 85.000 € 85.000 € 85.000 € 155.000 € 155.000 € 155.000 € 155.000 € 25.000 € 25.000 € 25.000 € 25.000 € 185.000 € 180.000 € 140.000 € 140.000 € 345.000 € 445.000 € 445.000 € 445.000 Naar een integraal systeem 5 van vroegsignalering van schulden Naar een betere afstemming 6 van vraag en aanbod in de financiële hulpverlening Naar een betere borging 7 van de betaling van vaste lasten Naar een krachtig vangnet 8 voor bepaalde doelgroepen met schulden Naar meer preventie en 9 kwalitatief betere bewindvoering 10 Naar een beter systeem bij onze landelijke partners € Totaal € 1.393.000 € € 1.499.000 € € 1.580.000 64 € € 1.625.000 Dekking ontwikkellijnen We gaan de kosten dekken uit de financiële middelen die we in het coalitieakkoord hebben gereserveerd. 1 2 Beschikbaar budget 2015 2016 2017 2018 Coalitieakkoordmiddelen Klijnsmamiddelen € 500.000 € 893.000 € 1.393.000,00 € 500.000 € 999.000 € 1.499.000,00 € 500.000 € 1.080.000 € 1.580.000,00 € 500.000 € 1.125.000 € 1.625.000,00 65 2. Begrippenkaders rond armoede en schulden Armoede volgens… het CBS is dat het besteedbaar huishoudinkomen lager is dan een bepaald niveau. Het CBS hanteert twee maatstaven: het sociaal minimum en de lageinkomensgrens. Onder het sociaal minimum wordt het wettelijk bestaansminimum verstaan zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Voor verschillende groepen zijn er verschillende normen. De lage-inkomensgrens ligt bij een besteedbaar inkomen van maximaal 105 procent van het sociale minimum. Hieronder zijn de normbedragen voor 2014 afgerond weergegeven: Sociaal minimum Alleenstaande Alleenstaande ouder Samenwonend/gehuwd Lage inkomensgrens € 651 € 684 € 1223 € 1284 € 1359 € 1427 Bij een 65-plusser het sociaal minimum gelijk is aan het AOW-pensioen9. Inkomen is overigens niet de enige indicator voor armoede: ook de vraag hoe lang iemand onder de inkomensgrens verblijft, wat zijn of haar vermogenspositie is, de vaste lasten en het oordeel over de eigen financiële positie zijn indicatoren om armoede te beschrijven. In paragraaf 1 hebben we in kaart gebracht hoeveel Nijmeegse huishoudens onder de lage-inkomensgrens vallen. Schulden… …zijn openstaande bedragen die betaald moeten worden. Er zijn verschillende soorten schulden, van kredieten over hypotheekschulden tot boetes en belastingschulden. Relevant in ons verband zijn in ieder geval de persoonlijke schulden (in tegenstelling tot de bedrijfs- en overheidsschulden). 9 Voor informatie over de hoogte van het AOW-pensioen zie: http://www.svb.nl/int/nl/aow/hoogte_aow/bedragen/index.jsp 66 In de schuldhulpverleningii wordt grofweg onderscheid gemaakt tussen oorzaken van schulden: Aanpassingsschulden… Overlevingsschulden… ontstaan als mensen plotseling rond moeten komen van een lager inkomen en het niet lukt om de uitgaven aan te passen. ontstaan als het inkomen (lang tijd) zo laag is dat de uitgaven niet te betalen zijn. Overbestedingsschulden… Compensatieschulden… ontstaan als mensen ondanks voldoende inkomsten er niet in slagen om de uitgaven te dekken. maken mensen om gevoelens van tekortschieten bijvoorbeeld richting de kinderen te compenseren. Belangrijk in het kader van schuldhulpverlening is niet zozeer de hoogte of het soort schulden, maar de vraag of de schuldenaar wel of niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Is dit (structureel) niet het geval, dan spreken we van problematische schulden. 