Voorstel_38192.doc

agendapunt 3.a.6
1163323
Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden
ZIENSWIJZE DELFLAND OP RIJKSSTRUCTUURVISIE VOLKERAK-ZOOMMEER
Portefeuillehouder
Datum
Aard bespreking
Afstemming
Bijlagen
Zaaknummer
Berg, A. van den
25 november 2014
Besluitvormend
3
38192
Gremia
Datum
Aard
PFO Ber
10-11-2014
B
Advies/
besluit
Gewijzigd akkoord
D&H
25-11-2014
B
-
Parafering
Geparafeerd door:
Heusden, S. van
Geparafeerd door:
Heusden, S. van
Gevraagd besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 25-11-2014
1. De brief aan Directie Participatie, inhoudende het indienen van een zienswijze op ontwerprijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer, ons kenmerk 1165935, vast te stellen.
2. De brief aan de Verenigde Vergadering, inzake de ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en
Volkerak-Zoommeer, ons kenmerk 1165963, vast te stellen.
3. Hoogheemraad Van den Berg wordt gemandateerd om de brief, die benoemd is onder
beslispunt 1 af te ronden in overleg met de andere hoogheemraadschappen namens welke de
brief mede wordt verstuurd.
Besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 25-11-2014
Zienswijze Delfland op rijksstructuurvisie Volkerak-Zoommeer
1.
Probleemstelling - context
Het kabinet heeft met de ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer een
ontwikkelperspectief voor de toekomst van deze wateren neergelegd, inclusief een
ontwikkelpad voor de realisatie daarvan. De stukken liggen tussen 21 oktober en 1 december
2014 ter inzage. Een zout Volkerak-Zoommeer (te realiseren in 2028) kan gevolgen hebben
voor het zoetwater-innamepunt voor het Brielse Meer en daarmee voor de
zoetwatervoorziening van Delfland.
2.
Beoogd effect
Het beoogd effect is om het College een zienswijze op de ontwerp-rijksstructuurvisie te laten
vaststellen en hier tevens de VV over te informeren. Het doel hiervan is het goed laten borgen
van de zoetwaterbelangen van Delfland in het vervolgproces van de rijksstructuurvisie.
3.
Kernboodschap
Met de ontwerp-rijksstructuurvisie schetst het kabinet een ontwikkelperspectief voor de
toekomst van de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer en het ontwikkelpad voor de
realisatie daarvan. Een zout Volkerak-Zoommeer (te realiseren in 2028, mits er binnen een
jaar financiële dekking wordt gevonden) kan gevolgen hebben voor de zoetwatervoorziening
van Delfland. Met een zienswijze reageert Delfland op de voorliggende stukken.
4.
Historie - eerdere besluitvorming
- In 2002 is door Rijkswaterstaat gestart met een integrale verkenning naar oplossingen voor
het waterkwaliteitsprobleem in het Volkerak-Zoommeer (VZM).
- In 2004 is gestart met een planstudie waarin de oplossingsrichtingen uit de verkenning
werden uitgewerkt. De hieraan gekoppelde verplichting tot het uitvoeren van een
milieueffectrapportage is gestart met de publicatie van een startnotitie.
- Eind 2006 werd het onderzoek naar alternatieven om de waterkwaliteitsproblematiek op te
lossen voorlopig afgesloten. De conclusie was dat het zoete alternatief ‘doorspoelen’ niet
effectief was en een oplossing voor het blauwalgenprobleem alleen via het zoute spoor bereikt
kan worden.
- In 2007 is een aanvullende startnotitie uitgebracht met een ‘aangepast alternatief Zout’
(verzouting met zekere mate van getij), op basis waarvan aanvullend onderzoek uitgevoerd
is. Deze studie is in 2008 afgerond.
- Op basis van de uitgevoerde studies heeft het Bestuurlijk Overleg Krammer Volkerak
(BOKV) eind 2008 een advies aan de staatssecretaris van V&W uitgebracht. De essentie van
het advies is dat verzouting van het VZM in 2015 wordt bepleit, mits er besluiten over de
regionale zoetwatervoorziening zijn genomen en de maatregelen in uitvoering zijn (‘ja, mits’).
- In juni 2009 is het Adviesrapport Zoetwater Zuidwestelijke Delta uitgebracht. Hierin zijn
diverse regionale zoetwateradviezen integraal opgenomen, waaronder de
zoetwaterverkenning Zuid-Holland Zuid waarbij Delfland intensief betrokken was. Met het
zoetwateradvies is door de regio invulling gegeven aan de voorwaarden voor de
zoetwatervoorziening bij verzouting van het VZM.
