Indien deze nieuwsbrief niet goed wordt weergegeven, kunt u hier de online versie bekijken. Nieuwsbrief 60, 2014 Publicatiedatum: vrijdag 5 december 2014. Belastingplan 2015 Ouderenorganisaties dringen er bij de Eerste Kamer op aan om niet in te stemmen met het Belastingplan 2015. De regering wil met ingang van 2016 de ouderentoeslag afschaffen en de ouderenkorting versoberen. Pas in het najaar van 2015 zijn de koopkrachteffecten van alle regeringsmaatregelen voor 2016 bekend. Onze oproep: stel de behandeling uit! Het Belastingplan 2015 stelt twee maatregelen voor die pas in 2016 in werking treden: afschaffing ouderentoeslag en versobering ouderenkorting. Deze twee maatregelen hebben in 2016 grote effecten op de koopkracht van senioren. Slechtere koopkrachtpositie Door het afschaffen van de ouderentoeslag en het versoberen van de ouderenkorting worden ouderen in een ongelijke positie gebracht. Beide maatregelen zijn ingevoerd als compensatie voor de nadelige effecten van belastingmaatregelen voor ouderen. Het voorstel van de regering heeft tot gevolg dat ouderen in een slechtere positie komen dan de overige belastingplichtigen Lage inkomens de klos De in het Belastingplan 2015 voorgestelde maatregelen treffen vooral ouderen met een laag inkomen. Door het afschaffen van de ouderentoeslag worden deze ouderen dubbel gepakt. Zij moeten meer vermogensbelasting betalen. De verhoging van het verzamelinkomen leidt tot een lagere huur- en zorgtoeslag en tot hogere eigen bijdragen. Ook de ouderenkorting is van belang voor ouderen met een lager inkomen. Zij hebben nu nog meer recht op een hogere ouderenkorting en hebben dus meer last van de voorgestelde versobering. NVOG en CSO partners dringen er bij de Eerste Kamer met een brief op aan om eventuele beslissingen over deze maatregelen pas te nemen in het najaar van 2015, omdat dan ook de koopkrachtplaatjes voor 2016 bekend zijn. Wij hopen dat de politiek onze opmerkingen meeneemt bij de behandeling van het Belastingplan 2015. De NVOG commissie Koopkracht heeft een beknopt overzicht gemaakt van de gevolgen van het belastingplan 2015 voor ouderen, dat u hier kunt downloaden. Wet langdurige zorg een feit De Eerste Kamer heeft 2 december ingestemd met het wetsvoorstel Wet langdurige zorg (Wlz). Dat betekent dat de Wlz nu officieel is aangenomen en op 1 januari 2015 in werking zal treden. Na stemming bij zitten en opstaan ging een merendeel van de Eerste Kamer vandaag met de wet akkoord. PvdA, D66, VVD, SGP, ChristenUnie en CDA stemden voor. 25 september werd het wetsvoorstel, na uitgebreid debat, aangenomen in de Tweede Kamer. Wet langdurige zorg (Wlz) De Wlz vervangt de huidige Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), maar slechts ten dele omdat veel vanuit de AWBZ wordt overgeheveld naar de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) en de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het wetsvoorstel vormt het (voorlopig) sluitstuk van de in het regeerakkoord van 29 oktober 2012 voorziene hervormingen van de langdurige zorg. Veranderingen in de zorg Er is een nieuw systeem ontwikkeld om de zorg in Nederland te organiseren. We willen langer zelfstandig thuis wonen, ook als we ouder worden of een beperking hebben. Daarbij willen we kwalitatief goede zorg krijgen. Dat vereist een andere organisatie van de langdurige zorg. Ook het kostenplaatje speelt mee: in de toekomst hebben meer mensen zorg nodig, waardoor deze onbetaalbaar dreigt te worden. In het nieuwe systeem ligt de