67 3. Uitkomsten pilot analyse bronheffing Begin 2014 (MO10/14.001206) hebben wij een onderzoek aangekondigd naar de hulpvraag van bijstandsgerechtigden10 die vanwege achterstanden bij het betalen van de zorgverzekeringspremie in de bronheffing zitten. We hebben een analyse uitgevoerd op alle bijstandsgerechtigden waarop beslag is gelegd op de uitkering door het Zorginstituut Nederland. Deze beslagen worden gelegd als er achterstanden van meer dan 6 maanden zijn in de betaling van de zorgverzekeringspremie. Op 1 februari 2014 was bij 391 oftewel 6% van huishoudens met een bijstandsuitkering beslag gelegd11. Uitvoering onderzoek Bureau Schuldhulpverlening en Stuurman BV hebben 37612 van de 391 huishoudens uitgenodigd voor een persoonlijk adviesgesprek. Doel hiervan was om inzicht te krijgen in de persoonlijke en financiële situatie en te kijken hoe het huishouden ondersteund kan worden. Alle huishoudens zijn voorafgaand aan de uitnodigingsbrief telefonisch benaderd. Daar waar niet werd gereageerd, is nogmaals telefonisch contact opgenomen. Bij 25 niet reagerende huishoudens zijn door Het Inter-lokaal in samenwerking met Stuurman BV aanvullend huisbezoeken afgelegd. Hierdoor hebben 5 personen alsnog meegedaan aan het onderzoek. Ook de sociale wijkteams zijn betrokken om persoonlijk huishoudens uit te nodigen en ruimtes beschikbaar te stellen. Deelname Uiteindelijk hebben 167 huishoudens oftewel bijna 45 % van de 376 huishoudens gebruik gemaakt van het aanbod van een adviesgesprek. Dit is enerzijds laag gelet op alle inspanningen en het belang dat klanten zelf hebben bij het vinden van een oplossing voor hun problemen. We hebben gezien dat zelfs het persoonlijk langsgaan bij mensen niet leidt tot een significante verhoging van de respons. Tezelfdertijd is de opkomst fors beter dan bij een vergelijkbare pilot van Menzis en Stadsbank Oost Nederland waarbij slechts 6,5% gebruik heeft willen maken van het 10 We hebben geen onderzoek laten uitvoeren naar alle personen die wonen in Nijmegen en de bronheffing zitten, omdat we geen informatie hebben om welke personen het hierbij gaat. Ook zien wij een bijzondere verantwoordelijkheid voor de gemeente voor uitkeringsgerechtigden. 11 Overigens zijn er meer bijstandsgerechtigden met achterstanden bij het betalen van de zorgverzekeringspremie, alleen wordt in veel gevallen niet aan de bron geheven maar via incasso’s (door de zorgverzekeraar of het CJIB). 12 We hebben 15 mensen niet uitgenodigd, omdat deze tijde van de analyse niet meer in Nijmegen woonachtig waren of een pandverbod hadden gekregen. 68 aanbod op hulp. Wij zijn van mening dat in dat licht een deelname van 45% best hoog is en in ieder geval ook een redelijk goed beeld kan worden verkregen van de problemen waar deze groep mee worstelt. Uitkomsten analyse De afdeling Onderzoek & Statistiek heeft een cijfermatige analyse gemaakt van de bijstandsgerechtigden in de bronheffing, afgezet tegen de totale groep bijstandsgerechtigden. Kijken we naar groepskenmerken dan valt aantal zaken op: - - - Er zitten wat vaker mannen in de bronheffing dan in de gehele groep bijstandsgerechtigden. Bijna 6 op de 10 klanten in de bronheffing is alleenstaand. De leeftijdscategorie 25-44 jaar is oververtegenwoordigd en ouderen zijn juist ondervertegenwoordigd ten opzichte van de totale groep uitkeringsgerechtigden. Opvallend is dat jongeren niet significant oververtegenwoordigd zijn. Meer dan de helft van de personen in de bronheffing heeft geen startkwalificatie, een kwart zelfs geen of alleen basisonderwijs. Slechts 13% van de Wwb-ers in de bronheffing heeft een uitkering langer dan 5 jaar. Een kwart van de degenen waarmee een gesprek is gevoerd, heeft de zorg voor kinderen. Qua problematiek valt op: - - - 90% van de huishoudens heeft naast achterstanden bij de zorgverzekering ook andere schulden. Zo heeft bijvoorbeeld 36% openstaande boetes bij het CJIB. Een derde van de klanten kan geen antwoord geven op de vraag hoe hoog de schulden zijn. Een kwart heeft schulden hoger dan € 20.000,-, wat voor bijstandsgerechtigden feitelijk een nooit op te lossen financieel probleem is. Slechts 13% van de klanten heeft minder dan € 5.000,- schuld. De gemiddelde schuldenlast is € 21.000,-. Eén op de vijf ondervraagden heeft behalve de problemen rondom de bronheffing geen andere problemen. Eén op de drie heeft één probleem, één op de vier heeft problemen op meerdere levensgebieden. In één op de vijf gevallen is onbekend of er sprake is van problemen behalve de problemen op financieel terrein. 