Ik dans in een prentenboek

Ik dans in een prentenboek
Lesmateriaal in het Cultuur- en Verdiepingsprogramma Soest
Ontwikkeld door RegioCultuurCentrum Idea
December 2013, herzien juli 2014
Colofon
Dit is een uitgave van:
RegioCultuurCentrum Idea
Willaertstraat 49
3766 CP Soest
tel: 035 6095833
e-mail: [email protected]
internet: www.ideacultuur.nl
Ontwikkeling en redactie:
Mieke Dols
December 2013
Copyright:
©RegioCultuurCentrum Idea
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige
vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of
enige andere manier, zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van
RegioCultuurCentrum Idea.
2
Inhoudsopgave
Inleiding
p. 4
Over het project en de partners
p. 5
Voorbereiding leerkracht: lessenoverzicht
p. 6
Les 1: interactief werken met prentenboeken
(Verdiepingsprogramma en Cultuurprogramma)
p. 7
Les 2: van boek naar beweging; dansworkshop bij Kunstencentrum Idea
(Cultuurprogramma)
p. 12
Les 3: schooltheatervoorstelling Suikerklonten
(Verdiepingsprogramma)
p. 13
3
Inleiding
Kleuters houden van verhalen. Ze houden ervan om verhalen te verzinnen maar ook om
naar verhalen te luisteren. In het project Ik dans in een prentenboek is het verhaal van
het hondje Rambamboelie het uitgangspunt. Het gelijknamige prentenboek vormt de
basis voor een project waarin de leerlingen van groep 1 en 2 zowel luisteren naar het
gelezen verhaal, het verhaal dansen en een theatervoorstelling van het verhaal zien.
Het bijzondere aan het project Ik dans in een prentenboek is de manier waarop drie
benaderingen van kunst worden gecombineerd: eerst wordt er kennis gemaakt met een
kunstvorm door het lezen van een prentenboek, daarna wordt er aan actieve
kunstbeoefening gedaan door het zelf vertalen van het verhaal uit het boek naar
beweging. En ten slotte vindt de receptie van kunst plaats door het bekijken van de
theatervoorstelling die is gebaseerd op het boek. Door voorafgaand, tijdens of na afloop
van de drie onderdelen interactief met het prentenboek in de klas te werken, wordt
bovendien een extra verdiepingsslag gemaakt en beleven de kinderen het project
optimaal.
Cultuurprogramma en Verdiepingsprogramma
Dit project maakt deel uit van het Cultuurprogramma en Verdiepingsprogramma, dat
Kunst Centraal en RegioCultuurCentrum Idea organiseren om leerlingen te laten
kennismaken met hun culturele omgeving. De culturele omgeving is verdeeld in vier
domeinen (professionele instellingen, amateur- en vrijwilligersorganisaties, bebouwde
omgeving en landschap & natuur). Deze domeinen worden vanuit de verschillende
vakdisciplines benaderd: dans, literatuur, muziek, beeldend, drama, audiovisueel en
erfgoed, of een combinatie van deze disciplines. Het Verdiepingsprogramma sluit
inhoudelijk aan op het Cultuurprogramma en verdiept de elementen van het
Cultuurprogramma op het gebied van leesbevordering en kunsteducatie.
Domein en discipline
Professionele instellingen, literair, dans en drama
Doelgroep
Dit project is geschikt voor de groepen 1 en 2 uit het primair onderwijs.
Doelstelling educatief materiaal
Het educatief materiaal dat voor u ligt is een onderdeel van het project Ik dans in een
prentenboek. De lessen in deze handleiding voldoen aan de kerndoelen voor Nederlands
(in de vorm van leesbevordering), kunstzinnige oriëntatie en de kerndoelen die
aansluiten bij “jezelf en oriëntatie op de wereld”. Bij elke les staan specifieke lesdoelen
beschreven die hierbij aansluiten.