nadruk meer op wat mensen en hun omgeving zelf kunnen en willen. Over ons infobulletin: het vierde en laatste NVOG informatiebulletin "Wijzigingen in de Langdurige Zorg" van de commissie zorg, welzijn en wonen komt in de nieuwsbrief van volgende week. Antwoord vragen Eerste Kamer over wijziging FTK Staatssecretaris Klijnsma van SZW heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij de wet Aanpassing financieel toetsingskader naar de Eerste Kamer gestuurd. De staatssecretaris geeft hierin een toelichting op het wetsvoorstel en beantwoordt een veelheid aan vragen van diverse fracties over de voorgenomen wijzigingen van het FTK. Het Financieele Dagblad wist vandaag te melden dat de behandeling van het FTK door de Eerste Kamer waarschijnlijk na het kerstreces zal plaatsvinden. De Nederlandse Zorgautoriteit zet kijker op “machtsconcentratie zorgverzekeraars” Twintig jaar geleden waren er in Nederland meer dan honderd zorgverzekeraars verdeeld in 3 verenigingen: de ziekenfondsen, de commerciële zorgverzekeraars en de coöperatieve zorgverzekeraars. Wel werkte men samen in 32 regionale zorgkantoren voor de uitvoering van de AWBZ. Vooruitlopend op de invoering van de Wet op de zorgverzekering per 1-1-2006 ontstond uit de samenvoeging van de leden van de 3 verenigingen Zorgverzekeraars Nederland als de overkoepelende vereniging, kwamen de commerciële zorgverzekeraars erachter dat het beter was er mee te stoppen en hun portefeuille over te dragen aan coöperatieve zorgverzekeraars en kwamen er fusies tot stand tussen ziekenfondsen en coöperatieve zorgverzekeraars. Wij zijn nu door al deze fusies gekomen tot het feit dat er naast enige kleine zelfstandige zorgverzekeraars zoals DSW de 4 grote verzekeraars ( CZ, VGZ, Menzis en Achmea), meestal onder diverse merken, meer dan 90 % van de markt beheersen. Dit zou bijna als een oligopolie kunnen worden gezien, ware het niet dat zij onder scherpe controle staan onder de ministeries van VWS en financiën en de Nederlandse Bank. Alle zorgverzekeraars zijn leden coöperaties, zij hebben geen aandeelhouders en moeten alleen winst maken om hun voortbestaan te garanderen. De Nederlandse Bank houdt er toezicht op dat daar voldoende reserves voor worden aangehouden. Daar er 20 jaar geleden door de overheid nagenoeg geen controle mogelijk was op de zorguitgaven en die onbehoorlijk stegen, werd in de wet op de zorgverzekering de macht aan de zorgverzekeraars gegeven door marktwerking in de vaststelling van de nominale premie van de basiszorgverzekering (eenzelfde premie per zorgverzekeraar voor alle verzekerden!) en de inkoop voor hun verzekerden gewenste zorg bij de zorgverleners. Er werd daarbij van uitgegaan dat zij dit het beste konden doen voor hun leden! Dit laatste komt nu pas enigszins tot bloei. Er wordt honderden miljoenen aan reclame uitgegeven om de verzekerden te bewegen over te stappen, terwijl de inkoopmacht nu gaat leiden tot inperking van de keuzevrijheid van de verzekerden (hoewel dat door de wetgever in 2006 ook bedoeld is!). De Nederlandse Zorgautoriteit, NZa heeft nu gezegd bang te zijn dat deze machtsconcentratie de publieke belangen kan schaden en wil scherper gaan toezien op het optreden van zorgverzekeraars. De NVOG zal dit goed blijven volgen! Rectificatie: In het verslag van de Algemene Ledenvergadering van vorige week (nieuwsbrief 58) is verzuimd te vermelden dat het NVOG lid van verdienste de heer Jan Kwint ook aanwezig was en door de voorzitter werd verwelkomd.
© Copyright 2024 ExpyDoc