69 Over de oorzaken van de schulden geeft één op de drie ondervraagden aan, dat overbesteding de oorzaak is van de schulden. In een schema de oorzaak van de schulden van personen in de bronheffing: Aanpassingsschulden… 20% ontstaan als mensen plotseling rond moeten komen van een lager inkomen en het niet lukt om de uitgaven aan te passen. Overbestedingsschulden… 31% ontstaan als mensen ondanks voldoende inkomsten er niet in slagen om de uitgaven te dekken. Overlevingsschulden… 18% ontstaan als het inkomen (lang tijd) zo laag is dat de uitgaven niet te betalen zijn. Compensatieschulden… 13% maken mensen om gevoelens van tekortschieten bijvoorbeeld richting de kinderen te compenseren. Kijken we naar eerdere trajecten schuldhulpverlening, dan valt op dat bijna 4 op de 10 huishoudens in de bronheffing eerder een schuldhulpverleningstraject gehad, 20% zit nu in zo’n traject. Toch geeft drie kwart van de mensen aan gemotiveerd te zijn om van hun schulden af te komen. De groep Wwb-ers met bronheffing zijn vergeleken met andere registraties. Hieruit is gebleken dat driekwart van deze mensen ook bekend is in registraties rondom werk, zorg en of jeugd. Slechts 48% van de Wwb-ers met bronheffing heeft bijzondere bijstand ontvangen ten opzichte van 60% van de overige Wwb-ers. Gezien de penibele financiële situatie is dit opmerkelijk. Hoewel het om kleine aantallen gaat, zijn de Wwb-ers met bronheffing veel vaker bekend bij het sociale wijkteam en regieteam dan de overige Wwb-ers. Vervolg Alle personen die hebben deelgenomen aan het onderzoek hebben een advies gekregen hoe zij met hun situatie aan de slag kunnen. Een derde van de bijstandsgerechtigden zijn in een schuldhulpverleningstraject opgenomen. De overige klanten zijn doorverwezen naar andere instanties voor hulp, zijn al in traject, wensten geen gebruik te maken van verdere dienstverlening enz. Er zijn diverse mogelijkheden om huishoudens die in de bronheffing zitten of dreigen te komen te helpen. We gaan in overleg met de zorgverzekeraars deze opties nader verkennen en gaan vervolgens besluiten langs welke weg we instroom in de bronheffing in de toekomst willen verminderen en hoe we uitstroom uit de bronheffing kunnen bevorderen. 70 71 4. Deelnemers strategische discussiebijeenkomsten armoedebestrijding Deelnemers strategische discussiebijeenkomst armoedebestrijding Judith Schreurs Het Inter-lokaal Hubert Hendriks Voedselbank Hans Goeman Kledingbank Boy Pouwels Kinderfonds Hetty Verweij Bureau Inkomensondersteuning Jacques Steegemans Talis Ton van Hout adviescommissie JMG Anneke van Dooren Vluchtelingenwerk Golshid Al Eshaq Gemeente Nijmegen Lucile Braam voorzitter bijeenkomst Martin Ruiter verslaglegging Deelnemers strategische discussiebijeenkomst schuldhulpverlening Ton Gerrits Woongenoot André Tijssen Portaal Ria Menting Het Inter-lokaal Maud Balduk Bureau Schuldhulpverlening Reggy Kamps Bureau Schuldhulpverlening Pamela Besseling NIM Maatschappelijk Werk Chantal van Hulzen Sociaal Raadslieden Marjolein Paalman Regieteams 72 Marc van Lee RIBW Raimond Rensen RIBW Jean Paul Bakker Pluryn Lucile Braam Gemeente Nijmegen Martin Ruiter Gemeente Nijmegen Mariken van Woerkom voorzitter bijeenkomst Charlotte Berens verslaglegging 73 5. Overzicht regelingen armoedebestrijding gemeente Nijmegen Regelingen en subsidies 2014 Bijzondere bijstand (GBB) Bij bijzondere noodzakelijke kosten bieden we voor mensen met een laag inkomen en een laag vermogen bijzondere bijstand. Denk aan witgoed, eigen bijdrage hulp bij het huishouden, woninginrichting, bewindvoeringskosten etcetera. Langdurigheidstoeslag (LDT) Een tegemoetkoming van tussen de € 325 en € 460 voor diegenen die langdurig een inkomen op bijstandsniveau hebben en door het ontbreken van arbeidsmarktperspectief geen uitzicht hebben op inkomensverbetering. De LDT wordt in 2015 vervangen door de Individuele Inkomenstoeslag (IIT). Zie veranderingen 2015. Collectieve aanvullende