Organisatie
U hebt de uitvoeringsdata en –tijden aan het begin van dit schooljaar gekregen. De
bezoekroosters van het bezoek aan Kunstencentrum Idea (voor de dansworkshop) vindt
u op de website van Kunst Centraal. Ook het bezoekrooster van de schoolvoorstelling
Suikerklonten (in de klas) van Idea vindt u op de website van Kunst Centraal in ditzelfde
overzicht.
Kwaliteit
Wij vragen u nadrukkelijk na afloop van het project uw bevindingen met ons te delen via
het waarderingsformulier. Uw reactie/waardering is voor ons stimulerend en
richtinggevend bij de kwaliteitsverbetering van onze diensten. Wij wensen u veel plezier
bij de toepassing van de verschillende onderdelen en verwachten een mooie
kruisbestuiving van de drie onderdelen (van boek naar dans naar theatervoorstelling).
Mieke Dols, Teamleider Onderwijsprojecten RegioCultuurCentrum Idea
4
Over het project
Kleuters houden van verhalen. Ze houden ervan om verhalen te verzinnen maar ook om
naar verhalen te luisteren. In het project Ik dans in een prentenboek is het verhaal van
het hondje Rambamboelie het uitgangspunt. Het gelijknamige prentenboek vormt de
basis voor een project waarin de leerlingen van groep 1 en 2 zowel luisteren naar het
gelezen verhaal, het verhaal dansen en een theatervoorstelling van het verhaal zien.
Over de partners
RegioCultuurCentrum Idea
RegioCultuurCentrum Idea is een multifunctionele organisatie, bestaande uit meerdere
bibliotheken (Bunnik, De Bilt, Soest en Zeist), een theater, cultuurpunt, kunstuitleen en
een kunstencentrum. Idea wil cultuur midden in de samenleving brengen. Expertise in
elk vakgebied is er volop. Haar kracht ligt in het combineren van de disciplines cultuur en
educatie. Zo wordt een aantrekkelijk cultuureducatief aanbod gerealiseerd.
Kunstencentrum
Het Kunstencentrum laat kinderen, jongeren en volwassenen genieten van cursussen in
vele kunstdisciplines en gaat daarnaast actief Soest en Soesterberg in om zoveel
mogelijk mensen kennis te laten maken met kunst en cultuur. Het Kunstencentrum
organiseert cursussen, cultuureducatieve projecten voor scholen en de buitenschoolse
opvang, naschoolse activiteiten en projecten in wijken. Zij biedt workshops bij
theatervoorstellingen en bij bibliotheekprojecten, zoals de Boekenweek en de
Kinderboekenweek. Het gaat daarbij jaarlijks om een bereik van een groot aantal
cursisten die (veelal) wekelijks een cursus volgen en bijna 5000 kinderen en jongeren in
het onderwijs of in de wijken. Het Kunstencentrum werkt nauw samen met andere
(culturele) instellingen (zoals bijvoorbeeld Kunst Centraal) en vervult een actieve rol in
de lokale en regionale gemeenschap.
Theatergroep 4+
Theatergroep 4+ verzorgt theatervoorstellingen voor basisscholen, theaters, bedrijven,
instellingen en buurthuizen. U kunt kiezen uit het vaste repertoire of een voorstelling op
maat, geheel aangepast aan uw wens en de gelegenheid. Theatergroep 4+ is een
stichting die als doel heeft de creatieve geest van kinderen en jongeren te prikkelen en te
stimuleren. Thema's van het leven van een kind, bespreekbaar en visueel te maken door
middel van theater. 4+ wil goede, leuke, educatieve en interactieve voorstellingen maken
waarbij op een theatrale manier thema's worden verwoord. Theatergroep 4+ maakt in
haar voorstellingen gebruik van de kracht van herkenning d.m.v. tekst, muziek, zang,
dans, beeldende kunst en alles wat daar een afgeleide van kan zijn.