- Op 22 december 2009 is het Nationale Waterplan vastgesteld, waarin is opgenomen dat er
in 2012 een uitvoeringsbesluit (‘go / no go’) over verzouting van het Volkerak-Zoommeer zal
worden genomen, mede op basis van de uitkomsten van diverse in 2010 en 2011 uit te
voeren onderzoeken naar zoetwatermaatregelen.
- Begin 2010 lag het ontwerp-MER samen met het Zoetwateradvies Zuidwestelijke Delta ter
inzage. Delfland heeft hierop gereageerd met een zienswijze.
- Het pakket van 14 zoetwatermaatregelen uit de Zoetwaterverkenning Zuid-Holland Zuid,
waarmee de gevolgen van een zout Volkerak-Zoommeer voor de zoetwatervoorziening van
Delfland tot een aanvaardbaar niveau beperkt moeten worden, zijn uitgewerkt in 2011 en
2012. De uitkomsten zijn vastgelegd in de ‘Zoetwaterrapportage 2012’.
- In 2012 heeft staatssecretaris Atsma vastgelegd dat er vooralsnog
geen definitief besluit over het zout maken van het VolkerakZoommeer zal worden genomen. Wel heeft het Rijk aangegeven een rijksstructuurvisie op te
gaan stellen.
- In 2013 is het proces van de rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer gestart
met publicatie van de Nota Reikwijdte en detailniveau. Tevens zijn een milieueffect-rapport
(MER) en een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) opgesteld. Delfland was
betrokken bij het verder uitwerken van de zoetwatermaatregelen.
- In de VV van 27 februari 2014 is de reactie van Delfland op de eerste bestuurlijke
consultatieronde van het Deltaprogramma 2015 vastgesteld. Bij het Deltaprogramma
Zoetwater is ook aandacht gevraagd voor de gevolgen van een zout Volkerak-Zoommeer.
- Bij het beschikbaar komen van het concept van de ontwerp-rijksstructuurvisie in 2014 heeft
Delfland samen met de andere betrokken waterschappen (Brabantse Delta, Hollandse Delta
en Scheldestromen) een watertoetsadvies afgegeven.
Bij diverse hierboven genoemde momenten heeft Delfland reeds gereageerd middels
bestuurlijke brieven. Hierin is aandacht gevraagd voor het belang van een goede
zoetwatervoorziening voor Delfland en het effect van een zout VZM hierop. Ook is de VV
hierover regelmatig geïnformeerd.
5.
Regelgeving en Beleid
Het zoetwaterbelang waar in de zienswijze aandacht voor wordt gevraagd sluit aan bij diverse
doelstellingen uit het Waterbeheerplan en de Visie op de Watervoorziening. Met name van
belang is het behoud van een goede zoetwatervoorziening voor het beheergebied, ook op de
lange termijn.
6.
Financiën
N.v.t.
7.
Duurzaamheid
Delfland is actief betrokken bij de planvorming over een zout Volkerak-Zoommeer om ook
voor de toekomst een duurzame zoetwatervoorziening voor het beheergebied te borgen.
8.
Organisatorische en personele consequenties
N.v.t.
9.
OR/GO
N.v.t.
10.
Risico- en beheersmaatregelen
Belangen Delfland
Delfland is de afgelopen jaren zowel ambtelijk als bestuurlijk intensief betrokken geweest bij
de studies en verkenningen naar de gevolgen van verzouting van het Volkerak-Zoommeer.
Hierdoor is het potentiële risico op het onvoldoende betrekken van de Delflandse
zoetwaterbelangen bij de besluitvorming geminimaliseerd.
11.
Communicatie (in- en extern)
De VV wordt regelmatig geïnformeerd over de zoetwatervoorziening in relatie tot de
Toekomst van het Volkerak-Zoommeer.
12.
Bekendmaking en vervolgprocedure
De ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer en de bijbehorende
studies (milieueffectrapport en maatschappelijke kosten-batenanalyse) liggen van 21 oktober
tot en met 1 december 2014 ter inzage. De zienswijzen worden betrokken bij de opstelling
van de definitieve rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer.
2
13.
Bevoegd orgaan
De bevoegdheid van D&H tot het indienen van zienswijzen is gebaseerd op art. 2 sub d. van
het Delegatiebesluit Delfland: de VV heeft deze bevoegdheid aan D&H gedelegeerd.
De zienswijze is behandeld in het PFO van hoogheemraad Van den Berg.