Ziektekosten-verzekering (CAZ) Voor inwoners vanaf 18 jaar de mogelijkheid bieden goed verzekerd te zijn voor medische kosten die niet uit de basisverzekering vergoed worden. De gemeentelijke premiebijdrage bedraagt in 2014 € 11 per maand. In 2015 komt er een nieuw CAZpakket bij en zijn de gemeentelijke premiebijdragen hoger. Zie veranderingen 2015. Regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Een tegemoetkoming van € 300 per jaar voor huishoudens waarin meerkosten worden gemaakt als gevolg van de specifieke leefsituatie. In 2014 voor het laatst. Zie veranderingen 2015. Kortings-regeling museum Bieden van mogelijkheid tot culturele participatie in de vorm van het beschikbaar stellen van 500 gratis toegangskaartjes voor museum het Valkhof voor mensen met een laag inkomen. Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Voor mensen tot 100% van de bijstandsnorm en beperkt vermogen schelden we de meest voorkomende lokale belastingen kwijt Subsidie Kinderfonds Bieden van een tegemoetkoming in schoolkosten, contributie, cursusgeld, materialen ten behoeve van school-, sport- en/of cultuurdeelname van kinderen die opgroeien in arme gezinnen. Leergeld en Jeugdsportfonds voeren deze regelingen uit. 74 Subsidie de Voedselbank De Voedselbank in staat stellen zoveel mogelijk huishoudens met een laag besteedbaar inkomen van voedselpakketten te voorzien. Subsidie de Kledingbank De Kledingbank in staat stellen zoveel mogelijk huishoudens met een laag besteedbaar inkomen van kledingpakketten te voorzien. Subsidie Formulieren-brigade Outreachend mensen wijzen op hun rechten door middel van het uitvoeren van voorzieningenchecks en door het bieden van financieel advies. Het Inter-lokaal voert deze regeling uit. Veranderingen 2015 Nieuw: Individuele Studietoeslag (IST) Een tegemoetkoming van € 150 per maand voor studenten die niet in staat zijn het minimumloon te verdienen vanwege een beperking. Verandering: Individuele Inkomenstoeslag (IIT) De LDT wordt in 2015 vervangen door de Individuele Inkomenstoeslag omdat met de komst van de Participatiewet de mogelijkheden tot het verstrekken van categoriale bijstand worden beperkt. In feite blijft de regeling praktisch hetzelfde, alleen wordt de verordening technisch aangepast zodat deze in de nieuwe wettelijke bepalingen valt van de Participatiewet. Valt weg: Regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. Met de komst van de Participatiewet in 2015 worden de mogelijkheden tot het verstrekken van categoriale bijstand beperkt. Gezien de categoriale aard van deze regeling valt de regeling vanaf 2015 weg. Voor deze doelgroep met veel medische meerkosten zal de focus liggen op het bieden van meer maatwerk door o.a. het uitbreiden van de CAZ en de uitbreiding van individuele bijzondere bijstand voor niet-medische meerkosten. Uitbreiding: de CAZ en CAZ-uitgebreid+ verhoging inkomensgrens Er is een tweede pakket bijgekomen voor mensen met hoge medische kosten: de CAZ-uitgebreid. De gemeentelijke premiebijdrage hiervoor is € 38 per maand. De gemeentelijke premiebijdrage voor de huidige CAZ is verhoogd van € 11 naar € 16. Daarnaast kunnen meer mensen gebruik maken van de CAZ omdat de inkomensgrens verhoogd is van 110% van het sociaal minimum naar 130%. Nieuw: Maatschappelijke participatie volwassenen. 75 Een (eenmalige) regeling voor het bevorderen van de maatschappelijke participatie van volwassenen met een laag inkomen. Men kan gebruik maken van een activiteit in de categorieën sport, cultuur en educatie t.w.v. € 150 per persoon. 2016 en verder Verwacht: de Nijmegenpas. i “Opvallend is dat bijna de helft van de gemeenten naar eigen zeggen geen zicht heeft op de effectiviteit van het gevoerde beleid.” (Bureau Bartels, Gemeentelijk Armoede- en Schuldenbeleid, 10 september 2014, p. 52. ii Martijn Schut & Nadja Jungmann, Schuldhulpverlening - Strategische keuzes voor gemeenten. Toekomstverkenning, september 2010, Divosa, pag. 13 76
© Copyright 2024 ExpyDoc