5
Voorbereiding leerkracht: lessenoverzicht
Les
Les 1: interactief werken
met prentenboeken
(Verdiepingsprogramma
en Cultuurprogramma)
Les 2: van boek naar
beweging;
dansworkshop bij
Kunstencentrum Idea
(Cultuurprogramma)
Les 3:
schooltheatervoorstelling
Suikerklonten
(Verdiepingsprogramma)
Korte inhoud
van de les
Leerlingen lezen
en beleven op
verschillende
wijze het
prentenboek
Rambamboelie
Leerlingen
krijgen een les
dans en
beweging,
gebaseerd op het
boek
Rambamboelie,
van een
dansdocent van
Idea
Leerlingen
bekijken in de
eigen groep de
voorstelling
Suikerklonten,
gebaseerd op het
prentenboek
Rambamboelie
Ter voorbereiding
Nodig
Selectie maken uit
lesmateriaal Les 1
Vertelplaten
Rambamboelie
Vertelplaten
Rambamboelie zijn
voorgelezen aan de
groep
Vervoer naar
Kunstencentrum
Idea
Rooster
6
Les 1 Interactief werken met prentenboeken
(Verdiepingsprogramma en Cultuurprogramma)
Lesinhoud
Een prentenboek kun je prachtig voorlezen aan een klas kleuters. Maar een prentenboek
leent zich voor zoveel meer. Op verschillende interactieve wijze kan het boek terugkeren
in de groep. Leerlingen krijgen de verhalen, teksten, prenten, ideeën en symbolen
aangeboden, gaan er individueel, in groepjes of met de hele klas mee aan de slag
waardoor het prentenboek op meerdere manieren tot leven komt.
Lesdoelen
-leerlingen krijgen plezier in het luisteren naar en praten over voor hen bestemde
verhalen
-leerlingen ontwikkelen hun taalvaardigheid
-leerlingen ontwikkelen hun fantasie en expressie
Benodigdheden
De vertelplaten van het boek Rambamboelie
Tijd en selectie lesmateriaal
Naar keuze: variërend van 15 minuten tot 90 minuten
De methoden om interactief te werken met prentenboeken uit deze les, kunnen
voorafgaand, tussen of na afloop van het project Ik dans in een prentenboek worden
ingezet. Bij voorkeur zijn de vertelplaten minstens een keer gelezen met de kinderen
voorafgaand aan de dansworkshop bij Kunstencentrum Idea. De keuze en hoeveelheid
aan toepassingen van de werkvormen wordt door u bepaald.
Locatie
In de klas
Inleiding
Prentenboeken zijn ware schatkamers voor de taalontwikkeling. Kinderen kunnen hun
eigen taalgebruik uitbreiden door te luisteren naar het taalgebruik van de leerkracht en
de tekst van de auteur. De prenten dienen daarbij als inspiratiebron. De woordenschat
wordt uitgebreid, de zinsbouw ontwikkeld en de kennis van de verhaalstructuur vergroot.
Doordat de meeste prentenboeken over sociaal-emotionele thema’s gaan (als
vriendschap, geboorte, dood, zelfstandig willen zijn, ziek zijn et cetera) gaat
taalontwikkeling hand in hand met sociaal-emotionele ontwikkeling. Als leerkracht kunt u
dit verrijken door meer te doen dan het verhaal voorlezen: vragen stellen, aanzetten
voor een zin geven, dialogen aangaan. Door kinderen met verschillende manieren en
stijlen van tekeningen in aanraking te brengen wordt bovendien de esthetische
ontwikkeling bevorderd.
In dit lesmateriaal vindt u de verschillende manieren waarop prentenboeken in het
algemeen en het boek Rambamboelie in het bijzonder op verschillende, interactieve
manieren kunnen worden ingezet in het onderwijs. Telkens wordt er eerst een korte
theoretische uitleg gegeven van de methode, gevolgd door de toepassing van de
werkvorm op het boek Rambamboelie. Dit boek is geselecteerd voor het project Ik dans
in een prentenboek. In de voorbeelden die worden gegeven, is steeds groep 1/2 als
richting genomen. De werkvormen die hieronder worden weergegeven kunnen van groep
1 t/m groep 8 in aangepaste vorm worden ingezet.
7
Hieronder worden de negen verschillende werkvormen weergegeven die samen een
optimale leesbeleving bij het kind bereiken. Uit de reeks werkvormen kan naar eigen
goeddunken een keuze worden gemaakt. Selecteert en wijzigt u daarom gerust de
volgorde.