14.
Toelichting
Aanleiding
De Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer hebben te kampen met diverse
waterkwaliteitsproblemen. In het kader van de ontwerp-rijksstructuurvisie zijn de volgende
drie vraagstukken onderzocht:
Volkerak-Zoommeer: wel of geen zout en getij?
Grevelingen: wel of geen getij?
Grevelingen: wel of geen waterberging?
Voor Delfland is alleen het vraagstuk van een zoet of een zout Volkerak-Zoommeer van
belang, vanwege de relatie met de zoetwatervoorziening uit het Brielse Meer. Bij een zout
Volkerak-Zoommeer zal er door de Volkeraksluizen immers zout water weglekken, wat tot
verhoogde chlorideconcentraties in het Spui bij Bernisse (het innamepunt van het Brielse
Meer) kan leiden. Het Brielse Meer is in tijden van neerslagtekort Delflands belangrijkste
zoetwaterbron. Water uit dit meer wordt jaar in jaar uit gebruikt voor peilhandhaving,
doorspoeling en beregening.
Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer
De rijksstructuurvisie bevat:
een visie op de ruimtelijke toekomst en de ontwikkelingsambities voor het gebied;
een analyse van de drie vraagstukken over Grevelingen en Volkerak-Zoommeer in relatie
tot die visie en ambities;
het ontwikkelperspectief voor de waterhuishouding van de Grevelingen en het VolkerakZoommeer dat antwoord biedt op de drie vraagstukken in hun onderlinge samenhang (wel
of niet zout én wel of geen getij én wel of geen waterberging) en als gespreksbasis
fungeert bij het vinden van financiële dekking voor de uitvoering van projecten om dat
perspectief te realiseren;
de hoofdlijnen van financiering en uitvoering en toelichting op de voorwaarde van het
vinden van financiële dekking, die het Rijk stelt aan de realisatie van het geschetste
ontwikkelperspectief.
Ontwikkelperspectief rijksstructuurvisie
In de ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer wordt het volgende
ontwikkelperspectief geschetst:
Het Volkerak-Zoommeer wordt weer zout en krijgt beperkt getij terug via een doorlaat in
de Philipsdam, die het Volkerak-Zoommeer verbindt met de Oosterschelde. Hieraan vooraf
gaan maatregelen voor een alternatieve zoetwatervoorziening voor landbouwgebieden, die
nu afhankelijk zijn van zoet water uit het Volkerak-Zoommeer en maatregelen om
zoutindringing te beperken.
De Grevelingen krijgt beperkt getij terug via een doorlaat in de Brouwersdam, die de
Grevelingen verbindt met de Noordzee. Het Rijk biedt hiermee ook ruimte aan private
partijen voor de opwekking van duurzame getijdenenergie.
Waterberging op de Grevelingen is niet nodig voor de waterveiligheid in de Rijn-Maasdelta
(geen kosteneffectieve oplossing).
Het Rijk ziet het zout maken als de meest duurzame en robuuste oplossing voor het VolkerakZoommeer. Wel zijn de waterkwaliteitsproblemen de laatste jaren minder urgent geworden
(door de aanwezigheid van een exoot, de quaggamossel, in het VZM) en de kosten voor de te
nemen maatregelen vindt het Rijk daarom te hoog.
3
Ontwikkelpad
Afhankelijk van het beschikbaar komen van financiële middelen voor de uitvoering is het
ontwikkelpad gericht op beperkt getij op de Grevelingen in 2020 en getij en zout op het
Volkerak-Zoommeer in 2028.
Het kabinet acht de bij ‘ontwikkelperspectief’ geschetste richting van belang, maar heeft op
de rijksbegroting onvoldoende middelen beschikbaar om de benodigde maatregelen op korte
termijn uit te voeren. De kosten zijn in totaal minimaal €145 miljoen voor getij op de
Grevelingen (waarvan €8,8 miljoen gedekt) en €147 miljoen voor zout Volkerak-Zoommeer
met beperkt getij (waarvan circa €50 miljoen gedekt). Regionale overheden hebben het rijk
gevraagd om toch het ontwikkelperspectief vast te stellen. Het rijk heeft daarom besloten tot
een innovatieve pilot om samen met de regio in het jaar na vaststelling van de ontwerprijksstructuurvisie naar financiële dekking te zoeken. Dit gebeurt door nieuwe vormen van
samenwerking, ook met marktpartijen en gebruikers. Verwezenlijking van het
ontwikkelperspectief stelt het kabinet afhankelijk van het binnen een jaar beschikbaar komen
van deze financiële middelen. Door het rijk en de betrokken overheden in de Stuurgroep
Zuidwestelijke Delta wordt een bestuursovereenkomst opgesteld over de realisatie van het
ontwikkelperspectief. De drie waterschappen in de Zuidwestelijke Delta (Brabantse Delta,
Hollandse Delta en Scheldestromen) maken deel uit van deze stuurgroep. Delfland is geen lid
van de stuurgroep en is ook geen partij in het rondkrijgen van de financiële dekking.