Werkvorm: vertellen en vragen stellen
Algemene toelichting werkwijze
Toepassing Rambamboelie
Laat de voor- en achterkant van het
prentenboek zien en vraag aan de
kinderen waar het verhaal over zal gaan.
Laat de kinderen op grond van de
illustraties het verhaal voorspellen.
Geef daarna de titel en vertel het verhaal
in grove lijnen (lees of vertel de
achterkant van het boek), gebruikmakend
van de illustraties en stel vragen over het
verloop van het verhaal.




Over wie gaat dit verhaal?
Waarom zou het mevrouwtje op
bezoek gaan bij de dokter?
Denken jullie dat het hondje hierna
beter is?
Hoe zou het verhaal aflopen?
Werkvorm: voorlezen van de tekst
Algemene toelichting werkwijze
Toepassing Rambamboelie
Het prentenboek wordt in een rustig
tempo voorgelezen. De tekst van het
verhaal verrijkt de taal van de kinderen,
wat betreft woordenschat, zinsbouw,
betekenis, intonatie en verhaalopbouw.
Het voorlezen gebeurt met het boek naar
de voorlezer toe. De kinderen krijgen dan
de ruimte om de tekst om te zetten in
beelden. Na het voorlezen wordt de
bijbehorende prent getoond.
In het geval van het voorlezen van de
vertelplaten wordt de tekst op de
achterkant van de vertelplaat
voorgedragen en kijken de kinderen naar
de prent op de voorkant.
Werkvorm: het boek in de boekenhoek
Algemene toelichting werkwijze
Toepassing Rambamboelie
Leg het boek in de boekenhoek zodat
twee kinderen er gericht in kunnen kijken.
Geef daartoe een kijkopdracht mee.




Hoeveel eenden zie je in de vijver in
het park?
Zijn er vreemde dieren in het park te
ontdekken, dieren die er niet
thuishoren?
Is het mevrouwtje dol op bolletjes,
driehoeken of ruiten? Waarom?
Wat zijn de vier dieren waarvan
Rambamboelie de geluiden maakt?
8


Welke andere figuren uit andere
boeken of televisieprogramma’s
herken je?
Is Rambamboelie aan het eind van het
verhaal weer beter? Waarom denk je
dat?
Werkvorm: een versje bij het boekje
Algemene toelichting werkwijze
Toepassing Rambamboelie
Enkele dichtvormen lenen zich heel goed
voor het weergeven van het verhaal van
een prentenboek. Door het gedichtje te
leren, krijgen kinderen meteen de kern
van het verhaal te pakken.
Waf, waf waf
Hoor ik nu een hondje?
Miauw, miauw, miauw
Of toch niet?
Moeoe, moeoe, moeoe
Ja, het is een hondje
Of is het soms een koe?
Werkvorm: praten over het verhaal
Algemene toelichting werkwijze
Toepassing Rambamboelie
‘Nieuwe’ woorden en uitdrukkingen en
karakteristieke zinnen kunnen voor het
voorlezen geïntroduceerd worden of na
het voorlezen verdiept worden. Dat kan
door de woorden te gebruiken in andere
situaties of door gebruik te maken van
voorwerpen of illustraties.

Na en tijdens het voorlezen kunnen de
kinderen reageren op het verhaal.



Wat was er aan de hand met
Rambamboelie?
Honden blaffen, hanen kraaien, poezen
miauwen, slangen sissen en koeien
loeien. Wat doen schapen? Of kikkers?
Of paarden?
Wat probeerde de dokter allemaal om
Rambamboelie beter te maken? Wie
heeft er wel eens een prikje gehad?
Denken jullie dat Rambamboelie het
expres had gedaan? Waarom denken
jullie dat? Hoe noem je dat als je
iemand voor de gek houdt?
Werkvorm: de app
Algemene toelichting werkwijze
In de hoek ligt een Ipad met een
voorlees-app. In tweetallen of alleen
kunnen de kinderen zelf het boek nog
eens bekijken en beluisteren. Sommige
apps combineren het voorlezen van het
verhaal met spelletjes die de kinderen
kunnen spelen over het verhaal.
Toepassing Rambamboelie
In de Itunes-store is de app
Rambamaboelie! Voor €4,49 te koop.
De ontwikkelaar is Uitgeverij
Ploegsma.
9
Werkvorm: kringspelletje en dramatiseren
Algemene toelichting werkwijze
Toepassing Rambamboelie
Het prentenboek wordt getoond, waarna
er een bijbehorend spelletje aan wordt
gekoppeld. In het spelletje komt de
essentie van het verhaal terug. De
spelletjes stimuleren de fantasie van de
kinderen en maken de verbinding met hun
ervaringswereld.
Ga in de kring staan met de kinderen.
Het mevrouwtje wordt steeds bozer,
dat gaat de groep nabootsen. Ieder
kind kijkt zijn buurman aan en zegt de
zelfde zin maar dan steeds bozer. Het
eerste kind begint vrolijk, het tweede
kind iets bozer, het laatste kind in de
kring is woest. Bijvoorbeeld: “Dokter,
mijn hondje is helemaal niet beter!”
Dramatiseren: prentenboeken lenen zich
uitermate goed om het verhaal na te
spelen:
- Het verhaal wordt geheel of gedeeltelijk
nagespeeld of gedramatiseerd
- Er wordt verder geïmproviseerd binnen
de structuur van het verhaal
Om de kinderen in het spel te stimuleren
kan de leerkracht zelf het beste de rol van
verteller op zich nemen.
De leerkracht leest voor en de
kinderen vertolken de verschillende
personages in de dialogen.
-Een groepje kinderen wordt
aangewezen als de menigte in het park
die zegt: Blaf Rambamboelie, blaf!
-Een groepje kinderen is het
mevrouwtje die in koor zegt: O, o, o
wat een ellende
-Een groepje kinderen is de dokter die
zegt: Potverdriedubbele suikerklonten
-Een kind is Rambamboelie die de
verschillende dierengeluiden nabootst
Werkvorm: de kinderen vertellen het verhaal bij de prenten
Algemene toelichting werkwijze
Toepassing Rambamboelie
De kinderen vertellen het verhaal bij de
prenten, eventueel met gebruikmaking
van de dialogen. Nu de rode draad bekend
is en de kinderen het boek zelf hebben
kunnen inkijken, kan er rijker verteld
worden, met gebruikmaking van details
die de prenten prijs hebben gegeven.
Waar nodig stel je vragen om de
voortgang van het verhaal te bewaken.
Hulpvragen:
 En was Rambamboelie na het eerste
pilletje beter?
 Wat zegt het mevrouwtje als ze
terugkeert bij de dokter?
 Het werd steeds drukker in het park,
luisterde Rambamboelie naar al deze
mensen?
 Waarom wordt het mevrouwtje steeds
bozer op de dokter?
 Naar wie luisterde Rambamboelie
uiteindelijk wel?
Werkvorm: verwerking van het verhaal
Algemene toelichting werkwijze
Toepassing Rambamboelie
Er zijn verschillende mogelijkheden om
dieper op de beleving van het verhaal in
te gaan. Voorwaarde is dat het verhaal
goed bekend is bij de kinderen. Hier
10
volgen enkele mogelijkheden waaruit een
keuze kan worden gemaakt:
• De verteltafel: om het verhaal op een
andere manier ‘terug te spelen’ kan
gebruik worden gemaakt van de
verteltafel, een soort poppenkast op tafel.
De hoofdpersonen worden daar opgezet,
samen met een aantal belangrijke
attributen.
• De knuffel vertelt: met de knuffel kan de
vriendschap die een kind voelt voor een
bepaalde prentenboekfiguur worden
vormgegeven. De knuffel wordt ook
gebruikt om kinderen het verhaal nog
eens terug te laten vertellen, de knuffel
wordt dan als een soort handpop
gehanteerd. Door het verhaal met de
knuffel te vertellen leren de kinderen een
verhaal te vertellen vanuit het ikperspectief. In plaats van de knuffel kan
ook een handpop of vingerpopje worden
gebruikt.