Een aantal stappen naar verwezenlijking van het ontwikkelperspectief is al in gang gezet. Dit
zijn onder meer voorgenomen maatregelen in het kader van het Deltaprogramma zoetwater.
Desondanks resteert er nog een aanzienlijke financieringsopgave.
4
Relatie met het Deltaprogramma
De ontwerp-rijksstructuurvisie is door het kabinet vastgesteld in samenhang met de
Deltabeslissingen. Hierbij het meest relevant zijn de deltabeslissing Rijn-Maasdelta en de
deltabeslissing Zoet water. Een aantal voorgenomen investeringsmaatregelen uit het
Deltaprogramma maken de regionale zoetwatervoorziening minder afhankelijk van de
watervoorziening uit het Volkerak-Zoommeer.
Borging belangen Delfland in ontwerp-rijksstructuurvisie
Bij een zout Volkerak-Zoommeer dienen maatregelen getroffen te worden voor alternatieve
zoetwatervoorziening en zoutbestrijding. Dit is eerder door het Rijk vastgelegd als het ‘ja,
mits-principe’: het Volkerak-Zoommeer kan zout worden, mits de zoetwatervoorziening op
orde blijft. Delfland is intensief betrokken geweest bij het vormgeven van de benodigde
zoetwatermaatregelen, onder meer via een overgenomen advies van de Stuurgroep ZuidHolland Zuid. De maatregelen zullen worden uitgevoerd voorafgaand aan het zout maken:
‘eerst het zoet, dan het zout’.
De voor Delfland belangrijkste maatregelen voor het behoud van een goede
zoetwatervoorziening uit het Brielse Meer zijn:
Beperking van het zoutlek bij de Volkeraksluizen door innovatieve zoetzoutscheidingsmaatregelen. Deze maatregelen waren in een eerder stadium al
uitgewerkt, maar zijn nu ook in de praktijk getest in de Krammersluizen. In de ontwerprijksstructuurvisie is echter niet duidelijk vastgelegd welk resultaat deze maatregel moet
opleveren, nl. de eerder afgesproken maximale zoutlast van 20kg/s door de sluizen.
Het optimaliseren van de watervoorziening in het Brielse Meer door aanvullende
monitoring, automatisering en een nieuwe inlaat uit de Oude Maas via de Spijkenissesluis.
Deze maatregel maakt onderdeel uit van de voorgenomen investeringen in het Deltaplan
zoetwater voor de periode 2015-2021.
In de zienswijze (zie bijlage 2) is opgenomen dat Delfland in algemene zin positief is over de
wijze waarop de zoetwaterbelangen van Delfland zijn meegenomen. Er is nieuw onderzoek
gedaan waardoor de uit te voeren zoetwatermaatregelen beter onderbouwd zijn. Door de
combinatie van bovenstaande twee maatregelen kunnen volgens de ontwerprijksstructuurvisie en de daarbij uitgevoerde MKBA nadelige effecten voor het Brielse Meer
voorkomen worden. Er wordt echter nergens expliciet benoemd dat dit een harde
randvoorwaarde is. In de zienswijze van Delfland wordt er dan ook voor gepleit om
ondubbelzinnig vast te leggen dat er adequate maatregelen zullen worden getroffen om te
verzekeren dat de leveringszekerheid van het Brielse Meer niet verslechterd als gevolg van
een zout Volkerak-Zoommeer.
De hierboven genoemde belangen gelden in meer of mindere mate ook voor de aangrenzende
waterschappen (Hollandse Delta, Rijnland, Schieland en de Krimpenerwaard en De Stichtse
Rijnlanden). Er wordt (d.d. 17 november) nog afgestemd met deze waterschappen om indien
gewenst de Delflandse zienswijze mede namens deze partijen te verzenden (pm!).
15.
Bijlagen
1. Ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer
2. Zienswijze Delfland op ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer
3. Brief aan de VV betreffende de ontwerp-rijksstructuurvisie en de te verzenden zienswijze
5