• Een hoek inrichten: op basis van veel
prentenboeken kan een hoek worden
ingericht: bijvoorbeeld de dokterskamer of
het park. De hoek kan het best zo sober
mogelijk worden ingericht: een soort
casco –idee. Het gaat erom dat de hoek
herkenbaar is als zodanig, de verdere
inrichting gebeurt door en met de
kinderen. Ze kunnen dan naar aanleiding
van het boek hun eigen verhalen verder
vormgeven.
Werkvorm: napraten en terugkijken
Algemene toelichting werkwijze
Toepassing Rambamboelie
Er wordt uit het verhaal gestapt en terug
gekeken op tekst en prenten. Het gesprek
over het verhaal gaat over
gebeurtenissen, handelingen, het
taalgebruik van de personages en
terugkerende teksten maar ook over
zinnen, woorden, namen en geluiden. Het
gesprek over de prenten gaat over wat er
allemaal te zien is, waar je kunt zien wat
er gebeurt, de sfeer en de compositie
maar ook over kleuren, vormen en tellen.




Sommige bladzijden zijn de figuren
groter of kleiner getekend dan op
andere pagina’s. Waarom zou dat zijn?
Op de laatste pagina knipoogt
Rambamboelie, wat zou dit
betekenen?
Denk je dat Rambamboelie en het
meisje elkaar al kennen?
De kleur van de achtergrond op de
tekeningen is steeds anders, waarom
zou dat zijn? Is de kleur aangepast
aan wat er gebeurt op die bladzijde?
11
Les 2: van boek naar beweging, dansworkshop bij Kunstencentrum Idea
(Cultuurprogramma)
Lesinhoud
Naar een prentenboek kun je niet alleen luisteren en kijken, je kunt het ook gebruiken
als uitgangspunt voor een dansles. Een gebeurtenis uit het verhaal, de sfeer van de
vertelling of een illustratie kan de leerlingen enorm inspireren tot dansbewegingen.
In de dansstudio van Kunstencentrum Idea krijgen de leerlingen een dansles waarbij ze
het verhaal al dansend en bewegend vormgeven. Onder leiding van de dansdocent van
Idea buitelen, rollen, springen en dansen de leerlingen door het prentenboek
Rambamboelie. Het is voor de beleving van de kinderen van belang dat de vertelplaten in
de klas zijn voorgelezen.
Lesdoelen
-leerlingen ontwikkelen hun fantasie en expressie
-leerlingen vertalen verhalen, teksten en ideeën naar spel, beweging en dans
Benodigdheden
Rooster Cultuurprogramma
Vervoer naar het Kunstencentrum Idea
Tijd
45 minuten
Locatie
Dansstudio Kunstencentrum Idea
12
Les 3: schooltheatervoorstelling Suikerklonten (verdiepingsprogramma)
Lesinhoud
Nu het prentenboek Rambamboelie door middel van interactieve werkvormen in de klas
is besproken en in de dansstudio van Kunstencentrum Idea is gedanst, ontvangen de
kinderen een theatervoorstelling in de klas, die is gebaseerd op het besproken en gelezen
prentenboek. Hoe zien de personages het mevrouwtje, de dokter en Rambamboelie eruit
als ze levensecht voor je neus staan? Hoe praten ze, blaffen ze of ruiken ze?
De professionele theatergroep Vierplus heeft het verhaal als basis genomen om het stuk
Suikerklonten te creëren. Waarin verschilt deze voorstelling van het verhaal uit het boek?
Lesdoelen
-leerlingen krijgen plezier in het luisteren en kijken naar en praten over voor hen
bestemde verhalen
-leerlingen ontwikkelen hun fantasie en expressie
-leerlingen ervaren hoe een geschreven verhaal wordt omgevormd tot een theaterstuk
Benodigdheden
Rooster Verdiepingsprogramma
Tijd
35 minuten
Locatie
In de klas
13